Quote 208

Met dank overgenomen van C.A. (Antoinette) Vietsch i, gepubliceerd op dinsdag 20 april 2010.

Kamerleden liggen af en toe wakker. Niet (niet alleen) over peilingen maar over wat zij zien en meemaken.

Zo heb ik wakker gelegen over wat ik zag en hoorde in verpleeghuizen tijdens werkbezoeken. Werkbezoeken zijn niet alleen officiële georganiseerde bijeenkomsten, maar ook bezoeken op uitnodiging van cliëntenraden of cliënten die een probleem hebben.

Maar Kamerleden wonen niet onder een glazen stolp. Ook zij zijn normale mensen met familie. Zoals een verpleeghuisarts zei tegen een Kamerlid: “Wat fijn dat uw moeder ook in een verpleeghuis opgenomen is. Ik hoop dat dat andere Kamerleden ook snel overkomt.”

Op het moment gaat de discussie om geld. Om te voorkomen dat we niet langer over kwaliteit praten, wil ik de geluiden uit de verpleeghuiswereld harder laten klinken. En dan letterlijk zoals ik ze gehoord heb.

Natuurlijk kunnen bewoners en familie klagen. En natuurlijk zijn er zeer velen die hard hun best doen. Ook zijn er heel veel vrijwilligers.

Maar niemand realiseert zich hoe moeilijk het is te klagen. Zoals een zoon zei: “Als ik klaag, neemt de verzorging wraak op mijn moeder.”

Vandaar dat ik het als mijn taak als Kamerlid zie om het geluid uit de verpleeghuiswereld door te geven in dit boekje “Quote 208”. Ik kan u garanderen dat elke quote echt is.

Kwaliteit is een groot goed. Ik hoop dat dit boekje bijdraagt de discussie over kwaliteit en de discussie tussen bewoners, familie, vrijwilligers en zorgverleners weer een kans te geven.

Mogelijk stel ik te hoge eisen aan verpleeghuizen. Maar realiseert u zich wel dat als u zo meteen onder een tram of auto loopt, u tijdelijk of voorgoed in een verpleeghuis opgenomen kunt worden.