Kamervragen over invloed studieschuld op verkrijgen hypotheek

Met dank overgenomen van H. (Harry) van der Molen i, gepubliceerd op woensdag 29 augustus 2018.

CDA-Kamerleden Erik Ronnes (Wonen) en Harry van der Molen (Hoger Onderwijs) hebben Kamervragen gesteld aan ministers Ollongren van Binnenlandse Zaken, Van Engelshoven van Onderwijs en Hoekstra van Financiën over de grote invloed die een studieschuld van ex-studenten heeft bij het verkrijgen van een hypotheek. Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) uitte hierover terechte zorgen in een brief naar de Tweede Kamer. Het maakt de toch al lastige positie van starters op de woningmarkt er niet makkelijker op, voornamelijk als het gaat om studenten uit gezinnen met lagere inkomens. Het ISO geeft aan dat zij extra hard worden geraakt en hierdoor kansongelijkheid in de hand wordt gewerkt.

Ronnes en Van der Molen willen onder meer weten of het klopt dat banken uitgaan van de oorspronkelijke studieschuld, in plaats van met het deel dat al is afgelost. Daarnaast vragen ze of de voorlichting aan studenten door DUO kan worden verbeterd. Tot slot zijn zij van mening dat het spreken van een ‘studievoorschot’ ongepast en misleidend is, en dus consequent gesproken moet worden van een studielening.

1

Kent u het bericht dat een ex-student geen hypotheek krijgt bij studieschuld? 1)

2

Is het bericht juist dat banken bij hypotheekaanvragen met de oorspronkelijke studieschuld rekening houden en geen rekening houden met het reeds afgeloste gedeelte? Zo, ja, waarom en op welke grond doen zij dat?

3

Is het u bekend dat juist door de studieschuld de omvang van de maximaal te verstrekken hypotheek gemiddeld met 25.000 euro afneemt, terwijl dat meer is dan de (restant) studieschuld? Wat is uw visie op dergelijke situaties?

4

Deelt u de conclusie van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) dat studenten uit gezinnen met lagere inkomens, waarvan de ouders doorgaans minder kunnen bijdragen, extra hard worden geraakt en dat de huidige regels kansongelijkheid ‘tot ver na de studie’ in de hand werken?

5

Werpt de huidige situatie een ander licht op het standpunt van de voormalige minister van Wonen dat de actuele studieschuld ‘niet relevant’ is, nu de praktijk uitwijst dat banken slechts uitgaan van de maximale oorspronkelijke studieschuld? Zo, nee waarom niet?

6

Bent u bereid met DUO de voorlichting aan studenten te verbeteren, waardoor de nadelen van studieschuld in relatie tot het verkrijgen van een hypotheek helder voor het voetlicht komen en studenten automatisch te informeren over het restant studieschuld?

7

Kunt u een meerjarig beeld schetsen van de aard en omvang van dit probleem gezien het feit dat het huidige leenstelsel nog maar kort bestaat?

8

Kunt u aangeven wat de gevolgen zouden zijn indien de studieschuld helemaal niet meer meetelt bij de beoordeling van de banken op aanvragen van hypotheken?

9

Bent u het met hoogleraar Cultural Analysis Esther Peeren (Universiteit van Amsterdam) eens, zoals zij in een bijdrage aan het boek ‘The Debt Age’ schrijft, dat een studielening met een betalingstermijn van 35 jaar (met consequenties voor economisch handelen) een ‘voorschot’ wordt genoemd misleidend is? Bent u het met haar en ons eens dat, ook in het licht van de problemen rond het verkrijgen van een hypotheek, het spreken van een ‘studievoorschot’ ongepast is en dat er voortaan gewoon, consequent, gesproken dient te worden over een studielening?