Antwoord op vragen van het lid Ceder over de uitvoering van de motie-Ceder (21 501-02, nr. 2948) en het ´Pay-for-Slay-programma´ van de Palestijnse Autoriteit - Hoofdinhoud
Dit antwoord op vragen i is onder nr. 2025Z07331 toegevoegd aan dossier 21501-02 - Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Antwoord op vragen van het lid Ceder over de uitvoering van de motie-Ceder (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2948) en het ´Pay-for-Slay-programma´ van de Palestijnse Autoriteit |
---|---|
Documentdatum | 10-06-2025 |
Publicatiedatum | 11-06-2025 |
Nummer | AHTK202420252381 |
Kenmerk | vraagnr. 2025Z07331 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2024-2025
Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
2381
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de uitvoering van de motie-Ceder (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2948) en het «Pay-for-Slay-programma» van de Palestijnse Autoriteit (ingezonden 14 april 2025).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 6 juni
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024-2025, nr. 2096.
Vraag 1
Is de aangenomen motie-Ceder (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2948), die de regering verzoekt te berekenen hoeveel geld de Palestijnse Autoriteit jaarlijks uitgeeft aan deze uitkeringen en alleen in te stemmen met Europese Unie (EU)-steun aan de Palestijnse Autoriteit als dit bedrag daarvan wordt afgetrokken, uitgevoerd? Zo ja, op welke wijze? Wat is de uitkomst van de berekening?
Antwoord 1
Ja, er is uitvoering gegeven aan de motie-Ceder. Zoals aangeven in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 18 november 2024 zijn de uitbetalingen in het kader van het meerjarensteunprogramma van de EU aan de Palestijnse Autoriteit afhankelijk van de voortgang op de implementatie van de hervormingen van het sociale systeem, waaronder op het gebied van betalingen van de Palestijnse Autoriteit aan de families van Palestijnen die door Israëlische troepen gevangen zijn gezet of gedood. In juli 2024 keurde de EU een noodsteunpakket van 400 miljoen euro goed voor de Palestijnse Autoriteit. Deze steun werd in drie termijnen uitbetaald tussen juli en september 2024. Afgelopen september besloot de Europese Commissie een gedeelte van het geld voor de tweede tranche van het noodsteunprogramma (EUR 17,5 miljoen) niet over te maken, vanwege onvoldoende voortgang op het implementeren van de in de intentieverklaring afgesproken «prioritaire acties» op het gebied van hervorming van het sociale systeem, waaronder op het gebied van betalingen van de Palestijnse Autoriteit aan de families van Palestijnen die door Israëlische troepen gevangen zijn gezet of gedood. Intussen zijn alle betalingen van het noodsteunpakket aan de Palestijnse Autoriteit overgemaakt, omdat de Commissie heeft vastgesteld aan de voorwaarde is voldaan.
ah-tk-20242025-2381 ISSN 0921 - 7398 's-Gravenhage 2025
Vraag 2
Is er sinds het aannemen van de motie Europees geld direct of indirect gegaan naar Palestijnse gevangenen of families van Palestijnse (zelfmoord) terroristen gegaan? Zo ja, hoe verklaart u dit in het licht van de aangenomen motie?
Antwoord 2
Zie antwoord op vraag 1. Tijdens de High Level Dialogue tussen de EU en de Palestijnse Autoriteit in april jl. is door de Europese Commissie het nieuwe meerjarensteunprogramma van EUR 1,6 miljard aangekondigd voor de komende drie jaar (2025-2027). Deze steun centreert zich rondom drie pilaren: 1) hervormingen en financiële steun aan de Palestijnse Autoriteit, 2) steun voor weerbaarheid en herstel in de Westelijke Jordaanoever en Gaza en
-
3)door de Europese Commissie gemobiliseerde garanties voor leningen via de Europese Inevesteringsbank (EIB). Ook voor dit meerjarensteunprogramma geldt dat er afspraken zijn gemaakt over hervorming van het sociale systeem, waaronder op het gebied van betalingen aan families van Palestijnen die door Israëlische troepen gevangen zijn gezet of gedood. Het kabinet dringt er bij de Commissie op aan dat deze afspraken nauwgezet worden gemonitord.
Vraag 3
Klopt het dat de Palestijnse president Abbas had aangekondigd om te stoppen met het Pay-for-Slay-programma? Is de EU hier formeel van op de hoogte gesteld? Zo ja, kunt u de documenten met de Kamer delen?
Antwoord 3
De Palestijnse president Abbas ondertekende op 11 februari jl. een decreet waarin eerdere wetgeving voor uitkeringen aan de families van Palestijnen die door Israëlische troepen gevangen zijn gezet of gedood, wordt vervangen door een nieuw sociaal systeem. Het decreet stelt dat deze families in aanmerking komen voor uitkeringen op basis van hun financiële behoeften, net zoals andere Palestijnen die steun behoeven. De EU is hierover niet formeel op de hoogte gesteld.
Vraag 4
Klopt het dat het programma echter niet wordt gestopt, maar dat het programma via een andere entiteit (Palestinian National Institution for Economic Empowerment) wordt voortgezet en daarmee het pay-for-slay programma de facto niet gestopt wordt, maar dat slechts de situatie is ontstaan dat betalingen ondoorzichtiger worden?
Antwoord 4
Door het decreet van president Abbas is het programma voor financiële bijstand aan families die in aanmerkingen komen voor steun overgedragen van het Ministerie van Sociale Ontwikkeling naar de Palestijnse National Institution for Economic Empowerment. In de praktijk betekent dit dat toekomstige financiële steun uitsluitend wordt bepaald door sociaaleconomi-sche behoeften. De families die eerder in aanmerking kwamen voor steun moeten zich opnieuw aanmelden via het reguliere sociale zekerheidssysteem. De betalingen onder het vorige systeem zijn twee maanden geleden gestopt. Een deel van de families die voorheen een uitkering ontving, komt onder de nieuwe regelgeving niet meer in aanmerking voor financiële steun, aldus de Palestijnse Autoriteit.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de wenselijkheid hiervan, mede in het licht van eerdere uitspraken van Abbas over het stopzetten enerzijds en anderzijds een toekomstbestendige vrede tussen alle partijen en de rol die de Palestijnse Autoriteit hierbij inneemt?
Antwoord 5
Nederland roept de Palestijnse Autoriteit al jarenlang en consequent op om de systematiek van betalingen aan de families van Palestijnen die door Israëlische troepen gevangen zijn gezet of gedood te herzien om te voorkomen dat die betalingen als beloning voor gewelddadige daden wordt gezien. Het nieuwe systeem dat enkel gebaseerd is op sociaaleconomische behoeften
is daarmee een belangrijke hervormingsstap. Het kabinet benadrukt het belang van hervormingen binnen de Palestijnse Autoriteit, met name op het gebied van goed bestuur, transparantie en het tegengaan van corruptie. Dit is essentieel voor een toekomstige duurzame oplossing gedragen door beide partijen, waarbij voor Nederland het uitgangspunt de tweestatenoplossing blijft. Daarnaast is een hervormde Palestijnse Autoriteit is essentieel voor het toekomstige bestuur van de Gazastrook, in lijn met de in G7-verband overeengekomen principes.1
Vraag 6
Bent u ermee bekend dat Abbas tijdens de Fatah's Revolutionary Council op Feb. 20 in Ramallah zou hebben gesteld dat betalingen, ondanks eerdere aankondigingen, alsnog doorgang zou vinden?2 Klopt het dat hij (ongeveer) stelde: «al hadden we nog maar één cent over, het zal voor de gevangenen en martelaren zijn»?
Antwoord 6
Het kabinet is hiermee bekend.
Vraag 7
Hoe beoordeelt u deze uitspraken van Abbas en welke gevolgen verbindt u eraan?
Antwoord 7
Het kabinet vindt dit onwenselijke uitspraken en keurt deze af. Sinds deze uitspraken is de systematiek van betalingen aan de families van Palestijnen die door Israëlische troepen gevangen zijn gezet of gedood herzien. Het is een positieve stap dat de betalingen onder het vorige systeem twee maanden geleden zijn gestopt.
Vraag 8
Bent u bereid om de Palestijnse autoriteiten hierop aan te spreken en ervoor zorg te dragen dat EU-gelden ook via deze constructie niet terecht komen bij terroristen of families van terroristen, zoals afgesproken?
Antwoord 8
Het kabinet blijft aandringen op hervormingen bij de Palestijnse Autoriteit evenals de uitvoering van de eerder genomen hervormingsstappen. Zie tevens antwoord op vraag 2.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2024-2025, Aanhangsel
3
G7-principes voor de toekomst van Gaza:
-
-Geen gedwongen verplaatsing van Palestijnen uit Gaza;
-
-Geen herbezetting of blokkade van Gaza na einde conflict;
-
-Geen deelname van Hamas (of andere gewelddadige groeperingen) aan toekomstig bestuur van Gaza;
-
-Geen reductie van grondgebied van Gaza;
-
-Steun aan democratisch Palestijns-geleid bestuur (hervormde Palestijnse Autoriteit);
-
-Steun aan duurzaam mechanisme voor wederopbouw van Gaza;
-
-Werken aan realistisch politiek proces naar tweestatenoplossing (waarbij een toekomstige Palestijnse staat bestaat uit Gaza, West Bank en Oost-Jeruzalem).
Khaled Abu Toameh op X, 21 februari 2025, «President Mahmoud Abbas tells Fatah Revolutionary Council (on Thursday): «If we had one penny left, it will go the martyrs and prisoners. They will receive their full payments, as in the past. We are proud of their sacrifices.»» (https:// x.com/KhaledAbuToameh/status/1893005446400627112)