Baas in eigen ziekenhuis

Met dank overgenomen van C.A. (Antoinette) Vietsch i, gepubliceerd op donderdag 11 februari 2010.

Doordat er geen duidelijkheid is over de kapitaalslasten, worden ziekenhuizen wanhopig. Financiering van een bouwproject is moeilijk te regelen. Vandaar dat het heel aanlokkelijk is om een project zo op te zetten dat er nieuwbouw komt waarbij al het regelgedoe door de markt gedaan wordt en het ziekenhuis per jaar slechts een huursom hoeft te betalen. Lang leven de PPS, DBFMO en andere constructies.

Het gebouw is de verstening van de organisatie. Met een dergelijk contract ligt de bouwkundige toekomst vast voor een aantal jaren. En dus ook de organisatie. Daarom moet men voordat men tekent, ook de nadelen goed bezien. Denk daarbij aan het volgende.

  • Is het contract juridisch afgedicht? Wat zijn de ontbindingsvoorwaarden?
  • Krijgen de partijen inderdaad de lening goedkoper gefinancierd dan het ziekenhuis en zo ja, waarom?
  • Hoe stabiel zijn de partijen waarmee het ziekenhuis een contract sluit (aannemer, bank, etc.). Is geregeld hoe het contract “verkocht” kan worden door de aannemer of bank aan een andere partij?
  • Zijn er voldoende partijen die mee kunnen dingen naar zo’n contract? In Nederland zijn er enkele aannemers die de bouw van een ziekenhuis aankunnen. Door de combinatie met onderhoud en facilitaire zaken wordt het aantal partijen nog beperkter. Is er dus voldoende concurrentie aanwezig?
  • Is het ziekenhuis niets vergeten op te nemen in de eisen? Anekdotisch, maar waar, is het PPS-ziekenhuis in Engeland waar de liften te klein waren voor bedden. Meerwerk dus.
  • Is er voldoende inspraak tijdens het project? Inspraak kost zo’n 10% tot 15%. Komen die kosten niet terug als meerwerk? Kan het ziekenhuis die kosten ook zelf beperken in het reguliere traject?
  • Zijn er voldoende mogelijkheden voor wijzigingen in de toekomst? Wat bedragen daarvan de kosten? En wie moet voor wat toestemming geven? Kan het ziekenhuis wijzigingen afdwingen?
  • Kan het ziekenhuis nu de toekomst overzien? Stijging productie ondank landelijke krimp van de bevolking? Sluiting van de locatie na fusie? Uitbesteden aan, of concentratie van afdelingen met andere ziekenhuizen; bijvoorbeeld kookkeuken, CSA, laboratoria, apotheek? Maar ook de kinderafdeling gezien de vergrijzing? Hoe wordt in het contract daar rekening meegehouden?

In het verleden eiste het Bouwcollege dat een ziekenhuis in eigendom was: niet alleen het gebouw, maar ook het land. Soms betreur ik dat dit Bouwcollege niet meer bestaat.