Plantgenetische hulpbronnen voor voedsel en landbouw: Conclusies van de Raad - Hoofdinhoud

De Raad heeft op 9 oktober 2017 conclusies aangenomen met daarin het standpunt van de EU voor de zevende vergadering van het bestuursorgaan van het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische bronnen voor voedsel en landbouw (ITPGRFA), die van 30 oktober tot en met 3 november 2017 plaatsvindt in Kigali (Rwanda).

De conclusies belichten enkele kernthema’s van het evenement, te weten de rol van plantgenetische hulpbronnen voor voedsel en landbouw bij de uitvoering van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de evaluatie van het multilaterale systeem van toegang en verdeling van voordelen en van de financieringsstrategie als vastgelegd in het verdrag.

In zijn conclusies roept de Raad het bestuursorgaan van het ITPGRFA op om het bestaande multilaterale systeem beter te doen functioneren, het toepassingsgebied ervan uit te breiden en de financiering ervan te verbeteren. Hij wijst tevens op de aanzienlijke bijdrage van landbouwers en lokale gemeenschappen aan het behoud en de ontwikkeling van plantgenetische hulpbronnen, en het belang van de bepalingen van het verdrag die gaan over de "rechten van de boer".

Achtergrond

Het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische bronnen voor voedsel en landbouw is op 3 november 2001 aangenomen door de 31e vergadering van de Conferentie van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de Verenigde Naties, en is op 29 juni 2004in werking getreden.

De EU en haar lidstaten zijn verdragsluitende partij bij het internationaal verdrag, dat een mondiaal systeem tot stand brengt om landbouwers, kwekers en wetenschappers toegang te verschaffen tot plantgenetisch materiaal voor voedsel en landbouw en beoogt er via een multilateraal systeem van toegang en verdeling van voordelen voor te zorgendat begunstigden de voordelen van het gebruik van dit genetisch materiaal delen met de landen waaruit dit materiaal afkomstig is.