Eurobarometer: Vertrouwen in Europese Unie gestegen sinds vorige zomer

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op vrijdag 23 april 2021.

Terwijl de coronaviruspandemie nu al meer dan een jaar het dagelijkse leven in Europa tekent, blijft de houding van de Europeanen ten opzichte van de EU positief, volgens de meest recente Standard Eurobarometer van februari-maart 2021.

Het imago van de EU en het vertrouwen in de EU zijn verbeterd en hebben het hoogste niveau in meer dan tien jaar bereikt.

Volgens de Europese burgers zijn de thema's gezondheid en economie de twee belangrijkste punten van bezorgdheid zowel op EU- als op nationaal niveau.

De enquête wijst er ook op dat de burgers in toenemende mate bezorgd zijn over de huidige situatie van de nationale economieën: 69 % van de Europeanen vindt de situatie momenteel “slecht” en 61 % van de Europeanen vreest dat de economie van hun land zich pas “in 2023 of later” zal herstellen van de gevolgen van de pandemie.

  • 1. 
    Vertrouwen in en beeld van de EU

Bijna de helft van de Europeanen heeft vertrouwen in de Europese Unie (49 %), een stijging met zes procentpunten sinds de Standard Eurobarometer van de zomer van 2020. Dit is het hoogste geregistreerde niveau sinds het voorjaar van 2008. Het vertrouwen in de nationale regeringen (36 %) en de nationale parlementen (35 %) is gedaald, maar beide cijfers blijven hoger dan in het najaar van 2019.

In 20 lidstaten verklaart een meerderheid van de respondenten dat zij vertrouwen hebben in de EU, waarbij de hoogste cijfers in Portugal (78 %) en Ierland (74 %) werden opgetekend.

Het positieve beeld van de EU (46 %) heeft het hoogste niveau bereikt sinds het najaar van 2009, na een stijging met zes procentpunten sinds de zomer van 2020. Minder mensen hebben een neutraal beeld van de EU (38 %, -2), en 15 % (-4) heeft een negatief beeld van de EU.

Een meerderheid van de respondenten in 25 EU-lidstaten hebben een positief beeld van de EU (dit waren er nog 13 in de zomer van 2020), met de hoogste cijfers in Portugal (76 %) en Ierland (75 %).

  • 2. 
    Belangrijkste punten van bezorgdheid op nationaal en EU-niveau

Voor bijna vier op tien EU-burgers is gezondheid de belangrijkste kwestie waarmee de EU momenteel wordt geconfronteerd: 38 % van de respondenten maakt thans melding van deze kwestie, een sterke toename met 16 procentpunten sinds de zomer van 2020. Gezondheid komt nu op de eerste plaats, vóór de economische situatie (35 %, ongewijzigd), terwijl de toestand van de overheidsfinanciën van de lidstaten nu op de derde plaats komt (21 %, -2). Het milieu en de klimaatverandering staan nu op de vierde plaats (20 %, ongewijzigd), terwijl immigratie voor het eerst sinds het najaar van 2014 niet meer tot de top drie van voornaamste punten van bezorgdheid behoort (18 %, na een daling van vijf procentpunten). De werkloosheid neemt de zesde plaats in, met 15 % (-2 procentpunten).

Ook op nationaal niveau maken Europeanen zich het meest zorgen over gezondheid (44 %), na een stijging met 13 procentpunten sinds de zomer van 2020. De economische situatie komt op de tweede plaats, voor een derde van de Europeanen (33 %, ongewijzigd), terwijl de werkloosheid door een kwart van de respondenten wordt genoemd (25 %, -3).

  • 3. 
    De economische situatie en de euro

De percepties over de nationale economie zijn blijven verslechteren: slechts 29 % van de EU-burgers is vandaag van mening dat de situatie “goed” is (-5 procentpunten sinds de zomer van 2020, -18 sinds het najaar van 2019); dat is het laagste niveau voor deze indicator sinds het voorjaar van 2013. Het aantal Europeanen dat de situatie als “slecht” beschouwt, is navenant gestegen (69 %, +5).

Een positieve perceptie van de huidige situatie van de nationale economie varieert sterk van EU-lidstaat tot EU-lidstaat, gaande van 86 % in Luxemburg tot 7 % in Italië.

De steun voor de euro blijft zeer groot: 79 % (+4) van de burgers van de eurozone is voorstander van de euro, het hoogste percentage sinds 2004, met cijfers gaande van 95 % in Portugal tot 70 % in Frankrijk en Oostenrijk. In totaal zijn in de Europese Unie zeven op tien Europeanen voorstander van de euro (70 %, +3), dat is het hoogste cijfer ooit.

  • 4. 
    De coronaviruspandemie

43 % van de Europeanen is tevreden met de maatregelen die de nationale regeringen tot dusver hebben genomen ter bestrijding van de pandemie (-19 procentpunten sinds vorige zomer), terwijl 56 % ontevreden is (+19).

Dezelfde proportie respondenten is tevreden met de maatregelen van de EU (43 %, -2), terwijl 49 % ontevreden is (+5). 59 % van de respondenten heeft er echter vertrouwen in dat de EU in de toekomst de juiste beslissingen zal nemen in antwoord op de pandemie.

Meer dan zes op tien Europeanen (61 %) denken dat de economie van hun land pas in 2023 of later zal herstellen van de gevolgen van de coronaviruspandemie. Minder dan een kwart denkt dat het herstel er zal komen in 2022 (23 %), en slechts 5 % denkt dat dat dit jaar, in 2021, het geval zal zijn. Bijna één op tien respondenten vreest dat de economie van hun land nooit zal herstellen van de gevolgen van de pandemie (8 %).

Een meerderheid van de Europeanen is van mening dat het EU-herstelplan van 750 miljard euro, NextGenerationEU, een doeltreffend instrument is om de economische gevolgen van de coronaviruspandemie aan te pakken (55 %). Bijna vier op tien respondenten achten het niet effectief (38 %).

Sinds de zomer van 2020 is de persoonlijke ervaring van de maatregelen ter bestrijding van de pandemie, zoals de lockdown, bij de Europeanen verslechterd: een meerderheid van de EU-burgers is thans van mening dat dit een moeilijke ervaring was (40 %, +8 procentpunten sinds de zomer van 2020), terwijl minder dan drie op tien respondenten oordeelden dat ze het “gemakkelijk aankonden” (29 %, -9). Het percentage respondenten dat vond dat het “tegelijk gemakkelijk en moeilijk” was om ermee om te gaan, is nagenoeg onveranderd gebleven (31 %, +1).

  • 5. 
    Vaccinatie tegen COVID-19

45 % van de Europeanen verklaarde zo snel mogelijk gevaccineerd te willen worden (of was al gevaccineerd) op het ogenblik van de enquête, en 20 % wil in de loop van 2021 gevaccineerd worden. 21 % wenst in een later stadium gevaccineerd te worden. Slechts 12 % verklaart nooit gevaccineerd te willen worden en 2 % “weet het niet”.

In 21 landen wenst een meerderheid van de respondenten zo spoedig mogelijk te worden gevaccineerd of werd reeds gevaccineerd, aangevoerd door Ierland (74 %), Denemarken (73 %) en Zweden (71 %). Anderzijds wenst minder dan één op vijf respondenten zo spoedig mogelijk te worden gevaccineerd in Bulgarije (19 %) en Cyprus (16 %).

Achtergrondinformatie

De “Winter 2020-2021 - Standard Eurobarometer” (EB 94) is gebaseerd op persoonlijke en online-interviews die tussen 12 februari en 18 maart 2021 in de 27 EU-lidstaten en 12 landen of gebieden[1] werden afgenomen. Tussen 12 februari en 11 maart 2021 werden 27 464 interviews afgenomen in de 27 EU-lidstaten.

Meer informatie

Standard Eurobarometer 94

[1] De 27 lidstaten van de Europese Unie, vijf kandidaat-lidstaten (Albanië, Noord-Macedonië, Montenegro, Servië en Turkije), Bosnië en Herzegovina, IJsland, Noorwegen, Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk, de Turks-Cypriotische gemeenschap in het deel van het land dat niet door de regering van de Republiek Cyprus wordt gecontroleerd, en Kosovo* (*Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.).