Parlementaire enquête dienstverlening, handhaving en fraudebestrijding bij overheidsdiensten - Hoofdinhoud
Op 11 februari 2021 besloot de Tweede Kamer tot het houden van een parlementaire enquête naar de affaire rondom de kinderopvangtoeslag. De aanleiding was het eerder gepubliceerde rapport 'ongekend onrecht' van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag i (POK) dat stelde dat de rechtsstaat is geschonden en tienduizenden ouders ten onrechte van fraude waren beschuldigd. Het doel is verder onderzoek te doen naar onder andere het onrechtmatig selecteren op nationaliteit, de fraudeopsporing buiten Toeslagen, hoe persoonsgegevens gedeeld zijn met andere overheden en doorwerkten in fraudeopsporing elders, evenals de rol van de Tweede Kamer die onvoldoende onderzocht is.
Het besluit komt voort uit motie 35510, nr.19, ingediend op voorstel van Lilian Marijnissen (SP i) en ondertekend door 50PLUS i, GroenLinks i, de Groep- iVan Kooten-Arissen i en de Groep-Krol i, waarbij een ruime Kamermeerderheid voor stemde. De Kamer is van mening dat de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) 'lang niet alles heeft onderzocht' en zet hierom het zwaarste parlementaire onderzoeksmiddel in om de onderste steen boven te halen: een parlementaire enquête.
In de aangenomen motie eist de Tweede Kamer dat de openbare verhoren voor de zomer van 2022 hebben plaatsgevonden. De tijdelijke commissie Fraudebeleid en Dienstverlening, onder leiding van Salima Belhaj i (D66), deed een onderzoeksvoorstel dat in februari 2022 werd aangenomen.
Inhoudsopgave
Aanleiding
In 2005 werd de kinderopvangtoeslag ingevoerd, waarbij het idee was om ouders die recht hadden op kinderopvangtoeslag snel uit te betalen. Op 19 augustus 2017 bracht de Nationale ombudsman een rapport uit met de titel 'Geen powerplay maar fair play'. Dit rapport geeft een indicatie van de manier waarop de Belastingsdienst honderden ouders te hard heeft aangepakt en in grote financiële problemen gebracht heeft.
Na een reeks affaires rondom fraude met toeslagen, zoals de Bulgarenfraude en mediaschandalen over fraude door gastouderbureaus die tot het aftreden van staatssecretaris van Financiën Frans Weekers i (VVD) leidde, hadden opeenvolgende kabinetten vanaf 2010 besloten tot steeds strengere voorwaarden voor de aanvraag van kinderopvangtoeslag. Hierin werd fraudebestrijding centraal gesteld, waarbij harde wetgeving werd ingevoerd die belastingambtenaren dwong tot een 'alles of niets' uitvoering van de de wet, waarbij ouders die beschuldigd worden van zelfs kleine vergrijpen, zoals achterstallige betalingen, de volledige hoeveelheid aan kinderopvangtoeslag moeten terugbetalen. Hoewel belastingambtenaren problemen in de hardheid van de wet opmerkten en dit probeerden te communiceren naar hogere hand, resulteerde dit niet in ingrijpende verandering. Ook rechters en de Raad van State besloten in verscheidene zaken dat de harde uitvoering in overeenkomst was met de intentie van de wet.
Eerste onderzoeken gestart
In 2018 kreeg het schandaal voor het eerste grote aandacht in de politiek en de media na berichtgeving door RTL Nieuws en Trouw. Na Kamervragen van voornamelijk SP-Kamerlid Renske Leijten i en CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt i werd het onderwerp steeds belangrijker. In oktober 2019 maakte de Raad van State rechtsomkeert, en kwam zij terug op haar oorspronkelijke jurisprudentie, door te concluderen dat de huidige uitvoering van de Belastingdienst en de 'alles of niets' lijn niet de goede interpretatie van de wet was geweest. Op 18 december 2019 stapte staatssecretaris van Financiën Menno Snel i (D66) op, nadat het overleven van een motie van wantrouwen onvoldoende bleek te zijn om de aanhoudende kritiek te doen verstommen.
In maart 2020 verschenen verscheidene rapporten van de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen, die duidelijk maakten dat de Belastingdienst een harde aanpak had uitgevoerd om fraude te bestrijden. Hierna deed minister van Financiën Wopke Hoekstra i aangifte tegen de Belastingdienst. De Belastingdienst gaf toe ook gebruik gemaakt te hebben van etnisch profileren, waarbij burgers met een dubbele nationaliteit strenger gecontroleerd werden.
Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK)
Op 2 juli 2020 gaf het parlement opdracht tot de instelling van een Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK). Het doel van de ondervraging was om meer zicht te krijgen op de politieke besluitvorming en de verantwoordelijkheid binnen de ambtenarij op het fraudebeleid bij de kinderopvangtoeslag en de reactiviteit op signalen dat het fraudebeleid en de 'alles of niets' aanpak die de belastingdienst hanteerde in disproportioneel harde uitkomsten resulteerde.
Naast de POK had de Tweede Kamer op 11 februari 2020 een Parlementair onderzoek uitvoeringsorganisaties i ingesteld, naar aanleiding van een motie van Pieter Heerma i (CDA), die een algemener onderzoek moest doen naar de problemen bij uitvoeringsorganisaties van de overheid. Het doel van het onderzoek was om de oorzaken van de problemen binnen de overheid inzichtelijker te maken, evenals de uitvoerbaarheid van beleid beter te waarborgen. Uit het eindrapport, gepresenteerd op 25 februari 2021, blijkt dat burgers in de knel komen door slechte samenwerking tussen kabinet, Tweede Kamer en uitvoeringsorganisaties.
Conclusie Rapport 'Ongekend Onrecht'
Op donderdag 17 december 2020 publiceerde de POK het vernietigend rapport 'ongekend onrecht' over de rol van politieke partijen en politici die betrokken waren bij de affaire. Op basis van openbare verhoren van betrokken politici, concludeerde de commissie dat de affaire ver teruggaat, en het gevolg is van een reeks verhardingen binnen het fraudebeleid. Verder constateerde zij dat bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag de principes van de rechtsstaat in het geding waren gekomen, waarbij ruim 25.000 ouders 'ongekend onrecht' is aangedaan. Specifiek het ministerie van Financiën i werd verweten, geleid te zijn geweest door een te harde 'alles of niets' aanpak, terwijl het ministerie van Sociale Zaken i onvoldoende oplettend was geweest en te weinig actief op verontrustende signalen heeft gereageerd. Ook de rechtspraak, evenals de Raad van State i, hadden hun functie om de rechten van burgers te beschermen ontoereikend uitgevoerd.
Het kabinet en het parlement "mag het zich aanrekenen dat zij wetgeving heeft vastgesteld die spijkerhard was en die onvoldoende de mogelijkheid bood recht te doen aan individuele situaties." Als één van de belangrijkste oorzaken dat de affaire zo lang heeft kunnen voortduren, wordt de gebrekkige informatievoorziening binnen de Rijksoverheid aangewezen. "De slechte informatievoorziening heeft bij herhaling geleid tot een ernstige belemmering van het (politiek) functioneren van bewindspersonen", aldus het rapport. Ook de rechtspraak speelde volgens de commissie een zeer kwalijke rol. Door het in stand houden van de spijkerharde uitvoering van de regelgeving van de kinderopvangtoeslag heeft de rechtspraak "zijn belangrijke functie van (rechts)bescherming van individuele burgers veronachtzaamd."
Politieke Consequenties
Het rapport leidde tot de val van het Kabinet Rutte-III i, waarbij de coalitiepartijen unaniem besloten dat aftreden onvermijdelijk was. Ook trok minister Eric Wiebes i (VVD) van Economische Zaken en Klimaat zich direct terug als minister en trok Lodewijk Asscher i zich terug als lijsttrekker van de Partij van de Arbeid i (PvdA).
Erkenning institutioneel racisme
Op 30 mei 2022 erkende het kabinet in een brief aan de Tweede Kamer dat bij een deel van de Belastingdienst sprake is geweest van institutioneel racisme. Staatssecretaris van Financiën Marnix van Rij schreef in de brief dat de voorbeelden "die binnen de selectie van het intensief toezicht" zijn aangetroffen "onacceptabel zijn".
Het besluit tot het houden van een parlementaire enquête komt voort uit motie 35510, nr.19, ingediend op voorstel van Lilian Marijnissen (SP) en ondertekend door 50PLUS, Groenlinks, de Groep-Van Kooten-Arissen en de Groep-Krol, verder gesteund door de VVD, CDA, PvdA, D66, ChristenUnie, de SGP en DENK. De motie stelt dat de POK heeft aangetoond dat de rechtsstaat geschonden is en tienduizenden ouders onterecht zijn beschuldigd van fraude, en constateert dat 'de ondervragingscommissie lang niet alles heeft onderzocht, zoals het onrechtmatig selecteren op nationaliteit, de fraudeopsporing buiten Toeslagen, hoe persoonsgegevens gedeeld zijn met andere overheden en doorwerkten in fraudeopsporing elders, maar dat ook de rol van de medewetgever hierbij niet onderzocht is.'
De tijdelijke commissie voor Fraudebeleid en Dienstverlening i, waarvan Salima Belhaj (D66) voorzitter was, heeft een voorstel gedaan voor de opzet van een parlementaire enquête over de dienstverlening, handhaving en fraudebestrijding bij overheidsdiensten. Dit voorstel is in februari 2022 aangenomen.
Op 3 februari 2022 is de enquêtecommissie officieel van start gegaan. De commissie bestaat uit de volgende leden:
Leden |
---|
Salima Belhaj i (D66), voorzitter |
Michiel van Nispen i (SP), ondervoorzitter |
Hatte van der Woude i (VVD)* |
René Peters i (CDA) |
Senna Maatoug i (GroenLinks) |
Lammert van Raan i (PvdD) |
Farid Azarkan i (DENK) |
Sylvana Simons i (BIJ1) |
Griffier |
|
-
*tot 22 december 2022 Ingrid Michon-Derkzen i
indiener(s) |
Lilian Marijnissen (SP) |
---|---|
datum aanvaarding voorstel door TK |
11-02-2021 |
periode openbare verhoren |
Voor de zomer van 2023 moeten de verhoren zijn afgerond |
duur (van voorstel Tweede Kamer tot eindverslag enquête commissie) |
- |
datum eindverslag |
- |
aantal gehoorde getuigen/deskundigen |
- |
kamerdossier |
35510 - Parlementaire ondervraging kinderopvangtoeslag |