Verhoren parlementaire enquête Fraudebeleid en Dienstverlening afgerond

vrijdag 6 oktober 2023, 15:34

DEN HAAG (PDC i) - Het harde fraudebeleid van de afgelopen periode 2007-2017 was niet proportioneel en werd niet tijdig bijgestuurd. Dat is het beeld die is ontstaan na vijf weken openbare verhoren van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening i. De commissie rondde gisteren haar werkzaamheden af met een verhoor van de nationale ombudsman, Reinier van Zutphen i.

Het strenge fraudebeleid van het afgelopen decennium zou ontstaan zijn vanuit "gevoelens uit de samenleving" dat er misbruik plaatsvond van toeslagen, blijkt uit de verhoren. De Fraudewet die daaruit voortkwam, was bedoeld om overtreders van uitkeringen op te sporen en te beboeten. Dat leidde tot een "alles-of-nietsaanpak", waarbij toeslagen volledig terugbetaald moesten worden als een aanvraag niet klopte.

Volgens meerdere betrokkenen was het beeld van ernstig toegenomen fraude niet in lijn met de werkelijkheid en veroorzaakte dat een "volstrekt disproportioneel toeslagenbeleid", aldus een ambtenaar van de Belastingdienst.

De afgelopen weken werden ruim veertig betrokkenen uit onder meer de politiek, de ambtenarij en de rechterlijke macht verhoord. Zo moest minister-president Mark Rutte i tweemaal voor de enquêtecommissie verschijnen, voor zijn rol als staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de periode van 2002 tot 2004 en zijn rol als minister-president van 2010 tot 2021.

Ook voormalig minister Henk Kamp i van Sociale Zaken (VVD) en toenmalig minister Lodewijk Asscher i (PvdA) van Sociale Zaken werden verhoord. Ook getuigden enkele gedupeerden van het fraudebeleid voor de enquêtecommissie.

De enquêtecommissie gaat nu aan de slag met de resultaten van de openbare verhoren, de gevorderde documenten, het bronnenonderzoek en de besloten gesprekken. Op basis daarvan zal de commissie naar verwachting in januari een onderzoeksrapport presenteren, waarin ze conclusies trekt en aanbevelingen doet voor de toekomst.

Bronnen: Tweede Kamer, NOS