Verslag algemeen overleg van 10 februari 2005 over Industriebrief (29826) en Antheus: negende voortgangsrapportage ontwikkeling aanvullende activiteiten regio Delfzijl - Industriebeleid

Dit verslag van een algemeen overleg is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 29826 - Industriebeleid.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Industriebeleid; Verslag algemeen overleg van 10 februari 2005 over Industriebrief (29826) en Antheus: negende voortgangsrapportage ontwikkeling aanvullende activiteiten regio Delfzijl 
Document­datum 11-03-2005
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST84850
Kenmerk 29826, nr. 3
Van Staten-Generaal (SG)
Commissie(s) Economische Zaken (ez)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2004–2005

29 826 29 800 XIII

Industriebeleid

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2005

Nr. 3

1 Samenstelling:

Leden: Crone (PvdA), Bakker (D66), Hofstra (VVD), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), ondervoorzitter, Atsma (CDA), Timmermans (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Ten Hoopen (CDA), Slob (ChristenUnie), Van den Brink (LPF), Duyvendak (GroenLinks), Kortenhorst (CDA), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Van Velzen (SP), Varela (LPF), Algra (CDA), Aptroot (VVD), Blom (PvdA), Smeets (PvdA), Douma (PvdA), De Krom (VVD), Heemskerk (PvdA), Van Dam (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Van Eger-schot (VVD), Jonker (CDA). Plv.leden: Tichelaar (PvdA), Dittrich (D66), Örgü (VVD), De Nerée tot Babberich (CDA), Van Hijum (CDA), Koenders (PvdA), Vos (GroenLinks), Joldersma (CDA), Van der Vlies (SGP), Hermans (LPF), Van Gent (GroenLinks), Verburg (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), De Ruiter (SP), Van As (LPF), De Haan (CDA), Blok (VVD), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA), Van Heteren (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Tjon-A-Ten (PvdA), Waalkens (PvdA), Szabó (VVD), Weekers (VVD), Van Dijk (CDA).

VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 11 maart 2005

De vaste commissie voor Economische Zaken1 heeft op 10 februari 2005 overleg gevoerd met minister Brinkhorst van Economische Zaken en staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken over:

– de Industriebrief (29 826);

– Antheus: negende voortgangsrapportage inzake de ontwikkeling van aanvullende activiteiten in de regio Delfzijl (29 800-XIII, nr. 47).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Blom (PvdA) vindt de Industriebrief veel te uitgebreid.Hij beseft dat de maakindustrie de laatste jaren in de Kamer geen prioriteit heeft gekregen.Hij ziet in de Industriebrief geen antwoord op de vraag of Nederland de maakindustrie wil behouden, welke soorten industrie Nederland wil behouden en welke initiatieven worden genomen om dat te reali-seren.Het enige nieuwe dat hij in de Industriebrief heeft kunnen ontdekken is dat er aanspreekpunten worden ingesteld, waarvan hem overigens niet duidelijk is of dat doorgeefluiken worden of dat zij zelf ook initiatieven gaan nemen.Een agenda ontbreekt.Wat zal er stapsgewijze de eerste jaren gebeuren? Hoeveel geld wordt er in de industrie gestopt? Hij spreekt bijna wekelijks met industriële bedrijven.Men is blij dat er nu iets is, maar ook niet meer, omdat niet duidelijk is of Economische Zaken de maakindustrie wil behouden of niet.

De heer Blom huldigt het principe dat voor een moeilijk probleem een gemakkelijke oplossing moet worden gezocht, bijvoorbeeld voor het gebrek aan vakmensen in Nederland.16 000 bedrijven hebben moeite om goede mensen te vinden.Die mensen moeten opgeleid gaan worden. Zijns inziens moet dat niet worden overgelaten aan ROC’s en particuliere initiatieven, maar moet Economische Zaken met het ministerie van OCenW zelf initiatief nemen.Hij staat joint ventures van ROC’s en bedrijven voor om tot bedrijfsopleidingen te komen, op een moderne manier.Misschien moeten ook vmbo’s erbij worden betrokken.Op sommige plaatsen gebeurt dat al, bijvoorbeeld bij Dow Chemical in

Zeeland.Daarvoor zijn echter praktijklokalen nodig, waarvoor EZ zijns inziens het initiatief zou moeten nemen.

De heer Blom geeft in overweging om te zoeken naar industriesectoren waarin de factor arbeidskosten wat kleiner is, bijvoorbeeld de chemische industrie.Zo zou de chemische industrie in de driehoek Gent–Antwerpen– Terneuzen uitgebouwd kunnen worden in Zeeuws Vlaanderen.Ook zou laaggeschoolde arbeid moeten worden gestimuleerd, door werkgevers die laaggeschoolden in dienst nemen tegemoet te komen.De SPAK was daarvoor een voortreffelijke regeling.Voorkomen moet worden dat door het vertrek van bedrijvigheid laaggeschoolden geen werk meer kunnen vinden.EZ zou actiever moeten zijn bij regionale initiatieven.Wat nu gebeurt is onvoldoende, omdat het zijns inziens voor de industrie twee voor twaalf is.Hij vindt de Industriebrief een goede aanzet, maar hij vindt de inhoud te slap.

De heer Blom is het niet eens met het beeld dat de arbeidsproductiviteit alleen kan worden verbeterd door langer te werken.Hij vindt de opvattingen van de minister te simplistisch.Zijns inziens werken de Nederlanders in de industrie al hard genoeg, in drie- of vijfploegendiensten. De heer Blom heeft van de heer Vollebregt gehoord dat voor een euro geïnvesteerd in de aerospace-industrie er zeven terugkomen.Hij vraagt of het kabinet wil nagaan of dit juist is en hoeveel geld de Nederlandse overheid dan in het Airbus-project wil stoppen.

Anderhalve maand geleden las de heer Blom in een onderzoek van het MKB dat de regeldruk met 25% zou zijn toegenomen in plaats van afgenomen.

De heer Kortenhorst (CDA) maakt het kabinet een groot compliment omdat het met de Industriebrief is gekomen en ook voor de analyses daarin.Hij mist nog wel een scherp beeld hoe per sector het level playing field wordt ondergraven of belast.Er wordt veel tegenstrijdige regelgeving genoemd, reden om te vragen om een concreet actieplan, met meetbare punten, om dat probleem op te lossen.Hij pleit er ook voor om huidige regelgeving die zwaarder is dan Europese regelgeving ter zake, die dus tot een concurrentienadeel voor Nederland leidt, af te schaffen.Hij zou precies willen weten welke regel op welke datum verdwijnt.Onderne-mers kunnen dan beter plannen.Bij nieuwe regelgeving moet de internationale concurrentiepositie nadrukkelijk in het oog worden gehouden. De heer Kortenhorst vraagt wanneer de fatale termijn voor vergunningen, ter verkorting van the time to market, in de wet wordt opgenomen.Hij vraagt of de drie virtuele regelarme zones, waarmee geëxperimenteerd zou worden, er al zijn.Nederland heeft op dit moment heel veel kennis over geraffineerde bio-olie als brandstof.In de Eemshaven is veel energie-intensieve industrie.Hij vraagt of aldaar tot een proefexperiment met centrales kan worden gekomen.Hij is Noord-Oost-Groningen niet tegengekomen in de Industriebrief.

Daimler-Chrysler wenst niet te investeren in NedCar in Born, waardoor de werkgelegenheid in de regio gevaar loopt.De heer Kortenhorst vraagt wat wordt gedaan om de werkgelegenheid te behouden.Hij heeft overigens nog geen uitgesproken mening over de vraag of de overheid weer industriepolitiek moet gaan voeren in die zin, dat zij bedrijven die om dreigen te vallen gaat steunen.Het wegsubsidiëren van structureel slecht presteren door bedrijven is een politiek waar nooit meer aan begonnen moet worden.Misschien kan in de randvoorwaardelijke sfeer iets worden gedaan voor NedCar.Hij juicht het gebruik van kennisvouchers toe en ziet veel heil in stimulering van de procesinnovatie, vooral bij de toeleverings-industrie.De overheid kan voorts een rol spelen als launching customer bij nieuwe, innovatieve oplossingen, zoals al in veel landen gebeurt.Hij verzoekt de bewindspersonen, samen met de industrie en met andere departementen een analyse te maken waar en hoe de overheid een launching costumer kan zijn.Hij zou daar graag een brief over krijgen.

Scholen en bedrijfsleven sluiten zeer slecht op elkaar aan.De heer Kortenhorst meent dat EZ de trekker moet zijn van een plan voor experimenten van mbo en bedrijfsleven voor het opbouwen van vakmanschap.Hij sluit zich op voorhand aan bij hetgeen de heer Slob zal zeggen over EuroSkills. De vliegtuigbouw, maar ook andere kapitaalgoederenindustrie, levert pure export, die nieuwe euro’s en nieuwe banen voor Nederland genereert.Er komt vaak een veelvoud van echt nieuw belastinggeld binnen vergeleken met de kosten van research and development.De Nederlandse R en D loopt wat garantiestelling en financiering betreft sterk achter bij die in het buitenland.De heer Kortenhorst zou graag zien dat de overheid een visie op kosten versus baten in de industrie ontwikkelde, waarbij expliciet de vliegtuigbouw aan de orde moet komen.Hij vraagt wat de regering doet om de positie van de Nederlandse scheepsbouw ten opzichte van de scheepsbouw in het buitenland te handhaven.

De heer Kortenhorst verzoekt het kabinet, iedere jaar met een industriebrief te komen, met concrete en meetbare plannen.

De heer Slob (ChristenUnie) is opgevoed met de gedachte dat hij zijn zegeningen moet tellen, een voor een zelfs.Hij is dan ook blij met de Industriebrief, waarom hij bij de begrotingsbehandeling in 2003 heeft gevraagd.Hij constateert dat in de politiek, op het ministerie en in de industrie zelf een kentering is gekomen.Het onderwerp industrie leeft weer.Veel bestaand beleid is in de Industriebrief op een rijtje gezet.Er zijn ook nieuwe denkrichtingen in opgenomen, die moeten worden uitge-werkt.Hij meent dat daar een goed tijdpad bij hoort.Het beleid zal voortdurend moeten worden aangepast aan nieuwe inzichten en ontwikke-lingen.Hij beschouwt de Industriebrief als een eerste werkdocument, onder de eerste verantwoordelijkheid van EZ, maar met betrokkenheid van andere ministeries.Vooral OCenW staat nog te veel op afstand.Voorts moeten de sociale partners en de lagere overheden worden gestimuleerd tot initiatieven, waarbij zij gebruik kunnen maken van landelijke kaders. Het blijft dan niet bij een enkele opleving van industriepolitiek, maar die wordt structureel steviger.

Uit onderzoeken blijkt dat de positie van de Nederlandse industrie best sterk is.De heer Slob kan echter niet om de daling op de ranglijst van het IMD heen.Door de relatief sterk gestegen arbeidskosten per eenheid product is de concurrentiepositie er niet sterker op geworden.Voor een verbetering, vooral ook vergeleken met omringende landen, is een gematigde loonontwikkeling van belang.De overheid moet de handen ineenslaan met bedrijfsleven en kennisinstellingen.Zij heeft een rol op fiscaal gebied, op het punt van de druk van wet- en regelgeving en in het stimuleren van kennis, vakmanschap en innovatie.

Hoewel de brief zal moeten worden uitgewerkt, waarbij bijvoorbeeld duidelijker moet worden waar welke verantwoordelijkheden liggen, ziet de heer Slob geen noodzaak om de brief te herschrijven.Met de ruime definitie van industrie die wordt gehanteerd bestaat het risico dat er te veel tegelijk wordt aangepakt.Vooral de sterke punten die blijken uit de sterkte/ zwakteanalyse dienen te worden ontwikkeld.Hij vraagt aandacht voor de technologische topinstituten en voor het vakmanschap.Hij heeft destijds ook een motie ingediend bij de behandeling van de begroting van OCenW over Skills Masters, die unaniem is aangenomen.De volgende maand is er een driedaags evenement in Rotterdam, waar bedrijfsleven en onderwijs bij elkaar kunnen worden gebracht, ondersteund door de politiek, om gecoördineerd de promotie van het beroepsonderwijs ter hand te nemen. Verhalen als die van de VVD, dat het vmbo moet worden afgeschaft en dat men terug moet naar de vakscholen, vindt hij retoriek voor de Bühne. Skills Netherlands is zijns inziens een instituut waarvan meer gebruik moet worden gemaakt.In mei wordt in Helsinki WorldSkills georgani-seerd.Dat kan een enorme uitstraling hebben naar het beroepsonderwijs. Nederland maakt zich sterk om in 2008 EuroSkills binnen de landsgrenzen

te halen.Hij verzoekt de bewindslieden hiervoor in samenwerking met OCenW middelen vrij te maken.

De heer Van den Brink (LPF) ziet wel eens op een vrachtwagen staan: zonder vervoer staat alles stil.Zonder maakindustrie hoeft er heel veel niet meer vervoerd te worden.Als de maakindustrie naar goedkope landen vertrekt, zal Nederland naar de knoppen gaan, want zonder maakindustrie is geen dienstverlening meer mogelijk.Hij heeft de Industriebrief gelezen, maar niet echt bestudeerd.Hij is tot de conclusie gekomen dat lang niet overal een adequate oplossing voor is.Toen de bomen economisch tot in de hemel groeiden, voelde de overheid niet de noodzaak om economisch beleid te maken.Na ieder hoogtepunt komt echter een diep-tepunt.Dat had voorzien moeten worden.In zijn ogen kan de overheid alleen voorwaarden scheppend bezig zijn voor de industrie.De overheid kan de plaats van de ondernemer niet innemen.Vooral het vervolgonderwijs is naar zijn mening noodzakelijk om het vakmanschap in een bedrijf in stand te houden en te verbeteren.In de landbouw lukt dat uitstekend, maar in de Industriebrief leest hij er weinig over.Als de mensen op de werkvloer met een probleem geconfronteerd worden, kan dat vaak rechtstreeks op hun bedrijf gericht via het onderwijs worden opgelost.Hij vindt het vervolgonderwijs een onderwerp voor Economische Zaken. De industrie klaagt over problemen die voortkomen uit de Europese regel-geving.De heer Van den Brink meent dat geen lippendienst moet worden bewezen aan de Europese regels, maar ook niet aan de Nederlandse ondernemer.Een ondernemer verdwijnt echter niet alleen uit concurrentieoverwegingen uit Nederland, hij weegt ook af hoeveel chagrijn hij in Nederland heeft en hoeveel in een ander land.

Mevrouw Kant (SP) ziet in de Industriebrief, de notitie Pieken in de Delta, voor het regionale beleid, en het bestaan van het Innovatieplatform hét bewijs dat het kabinet geen integrale visie heeft op de economie. Daarmee gebruikt zij de woorden van een econoom van de Universiteit Twente, de heer Hospers.Haar fractie heeft al vaak kritiek geuit op het fenomeen van backing the winners, een kritiek die gedeeld wordt door wetenschappers.Energie en inzet kunnen haars inziens beter worden besteed op punten waar dat effectief en nuttig is, bijvoorbeeld voor alternatieve vormen van energie, aan kleine starters en het midden- en klein-bedrijf.Uit de Industriebrief wordt duidelijk dat 25 mln extra wordt geïnvesteerd in de WBSO, de fiscale stimulering van innovatie.Volgens onderzoek van de Rabobank rendeert die helemaal niet.In totaal kost de WBSO zo’n 400 mln, een bedrag waarvoor zij heel goede andere bestemmingen weet, bijvoorbeeld de verpleeghuiszorg.

Mevrouw Kant vindt de herhaaldelijke verwijzing door de bewindspersonen naar de vermeende hoge loonkosten, het gebrek aan innovatie en het benarde ondernemings- en vestigingsklimaat een eenzijdige weergave van de staat van het land.Volgens The Economist staat Nederland er qua ondernemingsklimaat helemaal niet slecht voor.Op een lijst van het World Economic Forum staat Nederland stabiel op de twaalfde plaats.Ook de hoogte van de arbeidskosten valt volgens haar mee.Het aandeel van de lonen in het nationaal inkomen, de arbeidsinkomensquote, is gedaald en lager dan het Europese gemiddelde.De opkomst van China als drogreden voor loonmatiging is inmiddels ontkracht.Zij vindt het onjuist dat Nederland economisch wordt vergeleken met landen die in opkomst zijn, om aan te geven dat in Nederland flink zou moeten worden gesneden in sociale zekerheid, ontslagrecht etc.Het kabinet zet een eenzijdig negatief beeld neer, terwijl de Nederlandse economie het in feite helemaal niet zo slecht doet.Het gaat natuurlijk wel wat slechter dan in andere jaren, maar het is echt niet allemaal huilen met de pet op.Onderzoeken van het Centraal Planbureau en van Berenschot hebben het verplaatsen van arbeid naar lagelonenlanden als argument voor sociale verslechteringen

als drogreden definitief naar het land der fabelen verwezen.Zij maakt er bezwaar tegen als met dat argument wordt geprobeerd mensen langer te laten werken, de lonen nog meer te matigen en de vakanties te bekorten. Naar haar oordeel gebruikt het kabinet cijfers daarover zoals het het kabinet het beste uitkomt, maar doet Nederland het relatief helemaal niet zo slecht.De staatssecretaris van Financiën stelde na een reisje naar Amerika dat de vennootschapsbelasting in 2007 nog lager dan 30% zou moeten worden.Dat is niet de prioriteit die zij stelt bij het verbeteren van het vestigingsklimaat.Zij kiest voor zaken als onderwijs en kinderopvang. In de Industriebrief wordt een versoepeling van het ontslagrecht genoemd als mogelijkheid om de arbeidsmarkt flexibeler te maken.Naar het oordeel van mevrouw Kant leidt een flexibeler ontslagrecht ertoe dat op langere termijn minder in voor beroepstakken specifieke, maar juist meer in heel algemene vaardigheden wordt geïnvesteerd.Dan worden algemene studies populair in plaats van studies waarmee de innovatieve kenniseconomie wordt gestimuleerd.

De fractie van mevrouw Kant heeft de problemen rond NedCar al eerder aangekaart.Zij vraagt hoe het staat met de inventarisatie van het banenverlies in Limburg die de staatssecretaris heeft toegezegd.

De heer Bakker (D66) zegt dat na jaren van geleide industriepolitiek en vervolgens geen industriepolitiek, doordat de overheid door alle missers bang was geworden, toch weer wordt gedacht over industriepolitiek.Hij maakt het kabinet daarvoor een compliment.De vraag is of het snel en concreet genoeg is en of de verbetering van randvoorwaarden snel genoeg gaat.Dienstensectoren, zoals de financiële dienstensector, het transport, de universiteiten en uiteindelijk ook de verpleeghuizen, steunen op de maakindustrie.In de brief vindt hij al wel de goede spirit, maar nog niet de concrete instrumenten.Er staat wel veel op stapel.Lastig is daarbij dat er wordt bezuinigd op EZ.Garantstellingen en borgstellingen zijn te weinig beschikbaar.Er zijn signalen dat banken en verzekeraars zich een beetje terugtrekken uit de maakindustrie en de kapitaalgoederenindustrie. Als dat doorgaat is dat desastreus.

Naar de opvatting van de heer Bakker zouden de bewindspersonen zich wat breder moeten maken.Het industriebeleid wordt vaak in de wielen gereden door andere ministers, andere overheden en buurlanden. Onlangs bezocht hij een bedrijf in Purmerend dat een grote afzet in Rusland heeft, maar door de tolheffing in Duitsland zijn kosten zag stijgen. Dat bedrijf trekt nu naar Finland.Gemeenten verhogen maar al te graag de belastingen op bedrijven als zij extra middelen nodig hebben.Minister Zalm probeert de Wet toezicht accountantsorganisaties te verscherpen. Minister De Geus verklaart de detacheringsrichtlijn straks op alle sectoren van toepassing.Over de agenda van andere ministeries was de Groeibrief op een aantal punten nog een stukje concreter dan de Industriebrief.De heer Bakker is bang dat EZ in het interdepartementale spel nog wel eens het onderspit delft.De minister moet de urgentie van de industrieagenda bevechten in het kabinet.De heer Bakker wijst erop dat uitgerekend in Frankrijk de wet op de 35-urige werkweek is ingetrokken, maar dat in Nederland langer werken nog lang niet is geregeld. Ook de heer Bakker spreekt zijn zorgen uit over de ontwikkeling rond NedCar.Hij roept de staatssecretaris op om morgen nog met Limburg rond de tafel te gaan zitten.Misschien kan dezelfde weg worden gekozen als in Twente.Hij sluit zich aan bij de pleidooien voor bedrijfsscholen en voor de innovatie in de scheepsbouw.Hij legt de klemtoon op het belang van marketing.Het instrumentarium dat daarvoor in de jaren ’80 en ’90 beschikbaar was is wel erg afgeslankt.De kennis van de markt is in Nederland nog steeds groter dan in China of Oost-Europa.De heer Bakker moedigt de bewindspersonen aan om in het kabinet bij de verdeling van de aardgasmeevallers via het FES niet alleen in te zetten op asfalt en openbaar vervoer, maar ook op kennisinfrastructuur.

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD) acht het zorgwekkend dat een kleine, open economie als de Nederlandse nu achterloopt in Europa.Zij is in het algemeen positief over de Industriebrief.Er worden veel onderwerpen besproken, maar onduidelijk blijft vaak nog wat er wanneer gaat veranderen.Zij mist ambities wat de uitwerking betreft.EZ moet als een waakhond voor het industriebeleid achter andere ministeries aan gaan. Veel van de zeven knelpunten die worden geconstateerd vallen niet onder de directe verantwoordelijkheid van EZ.Overal in het land hoort zij nog van de ondernemers dat die niets merken van de vermindering van de lastendruk door wet- en regelgeving.

De noodzaak van flexibiliteit van de arbeidsmarkt krijgt volgens mevrouw Dezentjé Hamming te weinig aandacht in de Industriebrief.Van de vijf actiepunten gaan er vier over het bekijken, onderzoeken en in beeld brengen van het probleem.Vooral voor kleine ondernemers is de versoepeling van het ontslagrecht van belang om te overleven.Zij nemen geen mensen meer aan omdat de kosten van het ontslag veel te hoog zijn. Bij de behandeling van de begroting 2005 heeft de fractie van de VVD een motie ingediend om de mogelijkheid van een garantiefonds voor startende ondernemers te onderzoeken.Tot haar verbazing las mevrouw Dezentjé Hamming dat de PvdA ook zo’n plan wil lanceren.Zij is daar blij mee, maar de PvdA stemde enkele maanden geleden als enige tegen de motie.

Hoewel Nederland op veel punten over hoogwaardige kennis beschikt, wordt die weinig benut.De overheid geeft relatief veel geld uit aan innovatie en het bedrijfsleven relatief weinig.Het uitdelen van subsidies maakt bedrijven lui.De invoering van een boxenstelsel in de vennootschapsbelasting lijkt mevrouw Dezentjé Hamming een stap in de goede richting. Zij vraagt hoe het project van de kennisvouchers loopt. Onlangs hoorde mevrouw Dezentjé Hamming klachten uit de farmaceutische industrie dat in Turkije datadossiers bij het uitbrengen van nieuwe producten worden gekopieerd.De Nederlandse farmaceutische industrie zou daardoor 100 mln schade lijden.Zij vraagt of het crashteam oneerlijke concurrentie hier een rol kan spelen.

Het antwoord van de bewindslieden

De minister dankt de heer Slob voor diens motie van anderhalf jaar geleden, die tot de Industriebrief heeft geleid.De urgentie daarvan wordt in brede kring gedeeld.De industrie is een belangrijke motor van de economie, door de export en door de innovatie.De kern van het beleid van EZ is de versterking van het groeivermogen.Hij verwijst naar de Groeibrief van het vorig jaar.Die is breder dan EZ, want er worden randvoorwaarden in brede zin in gesteld.De flexibiliteit van de arbeidsmarkt is er volop in aan de orde.Een ander belangrijk thema is de uitbreiding van de arbeidsparticipatie, die nu ook voor de vakbeweging bespreekbaar is. Arbeidsproductiviteit, loonmatiging en arbeidsparticipatie zijn zijns inziens de drie pijlers voor het groeivermogen.Dat is ook de achtergrond van de Industriebrief.De industrie moet daarvoor inspelen op de internationale dimensie.Bij de globalisatie van de economie spelen niet alleen de Verenigde Staten een rol, maar ook de opkomende markten in Centraal en Oost-Europa, China en India.Daar komen tegenwoordig kwalitatief zeer goede producten vandaan.Hij is het volkomen eens met de SP dat er meer aan kinderopvang en onderwijs moet worden gedaan, maar daarmee wordt de Nederlandse industrie absoluut niet gered.Hij is zeer positief en absoluut niet somber over de kansen van Nederland, maar wil de werkelijkheid niet miskennen.Hij wordt over twee jaar afgerekend op het onderkennen van de problemen en het nemen van maatregelen.De realiteit is dat de lonen in Nederland ten opzichte van de omringende landen sinds 1997 met ongeveer 12% zijn gestegen.Het aantal gewerkte uren per werknemer is in Nederland ten opzichte van de rest van Europa

veel lager.De groei van de arbeidsproductiviteit is ook laag.Die drie factoren zijn bepalend voor de kracht van de Nederlandse economie. De minister is het volkomen eens met het voorbeeld van de heer Van den Brink uit de agro-industrie, waar het onderwijs een belangrijke factor is voor de voorsprong die door die branche is opgebouwd.Backing the winners betekent in dit geval: zorgen dat het systeem niet verloren raakt. Hij bekent dat hij jaren heeft gedacht dat het verstandig was om het agrarisch onderwijs op te heffen en onder te brengen bij het algemeen onderwijs, maar hij is tot de conclusie gekomen dat het beter is een aantal eigenstandigheden van het landbouwonderwijs te handhaven.De relatie tussen beroepsonderwijs en voorlichting is in de landbouwketen een zeer sterke factor.Dat element zou ook elders bij de koppeling tussen beroepsonderwijs en industrie aan de orde moeten komen.Hij deelt mee dat het systeem van de kennisvouchers de komende jaren aanzienlijk wordt uitgebreid.

Liever dan ieder jaar een nieuwe industriebrief uit te brengen geeft de minister voortaan elk jaar in de begroting aandacht aan de industriecomponent.

Het is opvallend dat in vergelijking met andere delen van de economie de bijdrage van de industrie aan de stijging van de arbeidsproductiviteit in de periode 1995–2005 groter was.Het CPB heeft evenwel vastgesteld dat die groei vergeleken bij die van andere concurrenten achterblijft.De maakindustrie is zijns inziens van fundamentele betekenis voor een groei van de arbeidsproductiviteit, die op andere gebieden kan doorwerken.Als Nederland op dat terrein achterblijft, doet dat het herstel van de economie in bredere zin geen goed.In het EZ-jaarverslag in april zal hij cijfers geven over de ontwikkeling van de innovatie in Nederland. Het begrip industriebeleid is jaren besmet geweest.In het begin van de jaren ’80 ging het vooral om het steunen van zwakke bedrijven.Het was toen vooral sociaal beleid en geen groeibeleid.Later werd de actieve rol van de overheid vervangen door een voorwaarden scheppende rol. Daarmee is de afstand tussen overheid en industrie groter geworden.De minister wil dat de overheid weer optreedt, maar in een nieuwe context. Zij moet proberen actief in te spelen op de relatie tussen buitenlandse overheden en de industrie, bijvoorbeeld de scheepsbouw en de defensie-industrie.EZ is er echter niet alleen voor de industrie.Het maakt zich ook hard voor consumentenbelangen en publieke belangen.Het moet private belangen en marktwerking efficiënt afwegen.Er moeten keuzes worden gemaakt die aansluiten bij de sterke punten in de economie.Een zwakte van de politieke cultuur in Nederland is de gietertjespolitiek: overal een beetje aan doen.Het nieuwe industriebeleid wordt gekenmerkt door goede randvoorwaarden, een overheid die een open oor heeft voor de industrie en het maken van duidelijke keuzes.

De minister beseft dat behalve aan innovatie ook aandacht moet worden gegeven aan laagwaardige arbeid.

De staatssecretaris wil de titel van de brief, Hart voor de industrie, eigenlijk nog wel breder trekken: Hart voor ondernemers.Ook zij dankt de heer Slob voor zijn motie van destijds.Ondernemingen in Nederland moeten meer ruimte krijgen om te ondernemen en het geld te verdienen om verpleeghuizen, onderwijs, politieagenten enz.te betalen.70% van de opbrengst van de export komt voort uit de industriële productie.De industrie is van groot belang voor de werkgelegenheid, maar ook voor het economisch imago.De maakindustrie investeert meer dan evenredig in onderzoek en ontwikkeling.Zij geeft daarmee vooral een belangrijke impuls aan procesinnovatie.Daarom wordt de WBSO verbreed naar procesinnovatie.Voor elke baan in de industrie is er een baan in de dien-stensector.Daarom moet de Industriebrief breder zijn dan alleen de maakindustrie.

Het verheugt de staatssecretaris dat ondernemers, koepels, brancheorganisaties enz.over het algemeen goed te spreken zijn over de Industriebrief, vooral over de omslag in het denken.De heer Vollebregt sprak in dat verband van een liefdesbrief.Zij hoopt dat met de brief voldoende bouwstenen zijn aangevoerd voor een discussie over de industrie in Nederland.Veel acties zullen een gezamenlijke inspanning van verschillende departementen, werkgevers en werknemers, brancheorganisaties en kennisinstellingen vragen.Er moet geïnvesteerd worden in kennis.Zij ziet veel om trots op te zijn in Nederland, al het is tien voor twaalf, maar ook weer niet twee voor twaalf.Het is tien voor twaalf omdat er sterke punten zijn waarvan geprofiteerd kan worden.De overheid moet niet op de stoel van de ondernemers gaan zitten, maar voorwaarden scheppen en helpen bij specifieke knelpunten, bijvoorbeeld voor starters. Door de instelling van dertig aanspreekpunten toont de overheid weer oog te hebben voor de industrie.Daar zitten mensen met een naam en een gezicht, die kennis hebben en verder opbouwen, van het level playing field met andere landen, van specifieke knelpunten in een regio, enz. De staatssecretaris kent de details in de brief die de heer Blom van de heer Vollebregt heeft ontvangen niet.De Kamer heeft van het departement een eerste evaluatie van de luchtvaartsector ontvangen.Daar komt nog een reactie van het kabinet op.Investeringen en opbrengsten moeten goed worden geanalyseerd.

In het actieplan Internationaal ondernemen wordt een crashteam oneerlijke concurrentie voorgesteld.De opzet is dat dit team actief kan worden ingezet in Brussel.Het crashteam kan alleen via Brussel werken, maar niet even in Spanje in de boeken gaan kijken.De staatssecretaris zal het door mevrouw Dezentjé aangevoerde probleem van de farmaceutische industrie in Turkije laten onderzoeken.Zij verzekert dat binnen de WTO, binnen de EU of bilateraal actie wordt ondernomen indien het ministerie zoiets verneemt.Met het ene land is zo’n gesprek gemakkelijker dan met het andere.Het crashteam zal, zeker in Brussel, een behoorlijke slagkracht moeten krijgen.Tot nu toe heeft de EU overigens zeer alert gereageerd als Nederland aan de bel trok met een klacht over het level playing field. Het verlagen van de administratieve lastendruk met 25% blijft de ambitie van het kabinet.De staatssecretaris zegt dat van 800 meldingen van tegenstrijdige regelgeving er 792 zijn opgelost.Thans wordt het probleem op gemeenteniveau aangepakt.Zij weet niet aan welk onderzoek de heer Blom refereert.Voor het verminderen van de regeldruk is aanpassing van de wet- en regelgeving nodig.Dat kost tijd.In mei worden de resultaten van de Taskforce vereenvoudiging vergunningen, onder voorzitterschap van de heer Kraaijeveld, verwacht.Dan zal er ook een advies bij zijn over een lex silencio en de fatale termijnen voor vergunningenprocedures.De slagkracht van het bedrijfsleven mag niet worden aangetast doordat de overheid te traag opereert.Op milieugebied, op arbogebied en op andere terreinen zijn, met goede bedoelingen, Nederlandse koppen op Europese regels gezet.Nagegaan wordt waar deze de meeste impact hebben.In de loop van 2005, voor de begrotingsbehandeling, zal in een actieplan worden aangegeven welke koppen het eerst worden aangepakt. Het onderzoek naar de haalbaarheid van kansenzones is in het stadium van afronding.Er doet zich een aantal problemen voor, op het punt van staatssteun, rechtsongelijkheid enz.Over een paar weken hoort de Kamer welke pilots waar zullen worden uitgevoerd.Er zal een pilot bij zijn voor het faciliteren van starters.

Er wordt onderzoek gedaan naar een instrumentarium voor industriepolitiek dat verder gaat dan bedrijfsgerichte instrumenten.Er moet doordacht en effectief geopereerd kunnen worden, waarbij kan worden ingespeeld op de knelpunten.De staatssecretaris hoopt in april met een overzicht te komen waarover met de Kamer kan worden gesproken.Daarbij komt ook de vraag aan de orde hoe vol de portefeuille van EZ nog is.De BBMKB is uitgebreid.Starters krijgen een impuls om met kleine kredieten aan de

slag te gaan.De banken zijn hun kredietverstrekkingsproces aan het automatiseren, waardoor de transactiekosten per kredietverstrekking aanmerkelijk naar beneden gaan.De BBMKB moet daardoor worden aangepast. Vervolgens wordt bezien op welke wijze de inzet van risicodragend kapitaal tot 5 mln kan worden gefaciliteerd.

Naar het inzicht van de staatssecretaris staat de concurrentiekracht van Nederland wel degelijk onder druk.Dat blijkt uit verplaatsingen van bedrijfsactiviteiten naar het buitenland, maar ook uit het aandeel in de groei van de wereldhandel.De wereldhandel groeit harder dan de Nederlandse export.Bedrijven die kostenreducties zoeken kiezen vaak voor reductie van de loonkosten, door verplaatsing, automatisering en rationalisering van bedrijfsprocessen.Nederland concurreert met andere landen om nieuwe vestigingen.42% van de bedrijven die uit Nederland verdwijnen gaat naar West- en Zuid-Europa, maar er komen ook nieuwe bedrijven in Nederland.Hoe dat precies gaat moet worden uitgezocht.De concurrentie met andere landen is niet alleen afhankelijk van loonkosten, maar ook van regeldruk, bedrijventerreinen, investeringen in kennis en onderwijs, vakmanschap, enz.De staatssecretaris verwacht dat met het verdere realiseren van de interne markt een grote rationaliseringsslag binnen Europa zal plaatsvinden, waarbij bedrijven meer vestigingen over een aantal landen zullen spreiden.

De staatssecretaris beklemtoont dat de bewindslieden zich in het kabinet hard zullen maken voor de kennisinfrastructuur.Als een bedrijf vertrekt naar het buitenland, gaat vaak veel laaggeschoolde arbeid in een dorp of regio verloren.Het is moeilijk om 200 laaggeschoolde mensen in een beperkt gebied weer aan het werk te helpen.

De voorzitter stelt vast dat een aantal vragen nog niet beantwoord kon worden.Er zal een kort vervolg-AO komen, waarbij hij de bewindspersonen verzoekt alvast zoveel mogelijk schriftelijk in te gaan op punten die nu nog zijn blijven liggen.In een procedurevergadering zal worden bekeken hoe verder te handelen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Hofstra

De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, De Veth

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.