Besluitpunt ""De Raad is ingenomen met de vooruitgang die reeds met betrekking tot dit probleem is geboekt en neemt nota van het voornemen van de Commissie om zo spoedig mogelijk een bevredigende oplossing te vinden, opdat Zweden ook in de Noorse wateren van ICES- sector IVab het makreelquotum kan benutten dat voor 2004 beperkt is tot ICES-sector IIIa en de communautaire wateren van ICES-sector IVab." 11. Verklaring van het Verenigd Koninkrijk over de beheersmaatregelen voor schelvis in sectoren VIb, XII en XIV voor 2004 "Het Verenigd Koninkrijk heeft herhaaldelijk bedenkingen geuit bij de beheersregelingen voor schelvis in ICES-sectoren VIb, XII en XIV voor 2004. Het Verenigd Koninkrijk heeft drie specifieke bedenkingen. Ten eerste is het Verenigd Koninkrijk van oordeel dat de nieuwe beheersregelingen afbreuk doen aan de gewaarborgde relatieve stabiliteit van de visserij- activiteiten waartoe de Raad heeft besloten in zijn resolutie van 3 november 1976 (met name in Bijlage VII). Ten tweede meent het Verenigd Koninkrijk dat een situatie waarin, voor één visbestand een streng gereglementeerd Europees visgebied aan een niet-gereglementeerd internationaal visgebied grenst op langere termijn voor de communautaire visserijbelangen nadelig kan zijn. Dat geldt met name nu er internationale onderhandelingen worden gevoerd om de gehele visserij te reglementeren. Ten derde is het Verenigd Koninkrijk van mening dat het instellen van een nieuw TAC-beheersgebied steeds vraagt om een zorgvuldige evaluatie. In dit geval is bij het vaststellen van de TAC voor Rockall-schelvis op een niveau dat 32% van de recente vangsten vertegenwoordigt, geen rekening gehouden met de gevolgen van die wijziging voor de visserijactiviteiten in het gebied. In het licht van die bedenkingen, is het Verenigd Koninkrijk zeer teleurgesteld dat de Commissie tijdens de onderhandelingen over de vangstmogelijkheden voor 2004 geen zorgvuldiger onderzoek heeft gewijd aan alternatieve voorstellen - waarin de visserij-inspanning voor Rockall-schelvis verminderd zou zijn zonder dat er aanleiding tot bovenstaande bedenkingen zou zijn geweest."" - Hoofdinhoud
wat/NGS/aa 11 CAB NL 12. Gezamenlijke verklaring van Duitsland en het Verenigd Koninkrijk over quota in de wateren van Groenland "Het Verenigd Koninkrijk en Duitsland herinneren aan hun gezamenlijke verklaring voor de notulen van de zitting van de Raad Landbouw en Visserij van 17 november 2003 over het Visserijprotocol tussen de EG en Groenland. In die verklaring lieten de twee delegaties weten dat zij hun ontevredenheid over een aantal aspecten van het wijzigingsprotocol opnieuw zouden uiten wanneer de ontwerp-verordening (COM(2003) 609 def.) definitief ter bespreking aan de Raad wordt voorgelegd. Voorts neemt het Verenigd Koninkrijk er nota van dat met het weglaten van een bepaling tot vaststelling van quota voor kabeljauw in de wateren van Groenland uit bijlage IC van de verordening tot vaststelling van de TAC's en quota voor 2004 in feite vooruit wordt gelopen op de vraag of de Raad de ontwerp-verordening waarbij de inhoud van het wijzigingsprotocol ten uitvoer wordt gebracht, zal aannemen. Het Verenigd Koninkrijk waarschuwt dat het ontbreken van een rechtvaardiging voor het niet vaststellen van quota voor kabeljauw in de wateren van Groenland een van de punten is waarop het Verenigd Koninkrijk de aandacht zal vestigen tijdens de besprekingen over dat protocol." 13. Gezamenlijke verklaring van de Deense, de Franse, de Duitse en de Britse delegatie "De Deense, de Franse, de Duitse en de Britse delegatie bevestigen opnieuw het belang van de conclusies die de Raad op 30 oktober 1997 heeft aangenomen met betrekking tot de visserij- overeenkomsten met derde landen. Deze conclusies behelzen met name een verzoek aan de Commissie om te overwegen in hoeverre de visserijovereenkomsten soepeler kunnen worden toegepast, onder meer via regelingen waardoor, bij onderbenutting, vangstmogelijkheden kunnen worden overgedragen tussen lidstaten zonder dat hierdoor het beginsel van relatieve stabiliteit in het geding komt. De Deense, de Franse, de Duitse en de Britse delegatie bevestigen opnieuw dat het in strijd met het beginsel van relatieve stabiliteit zou zijn om de Commissie de bevoegdheid te verlenen vangstmogelijkheden tussen lidstaten over te dragen, onder meer in het geval van de visserijovereenkomsten met de Faeröer, Groenland, IJsland en Noorwegen." 14. Verklaring van de Spaanse delegatie over de verdeling in 2004 van bepaalde vangst- quota in de wateren van IJsland "De Spaanse delegatie is van oordeel dat de verdeling van diepzeeroodbaars in de wateren rond IJsland geenszins vooruitloopt op de verdeling voor de komende jaren, omdat het gaat om nieuwe vangstmogelijkheden in het kader van nieuwe overeenkomsten tussen de Gemeen- schap en dit land, waaraan alle lidstaten kunnen deelnemen uit hoofde van het arrest van 13 oktober 1992 van het Hof van Justitie in zaak C-63/90 e.a." 16174/03 ADD 1 wat/NGS/aa 12 CAB NL
Dit zijn agendapunten die de Raad van de Europese Unie i niet hoeft te bespreken tijdens een Raadsvergadering i. A-punten worden als hamerstuk (zonder discussie) afgehandeld en goedgekeurd omdat binnen het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper) i, raadswerkgroepen i of een andere Raadsformatie i al overeenstemming is bereikt. Dit in tegenstelling tot B-punten i, waarover wel discussie plaatsvindt.
vergadering | Raadsvergadering LANDBOUW/VISSERIJ, Brussel |
---|---|
datum | 2003-12-17 |
puntnummer | 10. |
soort behandeling | A-punt |
raadsdocument nummer | 16174/03 |
oorspronkelijke titel | "De Raad is ingenomen met de vooruitgang die reeds met betrekking tot dit probleem is geboekt en neemt nota van het voornemen van de Commissie om zo spoedig mogelijk een bevredigende oplossing te vinden, opdat Zweden ook in de Noorse wateren van ICES- sector IVab het makreelquotum kan benutten dat voor 2004 beperkt is tot ICES-sector IIIa en de communautaire wateren van ICES-sector IVab." 11. Verklaring van het Verenigd Koninkrijk over de beheersmaatregelen voor schelvis in sectoren VIb, XII en XIV voor 2004 "Het Verenigd Koninkrijk heeft herhaaldelijk bedenkingen geuit bij de beheersregelingen voor schelvis in ICES-sectoren VIb, XII en XIV voor 2004. Het Verenigd Koninkrijk heeft drie specifieke bedenkingen. Ten eerste is het Verenigd Koninkrijk van oordeel dat de nieuwe beheersregelingen afbreuk doen aan de gewaarborgde relatieve stabiliteit van de visserij- activiteiten waartoe de Raad heeft besloten in zijn resolutie van 3 november 1976 (met name in Bijlage VII). Ten tweede meent het Verenigd Koninkrijk dat een situatie waarin, voor één visbestand een streng gereglementeerd Europees visgebied aan een niet-gereglementeerd internationaal visgebied grenst op langere termijn voor de communautaire visserijbelangen nadelig kan zijn. Dat geldt met name nu er internationale onderhandelingen worden gevoerd om de gehele visserij te reglementeren. Ten derde is het Verenigd Koninkrijk van mening dat het instellen van een nieuw TAC-beheersgebied steeds vraagt om een zorgvuldige evaluatie. In dit geval is bij het vaststellen van de TAC voor Rockall-schelvis op een niveau dat 32% van de recente vangsten vertegenwoordigt, geen rekening gehouden met de gevolgen van die wijziging voor de visserijactiviteiten in het gebied. In het licht van die bedenkingen, is het Verenigd Koninkrijk zeer teleurgesteld dat de Commissie tijdens de onderhandelingen over de vangstmogelijkheden voor 2004 geen zorgvuldiger onderzoek heeft gewijd aan alternatieve voorstellen - waarin de visserij-inspanning voor Rockall-schelvis verminderd zou zijn zonder dat er aanleiding tot bovenstaande bedenkingen zou zijn geweest." |