Werken aan een echt sociaal leenstelsel

Met dank overgenomen van N.P.M. (Norbert) Klein i, gepubliceerd op maandag 18 februari 2013.

Woensdag 13 februari is in de Tweede Kamer overleg geweest met de Minister Bussemaker over de vraag: hoe zou een sociaal leenstelsel er uit kunnen zien. Haar Hoofdlijnennotitie hierover was de start van de discussie over de invulling van het regeerakkoord. Namens 50PLUS heb ik een paar uitgangspunten aangegeven. Allereerst moet voorkomen worden dat de afgestudeerden met een financiële molensteen om de nek straks na hun studie aan het werk gaan. Dat zou slecht zijn bijvoorbeeld om dan in aanmerking te komen voor een hypotheek. Dit betekent dat voor de afbetaling van een studielening een nieuwe fiscale behandeling bekeken moet worden. Van de andere kant mag van studenten inzet gevraagd worden omdat studeren niet iets vrijblijvends is. Ze investeren echt zelf in hun toekomst. De overheid wil graag in hun opleiding investeren. Uiteindelijk is het collegegeld maar een klein deel van de werkelijke kosten. De discussie gaat nu over de overheidsbijdrage in de kosten voor levensonderhoud van een student, te weten de huidige basisbeurs. Het idee van de minister is nu om dit geld nu niet meer als een subsidie te geven. Alleen als de ouders een laag inkomen hebben, dan blijft wel net als in het huidige leenstelsel de aanvullende beurs een subsidie en hoeven studenten daarvan niets terug te betalen. Voor 50PLUS is het van belang dat als een uitbreiding van dit leenstelsel plaatsvindt, dit dan ook echt sociaal moet zijn. Dat betekent eerlijke lastenverdeling, ook na afronding van de studie door bijvoorbeeld inkomensafhankelijke terugbetaling. Maar ook duidelijkheid vooraf hoeveel een lening zal kosten. Ook heel belangrijk is het blijven bestaan van een studenten-ov-jaarkaart, dus gratis openbaar vervoer voor studenten ten behoeve van hun studie. Bovendien vinden wij dat het geld dat beschikbaar komt door een sociaal leenstelsel ook echt gebruikt moet worden voor de kwaliteit en toegankelijkheid van de opleiding en niet om de staatskas te spekken. Het gaat er om jonge mensen een goede opleiding te geven waar zij zelf ook in investeren in hun levensonderhoud. Met deze door de overheid bijna geheel betaalde opleiding kunnen zij straks een goede baan krijgen en werken aan hun toekomst. Het gaat er nu voor 50PLUS om kritisch de plannen te bestuderen en onze kritische inbreng te geven in het streven om te komen tot rechtvaardige, betrouwbare politiek. Dat kunnen we alleen als partij met 2 zetels in de Tweede Kamer en maar 1 zetel in de Eerste Kamer door oplossingen te vinden samen met de meerderheid van de andere 148 respectievelijk 74 kamerleden.