Kabinet moet investeren in verbinding met regio

Met dank overgenomen van H.E. (Habtamu) de Hoop i, gepubliceerd op dinsdag 8 februari 2022.

De symboliek had niet treffender kunnen zijn. Terwijl het pas ingezworen kabinet zich opstelde voor de bordesfoto, stonden gedupeerde Groningers noodgedwongen urenlang opgesteld in de rij om kans te maken op een subsidie voor aardbevingsschade.

Een ongekend valse start die sterke twijfels oproept over het vermogen van dit kabinet om verder te denken dan de Randstad, en juist de nodige aandacht de vestigen op regio’s waar de leefbaarheid al decennia achteruitgaat.

Het coalitieakkoord bevestigt deze twijfels helaas. Het probleem van krimpregio’s wordt nauwelijks benoemd en er wordt geen begin gemaakt aan een oplossing. Er wordt gekozen voor een kilometerheffing die overal gelijk is. Mensen in Friesland of Zeeland die alleen met een auto op werk kunnen komen, betalen dan bijvoorbeeld hetzelfde tarief als op de overvolle A4 tussen Rotterdam en Den Haag, terwijl op dit traject elke 10 minuten een trein rijdt. Dat is asociaal en onlogisch.

Ik twijfel of dit kabinet verder kan denken dan de Randstad en de aandacht kan vestigen op regio's waar de leefbaarheid achteruitgaat.

De miljarden voor nieuwe wegen en spoorverbindingen zijn alleen bedoeld voor stedelijke gebieden om nieuwe woningen te kunnen bouwen. Er wordt niks gedaan aan regionale bereikbaarheid of de recente bezuinigingen die regionale vervoerders moesten doorvoeren in ruil voor coronasteun. Het enige gebaar dat wel is gemaakt, is een halfslachtige: voor de Lelylijn is minder dan de helft gereserveerd dan ProRail nodig heeft. Afgemeten in kilometers spoor vanuit Lelystad, wordt de eerste halte Heerenveen niet eens bereikt - investeren in Friesland en Groningen blijft toch moeilijk.

De consistentie en de vanzelfsprekendheid waarmee de regio over het hoofd wordt gezien, leidt tot een gevoel van verwaarlozing en wantrouwen richting de politiek.

Het is de consistentie en de vanzelfsprekendheid waarmee de regio over het hoofd wordt gezien, dat tot een gevoel van verwaarlozing en uiteindelijk wantrouwen richting de politiek leidt. Mensen haken af omdat de overheid uit het dorp verdwijnt. Het gevoel van achteruitgang als de jeugd uit het dorp trekt, bushaltes verdwijnen en winkelstraten steeds leger worden. Het feit dat medische zorg steeds verder van huis is en scholieren steeds verder moeten fietsen. Ik zie het ook in mijn eigen dorp Wommels, van waaruit ik driekwartier moest fietsen om mijn middelbare school te bereiken. De twee bushaltes in het dorp die er nog wel waren zijn recentelijk ook wegbezuinigd.

Het is tijd om de bereikbaarheid van publieke diensten als zorg, onderwijs en openbaar vervoer in dorpen te garanderen.

We mogen dit niet langer accepteren. Het is prachtig om in een hechte gemeenschap buiten de drukte van de stad te wonen, maar er is wel aandacht nodig voor de problemen die daar spelen. Met investeringen in publieke voorzieningen en goede trein- en busverbindingen, worden voorzieningen bereikbaarder en kunnen krimpregio’s veranderen in kansregio’s.

Dit vergt wel andere keuzes van het kabinet, waarbij bereikbaarheid van publieke diensten als zorg, onderwijs en openbaar vervoer als recht geldt met een principieel minimumniveau om de leefbaarheid in dorpen te garanderen. Want als efficiëntie een noodzakelijke voorwaarde voor een investering blijft, wordt de negatieve spiraal van meer krimp en minder voorzieningen nooit doorbroken.