EU visquota: dweilen met de kraan open

Met dank overgenomen van /RNW (RNW), gepubliceerd op dinsdag 18 december 2007.
Auteur: Perro de Jong

Deze week steggelen de Europese ministers van Visserij in Brussel over voorstellen om het uitsterven van vissoorten te voorkomen. De Europese Commissie kwam vorige maand met nieuwe, nog strengere vangstquota voor bijvoorbeeld haring en tonijn. Maar hoe beperkt is het Europese beperkingsbeleid? En laat Europa creatieve oplossingen liggen?

Er zwemt nog maar weinig rond waar straffeloos op gevist kan worden, en de gevolgen zijn duidelijk merkbaar. In het Zeeuwse Yerseke bijvoorbeeld, dat altijd bekend stond als het hart van de Nederlandse schelpdiersector.

"Dat is het voor ons al lang niet meer", zegt Simon Lenger van de Holland Shellfish Group bitter. "Je kunt hier nog mosselen kopen, maar daar houdt het wel mee op."

De grootste klap kwam in 2005, toen Den Haag de visserij in de Waddenzee met kokkelschepen - grote, drijvende stofzuigers - verbood. Voor het verbod gingen de kokkels vanuit de Waddenzee naar Yerseke, waar ze werden verwerkt voor de export. Niet naar paëllarestaurants, zoals een hardnekkig misverstand wil, maar naar de betere Spaanse viswinkels. Inkomsten: tachtig miljoen euro per jaar.

Kokkelvisserij in de EU

Opvallend is dat de mechanische kokkelvisserij in andere landen nog wel is toegestaan. Bijvoorbeeld in Groot-Brittannië en Denemarken, allebei EU-lid. Dus worden zij geacht dezelfde regels te hanteren ter voorkoming van schade aan kwetsbare soorten en omgevingen.

Volgens Jaap Holstein van de Producentenorganisatie Kokkelvisserij, verschilt de uitvoering van de regels per land. "In Nederland speelt vooral een rol dat de gang naar de rechter erg laagdrempelig is", zegt hij. "Als je drie of vier personen hebt die een stichting oprichten kunnen ze al een schorsing van je vergunning aanvragen, en dat is ook herhaaldelijk gebeurd."

Er bleef nauwelijks ruimte over om samen met de natuurbeschermers naar duurzame oplossingen te zoeken. Terwijl de twee partijen uiteindelijk hetzelfde belang hebben: voorkomen dat de zee leegraakt. "Wat wij altijd hebben voorgestaan is selectief oogsten", zegt Holstein. "Alleen de oudste exemplaren, met zo weinig mogelijk schepen, en laat voldoende liggen zodat de vogels te eten hebben. Maar die kans is ons niet gegund".  

Ook plannen om kokkelbedrijven tegelijk op andere soorten te laten vissen, zodat ze minder kokkels nodig hebben om rendabel te blijven, liepen op niets uit. "De hele schelpdiersector was voorstander", zegt Holstein. "Het probleem is alleen dat we barsten van de vergunningenstelsels, en je krijgt maar een vergunning voor één soort".

Dogmatisch

Regels en vergunningen alom dus. Maar worden vis en schelpdieren daardoor ook echt beschermd? De kokkels wel misschien, maar veel andere soorten niet. Rode tonijn bijvoorbeeld. Die is uitermate gewild in Japan. In de internationale wateren buiten de Spaanse kust liggen complete Japanse visfabrieken. Een paar kilometer verderop moeten de Spaanse vissers zich netjes houden aan allerlei door Brussel opgelegde beperkingen. De Japanners hebben nergens last van.

"Het is dweilen met de kraan open", beaamt Jos Scheerboom van het viskweekbedrijf Fish Techknowledge. "Europa is te dogmatisch", vindt hij. En dat wreekt zich vooral als iemand met innovatieve oplossingen probeert te komen.

Kweken is zo'n oplossing. "Kenners zeggen dat de smaak van wilde vis rijker is dan die van gekweekte", zegt Scheerboom, "maar ik zeg: dat geeft niet, we zijn creatief genoeg om er iets bij te doen. Waar het mij om gaat is dat de voedingswaarde er is." Maar ook zijn bedrijf loopt aan tegen regeldrift. "Nieuwe kwekerijen ondervinden allemaal bureaucratische rompslomp", zegt hij. "Die belemmert grote ontplooiing". 

Volgende maand gaat Scheerboom naar Indonesië. "Daar hebben ze nauwelijks regels, en dat is een geweldig voordeel".

Bloedend hart

Simon Lenger uit Yerseke heeft eveneens eieren voor zijn geld gekozen. Twee jaar geleden nam hij de schelpdierdivisie over van het exportbedrijf Heiploeg, waarvan hij op dat moment mede-directeur was. "De garnalenafdeling draaide uitstekend", zegt hij. "Dus hebben de aandeelhouders gewacht tot het kokkelverbod definitief was en daarna de groep gesplitst".

Als oude rot in het vak zag Lenger toch nog mogelijkheden voor 'zijn' divisie. Maar daarvoor kijkt hij al lang niet meer binnen Nederland. Ook zelf kweken, zoals Jos Scheerboom voorstaat, is volgens hem voorlopig geen realistische optie. Maar, zegt hij, "we leven in Europa, dus we zitten niet vast aan één plek."

Intussen is Holland Shellfish zelfs bezig met projecten ver buiten Europa, in landen als Marokko, Vietnam en wellicht Mauretanië. Duurzame projecten, benadrukt Lenger. Dat Yerseke niet meer is dan een doorvoerhaven heeft hij intussen "met bloedend hart" geaccepteerd. 

En dat zijn kantoor er nog steeds staat? "Toeval."


Met dank overgenomen van /RNW (RNW).
banner Station Europa