Europarlementarier Louis Michel ziet risico op chaos in Haïti

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op maandag 18 januari 2010, 14:18.

Na de verwoestende aardbeving in Haïti waar minstens 3 miljoen Haïtianen door zijn getroffen, is er volgens de hulporganisaties naar schatting 562 miljoen Amerikaanse dollar nodig. Wij spraken met parlementslid Louis Michel i over de humanitaire hulp van de EU i en de situatie in Haïti. Michel hield vijf jaar geleden als Commissaris toezicht op de EU-hulp na de tsunami en hij is momenteel medevoorzitter van de Parlementaire Vergadering met Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan.

Denkt u dat de aardbeving in Haïti vergelijkbaar is met de Tsunami wat betreft de omvang en de gevolgen?

Ja, in grote mate. Alle openbare infrastructuren zijn bijvoorbeeld vernietigd. De wederopbouw zal van het grootste belang zijn, het zal snel en goed moeten worden gedaan. Het is zeker één van de ernstigste rampen uit de geschiedenis - wanneer wij naar het aantal waarschijnlijke slachtoffers en de verwoestte infrastructuur kijken. Het zal tijd en geld vergen om dit weer op te bouwen.

Bovendien gebeurde dit in een land waar de staat en zijn kernfuncties zeer breekbaar zijn. Er is een risico op chaos. Er is de behoefte aan een kader, een steun voor overheidsfuncties die een groot probleem in Haïti vormen. De openbare orde en ook de veiligheid moeten worden verzekerd en daarom is het feit dat de Amerikanen troepen sturen, eerder een goede zaak.

Kunt u uitleggen hoe de afdeling voor humanitaire hulp van de Europese Commissie hulp verleent wanneer een dergelijke ramp gebeurt?

Dit werkt eenvoudig en goed. De Commissaris kan zelf onmiddellijk een besluit ondertekenen om in eerste instantie 3 miljoen euro te verstrekken. Dit werd nu gedaan voor Haïti en ik deed hetzelfde na de tsunami.

Alle hulporganisaties die geld nodig hebben, kunnen zich tot de Commissie i wenden om dit geld te gebruiken. De uitvoering van deze fondsen gebeurt praktisch direct. De controle wordt na afloop gedaan, niet voordat het geld wordt verstrekt. Als een non-gouvernementele organisatie (NGO) bijvoorbeeld zegt: "wij hebben 2.000 tenten van dit of dat type tegen deze prijs nodig....keurt u dat goed?" dan kan de Commissie onmiddellijk ja zeggen.

Vervolgens kan de Commissie de vertegenwoordigers van de lidstaten samenbrengen en verdere schijven van elk 10 miljoen euro ter beschikking stellen, tot de grens van de begroting van de EU voor humanitaire hulp is bereikt en vervolgens van de begrotingsreserve van de EU.

In vergelijking met wat anderen de afgelopen dagen voor Haïti hebben toegezegd, lijkt 3 miljoen euro zeer weinig.....

Maar het gaat niet om 3 miljoen! Wij hebben 123 miljoen voor hulp na de tsunami besteed en wij waren met afstand de grootste donor. Sommige beloften die je nu hoort, betekenen niet veel. Wij hebben in het verleden gezien dat de donors niet altijd hun beloften nakomen. Maar de bedragen die door de Commissie worden beloofd, zullen worden uitgegeven.

Deze 3 miljoen vormt slechts een operationele start. Tezelfdertijd stuurt de EU haar deskundigen om de behoefte ter plaatse vast te stellen en naar aanleiding van deze resultaten kunnen verdere financieringsbesluiten van schijven van 10 miljoen binnen een week of twee volgen.

Hoe zorgen de EU en andere actoren er voor dat de hulpinspanningen worden gecoördineerd?

Dat is de verantwoordelijkheid van het VN i-bureau voor de coördinatie van humanitaire zaken (OCHA). De coördinatie van noodhulp is heel moeilijk en je moet vermijden dat iedereen aan het 'coördineren' slaat. Het OCHA is het VN-agentschap verantwoordelijk voor noodsituaties en het is in de beste positie om te coördineren.

Je moet niet vergeten dat de EU geen interventiekorps heeft dat direct werkt. Wij dragen bij door organisaties te financieren die zeer professioneel zijn, hetzij NGO's, hetzij VN-agentschappen. Het debat over de vraag of de EU haar eigen snelle operationele interventiekorps zou moeten hebben, keert steeds terug. Ik ben zeer sceptisch. Wij zouden moeten vermijden dat alle actoren elkaar in de weg gaan lopen en dat goedbedoelende vrijwilligers elkaar op de rampplek verdringen.

De noodhulp moet worden georganiseerd en de lokale autoriteiten hebben ook een rol. Het is dus ingewikkelder dan het lijkt. Als je zegt: "iedereen moet daar snel zijn", heb je een recept voor een ramp. De coördinatie is essentieel en je moet niet vergeten dat alle hulpverleners niet enkel de slachtoffers bijstaan maar dat zij ook voor zichzelf moeten zorgen: zij moeten eten en er is infrastructuur nodig.

Haïti vóór de aardbeving wordt nu beschreven als een zeer kwetsbaar ziek land dat onvoorbereid was op dit soort gebeurtenissen. Had de internationale gemeenschap Haïti in de steek gelaten?

Volgens mij niet. Haïti heeft altijd hoog op de agenda van de internationale gemeenschap gestaan. Maar het probleem van de internationale gemeenschap is dat het geen efficiënte gesprekspartners heeft. Het grote probleem van Haïti is de zwakheid van zijn bestuurstructuren, de breekbaarheid van de staat. Het is een zeer arm, instabiel en kwetsbaar land.

Zou men nu al moeten beginnen om een strategie te ontwikkelen voor de overgang naar wederopbouw voor na het directe hulpwerk ?

De komende dagen moet men beginnen acties te bedenken om basisdiensten te herstellen die mensen toestaan om te overleven. Vervolgens hebben wij vrij snel een echte wederopbouwstrategie nodig. Deze zal echter niet heel snel worden uitgevoerd omdat het heropbouwen van ziekenhuizen en dergelijke gebouwen niet in drie dagen wordt gedaan. De noodzakelijke bedragen voor wederopbouw zullen vrij uitzonderlijk zijn.