Inbreukenpakket voor september: voornaamste beslissingen

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op donderdag 23 september 2021.

Overzicht per beleidsterrein

Het periodieke pakket inbreukbeslissingen betreft de gerechtelijke stappen van de Europese Commissie tegen lidstaten die hun verplichtingen uit hoofde van het EU-recht niet zijn nagekomen. De beslissingen betreffen diverse sectoren en beleidsterreinen van de EU en moeten ervoor zorgen dat het EU-recht correct wordt toegepast. Daar hebben zowel burgers als bedrijven baat bij.

De voornaamste beslissingen van de Commissie worden hieronder weergegeven, gegroepeerd per beleidsterrein. Ook sluit de Commissie 153 zaken waarin de problemen met de betrokken lidstaten zijn opgelost, zodat de Commissie de procedure niet hoeft voort te zetten.

Zie de vragen en antwoorden (Q&A) voor nadere informatie over de EU-inbreukprocedure. Zie het register van inbreukbeslissingen voor meer details over alle beslissingen.

  • 1. 
    Milieu en visserij

(Meer informatie: Vivian Loonela - Tel.: +32 229 66712; Daniela Stoycheva - Tel.: +32 229 53664)

Milieu

Aanmaningsbrieven

Industriële emissies: Commissie verzoekt CYPRUS, FRANKRIJK, GRIEKENLAND en OOSTENRIJK hun nationale wetgeving ter beperking van luchtverontreiniging bij te werken

De Commissie dringt er bij Cyprus, Frankrijk, Griekenland en Oostenrijk op aan de richtlijn inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door middelgrote stookinstallaties (Richtlijn (EU) 2015/2193) in hun nationale wetgeving op te nemen. Deze richtlijn beoogt de luchtverontreiniging te verminderen door emissiegrenswaarden voor middelgrote stookinstallaties vast te stellen. Die stookinstallaties worden voor uiteenlopende toepassingen gebruikt, waaronder het opwekken van elektriciteit, het verwarmen en koelen van woningen en het leveren van warmte of stoom voor industriële processen. Zij vormen een belangrijke bron van luchtverontreiniging door zwaveldioxide, stikstofoxide en stof. In de Europese Green Deal, met de daarin geformuleerde ambitie om alle vervuiling tot nul terug te brengen, wordt de nadruk gelegd op het terugdringen van de luchtverontreiniging, die een van de ernstigste bedreigingen voor de menselijke gezondheid vormt. Cyprus, Frankrijk, Griekenland en Oostenrijk hebben deze richtlijn niet correct in hun nationale wetgeving omgezet, en daarom heeft de Commissie besloten de vier lidstaten een aanmaningsbrief te sturen. Elke betrokken lidstaat heeft nu twee maanden de tijd om op de brief te reageren en de door de Commissie aan de orde gestelde tekortkomingen aan te pakken. Als zij dat niet doen, kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

Preventie van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken: Commissie verzoekt SLOWAKIJE zijn nationale voorschriften te verbeteren

De Commissie verzoekt Slowakije zijn nationale wetgeving in overeenstemming te brengen met Richtlijn 2012/18/EU betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken (de Seveso III-richtlijn). De richtlijn is van toepassing op meer dan 12.000 industriële installaties in de Europese Unie en bevat regels om zware industriële ongevallen te voorkomen en de schadelijke gevolgen daarvan voor de menselijke gezondheid en het milieu tot een minimum te beperken. Zij geldt voor de chemische en de petrochemische industrie en de groothandel in en de opslag van brandstoffen. Afhankelijk van de hoeveelheid gevaarlijke stoffen gelden verschillende veiligheidsregelingen, met strengere wettelijke voorschriften voor installaties die grote hoeveelheden hanteren. In de Europese Green Deal en het actieplan om de vervuiling tot nul terug te brengen wordt de ambitie geformuleerd om alle vervuiling in de EU in het belang van de volksgezondheid, het milieu en de klimaatneutraliteit tot nul terug te brengen. Slowakije heeft een aantal bepalingen van de Seveso III-richtlijn niet correct in zijn nationale wetgeving omgezet. Hierbij gaat het om het formuleren van een preventiebeleid voor zware ongevallen, de verplichting voor de exploitant om een veiligheidsrapport op te stellen, en de verplichting voor de lidstaten om er zorg voor te dragen dat het betrokken publiek het recht heeft om de bevoegde autoriteit opmerkingen en meningen te geven voordat een besluit wordt genomen over een specifiek project. De Commissie heeft daarom besloten Slowakije een aanmaningsbrief te sturen. Slowakije heeft nu twee maanden de tijd om op de brief te reageren en de nodige maatregelen te nemen, anders kan de Commissie een met redenen omkleed advies uitbrengen.

Aanmaningsbrief (artikel 260 VWEU)

Natuur: Commissie dringt er bij SPANJE op aan de EU-natuurwetgeving na te leven

De Commissie verzoekt Spanje zijn verplichtingen uit hoofde van de vogelrichtlijn (Richtlijn 2009/147/EG), de habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG) en een eerdere uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (in zaak C-461/14) na te komen. Naleving van de EU-natuurwetgeving is van cruciaal belang voor het behoud en herstel van natuur en biodiversiteit. Zowel in de Europese Green Deal als in de Europese biodiversiteitsstrategie voor 2030 wordt benadrukt hoe belangrijk het is dat de EU haar biodiversiteitsverlies een halt toeroept door onze natuurgebieden te beschermen en beschadigde ecosystemen in een goede ecologische toestand te herstellen. Op 24 november 2016 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie geoordeeld dat Spanje had verzuimd passende maatregelen te nemen om de verslechtering van de natuurlijke habitats en de verstoring van beschermde vogelsoorten als gevolg van de aanleg van een spoorlijn door de speciale beschermingszone “Campiñas de Sevilla” in Andalusië te voorkomen. Spanje heeft een aantal mitigerende en compenserende maatregelen vastgesteld om de veroorzaakte schade te compenseren en het arrest van het Hof uit te voeren. Bijna 5 jaar na het arrest heeft Spanje deze maatregelen echter nog niet volledig uitgevoerd. De Commissie heeft daarom besloten Spanje een aanmaningsbrief te sturen wegens niet-naleving van de uitspraak van het Hof. Dit is een inbreukprocedure op basis van artikel 260, lid 2, VWEU, wat betekent dat de Commissie de zaak opnieuw voor het Hof van Justitie van de Europese Unie kan brengen en om financiële sancties kan verzoeken, na Spanje in de gelegenheid te hebben gesteld om op de brief te reageren en de nodige maatregelen te nemen.

Afvalstoffen: Commissie verzoekt KROATIË de uitspraak van het Hof over afvalbeheer na te leven

De Commissie verzoekt Kroatië zijn verplichtingen uit hoofde van de kaderrichtlijn afvalstoffen (Richtlijn 2008/98/EG) en een eerdere uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (in zaak C-250/18) na te komen. Volgens de richtlijn moeten de lidstaten maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat afval wordt ingezameld en behandeld op een wijze die zowel de menselijke gezondheid als het milieu beschermt. In de Europese Green Deal en het actieplan om de vervuiling tot nul terug te brengen wordt de ambitie geformuleerd om alle vervuiling in de EU tot nul terug te brengen. Dit is in het belang van de volksgezondheid en het milieu en kan helpen klimaatneutraliteit te bereiken. Op 2 mei 2019 oordeelde het Hof van Justitie van de Europese Unie (in zaak C-250/18) dat Kroatië meer dan 140.000 ton productieresidu van silicomangaan ten onrechte als “bijproduct” en niet als afval had aangemerkt op de locatie Biljane Donje. Kroatië heeft dus verzuimd dit afval te beheren, waardoor de gezondheid van de mens in gevaar is gekomen en het milieu is geschaad. De tenuitvoerlegging van dit arrest van het Hof door Kroatië bevindt zich in een vroeg planningsstadium. Er is geen concreet tijdschema of gedetailleerd plan voor de sanering van de locatie. De Commissie heeft daarom besloten Kroatië een aanmaningsbrief te sturen wegens niet-naleving van de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Dit is een inbreukprocedure op basis van artikel 260, lid 2, VWEU, wat betekent dat de Commissie de zaak opnieuw voor het Hof van Justitie van de Europese Unie kan brengen en om financiële sancties kan verzoeken, na Kroatië in de gelegenheid te hebben gesteld om op de brief te reageren en de nodige maatregelen te nemen.

Met redenen omklede adviezen

Milieueffectbeoordeling: Commissie verzoekt SLOVENIË en SPANJE hun nationale wetgeving bij te werken

De Commissie verzoekt Slovenië en Spanje hun nationale wetgeving in overeenstemming te brengen met de richtlijn betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (Richtlijn 2011/92/EU). De richtlijn zorgt ervoor dat het effect van openbare en particuliere projecten op het milieu wordt beoordeeld voordat dergelijke projecten worden goedgekeurd en voordat aanzienlijke schadelijke milieueffecten worden vastgesteld en aangepakt. De richtlijn is in april 2014 gewijzigd (bij Richtlijn 2014/52/EU) om de administratieve lasten te verminderen en het niveau van milieubescherming te verhogen, en tegelijkertijd zakelijke beslissingen inzake publieke en particuliere investeringen beter, voorspelbaarder en duurzamer te maken. Slovenië heeft een aantal bepalingen van de gewijzigde richtlijn niet correct in nationaal recht omgezet, waaronder de voorschriften van de richtlijn inzake grensoverschrijdende milieueffectbeoordelingsprocedures en inzake de uitvoering van maatregelen ter voorkoming, vermindering of eliminering van schadelijke effecten voor het milieu in vergunningen voor bepaalde projecten. Spanje heeft de richtlijn niet correct in zijn nationale wetgeving omgezet, aangezien de Spaanse wetgeving geen effectbeoordeling vereist voor bepaalde projecten met mogelijk aanzienlijke milieueffecten. Dit is met name het geval voor installaties voor de winning, behandeling en verwerking van asbest. Spanje heeft ook verschillende “uitsluitingsdrempels” vastgesteld waardoor projecten ongeacht hun waarschijnlijk aanzienlijke milieueffecten van de procedure kunnen worden uitgesloten. Daarom stuurt de Commissie Slovenië en Spanje een met redenen omkleed advies. Beide landen hebben nu twee maanden de tijd om de situatie te verhelpen, anders kan de Commissie besluiten de zaken aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Natuur: Commissie verzoekt MALTA stappen te ondernemen om zijn Natura 2000-netwerk te voltooien

De Commissie verzoekt Malta verdere wetenschappelijke studies te verrichten naar zijn beschermde mariene habitats buiten 25 zeemijl van de kust om te bepalen welke gebieden van communautair belang in het Natura 2000-netwerk moeten worden opgenomen om aan zijn verplichtingen uit hoofde van de habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG) te voldoen. De verplichting om een volledig en samenhangend Natura 2000-netwerk tot stand te brengen en te beheren is cruciaal voor de bescherming van de biodiversiteit in de hele EU. Zowel in de Europese Green Deal als in de Europese biodiversiteitsstrategie voor 2030 wordt benadrukt hoe belangrijk het is dat de EU haar biodiversiteitsverlies een halt toeroept door natuurgebieden te beschermen en beschadigde ecosystemen in een goede ecologische toestand te herstellen. Malta heeft geen gebieden van communautair belang voorgesteld voor de bescherming van zijn riffen en geheel of gedeeltelijk onder het zeeoppervlak gelegen grotten in het mariene gebied buiten 25 zeemijl van de kust. Het land heeft evenmin voldoende wetenschappelijk bewijs geleverd om het ontbreken van deze gebieden te rechtvaardigen. Daarom heeft de Commissie besloten Malta een met redenen omkleed advies te sturen. Malta heeft nu twee maanden de tijd om te antwoorden en de nodige maatregelen te nemen, anders kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Overstromingen: Commissie verzoekt BULGARIJE informatie te verstrekken over overstromingsrisicobeoordelingen

De Commissie verzoekt Bulgarije zijn verplichtingen uit hoofde van de overstromingsrichtlijn (Richtlijn 2007/60/EG) na te komen. Krachtens deze richtlijn moeten de lidstaten informatie verstrekken over de toetsing van hun voorlopige overstromingsrisicobeoordelingen en deze zo nodig bijstellen. Het toetsen en bijwerken is belangrijk om zowel het publiek als de Commissie op de hoogte te stellen van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van overstromingsrisico's. In de Europese Green Deal wordt benadrukt hoe belangrijk het is dat Europa op schema blijft om zijn milieudoelstellingen te verwezenlijken. Bulgarije heeft nagelaten de voorlopige overstromingsrisicobeoordelingen te toetsen en zo nodig bij te stellen en deze ter beschikking van de Commissie te stellen. Daarom stuurt de Commissie Bulgarije een met redenen omkleed advies. Bulgarije heeft nu twee maanden de tijd om te antwoorden en de nodige maatregelen te nemen, anders kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Waterkwaliteit: Commissie verzoekt IERLAND zijn regels ter bescherming van oppervlaktewateren tegen verontreiniging te verbeteren

De Commissie verzoekt Ierland alle elementen van de richtlijn inzake milieukwaliteitsnormen (Richtlijn 2008/105/EG, als gewijzigd bij Richtlijn 2013/39/EU) correct in zijn nationale wetgeving om te zetten. Het doel van de richtlijn inzake milieukwaliteitsnormen is ervoor te zorgen dat chemische verontreiniging van oppervlaktewater geen bedreiging vormt voor het aquatisch milieu of de gezondheid van de mens. In de Europese Green Deal en het actieplan om de vervuiling tot nul terug te brengen wordt de ambitie geformuleerd om alle vervuiling in de EU in het belang van de volksgezondheid, het milieu en de verwezenlijking van klimaatneutraliteit tot nul terug te brengen. Hoewel Ierland de meeste bepalingen van de richtlijn correct in nationale wetgeving heeft omgezet, zijn sommige aspecten nog steeds niet volledig omgezet. Hierbij gaat het om de verplichting om specifieke waterkwaliteitsnormen vast te stellen voor bepaalde prioritaire stoffen en de verplichting om bijzondere aandacht te schenken aan bepaalde specifieke prioritaire stoffen bij de beoordeling van tendensen met betrekking tot de concentraties ervan in sediment of flora en fauna. Ierland heeft ook verzuimd de verplichting correct om te zetten om kaarten van emissies, lozingen en verliezen van prioritaire stoffen op te nemen indien beschikbaar en om informatie over de concentraties ervan in sediment of de flora en fauna op te nemen. Daarom heeft de Commissie besloten Ierland een met redenen omkleed advies te sturen. Ierland heeft nu twee maanden de tijd om te antwoorden en de nodige maatregelen te nemen, anders kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Visserij

Aanmaningsbrieven

Visserij: Commissie verzoekt SPANJE en FRANKRIJK te zorgen voor naleving van de verplichtingen inzake controle op en handhaving van de aanlandingsverplichting

De Commissie verzoekt Frankrijk en Spanje te zorgen voor naleving van de verplichtingen inzake controle op en handhaving van de aanlandingsverplichting in het kader van de verordening inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) (Verordening (EU) nr. 1380/2013) en de visserijcontroleverordening (Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad). Deze verplichting is bij de laatste hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid in 2013 ingevoerd om een einde te maken aan de verspillende en niet-duurzame praktijk van het in zee teruggooien van ongewenste vangsten. Voorts zijn er problemen in verband met de niet-naleving door Frankrijk en Spanje van de verplichtingen uit hoofde van de verordening inzake illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-verordening - Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad). Frankrijk en Spanje hebben namelijk verzuimd te zorgen voor controle op en handhaving van de verplichting dat alle vangsten van soorten waarvoor vangstbeperkingen gelden, en, in de Middellandse Zee, van soorten waarvoor minimummaten gelden, aan boord van vissersvaartuigen worden gebracht en gehouden en vervolgens worden geregistreerd, aangeland en, in voorkomend geval, in mindering worden gebracht op het quotum. Doeltreffende controle en handhaving ten aanzien van visserijactiviteiten op zee en correcte registratie van vangsten en teruggegooide hoeveelheden zijn essentieel voor de uitvoering van de aanlandingsverplichting en voor de ondersteuning van de langetermijndoelstellingen inzake duurzaamheid van het gemeenschappelijk visserijbeleid. Zij zijn ook belangrijk om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen. De Commissie is van oordeel dat Frankrijk en Spanje niet de nodige stappen hebben ondernomen om aan bovengenoemde verplichtingen te voldoen. Daarom heeft de Commissie besloten Frankrijk en Spanje een aanmaningsbrief te sturen en hun twee maanden de tijd te geven om te reageren en de tekortkomingen aan te pakken. Als zij dat niet doen, kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

  • 2. 
    Interne markt, Industrie, Ondernemerschap en Midden- en kleinbedrijf

(Meer informatie: Sonya Gospodinova - Tel.: +32 229 66953; Federica Miccoli - Tel.: +32 229 58300; Célia Dejond - Tel.: +32 229 88199)

Aanmaningsbrieven

Bouwproducten: Commissie verzoekt HONGARIJE de EU-voorschriften inzake vrij verkeer van goederen na te leven

De Commissie heeft vandaag besloten Hongarije een aanmaningsbrief te sturen met het verzoek te voldoen aan de bepalingen van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VWEU) inzake het vrije verkeer van goederen en de richtlijn transparantie op de eengemaakte markt (Richtlijn (EU) 2015/1535). Hongarije heeft op nationaal niveau een regeling inzake voor voorafgaande controle ingevoerd die van invloed is op de verkoop of uitvoer van bouwmaterialen naar het buitenland. Volgens de Commissie is bij besluit nr. 402/2021 van de Hongaarse regering op nationaal niveau een regeling inzake voorafgaande controle ingevoerd die van invloed is op de verkoop of uitvoer van bouwmaterialen naar het buitenland. Dit is een maatregel van gelijke werking als een kwantitatieve uitvoerbeperking binnen de interne markt, die in strijd is met artikel 35 VWEU. De door dit besluit opgelegde beperking lijkt niet te worden gerechtvaardigd door geldige dwingende redenen van algemeen belang. Het besluit zou dus ook in strijd kunnen zijn met artikel 36 VWEU. De Commissie is voorts van mening dat Hongarije niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen uit hoofde van de richtlijn transparantie op de eengemaakte markt ten aanzien van kennisgeving en status quo. Aangezien de beperking ook van toepassing lijkt te zijn op de uitvoer uit Hongarije naar derde landen, regelt het besluit de buitenlandse handel en kan het worden beschouwd als maatregel die valt onder de gemeenschappelijke handelspolitiek, waarvoor uitsluitend de Unie bevoegd is. Hongarije heeft nu twee maanden de tijd om op de bezwaren van de Commissie te reageren. Anders kan de Commissie besluiten het land een met redenen omkleed advies te sturen.

Overheidsopdrachten: Commissie dringt bij ITALIË en SPANJE aan op naleving van de regels inzake concessieovereenkomsten voor snelwegen

De Commissie heeft vandaag besloten aan Italië en Spanje een aanmaningsbrief te sturen om de correcte uitvoering van de EU-regels inzake overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten te waarborgen Italië en Spanje hebben de looptijd van de autosnelwegconcessies verlengd zonder voorafgaande aanbestedingsprocedure. Volgens het EU-recht staat de verlenging van een concessieovereenkomst gelijk aan een nieuwe concessie, die alleen kan worden gegund door een aanbestedingsprocedure te starten. In de Italiaanse zaak (C-526/17) oordeelde het Hof van Justitie van de Europese Unie in zijn arrest van september 2019 al dat Italië, door de autosnelwegconcessie aan de Società Autostrada Tirrenica p.A. te verlengen zonder eerst een aanbestedingsprocedure te starten, inbreuk heeft gemaakt op Richtlijn 2004/18/EG inzake overheidsopdrachten. Twee jaar na deze uitspraak van het Hof blijkt dat Italië nog geen maatregelen heeft genomen om ervoor te zorgen dat het arrest tijdig wordt uitgevoerd. Evenzo heeft Spanje de concessie voor de snelweg AP-9 verlengd zonder eerst een openbare aanbestedingsprocedure te starten. De Europese Commissie is dan ook van oordeel dat ook Spanje zijn verplichtingen uit hoofde van de EU-regels inzake overheidsopdrachten en met name Richtlijn 93/37/EEG niet nakomt. Italië en Spanje hebben nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie. Anders kan de Commissie besluiten Spanje een met redenen omkleed advies te sturen en Italië voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen.

Overheidsopdrachten: Commissie verzoekt PORTUGAL aanvullende informatie te verstrekken over zijn nationale regels inzake overheidsopdrachten en concessies

De Commissie heeft vandaag besloten aan Portugal een aanvullende aanmaningsbrief te sturen over de conformiteit van zijn nationale wetgeving met de EU-regels inzake overheidsopdrachten en concessies (Richtlijnen 2014/24/EU, 2014/25/EU en 2014/23/EU). In oktober 2019 is aan Portugal een eerste aanmaningsbrief gestuurd over de conformiteit met de EU-regels. Onderzoek van de in mei 2021 gewijzigde nationale wetgeving heeft echter andere problemen aan het licht gebracht in verband met de onderhandse gunning van contracten, versnelde procedures, lokale en regionale voorkeuren en de wijziging van contracten. Portugal heeft nu twee maanden de tijd om op de argumenten van de Commissie te reageren. Anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

  • 3. 
    Migratie, Binnenlandse Zaken en Veiligheidsunie

(Meer informatie: Adalbert Jahnz - Tel.: +32 229 53156; Laura Bérard - Tel.: +32 229 55721; Ciara Bottomley - Tel.: +32 229 69971)

Aanmaningsbrieven

Vuurwapens: Commissie verzoekt BELGIË en MALTA hun verplichtingen inzake alarm- en seinwapens na te komen

De Commissie heeft België en Malta formeel verzocht verslag uit te brengen over de wijze waarop de EU-regels inzake alarm- en seinwapens (Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2019/69) in hun nationale wetgeving zijn opgenomen. Samen met de vuurwapenrichtlijn (Richtlijn (EU) 2021/555) beogen deze regels te voorkomen dat alarm- en seinwapens, waarmee alleen losse patronen of irriterende stoffen kunnen worden afgevuurd, tot dodelijke vuurwapens worden omgebouwd. De EU-lidstaten hebben overeenstemming bereikt over de technische specificaties voor alarm- en seinwapens, alsook over de procedure voor het controleren van de naleving en de noodzaak om informatie uit te wisselen tussen autoriteiten. De EU-lidstaten moesten de regels inzake alarm- en seinwapens uiterlijk op 17 januari 2020 in hun nationale wetgeving omzetten. De Belgische en Maltese autoriteiten hebben hun omzettingsmaatregelen meegedeeld, maar na een beoordeling van de ontvangen teksten heeft de Commissie vastgesteld dat bepaalde elementen ontbreken. Daarom heeft zij vandaag besloten een inbreukprocedure in te leiden door een aanmaningsbrief te sturen. België en Malta hebben nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die zijn genomen om de volledige omzetting van de betrokken regels te waarborgen. Anders kan de Commissie een met redenen omkleed advies sturen.

Terrorismebestrijding: Commissie dringt bij FINLAND, KROATIË, LUXEMBURG EN OOSTENRIJK aan op correcte omzetting van EU-voorschriften inzake terrorismebestrijding

De Commissie heeft vandaag besloten een inbreukprocedure in te leiden door Finland, Kroatië, Luxemburg en Oostenrijk een aanmaningsbrief te sturen wegens de onjuiste omzetting van bepaalde elementen van de EU-voorschriften inzake terrorismebestrijding (Richtlijn (EU) 2017/541 https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A32017L0541). Deze voorschriften bevatten bepalingen die met terrorisme samenhangende misdrijven strafbaar stellen en bestraffen, zoals het reizen naar het buitenland om een terroristisch misdrijf te plegen, het terugkeren naar of reizen binnen de EU voor dergelijke activiteiten, het ontvangen van training voor terroristische doeleinden en het financieren van terrorisme. Tevens omvatten de voorschriften speciale bepalingen om ervoor te zorgen dat slachtoffers van terrorisme toegang hebben tot betrouwbare informatie en tot professionele en gespecialiseerde ondersteunende diensten, onmiddellijk na een aanslag en zolang dit nodig is. Zij vormen een belangrijk onderdeel van de EU-agenda inzake terrorismebestrijding. De lidstaten hadden uiterlijk tot 8 september 2018 de tijd om deze voorschriften in nationaal recht om te zetten. Finland, Kroatië, Luxemburg en Oostenrijk hebben nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie. Anders kan de Commissie een met redenen omkleed advies sturen.

Legale migratie: Commissie verzoekt BULGARIJE en DUITSLAND gebruik te maken van nieuw model verblijfstitels voor onderdanen van derde landen

De Commissie stuurt vandaag aanmaningsbrieven aan Bulgarije wegens het niet toepassen en Duitsland wegens het niet correct toepassen van het nieuwe model verblijfstitels voor onderdanen van derde landen (Verordening (EG) nr. 1030/2002). Om vervalsing te voorkomen is de verordening in 2017 gewijzigd om een nieuw model kaart in te voeren met verbeterde veiligheidskenmerken die op biometrische gegevens berusten. Bulgarije geeft de nieuwe verblijfstitels, die uiterlijk op 10 juli 2020 hadden moeten worden ingevoerd, momenteel niet af. Duitsland geeft in sommige gevallen nog steeds verblijfstitels, Europese blauwe kaarten en kaarten voor overplaatsing binnen een overneming in stickerformaat af, met onbeperkte geldigheidsduur in uitzonderlijke schrijnende gevallen. De sticker bevat geen gezichts- of vingerafdrukgegevens, wat het moeilijk maakt de identiteit van de houder te verifiëren. De betrokken lidstaten hebben twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten die de Commissie heeft aangevoerd. Anders kan de Commissie een met redenen omkleed advies sturen.

Met redenen omklede adviezen

Vuurwapens: Commissie dringt bij DENEMARKEN, IERLAND en LUXEMBURG aan op naleving van EU-regels inzake de verwerving en het voorhanden hebben van vuurwapens

De Commissie stuurt vandaag een met redenen omkleed advies aan Denemarken, Ierland en Luxemburg met het verzoek de EU-regels inzake de verwerving en het voorhanden hebben van vuurwapens in hun nationale wetgeving om te zetten. Volgens de vuurwapenrichtlijn (Richtlijn (EU) 2021/555) moesten de lidstaten uiterlijk op 14 december 2019 2 systemen van gegevensbestanden invoeren om de activiteiten van wapenhandelaars en -makelaars te reguleren en alle soorten onder de richtlijn vallende vuurwapens te registreren. Denemarken en Ierland hebben kennis gegeven van gedeeltelijke omzetting van deze bepaling, maar geen van beide landen heeft informatie verstrekt over het systeem van gegevensbestanden voor de registratie van alle vuurwapens. Luxemburg heeft over geen van beide systemen van gegevensbestanden informatie verstrekt. Het met redenen omklede advies van vandaag volgt op aanmaningsbrieven die de Commissie in januari 2020 aan alle 3 lidstaten heeft gestuurd. Denemarken, Ierland en Luxemburg hebben nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die zijn genomen om de volledige omzetting te waarborgen. Anders kan de Commissie hen voor het Hof van Justitie van de Europese Unie dagen.

Aanhangigmaking bij het Hof van Justitie

Vuurwapens: Commissie besluit LUXEMBURG voor Hof van Justitie van de EU te dagen wegens niet-omzetting van de EU-regels inzake de verwerving en het voorhanden hebben van vuurwapens

De Commissie heeft vandaag besloten Luxemburg voor Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen wegens niet-mededeling van de nationale maatregelen ter omzetting van de EU-regels inzake de verwerving en het voorhanden hebben van vuurwapens. De Commissie heeft ook besloten het Hof van Justitie van de EU te verzoeken de betaling van financiële sancties te gelasten. De vuurwapenrichtlijn (Richtlijn (EU) 2021/555) stelt gemeenschappelijke minimumnormen vast voor de verwerving, het voorhanden hebben en de commerciële uitwisseling van civiele vuurwapens, bijvoorbeeld vuurwapens die worden gebruikt voor de schietsport en de jacht. De regels staan het rechtmatig gebruik en verkeer van vuurwapens toe en voorkomen tegelijkertijd dat vuurwapens in verkeerde handen vallen, wat bijdraagt aan het doorbreken van de bedrijfsmodellen van criminelen en het bestrijden van de georganiseerde misdaad. Het vandaag genomen besluit om de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie heeft betrekking op een aantal bepalingen die zijn ingevoerd bij de herziening van de richtlijn in 2017 en die de lidstaten uiterlijk op 14 september 2018 moesten omzetten. Hierbij gaat het gaat met name om nieuwe regels voor de activiteiten van handelaars en makelaars, wijziging van de regels inzake markering en strengere regels voor de gevaarlijkste vuurwapens, maar ook om een actualisering inzake de Europese vuurwapenpas, regels voor bepaalde alarm- en seinwapens en wapens voor saluutschoten en akoestische signalen die gemakkelijk kunnen worden omgebouwd tot dodelijke vuurwapens, en nieuwe regels voor onbruikbaar gemaakte vuurwapens. De Commissie heeft in november 2018 deze inbreukprocedure tegen Luxemburg ingeleid door een aanmaningsbrief te sturen, en in juli 2019 een met redenen omkleed advies uitgebracht. Luxemburg heeft de Commissie er tot op heden nog steeds niet van op de hoogte gebracht dat het de richtlijn volledig in nationaal recht heeft omgezet. Een persbericht is online beschikbaar.

  • 4. 
    Justitie

(Meer informatie: Christian Wigand - Tel.: +32 229 62253; Katarzyna Kolanko - Tel.:+32 229 63444; Jördis Ferroli - Tel.: +32 229 92729)

Aanmaningsbrieven

Rechten in strafprocedures: Commissie verzoekt BELGIË, DUITSLAND, FRANKRIJK en TSJECHIË te zorgen voor correcte omzetting van de EU-regels inzake het recht op toegang tot een advocaat

De Commissie heeft vandaag besloten een inbreukprocedure tegen België, Duitsland, Frankrijk en Tsjechië in te leiden door een aanmaningsbrief te sturen wegens onjuiste omzetting van de EU-regels inzake toegang tot een advocaat en het recht om te communiceren vanaf de aanhouding (Richtlijn (EU) 2013/48). De richtlijn maakt deel uit van het rechtskader van de EU inzake een eerlijk proces dat waarborgt dat de rechten van verdachten en beklaagden voldoende worden beschermd. De Commissie is van mening dat bepaalde nationale omzettingsmaatregelen die door de vier lidstaten zijn meegedeeld, niet aan de vereisten van de richtlijn voldoen. De Commissie heeft met name tekortkomingen vastgesteld met betrekking tot mogelijke afwijkingen van het recht op toegang tot een advocaat en van het recht om een derde op de hoogte te laten brengen van de vrijheidsbeneming. De lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om te antwoorden en de nodige maatregelen te nemen om de door de Commissie vastgestelde tekortkomingen te verhelpen. Anders kan de Commissie besluiten de volgende stap in de inbreukprocedure te zetten door een met redenen omkleed advies te sturen. Meer informatie over de richtlijn is te vinden in deze factsheet.

Rechten in strafprocedures: Commissie verzoekt BELGIË, LETLAND, PORTUGAL en ZWEDEN te zorgen voor correcte omzetting van de EU-regels inzake vertolking en vertaling

De Commissie heeft vandaag besloten een inbreukprocedure tegen België, Letland, Portugal en Zweden in te leiden door een aanmaningsbrief te sturen wegens onjuiste omzetting van de EU-regels inzake vertolking en vertaling in strafprocedures (Richtlijn (EU) 2010/64). De richtlijn waarborgt dat mensen die in de EU strafrechtelijk worden vervolgd, de beschikking hebben over kosteloze vertolking en vertaling in een taal die zij begrijpen. Dit is een fundamenteel procedureel recht dat bijdraagt aan de eerbiediging van het recht op een eerlijk proces. De richtlijn maakt deel uit van het rechtskader van de EU inzake een eerlijk proces dat waarborgt dat de rechten van verdachten en beklaagden voldoende worden beschermd. De Commissie is van oordeel dat de door België, Letland, Portugal en Zweden meegedeelde omzettingsmaatregelen de richtlijn niet naar behoren omzetten en dat sommige van die maatregelen niet in overeenstemming zijn met de richtlijn. De Commissie heeft met name tekortkomingen vastgesteld ten aanzien van het recht op vertaling van essentiële documenten en het recht op vertolking van de communicatie tussen verdachten of beklaagden en hun raadslieden. Deze vier lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om op de aanmaningsbrief te antwoorden; anders kan de Commissie besluiten de volgende stap in de inbreukprocedure te zetten door een met redenen omkleed advies te sturen. Meer informatie over de richtlijn is te vinden in deze factsheet.

Rechten in strafprocedures: Commissie verzoekt BULGARIJE, IERLAND, LETLAND en PORTUGAL te zorgen voor correcte omzetting van de EU-regels inzake het recht op informatie in strafprocedures

De Commissie heeft vandaag besloten een inbreukprocedure tegen Bulgarije, Ierland, Letland en Portugal in te leiden door een aanmaningsbrief te sturen wegens non-conformiteit van hun nationale wetgeving met de EU-regels inzake het recht op informatie in strafprocedures (Richtlijn (EU) 2012/13). De richtlijn waarborgt dat mensen die in de EU strafrechtelijk worden vervolgd, onverwijld worden geïnformeerd over hun rechten in strafprocedures, waaronder over de beschuldiging en het recht op toegang tot een advocaat of kosteloze rechtsbijstand. De richtlijn maakt deel uit van het rechtskader van de EU inzake een eerlijk proces dat waarborgt dat de rechten van verdachten en beklaagden voldoende worden beschermd. De Commissie is van mening dat sommige van de omzettingsmaatregelen die door de vier lidstaten zijn meegedeeld, de richtlijn niet naar behoren omzetten en niet aan de vereisten van de richtlijn voldoen. De lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om te antwoorden en de nodige maatregelen te nemen om de door de Commissie vastgestelde tekortkomingen te verhelpen. Anders kan de Commissie besluiten de volgende stap in de inbreukprocedure te zetten door een met redenen omkleed advies te sturen. Meer informatie over de richtlijn is te vinden in deze factsheet.

Europees aanhoudingsbevel: Commissie verzoekt FINLAND en KROATIË tekortkomingen bij de omzetting van EU-regels aan te pakken

De Commissie heeft vandaag besloten een inbreukprocedure tegen Finland en Kroatië in te leiden door een aanmaningsbrief te sturen omdat zij het kaderbesluit betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (Kaderbesluit 2002/584/JBZ) niet volledig in overeenstemming met de EU-regels hebben omgezet. Met het Europees aanhoudingsbevel worden de grensoverschrijdende gerechtelijke procedures voor overlevering gestroomlijnd: een door een rechter of magistraat van een lidstaat uitgevaardigd bevel tot aanhouding en vrijheidsbeneming van een verdachte van een ernstig misdrijf is in de hele EU geldig. Het aanhoudingsbevel bestaat sinds 1 januari 2004 en is in de plaats gekomen van de eerdere langdurige uitleveringsprocedures tussen de EU-lidstaten. Met het oog op het correct functioneren ervan is het van essentieel belang dat alle lidstaten alle bepalingen van het kaderbesluit volledig en correct in nationaal recht omzetten. De Commissie is van mening dat de door Finland en Kroatië meegedeelde nationale omzettingsmaatregelen het kaderbesluit niet naar behoren omzetten. Zij heeft met name tekortkomingen vastgesteld met betrekking tot de omzetting van gronden tot facultatieve weigering van de tenuitvoerlegging en verplichte termijnen voor het nemen van een beslissing over de tenuitvoerlegging van een Europees aanhoudingsbevel. De twee lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om de nodige maatregelen te nemen om de correcte omzetting van het kaderbesluit te waarborgen. Anders kan de Commissie besluiten hun een met redenen omkleed advies te sturen. De Commissie heeft in oktober en december 2020 aan Estland, Ierland, Italië, Litouwen, Oostenrijk, Polen en Tsjechië, op 18 februari 2021 aan Cyprus, Duitsland en Zweden en in juni 2021 aan België, Griekenland, Hongarije, Nederland en Spanje aanmaningsbrieven gestuurd. Deze zaken zijn nog niet afgesloten. De Commissie blijft de omzetting van dit kaderbesluit in andere lidstaten beoordelen. Meer details over het Europees aanhoudingsbevel zijn hier te vinden en de meest recente statistieken zijn hier beschikbaar.

  • 5. 
    Energie en klimaat

(Meer informatie: Tim McPhie - Tel.: +32 229 58602; Ana Crespo Parrondo - Tel.: +32 229 81325)

Aanmaningsbrieven

Veiligheid van offshore-energie: Commissie verzoekt POLEN en ROEMENIË de EU-voorschriften betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten correct om te zetten

De Commissie heeft vandaag besloten Polen en Roemenië een aanmaningsbrief te sturen omdat deze landen bepaalde aspecten van de richtlijn offshoreveiligheid (Richtlijn 2013/30/EU) niet correct in hun rechtsstelsel hebben opgenomen. Bij deze richtlijn heeft de EU een aantal voorschriften vastgesteld om ongevallen te helpen voorkomen en prompt en efficiënt te reageren indien zich een dergelijk ongeval zou voordoen. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de ondernemingen waaraan zij een vergunning verlenen voor exploratie of productie, goed gefinancierd zijn en over de nodige technische deskundigheid beschikken, en dat zij middelen beschikbaar houden om deze in te zetten wanneer dat nodig is. Er moet een onafhankelijke instantie zijn om ervoor te zorgen dat de veiligheidseisen worden nageleefd, alsook een adequaat systeem voor de afhandeling van schadeclaims in geval van een ongeval. De ondernemingen zijn volledig aansprakelijk voor milieuschade aan beschermde soorten en natuurlijke habitats. De betrokken lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om de door de Commissie vastgestelde tekortkomingen aan te pakken. Anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Met redenen omklede adviezen

Radioactief afval: Commissie verzoekt DUITSLAND en LETLAND om vaststelling van nationaal programma voor beheer van radioactief afval in overeenstemming met EU-voorschriften

De Commissie heeft vandaag besloten Duitsland en Letland een met redenen omkleed advies te sturen omdat deze landen een nationaal programma voor het beheer van radioactief afval hebben vastgesteld dat niet geheel in overeenstemming is met de richtlijn inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval (Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad). Radioactief afval ontstaat bij de productie van elektriciteit in kerncentrales of bij niet aan elektriciteitsproductie gerelateerd gebruik van radioactieve stoffen voor medische, industriële, agrarische en onderzoeksdoeleinden. Dit betekent dat alle lidstaten radioactief afval produceren. De richtlijn stelt een communautair kader vast voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval om een hoog niveau van veiligheid te waarborgen en te voorkomen dat toekomstige generaties onnodige lasten worden opgelegd. De richtlijn vereist met name dat de lidstaten nationale programma's opstellen en uitvoeren voor het beheer van alle verbruikte splijtstof en radioactief afval die op hun grondgebied worden geproduceerd, van productie tot berging. Het doel is werknemers en de bevolking te beschermen tegen de gevaren van ioniserende straling. De door Duitsland en Letland meegedeelde nationale programma's bleken niet aan bepaalde voorschriften van de richtlijn te voldoen. De betrokken lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om de door de Commissie vastgestelde tekortkomingen aan te pakken. Als er geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.

  • 6. 
    Belastingen en Douane-unie

(Meer informatie: Daniel Ferrie - Tel.: +32 229 86500; Francesca Dalboni - Tel.: +32 229 88170)

Aanmaningsbrieven

Belastingen: Commissie verzoekt CYPRUS zijn wetgeving ter omzetting van EU-regels ter bestrijding van belastingontwijking te wijzigen

De Commissie heeft vandaag besloten Cyprus een aanmaningsbrief te sturen wegens onjuiste omzetting van de in de richtlijn bestrijding belastingontwijking opgenomen beperking van de aftrekbaarheid van rente (artikel 4 van Richtlijn (EU) 2016/1164 van de Raad). Cyprus maakt gebruik van de mogelijkheid om financiële ondernemingen vrij te stellen van de regels inzake beperking van de aftrekbaarheid van rente in de richtlijn bestrijding belastingontwijking. De desbetreffende nationale wetgeving gaat echter verder dan de toegestane vrijstellingen en voorziet in onbeperkte aftrekbaarheid van rente voor de toepassing van de vennootschapsbelasting voor securitisatie-entiteiten, die niet als “financiële ondernemingen” in de zin van artikel 2, lid 5, van de richtlijn worden aangemerkt. Als Cyprus zijn verplichtingen niet binnen twee maanden nakomt, kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

Belastingen: Commissie verzoekt TSJECHIË om mededeling van alle maatregelen ter uitvoering van EU-regels ter bestrijding van belastingontwijking

De Commissie heeft vandaag besloten Tsjechië een aanmaningsbrief te sturen omdat het land geen mededeling heeft gedaan van alle nationale maatregelen die vereist zijn voor de volledige uitvoering van Richtlijn (EU) 2017/952 van de Raad van 29 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn 2016/1164 (ATAD1) wat betreft hybride mismatches met derde landen (ATAD2). De maatregelen hadden uiterlijk op 31 december 2019 moeten worden meegedeeld. Tsjechië heeft de relevante maatregelen slechts ten dele meegedeeld en heeft nu twee maanden de tijd om de verdere vereiste maatregelen te nemen. Anders kan de Commissie een met redenen omkleed advies uitbrengen.

Belastingen: Commissie neemt maatregelen tegen GRIEKENLAND wegens niet-naleving van EU-regels inzake autobelasting

De Commissie heeft vandaag besloten Griekenland overeenkomstig artikel 258 VWEU een aanmaningsbrief te sturen omdat het de EU-regels inzake in andere EU-lidstaten gekochte tweedehands voertuigen niet correct toepast. De nationale belastingregistratieprocedure ontmoedigt het in het verkeer brengen van tweedehands voertuigen in Griekenland ten gunste van de verkoop van soortgelijke producten die op de binnenlandse markt verkrijgbaar zijn. Daarnaast verbiedt Griekenland de registratie van specifieke categorieën tweedehands voertuigen die in andere EU-lidstaten zijn gekocht. Griekenland is derhalve zijn verplichtingen in verband met het vrije verkeer van goederen en het verbod op de invoering van discriminerende fiscale behandeling van producten niet nagekomen (artikelen 34, 36 en 110 VWEU). Griekenland heeft twee maanden de tijd om op de aanmaningsbrief te antwoorden. Als Griekenland zijn verplichtingen niet binnen twee maanden nakomt, kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

Met redenen omkleed advies

Belastingen: Commissie dringt bij ITALIË aan op omzetting van de regels ter verbetering van de werking van het huidige btw-stelsel

De Commissie heeft vandaag besloten Italië een met redenen omkleed advies te sturen wegens niet-mededeling van de maatregelen om Richtlijn 2018/1910/EU in nationaal recht om te zetten. Deze richtlijn harmoniseert en verbetert bepaalde btw-regels. Zij verschaft verduidelijkingen en is bedoeld om een snelle oplossing te bieden voor bepaalde situaties die door de lidstaten verschillend zijn behandeld, om dubbele heffing of niet-heffing te voorkomen en de rechtszekerheid voor bedrijven te vergroten. De nieuwe bepalingen vereenvoudigen het handelsverkeer tussen de lidstaten en zijn gebaseerd op het beginsel van belastingheffing in de lidstaat van bestemming. De lidstaten moesten de nodige nationale bepalingen uiterlijk op 31 december 2019 vaststellen en bekendmaken. Als Italië binnen twee maanden geen maatregelen neemt, kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

  • 7. 
    Mobiliteit en Vervoer

(Meer informatie: Stefan de Keersmaecker - Tel.: +32 229 84680; Darragh Cassidy - Tel.: +32 229 83978)

Aanmaningsbrief

Zeevervoer: Commissie verzoekt CYPRUS om naleving EU-regels inzake uitrusting van zeeschepen

De Commissie heeft vandaag besloten Cyprus een aanmaningsbrief te sturen wegens niet-naleving van de EU-regels inzake de uitrusting van zeeschepen (Richtlijn 2014/90/EU). De richtlijn uitrusting van zeeschepen harmoniseert de veiligheidsvoorschriften voor uitrusting zoals reddingsvesten, zuiveringssystemen voor afvalwater en radars aan boord van schepen onder EU-vlag. Cyprus zorgt er niet voor dat de uitrusting van zeeschepen die onder Cypriotische vlag varen volledig voldoet aan de eisen van Richtlijn 2014/90/EU bij het uitreiken, bekrachtigen of vernieuwen van de certificaten van deze schepen. Cyprus verricht evenmin op passende schaal markttoezicht. Cyprus heeft nu twee maanden de tijd om op de bezwaren van de Commissie te reageren en de geconstateerde tekortkomingen aan te pakken; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

  • 8. 
    Werkgelegenheid en sociale rechten

(Meer informatie: Veerle Nuyts - Tel.: +32 229 96302; Flora Matthaes - Tel.: +32 229 83951)

Aanmaningsbrieven

Mobiliteit van werknemers: Commissie verzoekt ITALIË een einde te maken aan discriminatie van lectoren vreemde talen

De Commissie heeft vandaag besloten Italië een aanmaningsbrief te sturen wegens niet-naleving van de EU-regels inzake het vrije verkeer van werknemers (Verordening (EU) 492/2011). Volgens het EU-recht mogen EU-burgers die hun recht op vrij verkeer uitoefenen, niet worden gediscrimineerd op grond van hun nationaliteit wat betreft de toegang tot werk en de arbeidsvoorwaarden. In zijn arrest in zaak C-119/04 verklaarde het Hof van Justitie dat een Italiaanse wet uit 2004 een aanvaardbaar kader biedt voor het zogenaamde opnieuw samenstellen van de loopbaan van lectoren vreemde talen (“lettori”) aan Italiaanse universiteiten. Dit betekent dat de wet voorziet in de mogelijkheid om hun salaris, anciënniteit en bijbehorende socialezekerheidsuitkeringen aan te passen aan die van een onderzoeker met een deeltijdcontract, en hun het recht toekent op betaling van achterstallig salaris vanaf het begin van hun dienstverband. De Italiaanse wet vereist echter de ondertekening van een collectieve arbeidsovereenkomst. De meeste universiteiten hebben niet zo'n collectieve arbeidsovereenkomst ondertekend, zodat de meeste lectoren vreemde talen nog steeds niet het geld hebben ontvangen waar ze recht op hebben. Italië discrimineert lectoren vreemde talen nog steeds. Italië heeft nu twee maanden de tijd om de door de Commissie geconstateerde tekortkomingen aan te pakken. Anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

  • 9. 
    Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie

(Meer informatie: Daniel Ferrie - Tel.: +32 229 86500; Aikaterini Apostola - Tel.: +32 229 87624)

Aanmaningsbrieven

Depositogarantiestelsels Commissie dringt bij HONGARIJE, KROATIË en MALTA aan op wijziging van hun omzetting van de richtlijn depositogarantiestelsels

De Commissie heeft vandaag besloten Hongarije, Kroatië en Malta een aanmaningsbrief te sturen wegens onjuiste omzetting van de richtlijn depositogarantiestelsels (2014/49/EU). Deze richtlijn maakt deel uit van het regelgevingskader dat is ingevoerd om in de nasleep van de financiële crisis van 2008 een veiligere en gezondere financiële sector te creëren. Volgens de EU-regels beschermen depositogarantiestelsels de spaartegoeden van spaarders door deposito's tot €100.000 te garanderen en helpen zij te voorkomen dat deposito's bij bankfalen massaal worden opgenomen, wat tot financiële instabiliteit kan leiden. De uiterste datum voor de omzetting van deze voorschriften in nationaal recht was 3 juli 2015. De betrokken lidstaten hadden kennis gegeven van een volledige omzetting van de richtlijn. Niettemin heeft de Commissie na een grondige beoordeling van de meegedeelde maatregelen geconcludeerd dat sommige bepalingen van de richtlijn niet correct in nationaal recht zijn omgezet. De onjuiste omzetting betreft de bepalingen van de richtlijn depositogarantiestelsels met betrekking tot betalingsverplichtingen en alternatieve financieringsplannen (Malta), de bescherming van rechthebbende deposanten en de overdracht van bijdragen tussen depositogarantiestelsels (Kroatië) en de verrekening van verplichtingen (Hongarije). Als deze lidstaten binnen twee maanden geen bevredigend antwoord geven, kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

Herstel en afwikkeling van banken Commissie dringt bij FINLAND en GRIEKENLAND aan op wijziging van hun omzetting van de richtlijn herstel en afwikkeling van banken

De Commissie heeft vandaag besloten Finland en Griekenland een aanmaningsbrief te sturen wegens onjuiste omzetting van de richtlijn herstel en afwikkeling van banken (2014/59/EU). Deze richtlijn vormt een centraal onderdeel van het regelgevingskader dat is ingevoerd om in de nasleep van de financiële crisis een veiligere en gezondere financiële sector te creëren. Dat de richtlijn herstel en afwikkeling van banken de nationale autoriteiten de instrumenten en bevoegdheden geeft om de moeilijkheden of het falen van banken in alle lidstaten te beperken en te beheersen, is een mijlpaal voor de bankenunie van de EU. Het doel is ervoor te zorgen dat banken die op de rand van insolventie verkeren, kunnen worden geherstructureerd zonder dat de belastingbetaler voor falende banken hoeft op te draaien om de financiële stabiliteit te beschermen. De uiterste datum voor de omzetting van deze voorschriften in nationaal recht was 31 december 2014. Deze twee lidstaten hadden kennis gegeven van een volledige omzetting van de richtlijn. Na een grondige beoordeling van de meegedeelde maatregelen heeft de Commissie geconcludeerd dat sommige bepalingen van de richtlijn niet correct in nationaal recht zijn omgezet. De onjuiste omzetting betreft de bepalingen van het kader voor herstel en afwikkeling van banken met betrekking tot de voorwaarden voor preventieve herkapitalisatie (Finland) en de uitsluitingen van bail-in (Griekenland). Als deze lidstaten binnen twee maanden geen bevredigend antwoord geven, kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

  • 10. 
    Digitale economie

(Meer informatie: Johannes Bahrke - Tel.: +32 229 58615; Charles Manoury - Tel.: +32 229 13391)

Met redenen omklede adviezen

EU-Wetboek voor elektronische communicatie: Commissie verzoekt lidstaten nieuwe telecomregels volledig om te zetten in nationaal recht

De Commissie heeft vandaag besloten een met redenen omkleed advies te sturen aan Cyprus, Estland, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Spanje, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Zweden omdat zij de Commissie niet in kennis hebben gesteld van de volledige omzetting van het Europees wetboek voor elektronische communicatie. De nieuwe regels moderniseren het Europese regelgevingskader voor elektronische communicatie, wat de keuzemogelijkheden en rechten van de consument vergroot en exploitanten stimuleert te investeren in netwerken met zeer hoge capaciteit en glasvezel en 5G uit te rollen. De regels moesten uiterlijk op 21 december 2020 door de lidstaten in nationale wetgeving zijn omgezet. In februari 2021 heeft de Commissie aan 24 lidstaten een aanmaningsbrief gestuurd omdat zij geen kennis hadden gegeven van volledige omzetting. De Commissie zet nu de tweede stap in de inbreukprocedure door een met redenen omkleed advies te sturen aan de 18 lidstaten die nog steeds geen volledige omzetting hebben gemeld. Deze lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om te antwoorden, anders kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Audiovisuele media: Commissie verzoekt lidstaten EU-regels inzake audiovisuele inhoud volledig om te zetten

De Europese Commissie heeft vandaag besloten een met redenen omkleed advies te sturen aan Cyprus, Estland, Ierland, Italië, Kroatië, Slovenië, Slowakije, Spanje en Tsjechië omdat zij geen informatie hebben verstrekt over de omzetting van de EU-richtlijn audiovisuele mediadiensten in nationaal recht. De nieuwe regels gelden voor alle audiovisuele media, dus traditionele televisie-uitzendingen, diensten op aanvraag en videoplatforms. Het doel ervan is een regelgevingskader dat geschikt is voor het digitale tijdperk. Dat leidt tot een veiliger, eerlijker en diverser audiovisueel landschap. De lidstaten hadden tot uiterlijk 19 september 2020 de tijd om de richtlijn om te zetten en hun nationale omzettingsmaatregelen aan de Commissie mee te delen. In november 2020 heeft de Commissie aan 23 lidstaten een aanmaningsbrief gestuurd omdat zij geen kennis hadden gegeven van volledige omzetting. De Commissie zet nu de tweede stap in de inbreukprocedure door een met redenen omkleed advies te sturen aan de bovengenoemde negen lidstaten die nog steeds geen volledige omzetting hebben gemeld. Zij hebben nu twee maanden de tijd om te antwoorden, anders kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Aanhangigmaking bij het Hof van Justitie

Commissie daagt POLEN voor Hof van Justitie van de Europese Unie wegens ondermijning van de onafhankelijkheid van de nationale regelgevende instantie voor telecommunicatie

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Polen voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen wegens schending van het EU-recht ter waarborging van de onafhankelijkheid van de nationale regelgevende instantie (NRI), het Bureau voor elektronische communicatie (UKE). Polen heeft in mei 2020 via een spoedprocedure enkele bepalingen van de Poolse telecommunicatiewet gewijzigd met betrekking tot de benoeming en het ontslag van het hoofd van de Poolse nationale regelgevende instantie, het Bureau voor elektronische communicatie. Bij dezelfde wijzigingswet heeft de Poolse regering het hoofd van de Poolse NRI met ingang van mei 2020 voortijdig ontslagen, hoewel zijn ambtstermijn tot september 2021 had moeten duren. Volgens de EU-regels moeten de voorwaarden die tot voortijdig ontslag van het hoofd van een NRI kunnen leiden, vóór het begin van de ambtstermijn worden vastgesteld. Dit is een belangrijke waarborg om de onafhankelijkheid van de nationale regelgevende instantie te vrijwaren van politieke druk. Een persbericht is online beschikbaar.

  • 11. 
    Volksgezondheid

(Meer informatie: Stefan de Keersmaecker - Tel.: +32 229 84680; Darragh Cassidy - Tel.: +32 229 83978)

Met redenen omklede adviezen

Voedselveiligheid: Commissie dringt bij TSJECHIË aan op correcte toepassing van EU-regels inzake de uitvoering van officiële controles

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Tsjechië een aanvullend met redenen omkleed advies te sturen wegens niet-naleving van de EU-regels inzake officiële controles (Verordening (EU) 2017/625) door stelselmatig een voorafgaande kennisgeving van aankomst van levensmiddelen te verlangen. De Commissie is van mening dat de verplichting om de aankomst van goederen vanuit een andere lidstaat te melden niet stelselmatig mag zijn en beperkt moet blijven tot hetgeen strikt noodzakelijk is voor de organisatie van de officiële controles. Aangezien Tsjechië voortdurend en systematisch inbreuk maakt op de EU-regels inzake officiële controles (Verordening (EU) 2017/625), heeft de Commissie besloten een aanvullend met redenen omkleed advies te sturen. Tsjechië heeft nu twee maanden de tijd om de nodige maatregelen te nemen om het aanvullende met redenen omklede advies op te volgen, anders kan de Commissie de zaak zo nodig aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Voedselveiligheid: Commissie dringt bij BULGARIJE aan op correcte toepassing EU-voorschriften inzake in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater en bronwater

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Bulgarije een met redenen omkleed advies te sturen wegens niet-naleving van de EU-voorschriften inzake het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater en bronwater, zoals vastgelegd in Richtlijn 2009/54/EG inzake natuurlijk mineraalwater. De Bulgaarse wetgeving verbiedt niet, zoals Richtlijn 2009/54/EG vereist, dat uit dezelfde bron afkomstig natuurlijk mineraalwater en bronwater onder verschillende handelsbenamingen in de handel wordt gebracht. Bovendien vereist de Bulgaarse wetgeving, in strijd met deze richtlijn, niet dat de naam van de bron op de etiketten van die levensmiddelen wordt vermeld. Richtlijn 2009/54/EG is vastgesteld om een einde te maken aan de verschillen tussen de wetgevingen van de lidstaten inzake natuurlijk mineraalwater en bronwater met als doel de gezondheid van de consumenten te beschermen, te voorkomen dat consumenten worden misleid en eerlijke handel te waarborgen. Bulgarije heeft nu twee maanden de tijd om de nodige maatregelen te nemen om het met redenen omklede advies op te volgen, anders kan de Commissie de zaak zo nodig aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.