Laatste rondjes

Met dank overgenomen van J. (Jan) Schinkelshoek i, gepubliceerd op vrijdag 9 april 2010.

Het voelt als een lange, vermoeiende, ietwat drukkende dag die ten einde neigt - de Tweede Kamer die z’n laatste rondjes draait.

De Kamerverkiezingen van 9 juni werpen hun schaduwen dreigend vooruit. Dat voel je bijna fysiek in de Kamer. Bijna per dag wordt het eigenlijke Kamerwerk meer en meer overschaduwd door alles wat met verkiezingen te maken heeft, uiteenlopend van verkiezingsprogramma’s tot campagnevoorbereiding.

’t Is alsof ‘we’ onze hoofd steeds minder hebben bij de Kameragenda. Een deel van mijn collega’s zegt de politiek vaarwel en komt na de verkiezingen niet meer terug in de Kamer. Anderen zijn druk bezig om hun plek veilig te stellen. En weer anderen worden steeds meer in beslag genomen door de beginnende verkiezingscampagne.

Dat laat zich aflezen aan de agenda van de Tweede Kamer. Nee, je kunt niet zeggen dat de Kamer niks meer doet. Op het eerste gezicht loopt de agenda over.

Neem alleen al die van volgende week. Dat begint met een debat over het voorstel om de kabinetsformateur of informateur na verkiezingen door de Tweede Kamer te laten aanwijzen en eindigt tot een wijziging van het wetboek van strafrecht om criminelen nog meer te ‘plukken’.

Er tussendoor komt een onwaarschijnlijke reeks onderwerpen aan de orde, variërend van de kinderombudsman en de medezeggenschap van pensioengerechtigden tot gemeentelijke herindelingen en aanscherping van het financiële toezicht op scholen.

Het hoofdonderwerp is volgende week ongetwijfeld de staatkundige hervorming van de Nederlandse Antillen: Curaçao en Sint Maarten krijgen, net als Aruba, een zelfstandige positie en de kleinere eilanden worden onderdeel van Nederland.

Stuk voor stuk zijn het belangrijke zaken, zaken die er beslist toe doen. Maar je kunt er niet van zeggen dat de natie de adem inhoudt. Of zelfs maar dat het veel mensen beroert. Het heeft veel meer iets van een parlementaire schoonmaak: in de aanloop naar de verkiezingen ruimt de ‘oude’ Kamer de zaken op en zorgt er voor dat de ‘nieuwe’ Kamer straks zo goed mogelijk met een schone lei kan beginnen.

Dat ordelijke, bijna plichtmatige afwikkeling van parlementaire zaken heeft ook wel iets geruststellends.

Het gevoel blijft het zelfde: een lange, vermoeiende dag aan het Binnenhof neigt naar het einde.

Den Haag, april 2010