Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

1.

Kerngegevens

Document­datum 19-04-2004
Publicatie­datum 22-01-2013
Kenmerk 8470/04
Van Commission
Externe link originele PDF
Originele document in PDF

2.

Tekst

RAAD VAN Brussel, 19 april 2004

DE EUROPESE UNIE (OR. fr)

8470/04

Interinstitutioneel dossier: 2004/0079 (CNS) i

FISC 89

VOORSTEL

van: de Europese Commissie

d.d.: 15 april 2004

Betreft: Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

Hierbij gaat voor de delegaties het voorstel van de Commissie dat bij brief van mevrouw

Patricia BUGNOT, directeur, aan de heer Javier SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, is toegezonden.

________________________

Bijlage: COM(2004) 246 def i. - CNS 2004/0079

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Brussel, 15.4.2004 COM(2004) 246 definitief i

2004/0079 (CNS) i

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN DE RAAD

betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

(herschikking)

(door de Commissie ingediend)

NL NL

TOELICHTING

  • 1. 
    I NLEIDING

In de context van het Europa van de burgers moet het Gemeenschapsrecht helder en toegankelijk zijn voor de gewone burger, zodat deze nieuwe mogelijkheden krijgt en in staat wordt gesteld gebruik te maken van zijn specifieke rechten.

Dit doel kan niet worden verwezenlijkt zolang talloze bepalingen die meermalen en vaak ingrijpend zijn gewijzigd, verspreid zijn. Om dan na te gaan wat de geldende regels zijn, die gedeeltelijk in het oorspronkelijke besluit en gedeeltelijk in de latere wijzigingsbesluiten te vinden zijn, is veel zoekwerk vereist, waarbij een groot aantal besluiten moet worden vergeleken.

De Commissie hecht groot belang aan de vereenvoudiging en de verduidelijking van het Gemeenschapsrecht. Codificatie van meermalen gewijzigde regels is daarbij van essentieel belang.

De conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Edinburgh (december 1992) onderschrijven dit standpunt. Zij beklemtonen het belang van officiële codificatie, omdat daarmee rechtszekerheid wordt verschaft omtrent de vraag welk recht op een gegeven ogenblik op een bepaalde gebied van toepassing is.

Toen de Commissie tot codificatie van de Zesde BTW–Richtlijn 1 besloot, bleek echter al snel

dat voor een heldere en begrijpelijke nieuwe tekst een aantal wijzigingen in de bestaande richtlijn zou moeten worden aangebracht, die, ofschoon zij niet materieel zijn, toch verder

gaan dan wat in het geval van een loutere codificatie aanvaardbaar is 2 .

Bij dit streven naar duidelijkheid, rationele ordening, leesbaarheid en vereenvoudiging dient de gelegenheid te worden aangegrepen om de richtlijn zoveel mogelijk aan te passen aan de beginselen van een goede wetgevingskwaliteit die zijn overeengekomen door het Europees

Parlement, de Raad en de Commissie 3

Om deze, hoofdzakelijke formele, wijzigingen te kunnen aanbrengen, heeft de Commissie besloten een voorstel tot herschikking van de Zesde Richtlijn in te dienen. Deze werkwijze sluit onverkort aan bij de aanbevelingen, met name die met betrekking tot veelvuldig

gewijzigde wetteksten, aangezien overeenkomstig het interinstitutioneel akkoord van 2001 4

een herschikking het mogelijk maakt in één enkele wettekst besluiten zowel te wijzigen als te codificeren.

1 Zesde Richtlijn 77/388/EEG i van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de

wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk

gewijzigd bij Richtlijn 2004/15/EG i (PB L 52 van 21.2.2004, blz. 61)).

2 Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 voor een versnelde werkmethode voor de officiële

codificatie van wetteksten (PB C 102 van 4.4.1996, blz. 2).

3 Interinstitutioneel Akkoord van 22 december 1998 betreffende de gemeenschappelijke richtsnoeren

voor de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving (PB C 73 van 17.3.1999, blz. 1) (hierna: “Akkoord van 1998”). Dit akkoord is uitgevoerd bij de Gemeenschappelijke praktische

handleiding voor de opstelling van communautaire wetteksten (hierna: “GPH”).

4 Interinstitutioneel akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking

van besluiten (PB C 77 van 28.3.2002, blz. 1).

  • 2. 
    A CHTERGROND

De Zesde Richtlijn, die nadere voorschriften inzake het gemeenschappelijk BTW–stelsel bevat, is op 17 mei 1977 aangenomen en op 1 januari 1978 in werking getreden. Sindsdien werden tal van wijzigingen aangebracht, die voor het merendeel voortvloeiden uit de totstandbrenging van de interne markt en de bijbehorende opheffing van de fiscale grenzen tussen de lidstaten. Een overgangsregeling voor de belastingheffing in het handelsverkeer tussen de lidstaten was in 1991 ingevoerd zonder de bestaande bepaling van de basisregeling echter af te schaffen. Het lag in de bedoeling de basisregeling te vervangen door een definitieve regeling voor de belastingheffing over de levering van goederen en diensten in de lidstaat van oorsprong. Daarom werd besloten deze regeling in een afzonderlijke titel onder te brengen, om deze vervolgens bij de invoering van de definitieve regeling gemakkelijk te kunnen afschaffen.

De overgangsregeling omvat dus bepalingen waarvan de toepassing in de plaats treedt van de bepalingen van de basisregeling die echter formeel van kracht blijven. Indien tot codificatie zou zijn overgegaan, zou deze dubbele reeks bepalingen moeten worden gehandhaafd, wat nauwelijks zou hebben bijgedragen tot een vereenvoudiging en stroomlijning van de bestaande wetgeving.

Om tot een duidelijk overzicht te komen van de wetgeving terzake is het essentieel dat de bepalingen die op dit ogenblik niet van toepassing zijn, worden geschrapt en de structuur dienovereenkomstig wordt aangepast. Om dergelijke wijzigingen aan te brengen en de meeste bepalingen van de Zesde Richtlijn ongewijzigd te laten, dient de techniek van herschikking te worden toegepast, die het mogelijk maakt in één enkele wettekst besluiten zowel te wijzigen als te codificeren.

De schrapping van deze bepalingen die thans niet van toepassing zijn ofschoon zij van kracht blijven, doet geen afbreuk aan de gedachte van een definitief stelsel van belastingheffing, in de lidstaat van oorsprong, over handelingen die tot verbruik in de Gemeenschap leiden. Het

definitieve stelsel blijft een langetermijndoel van de Gemeenschap 5 . Met de aandacht die nu

evenwel uitgaat naar de verbetering van het functioneren van de interne markt binnen de context van de huidige BTW–regeling, is het van wezenlijk belang een efficient instrument te ontwikkelen, dat de zo wenselijke verbeteringen van het bestaande stelsel kan vergemakkelijken.

Ook al zijn verduidelijkheden en wijzigingen van de structuur van de Zesde Richtlijn noodzakelijk, deze mogen niet leiden tot materiële wijzigingen van de bestaande wetgeving. Dergelijke materiële wijzigingen moeten daarentegen het onderwerp zijn van specifieke voorstellen. Teneinde het onbedoeld aanbrengen van dergelijke wijzigingen te voorkomen, hebben vertegenwoordigers van de lidstaten de herschikte tekst grondig bestudeerd. Voorts heeft er een openbare raadpleging over de tekst plaatsgevonden, waarbij alle belanghebbende partijen, met inbegrip van het bedrijfsleven en de juridische wereld, om hun standpunt werd verzocht.

5 Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement – Strategie ter verbetering van

de werking van het BTW–stelsel in het kader van de interne markt (COM(2000) 348 def i. van 7.6.2000).

  • 3. 
    H ERSCHIKKING VAN DE Z ESDE R ICHTLIJN

De Commissie stelt voor de Zesde Richtlijn in te trekken en te vervangen door een nieuw besluit dat is opgezet naar het model van de geldende richtlijn. Dit nieuwe besluit omvat alle wijzigingen die door middel van opeenvolgende wijzigingsbesluiten in de Zesde Richtlijn zijn aangebracht. Tevens zijn er alle relevante bepalingen in opgenomen die thans in afzonderlijke wetteksten zijn neergelegd.

Teneinde de redactie van dit besluit te verbeteren, is de bestaande tekst op tal van punten gewijzigd. Ofschoon de voorgestelde wijzigingen geen betrekking hebben op de inhoud, leiden zij niettemin tot wijziging van de huidige structuur van de tekst, waarvan de bestaande 53 artikelen zijn opgesplitst in 402 nieuwe artikelen.

Een groot gedeelte van deze wijzigingen resulteert slechts uit de correctie van grammaticale of spellingsfouten of betreft de interpunctie of de structuur van de tekst (opdeling en hernummering van de artikelen en leden, met als gevolg een wijziging van interne verwijzigingen) en de automatische toepassing van de zuiver formele regels van wetgevingstechniek. De bepalingen die dit soort wijzigingen hebben ondergaan, worden als ongewijzigd beschouwd.

De term aangepast in de marge van de herschikking geeft daarentegen een andere niet inhoudelijke wijziging aan, zoals een verduidelijking, vereenvoudiging of redactionele precisering, een verbetering van de tekst overeenkomstig de beginselen van wetgevingstechniek, een actualisering enzovoort.

Het voorstel omvat ook een inhoudsopgave met een overzicht van de nieuwe structuur van de tekst en een gedetailleerde concordatietabel die bedoeld is om de overgang naar de nieuwe richtlijn te vergemakkelijken.

  • 4. 
    O VERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE WIJZIGINGEN

Hierna worden de belangrijkste wijzigingen van de tekst toegelicht. Ofschoon de aangebrachte wijzigingen niet inhoudelijk zijn, gaan zij toch verder dan wat in het geval van een loutere codificatie aanvaardbaar is. Om deze reden wordt de techniek van de herschikking toegepast.

4.1. Toevoeging van bepalingen

De communautaire BTW–wetgeving wordt vooral beheerst door de bepalingen van de Zesde Richtlijn. Sommige bepalingen zijn echter in andere wetteksten neergelegd en om een volledig beeld van de bestaande BTW–wetgeving te geven, is het zaak dat de herschikte tekst ook die bepalingen omvat, maar slechts voorzover het niet om uitvoeringsmaatregelen gaat. Dergelijke maatregelen kunnen beter worden geregeld in afzonderlijke besluiten, die ertoe dienen de bepalingen van de Zesde Richtlijn uit te voeren.

4.1.1. Eerste BTW–Richtlijn

Het gemeenschappelijk BTW–stelsel is opgezet bij de Eerste Richtlijn 6 , waarin het beginsel

waarop het stelsel berust, en de kenmerken van de BTW worden uiteengezet. De nadere voorschriften voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk stelsel zijn neergelegd in

de Zesde Richtlijn, die de Tweede Richtlijn 7 heeft vervangen.

Deze twee Richtlijnen zijn nauw met elkaar verbonden zodat het dienstig wordt geacht, als onderdeel van de codificatie van de Zesde Richtlijn, de nog resterende bepalingen van de Eerste Richtlijn in de herschikte tekst over te nemen. Door één enkel instrument te creëren, kan een beter overzicht worden gegeven van de bestaande BTW–wetgeving.

De artikelen 1 en 2 van de Eerste Richtlijn zijn overgenomen in artikel 1 van de herschikte tekst.

De artikelen 3, 4 en 6 van de Eerste Richtlijn zijn verouderd en zijn niet overgenomen in de herschikte tekst.

4.1.2. Andere BTW–Richtlijnen

Ook andere wetteksten maken deel uit van de communautaire BTW–wetgeving. Het betreft hier evenwel richtlijnen die hoofdzakelijk de tenuitvoerlegging van de diverse bepalingen van de Zesde Richtlijn tot doel hebben, en het werd daarom niet dienstig geacht deze besluiten in de herschikte tekst over te nemen.

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, onder d), van de Zesde Richtlijn verlenen de lidstaten vrijstelling voor de definitieve invoer van goederen waarvoor een andere douanevrijstelling geldt dan die bedoeld in het gemeenschappelijk douanetarief. Deze bepaling is thans opgenomen in artikel 140, onder b), van de herschikte tekst. Het toepassingsgebied van de vrijstelling is vastgesteld bij de

Richtlijnen 69/169/EEG i 8 , 78/1035/EEG i 9 en 83/181/EEG i 10 . Deze richtlijnen zijn niet in de herschikte

tekst opgenomen.

Niet in het binnenland of in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen hebben recht op teruggaaf van de BTW krachtens artikel 17, lid 4, van de Zesde Richtlijn. In de herschikte tekst is deze bepaling omgezet in artikel 165. De nadere voorschriften inzake teruggaaf zijn vastgesteld bij de

Richtlijnen 79/1072/EEG i 11 12 en 86/560/EEG i , die niet in de herschikte tekst zijn opgenomen.

6 Eerste Richtlijn 67/227/EEG i van de Raad van 11 april 1967 betreffende de harmonisatie van de

wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting (PB P 71 van 14.4.1967, blz. 1301/67).

7 Tweede Richtlijn 67/228/EEG i van de Raad van 11 april 1967 betreffende de harmonisatie van de

wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Structuur en wijze van toepassing van het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB P 71 van 14.4.1967,

blz. 1303/67).

8 Richtlijn 69/169/EEG i van de Raad van 28 mei 1969 inzake de harmonisatie van de wettelijke en

bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de vrijstellingen van omzetbelastingen en accijnzen die bij invoer worden geheven in het internationale reizigersverkeer (PB L 133 van 4.6.1969, blz. 6).

9 Richtlijn 78/1035/EEG i van de Raad van 19 december 1978 inzake de belastingvrijstellingen die van

toepassing zijn bij invoer van uit derde landen afkomstige kleine zendingen goederen zonder commercieel karakter (PB L 366 van 28.12.1978, blz. 34).

10 Richtlijn 83/181/EEG i van de Raad van 28 maart 1983 houdende bepaling van de werkingssfeer van

artikel 14, lid 1, sub d), van Richtlijn 77/388/EEG i met betrekking tot de vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde voor de definitieve invoer van bepaalde goederen (PB L 105 van

23.4.1983, blz. 38).

11 Richtlijn 79/1072/EEG i van de Raad van 6 december 1979 betreffende de harmonisatie van de

wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet in het binnenland gevestigde belastingplichtigen (PB L 331 van

27.12.1979, blz. 11).

4.1.3. Toetredingsakten

Wanneer nieuwe lidstaten tot de Gemeenschap toetreden, moeten zij het volledige communautaire acquis in acht nemen, met inbegrip van de Zesde Richtlijn. In sommige gevallen hebben zij evenwel afwijkingen bedongen, waardoor zij regels kunnen handhaven die afwijken van de Zesde Richtlijn. Ofschoon sommige afwijkingen al deel uitmaken van de

Zesde Richtlijn, zijn de meeste alleen opgenomen in de respectieve toetredingsakten 13 .

Ter wille van de duidelijkheid en de verstaanbaarheid dienen deze afwijkingen in de herschikte tekst te worden opgenomen.

Portugal mag op handelingen in de Azoren en Madeira lagere tarieven toepassen dan die welke op het vasteland gelden. Bij de toetreding werd deze afwijking opgenomen in artikel 12, lid 6, van de Zesde

Richtlijn. Zij bevindt zich thans in artikel 101 van de herschikte tekst.

Oostenrijk mag in de gemeenten Jungholz en Mittelberg een tweede normaal tarief toepassen, op voorwaarde dat dit tarief niet lager ligt dan 15%. Deze afwijking is opgenomen in artikel 100 van de

herschikte tekst.

Finland en Zweden mogen, onder bepaalde voorwaarden, bepaalde vrijstellingen met recht op aftrek van voorbelasting (nultarieven) blijven toepassen. Deze derogaties zijn opgenomen in artikel 107 van

de herschikte tekst.

Oostenrijk mag een verlaagd tarief blijven toepassen op restaurantdiensten. Het mag ook een verlaagd tarief toepassen op de productie van wijn vanaf de boerderij, op voorwaarde dat dit tarief niet lager

ligt dan 12%. Deze machtigingen zijn opgenomen in de artikelen 113 en 115 van de herschikte tekst.

Zweden mag toestaan dat BTW–aangiften worden ingediend drie maanden na het verstrijken van het directe–belastingjaar. De basis voor deze vereenvoudigingsmaatregel is voortaan opgenomen in

artikel 245 van de herschikte tekst.

Griekenland, Spanje, Portugal, Oostenrijk, Finland en Zweden mogen een vrijstelling van BTW toekennen aan kleine ondernemingen waarvan de omzet hoger ligt dan de in de Zesde Richtlijn vastgestelde maximumwaarde. De keuzemogelijkheid die aan deze lidstaten wordt verleend, is

voortaan opgenomen in artikel 280 van de herschikte tekst.

Oostenrijk en Finland mogen bepaalde handelingen die anderszins krachtens de Zesde Richtlijn zouden zijn vrijgesteld, blijven belasten. Deze afwijkingen zijn opgenomen in artikel 371, lid 1, en

artikel 372, lid 1, van de herschikte tekst.

Griekenland, Portugal, Oostenrijk, Finland en Zweden mogen vrijstelling blijven verlenen voor bepaalde handelingen die anderszins krachtens de Zesde Richtlijn zouden moeten worden belast. Deze afwijkingen zijn opgenomen in de artikelen 368 en 370, artikel 371, lid 2, artikel 372, lid 2, en

artikel 373 van de herschikte tekst.

Tsjechië, Estland, Cyprus, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, die in mei 2004 tot de Unie toetreden, hebben soortgelijke afwijkingen bedongen

die zijn opgenomen in de Toetredingsakte van 2003 14 . Voorzover deze afwijkingen geen

12 Richtlijn 86/560/EEG i van de Raad van 17 november 1986 betreffende de harmonisatie van de

wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet op het grondgebied van de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen

(PB L 326 van 21.11.1986, blz. 40).

13 Toetredingsakte van Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk (PB L 73 van 27.3.1972)

Toetredingsakte van Griekenland (PB L 291 van 19.11.1979) Toetredingsakte van Spanje en Portugal (PB L 302 van 15.11.1985) Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden (PB C 241 van 29.8.1994).

14 Toetredingsakte van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië

en Slowakije (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33).

tijdelijk maar een definitief karakter hebben, moeten zij in de herschikte tekst worden opgenomen. In de tekst dient ook rekening te worden gehouden met de diverse technische aanpassingen van de Zesde Richtlijn.

Om rekening te houden met de status van de zones die in Cyprus onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk vallen, zoals vastgelegd in het Verdrag betreffende de oprichting van de Republiek Cyprus, zijn bijzondere bepalingen vastgesteld ter zake van de fiscale behandeling van de levering van goederen en diensten aan en de invoer van goederen door de strijdkrachten van het Verenigd Koninkrijk die op Cyprus zijn gestationeerd. Deze bepalingen zijn opgenomen in artikel 8,

artikel 140, onder i), en artikel 147, lid 1, eerste alinea, onder e), van de herschikte tekst.

Tsjechië, Estland, Cyprus, Hongarije, Polen, Slovenië en Slowakije mogen als tijdelijke maatregel verlaagde tarieven toepassen of blijven toepassen op andere dan de in bijlage H van de Zesde Richtlijn vermelde leveringen van goederen en diensten. Deze maatregelen zijn opgenomen in de artikelen 119 en 120, artikel 121, lid 2, artikel 123, artikel 125, leden 2 en 5, en de artikelen 126 en 127 van de

herschikte tekst.

Polen mag als tijdelijke maatregel lagere verlaagde tarieven toepassen op bepaalde in bijlage H van de Zesde Richtlijn vermelde leveringen van goederen en diensten. Deze maatregelen zijn opgenomen in

artikel 125, leden 3 en 4, van de herschikte tekst.

Cyprus, Letland, Malta en Polen mogen onder bepaalde voorwaarden bepaalde vrijstellingen met recht op aftrek van voorbelasting (nultarieven) blijven toepassen. Deze afwijkingen zijn opgenomen in

artikel 121, lid 1, de artikelen 122 en 124, en artikel 125, lid 1, van de herschikte tekst.

Tsjechië, Estland, Cyprus, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije mogen een vrijstelling van BTW toekennen aan kleine ondernemingen waarvan de omzet hoger ligt dan de in de Zesde Richtlijn vastgestelde maximumwaarde. Bij de toetreding zal deze keuzemogelijkheid worden opgenomen in artikel 24 bis van de Zesde Richtlijn. Zij bevindt zich in artikel 280 van de

herschikte tekst.

Tsjechië, Estland, Cyprus, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije mogen vrijstelling blijven verlenen voor bepaalde handelingen die anderszins krachtens de Zesde Richtlijn zouden moeten worden belast. Deze afwijkingen zijn opgenomen in de artikelen 374 tot en met 383

van de herschikte tekst.

Ofschoon Hongarije en Slowakije een verlaagd tarief mogen blijven toepassen op de levering van aardgas en elektriciteit, betreft het hier slechts een overgangsmaatregel om deze landen de tijd te geven toestemming hiervoor te vragen overeenkomstig artikel 12, lid 3, onder b). van de Zesde Richtlijn. Deze maatregel verstrijkt derhalve één jaar na de toetreding en het zou niet passend zijn

dergelijke afwijkingen in de herschikte tekst op te nemen.

Cyprus en Letland mogen als tijdelijke maatregel bestaande vereenvoudigde procedures blijven toepassen tot maximaal één jaar na de datum van toetreding. Dit moet deze landen de tijd geven om een verzoek om een afwijking in te dienen overeenkomstig de procedure van artikel 27 van de Zesde

Richtlijn. Het zou niet passend zijn een dergelijke maatregel in de herschikte tekst op te nemen.

4.2. Schrapping van bepalingen

Bij de codificatie van wetteksten is het gangbare praktijk om bepalingen die verouderd zijn, niet meer worden toegepast of geen werking meer hebben te schrappen. Gelet op de techniek die in 1991 is gebruikt om de BTW–overgangsregeling in te voeren, dienen met name de bepalingen van de Zesde Richtlijn te worden geschrapt, die vervangen zijn al bleven zij van kracht.

4.2.1. Verouderde bepalingen

Diverse bepalingen van de Eerste en Zesde Richtlijn hebben geen werking meer en zijn bijgevolg verouderd.

Artikel 1 van de Eerste Richtlijn omvat hoofdzakelijk bepalingen die op de inwerkingtreding van de richtlijn zien. Deze bepalingen zijn van geen belang meer.

Artikel 3 van de Eerste Richtlijn bepaalt dat de Raad op voorstel van de Commissie de nadere voorschriften inzake het gemeenschappelijk BTW–stelsel moet vaststellen. Dit gebeurde bij de Tweede Richtlijn, die nadien door de Zesde Richtlijn werd vervangen. Deze bepaling is derhalve niet

langer nodig.

Artikel 4 van de Eerste Richtlijn heeft betrekking op de te nemen maatregelen voor de afschaffing van het belasten bij invoer en het ontlasten bij uitvoer. Dit resulteerde in de opheffing van de fiscale

grenzen, waarmee deze bepaling haar belang heeft verloren.

Artikel 6 van de Eerste Richtlijn is een slotbepaling en behoeft niet te worden overgenomen in de herschikte tekst.

Artikel 1 van de Zesde Richtlijn verplicht de lidstaten de richtlijn ten uitvoer te leggen. Deze verplichting blijft gelden zonder dat zij in de herschikte tekst behoeft te worden opgenomen.

Artikel 25, lid 11, van de Zesde Richtlijn heeft betrekking op de gemeenschappelijke forfaitaire regeling voor landbouwproducenten en omvat met name een herzieningsclausule volgens welke de Commissie na ten hoogste vijf jaar nieuwe voorstellen moet indienen om deze regeling aan te passen.

Aangezien wijzigingen niet noodzakelijk zijn gebleken, is deze bepaling achterhaald.

Artikel 28, lid 1, van de Zesde Richtlijn regelt de overgang van de Tweede Richtlijn naar de Zesde Richtlijn. Als overgangsbepaling heeft deze bepaling haar belang verloren.

Artikel 28, lid 1 bis, van de Zesde Richtlijn staat het Verenigd Koninkrijk toe tot en met 30 juni 1999 bijzondere regels toe te passen voor de vaststelling van de maatstaf van heffing ter zake van de invoer van kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten. Daar deze bepaling niet

langer geldt, is zij niet in de herschikte tekst overgenomen.

Artikel 28, lid 2, onder g), van de Zesde Richtlijn bepaalt dat de Commissie vóór 31 december 1994 een verslag moet indienen over de verlaagde tarieven die de lidstaten tijdens de overgangsperiode

mogen toepassen. De Commissie heeft een dergelijk verslag 15 gepresenteerd. Deze bepaling is

bijgevolg verouderd.

Artikel 28 duodecies van de Zesde Richtlijn staat de lidstaten toe tot 30 juni 1999 belastingvrije verkopen aan reizigers binnen de Unie te handhaven en artikel 16, lid 1, eerste alinea, B, eerste alinea, onder e), eerste streepje, in de versie van artikel 28 quater, E, geeft de lidstaten de mogelijkheid te voorzien in een stelsel van belastingentrepots voor de goederen bestemd voor dergelijke intracommunautaire reizigers. Daar deze bepalingen niet langer van toepassing zijn, zijn zij niet in de

herschikte tekst opgenomen.

Artikel 28 quindecies van de Zesde Richtlijn omvat bepaalde overgangsmaatregelen die zijn ingesteld met het oog op de interne markt, en artikel 28 septdecies introduceerde soortgelijke maatregelen voor de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden. De Toetredingsakte van 2003 breidt deze maatregelen uit tot Tsjechië, Estland, Cyprus, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije. De bepalingen van artikel 28 quindecies zijn nu al verouderd en dat zal ook het geval

zijn voor die van artikel 28 septdecies tegen de tijd dat dit voorstel is aangenomen.

Artikel 28 sexdecies, lid 4, van de Zesde Richtlijn staat Duitsland toe tot 30 juni 1999 bijzondere regelingen toe te passen voor de levering van kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten door belastingplichtige wederverkopers. Daar deze bepaling niet langer van toepassing

is, is zij niet in de herschikte tekst opgenomen.

15 Verslag van de Commissie aan de Raad overeenkomstig artikel 12, lid 4, en artikel 28, lid 2, onder g),

van de Zesde Richtlijn van de Raad van 17 mei 1977 (zoals gewijzigd) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – gemeenschappelijk stelsel van belasting over de

toegevoegde waarde: uniforme grondslag (COM(94) 584 def i. van 23.11.1994).

Artikel 31, lid 1, van de Zesde Richtlijn bepaalt dat de in de gehele richtlijn gebruikte munteenheid de Europese Rekeneenheid is. Met de invoering van de euro is deze bepaling overbodig geworden.

Bijlage G van de Zesde Richtlijn verduidelijkt wanneer lidstaten belastingplichtigen kunnen laten kiezen voor belastingheffing van handelingen die bij afwijking zijn vrijgesteld. Voor dergelijke gevallen zijn reeds de nodige bepalingen in de richtlijn zelf opgenomen, met name in artikel 28, lid 3,

onder c), van de Zesde Richtlijn. Deze bijlage is bijgevolg overbodig.

4.2.2. Dubbele bepalingen

Sommige bepalingen moeten, ofschoon zij nog altijd in werking zijn, toch als verouderd worden beschouwd. Dit is zo voor de algemene bepalingen van de Zesde Richtlijn die gedurende de overgangsregeling zijn vervangen door bepalingen die de inhoud ervan overnemen en aanvullen.

Deze algemene bepalingen blijven, ook al worden zij thans niet toegepast, toch van kracht. Dit betekent dat op dit ogenblik sommige bepalingen tweemaal zijn opgenomen. Deze bijzonderheid maakt het voor burgers en bedrijven steeds moeilijker de Zesde Richtlijn te gebruiken. Om een efficient instrument te ontwikkelen dat een duidelijk overzicht geeft van de huidige wetgeving, moeten de bepalingen die wel van kracht maar niet van toepassing zijn, uit de herschikte tekst worden geschrapt.

Het schrappen van deze dubbele reeks bepalingen heeft geen invloed op de huidige BTW– wetgeving en doet ook in generlei wijze afbreuk aan het definitieve stelsel van belastingheffing. De regeling voor de belastingheffing in het handelsverkeer tussen de lidstaten blijft een overgangsregeling die uiteindelijk moet worden vervangen door een definitieve regeling waarbij de levering van goederen en diensten worden belast in de lidstaat van oorsprong.

Artikel 16, lid 1, van de Zesde Richtlijn voorziet in vrijstelling in verband met entrepotstelsels. Deze bepaling wordt gedekt door artikel 16, lid 1, in de versie van artikel 28 quater, E, lid 1.

Artikel 17, leden 2, 3 en 4, van de Zesde Richtlijn omvat de regels inzake het ontstaan en de omvang van het recht op aftrek. Deze bepalingen worden gedekt door artikel 17, leden 2, 3 en 4, in de versie

van artikel 28 septies, lid 1.

In artikel 18, lid 1, van de Zesde Richtlijn is de wijze van uitoefening van het recht op aftrek geregeld. Deze bepaling wordt gedekt door artikel 18, lid 1, in de versie van artikel 28 septies, lid 2.

Artikel 21 van de Zesde Richtlijn noemt de tegenover de schatkist tot voldoening van de BTW gehouden personen. Deze bepaling wordt gedekt door artikel 21 in de versie van artikel 28 octies.

De verplichtingen die rusten op de tot voldoening van de BTW gehouden personen, zijn vastgesteld in artikel 22 van de Zesde Richtlijn. Deze bepaling wordt gedekt door artikel 22 in de versie van

artikel 28 nonies.

Artikel 25, leden 5 en 6, van de Zesde Richtlijn betreft de gemeenschappelijke forfaitaire regeling voor landbouwproducenten. Deze bepalingen worden gedekt door artikel 25, leden 5 en 6, in de versie

van artikel 28 undecies, lid 2.

4.2.3. Bepalingen die niet rechtstreeks met de BTW verband houden

De Zesde Richtlijn omvat sommige bepalingen die, ofschoon zij met het gemeenschappelijk BTW–stelsel verband houden, in wezen het systeem van eigen middelen betreffen. Ter wille van de duidelijkheid en de samenhang van het nieuwe instrument is het van essentieel belang dat in de herschikte tekst alleen bepalingen worden opgenomen die rechtstreeks betrekking hebben op het gemeenschappelijk BTW–stelsel. Daar de bepalingen betreffende de eigen middelen uit de BTW over het geheel genomen worden gedekt door de verordening inzake de

eigen middelen 16 , zijn deze bepalingen niet in de herschikte tekst opgenomen.

Artikel 25, lid 12, van de Zesde Richtlijn bepaalt dat lidstaten die de gemeenschappelijke forfaitaire regeling voor landbouwproducenten toepassen, een uniforme BTW–grondslag bepalen met het oog op de toepassing van de regeling inzake de eigen middelen en bijlage C omvat de gemeenschappelijke berekeningsmethode. Deze bepalingen worden gedekt door artikel 5, lid 2, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad, dat een rechtsgrondslag voor de correctie van

het forfaitaire percentage vormt.

Artikel 28, lid 2, onder a), tweede alinea, van de Zesde Richtlijn bepaalt dat de lidstaten de nodige voorzieningen treffen om de vaststelling van de eigen middelen te verzekeren met betrekking tot handelingen die in aanmerking komen voor vrijstelling of sterk verlaagde tarieven. Deze bepaling is

ook neergelegd in artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad.

4.3. Wijzigingen van de structuur

De huidige structuur van de Zesde Richtlijn laat veel te wensen over. Dit is niet alleen te wijten aan de toevoeging van bepalingen voor de duur van de overgangsperiode, maar ook aan het feit dat de bepalingen zelf doorgaans zeer lang zijn. Dit zijn problemen van structurele

aard die de herschikking heeft willen corrigeren 17 .

4.3.1. Overgangsbepalingen

Door de bepalingen van de overgangsregeling nagenoeg aan het einde te plaatsen, is de structuur van de Zesde Richtlijn gefragmenteerd. Dit strookt niet met de wijze waarop communautaire wetteksten behoren te worden opgebouwd. Om burgers en bedrijven in staat te stellen dergelijke besluiten goed te begrijpen, moeten deze een heldere en samenhangende structuur krijgen waarin gelijksoortijge bepalingen worden samengebracht.

Ofschoon de basisstructuur van de Zesde Richtlijn op zichzelf juist is, is deze aangetast door de wijzigingen die erin zijn aangebracht bij de invoering van de overgangsregeling. Wanneer de algemene bepalingen die thans niet worden gebruikt, worden geschrapt, lijkt het moeilijk voorstelbaar de overeenkomstige overgangsbepalingen op dezelfde plaats te laten staan, omdat dit de structuur onnodig zou compliceren. Zij zouden daarentegen op de plaats moeten komen van de bepalingen die zij vervangen, en dus in de basisstructuur moeten worden opgenomen.

Titel IX van de herschikte tekst stelt verscheidene vrijstellingen vast. In deze titel is opgenomen artikel 16, lid 1, in de versie van artikel 28 quater, E, lid 1, van de Zesde Richtlijn, dat artikel 16 vervangt. De vrijstelling voor handelingen die verband houden met douane– en belastingentrepots en

andere soortgelijke stelsels, is voortaan opgenomen in de artikelen 150 tot en met 156 en artikel 158.

Titel X van de herschikte tekst betreft de aftrek. Het ontstaan en de omvang van het recht op aftrek zijn vastgelegd in artikel 17, leden 2, 3 en 4, in de versie van artikel 28 septies, lid 1, van de Zesde Richtlijn, dat artikel 17, leden 2, 3 en 4, vervangt. Ook opgenomen zijn de bepalingen inzake de uitoefening van het recht op aftrek die zijn vastgesteld in artikel 18, lid 1, in de versie van artikel 28 septies, lid 2, van de Zesde Richtlijn. Deze bepalingen vervangen artikel 18, lid 1. Al deze

bepalingen zijn opgenomen in de artikelen 163, 164, 165 en 172.

16 Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve

uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9).

17 Zie met name richtsnoer 4 van het Akkoord van 1998 en punt 4 van de GPH.

Titel XI van de herschikte tekst omvat een aantal fiscale verplichtingen. In deze titel zijn opgenomen de regels betreffende de tot voldoening van de BTW gehouden personen, die zijn vastgesteld in artikel 21 in de versie van artikel 28 octies van de Zesde Richtlijn. Deze regels vervangen artikel 21. De andere verplichtingen, die zijn neergelegd in artikel 22 in de versie van artikel 28 nonies van de Zesde Richtlijn, zijn ook opgenomen. Zij vervangen de soortgelijke verplichtingen van artikel 22. Deze verplichtingen bevinden zich voortaan in de artikelen 186 tot en met 190, 192, 193, 195 tot en met 199, 201, 202, 204 tot en met 240, 242 tot en met 244, 246, 248 tot en met 251 en 253 tot en met

266.

Titel XII van de herschikte tekst omvat verscheidene bijzondere regelingen, waaronder de gemeenschappelijke forfaitaire regeling voor landbouwproducenten. Het gedeelte van die regeling dat is opgenomen in artikel 25, leden 5 en 6, van de Zesde Richtlijn is vervangen door artikel 25, leden 5 en 6, in de versie van artikel 28 undecies, lid 2. Deze bepalingen zijn opgenomen in de artikelen 293

tot en met 296.

Ter wille van de samenhang bestaat er geen reden het nog resterende gedeelte van de overgangsregeling achteraan de herschikte tekst te handhaven.

Titel I van de herschikte tekst stelt het voorwerp en het toepassingsgebied van de BTW vast. In deze titel opgenomen zijn de bepalingen van artikel 28 bis, leden 1, 1 bis en 2, en artikel 28 sexdecies, lid 1, onder g), van de Zesde Richtlijn, die het toepassingsgebied van de BTW hebben gewijzigd.

Deze bepalingen zijn opgenomen in de artikelen 3 en 4.

Titel III van de herschikte tekst betreft de belastingplichtigen. De bepalingen van artikel 28 bis, lid 4, eerste alinea, van de Zesde Richtlijn, die de lijst van belastingplichtigen aanvullen, zijn opgenomen in

artikel 10, lid 2.

In Titel IV van de herschikte tekst worden de verschillende belastbare handelingen opgesomd. De bepalingen inzake de overbrenging van een goed naar een andere lidstaat van artikel 28 bis, lid 5, van de Zesde Richtlijn, zijn erin opgenomen. Deze bepalingen bevinden zich in artikel 18. De bepalingen inzake de intracommunautaire verwerving van goederen van artikel 28 bis, leden 3, 6 en 7, van de Zesde Richtlijn, zijn ook opgenomen. Deze bepalingen bevinden zich voortaan in de artikelen 21 tot

en met 24.

Titel V van de herschikte tekst regelt de plaats van de belastbare handelingen. Hij omvat de bepalingen van artikel 28 ter, B, en artikel 28 sexdecies, lid 1, onder h), van de Zesde Richtlijn, die de plaats van levering van goederen wijzigen. Deze bepalingen bevinden zich voortaan in de artikelen 34 tot en met 36. Deze titel omvat voorts de bepalingen inzake de plaats van de intracommunautaire verwerving van goederen zoals neergelegd in artikel 28 ter, A, van de Zesde Richtlijn. Deze bepalingen bevinden zich in de artikelen 41 tot en met 43. Tot slot worden in deze titel de bepalingen opgenomen inzake de plaats van diverse diensten, die zijn neergelegd in artikel 28 ter, C tot en met F, van de Zesde Richtlijn. Deze bepalingen bevinden zich voortaan in de artikelen 45, 48 tot en met 51,

53 en 55.

In Titel VI van de herschikte tekst regelt het belastbare feit en de verschuldigdheid van de belasting. De bepalingen inzake de levering van goederen van artikel 28 quinquies, lid 4, van de Zesde Richtlijn zijn erin opgenomen en bevinden zich voortaan in artikel 67. Ook de bepalingen van artikel 28 quinquies, leden 1, 2 en 3, van de Zesde Richtlijn zijn in deze titel opgenomen. Deze bepalingen, die van toepassing zijn op de intracommunautaire verwerving van goederen, bevinden

zich voortaan in de artikelen 68 en 69.

Titel VII van de herschikte tekst betreft de maatstaf van heffing en omvat de thans in artikel 28 sexies, lid 2, van de Zesde Richtlijn opgenomen bepalingen inzake de overbrenging van goederen naar een andere lidstaat. Deze bepalingen bevinden zich voortaan in artikel 75. Deze titel omvat ook de bepalingen inzake de maatstaf van heffing voor de intracommunautaire verwerving van goederen. Deze bepalingen, die zich bevinden in artikel 28 sexies, lid 1, van de Zesde Richtlijn, zijn opgenomen

in de artikelen 80 en 81.

Titel VIII van de herschikte tekst omvat regels inzake tarieven, waaronder de bepalingen van artikel 28 sexies, leden 3 en 4, van de Zesde Richtlijn die betrekking hebben op aspecten die verband houden met de intracommunautaire verwerving van goederen. Deze bepalingen zijn opgenomen in de

artikelen 90 en 91.

Titel IX van de herschikte tekst voorziet in verschillende vrijstellingen. Opgenomen zijn de vrijstellingen van artikel 28 quater, A, B, C, D, artikel 28 quater, E, lid 3, en artikel 28 sexdecies, lid 1, onder h), van de Zesde Richtlijn, zoals de vrijstelling voor intracommunautaire handelingen. Deze bepalingen bevinden zich voortaan in de artikelen 135 tot en met 140. De vrijstellingen voor handelingen die verband houden met de stelsels van douane– en belastingentrepots van artikel 16, leden 1 bis en 2, zoals ingevoegd bij artikel 28 quater, E, leden 1 en 2, van de Zesde Richtlijn, zijn ook

in deze titel opgenomen en bevinden zich voortaan in de artikelen 157, 159 en 160.

Titel X van de herschikte tekst betreft de aftrek. De bepalingen van artikel 28 bis, lid 4, tweede en derde alinea, van de Zesde Richtlijn, die een beperkt recht van aftrek voor vervoermiddelen toestaan aan als belastingplichtige aangemerkte personen die nieuwe vervoermiddelen leveren, zijn in

artikel 166 opgenomen.

In Titel XII van de herschikte tekst zijn verscheidene bijzondere regelingen opgenomen, waaronder de regelingen voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten. In de overgangsperiode mogen de lidstaten overeenkomstig artikel 28 sexdecies, leden 1 en 2, van de Zesde Richtlijn een bijzondere regeling toepassen voor gebruikte vervoermiddelen. Deze bijzondere regeling is in de regeling voor gebruikte goederen opgenomen en de toepasselijke

bepalingen bevinden zich in de artikelen 318 tot en met 324.

4.3.2. Algemene bepalingen

De structuur van de algemene bepalingen is over het geheel genomen passend. Er zijn evenwel enkele uitzonderingen. Wanneer de structuur niet samenhangend is, is deze in de herschikte tekst herzien.

De bijzondere regelingen voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten bevinden zich in artikel 26 bis van de Zesde Richtlijn. Sommige bepalingen maken echter wegens hun aard geen integraal deel uit van deze regeling. Zij zijn daarom opgenomen onder de algemene bepalingen (zie de artikelen 4, 36 en 136 van de herschikte tekst). Dit is in overeenstemming met de werkwijze die in de bestaande tekst reeds is toegepast voor soortgelijke bepalingen betreffende de vrijstelling voor kleine ondernemingen en de gemeenschappelijke

forfaitaire regeling voor landbouwproducenten.

Gedurende de overgangsperiode kunnen de lidstaten een bijzondere regeling voor gebruikte vervoermiddelen blijven toepassen, op voorwaarde dat deze voldoet aan de voorwaarden van artikel 28 sexdecies, lid 1, van de Zesde Richtlijn. Zoals met de bijzondere regelingen voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten, zijn ook sommige bepalingen van deze regeling opgenomen onder de algemene bepalingen (zie de artikelen 4, 36 en 136 van de herschikte tekst). Voorts is besloten tot verplaatsing van de definitie van “gebruikte vervoermiddelen” die zich bevindt in artikel 28 sexdecies, lid 1, onder a) (zie artikel 3, lid 3, van de

herschikte tekst).

De invoer van goederen is een belastbare handeling in de lidstaat waar de goederen de Gemeenschap binnenkomen. Deze handelingen zijn onderworpen aan artikel 7 van de Zesde Richtlijn. In de herschikte tekst wordt deze bepaling bij de artikelen 5 en 6 van de Zesde Richtlijn, waarin wordt bepaald wat belastbare handelingen zijn, geplaatst. Door evenwel artikel 7 op te splitsen in meer artikelen, kunnen de regels voor de vaststelling van de plaats van invoer worden opgenomen in de titel waarin soortgelijke onderwerpen worden geregeld (zie de artikelen 60 en 61 van Titel V van de

herschikte tekst).

Artikel 19 van de Zesde Richtlijn regelt het pro rata voor de toepassing van de aftrek. Deze bepaling is nauw verbonden met artikel 17, lid 5, krachtens welk belastingplichtigen die zowel handelingen verrichten waarvoor recht op aftrek bestaat, als handelingen waarvoor geen recht op aftrek bestaat, slechts een gedeelte van de BTW mogen aftrekken. Deze bepalingen worden daarom dicht bij elkaar

geplaatst (zie de artikelen 167 tot en met 169 van de herschikte tekst).

4.3.3. Wijdlopige en complexe bepalingen

Vele bepalingen van de Zesde Richtlijn zijn overdreven lang, omdat zij elk een volledig deel van het geharmoniseerde BTW–stelsel regelen, wat vaak tot complexe bepalingen leidt. Dit is niet in overeenstemming met de richtsnoeren voor de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving, die voorschrijven dat te lange en onnodig ingewikkelde artikelen

moeten worden vermeden 18 . Het is niet noodzakelijk voor de interpretatie noch wenselijk voor

de duidelijkheid dat één enkel artikel een volledig aspect van de in een besluit neergelegde regels bestrijkt.

Het is verstandiger een groot aantal goed begrijpelijke artikelen ingedeeld in titels, hoofdstukken, afdelingen en onderafdelingen te verkiezen boven een kleiner aantal artikelen die langer zijn en daardoor verwarrend en moeilijk te gebruiken. In de herschikte tekst zijn ongeveer 50 lange artikelen omgewerkt tot ruim 400 veel kortere artikelen die gemakkelijker te lezen en te begrijpen zijn.

In artikel 26 bis van de Zesde Richtlijn wordt de bijzondere regeling voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten vastgesteld. De overgangsbepalingen van artikel 28 sexdecies breiden deze regelingen uit. Deze twee bepalingen, die beide zeer lang zijn, zijn opgesplitst in 29 afzonderlijke artikelen (zie de artikelen 304 tot en met 333

van de herschikte tekst).

De geharmoniseerde factureringsregels zijn ingevoerd bij Richtlijn 2001/115/EG i 19 ter vervanging van

artikel 22, lid 3, in de versie van artikel 28 nonies. Deze bepaling is op dit moment onderverdeeld in punten, maar in de huidige structuur is het onmogelijk gebleken de verschillende alinea’s te nummeren. Met tot wel tien ongenummerde alinea’s in artikel 22, lid 3, onder a), wordt het moeilijk de verschillende elementen van deze bepaling te identificeren. In de nieuwe structuur wordt dit probleem echter opgelost door deze elementen in verschillende artikelen op te splitsen (zie de

artikelen 209 tot en met 230 en 236 tot en met 240 van de herschikte tekst).

Waar de artikelen thans zijn opgenomen in afzonderlijke hoofdstukken, zijn zij in de herschikte tekst onderverdeeld in titels, hoofdstukken, afdelingen en onderafdelingen. Voorschriften met een homogene inhoud kunnen op deze manier worden gegroepeerd en begrijpelijker worden gemaakt.

Artikel 22 in de versie van artikel 28 nonies van de Zesde Richtlijn omvat de verschillende verplichtingen die de tot voldoening van de BTW gehouden personen moeten nakomen. Het gaat onder meer om de verplichting tot identificatie, facturering, het voeren van een administratie en het indienen van aangiften en lijsten. In de herschikte tekst is dit artikel omgewerkt tot meer dan zestig artikelen (zie de artikelen 198, 199, 201 en 202 alsmede de artikelen 204 tot en met 266 van de herschikte tekst). Deze artikelen zijn geordend in hoofdstukken en afdelingen. Deze structuur moet het

de gebruiker gemakkelijker maken zijn weg door de verschillende regels te vinden.

De tekst van de afzonderlijke artikelen is opgesplitst in goed begrijpelijke leden of alinea’s, die een samenhangende structuur hebben. Ter wille van deze structuur, moeten sommige bepalingen worden herhaald.

Artikel 22, lid 7, in de versie van artikel 28 nonies van de Zesde Richtlijn eist dat de lidstaten de nodige maatregelen treffen opdat de personen die worden geacht tot voldoening van de BTW te zijn gehouden in plaats van een niet in het binnenland gevestigde belastingplichtige, voldoen aan de

18 Zie punt 4 van de GPH.

19 Richtlijn 2001/115/EG i van de Raad van 20 december 2001 tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG i met

het oog op de vereenvoudiging, modernisering en harmonisering van de ter zake van de facturering geldende voorwaarden op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 15 van

17.1.2002, blz. 24).

verplichtingen inzake aangifte en betaling. Deze bepaling komt nu driemaal voor, namelijk bij de regelingen betreffende de wijze van betaling, betreffende aangiften en betreffende lijsten (zie de

artikelen 199, 248 en 260 van de herschikte tekst).

4.3.4. Aanpassingen van de tekst

De aanpassing van de structuur van de Zesde Richtlijn kan tot wijzigingen van de bestaande tekst leiden.

De herschikte tekst omvat een aantal bepalingen uit wijzigingsbesluiten. Om dergelijke bepalingen in de tekst te integreren, dient de formulering enigszins te worden aangepast.

De regels die zijn ingevoerd voor langs elektronische weg verrichte diensten, zijn overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2002/38/EG i van toepassing voor een periode van drie jaar met ingang van 1 juli 2003. Het tijdelijke karakter van deze regels moet worden verduidelijkt. De invoeging van artikel 4 in de tekst vereist een aanpassing van de formulering, zodat dit aspect duidelijk naar voren komt (zie

artikel 56, lid 3, artikel 57, lid 2, artikel 59, lid 2, en de artikelen 350 en 396 van de herschikte tekst).

Het ongewijzigd opnemen van bepalingen van de overgangsregeling in de basisstructuur kan de inhoud ervan veranderen. Om dit te vermijden, kan het nodig zijn de formulering te wijzigen.

Voor de levering van nieuwe vervoermiddelen in een andere lidstaat zijn bijzondere regels ingevoerd. In artikel 28 bis, lid 2, van de Zesde Richtlijn wordt een definitie van “vervoermiddel” gegeven en bepaald onder welke voorwaarden een vervoermiddel niet als nieuw wordt beschouwd. Dit komt neer op een definitie van een “nieuw vervoermiddel”. Ofschoon deze definitie voortaan onder de algemene bepalingen voorkomt, mag zij evenwel slechts van toepassing zijn op bepalingen die deel uitmaken van de overgangsregeling voor de belastingheffing in het handelsverkeer tussen de lidstaten. Dit wordt bewerkstelligd door artikel 28 bis, lid 2, te wijzigen in een definitie van nieuw vervoermiddel (zie

artikel 3, lid 2, van de herschikte tekst).

Wanneer bestaande bepalingen in kortere artikelen worden omgezet, dient de formulering vaak dienovereenkomstig te worden aangepast zonder aan de inhoud van de bepalingen te raken.

In artikel 4 van de Zesde Richtlijn wordt bepaald wie als belastingplichtige wordt beschouwd, namelijk ieder die, ongeacht op welke plaats, zelfstandig een economische activiteit verricht. De lidstaten kunnen ook als belastingplichtige aanmerken ieder die incidenteel een handeling verricht die betrekking heeft op een economische activiteit. Wanneer deze bepalingen in aparte artikelen worden ondergebracht, moet de formulering zo worden aangepast dat ieder artikel op zichzelf staat (zie de

artikelen 10 en 11 van de herschikte tekst).

Artikel 21 in de versie van artikel 28 octies van de Zesde Richtlijn bepaalt wie tot voldoening van de BTW is gehouden. Deze bepaling bestrijkt een hele reeks van situaties, die voortaan in afzonderlijke artikelen zijn opgenomen (zie de artikelen 186 tot en met 190 en de artikelen 192, 193, 195, 196 en 197 van de herschikte tekst). In de meeste van deze artikelen is de formulering aangevuld met

elementen uit de inleiding van artikel 21, lid 1.

Sommige artikelen omvatten elementen die zijn overgenomen uit andere bepalingen. Wanneer verschillende bepalingen worden gecombineerd, leidt dit tot wijzigingen in de formulering van een of meer van deze bepalingen.

De bijzondere regelingen voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten zijn opgenomen in artikel 26 bis van de Zesde Richtlijn. Wanneer goederen overeenkomstig deze regelingen aan de BTW zijn onderworpen, betekent dit dat intracommunautaire verwervingen krachtens artikel 26 bis, D, onder b), niet aan belasting zijn onderworpen. In plaats van deze bepaling als onderdeel van de bijzondere regeling zelf te handhaven, is zij in de desbetreffende bepaling opgenomen (zie artikel 4 van de herschikte tekst). De formulering is gewijzigd om deze

bepaling in te passen.

4.4. Inachtneming van de communautaire regels van wetgevingstechniek

Om de redactionele kwaliteit te garanderen, moeten communautaire wetgevingsbesluiten, in onderlinge overeenstemming tussen de instellingen, duidelijk, eenvoudig en nauwkeurig worden geredigeerd. De tekst moet gemakkelijk te begrijpen en beknopt zijn en mag bij de lezer geen twijfel laten bestaan. Deze richtsnoeren zijn bij de opstelling van de herschikte tekst gevolgd.

4.4.1. Duidelijke redactie

De bestaande tekst is niet altijd voldoende duidelijk. Het is van wezenlijk belang dat bepaalde aspecten van deze tekst worden verduidelijkt, opdat de herschikte tekst gemakkelijk te begrijpen is en geen enkele ondubbelzinnigheid bevat.

4.4.1.1. Aanpassing van de structuur

De structuur van zowel de artikelen als het besluit als geheel moet bijdragen tot helderheid van de tekst en moet tevens rekening houden met het meertalige karakter van de communautaire wetgeving. De bestaande bepalingen van de Zesde Richtlijn moesten aan deze

eisen worden aangepast 20 .

Bepalingen die bestaan uit een inleidende zin (aanhef) gevolgd door een lijst met punten, moeten zodanig worden geformuleerd dat het verband dat tussen deze aanhef en de punten van de lijst bestaat, duidelijk tot uiting komt en dat een kunstmatige afbreking van de aanhef

wordt vermeden 21 .

In artikel 18, lid 1, in de versie van artikel 28 septies, lid 1, van de Zesde Richtlijn worden de voorwaarden opgesomd waaraan een belastingplichtige moet voldoen om zijn recht op aftrek te kunnen uitoefenen. De inleiding is gewijzigd om duidelijk te maken dat, in ieder geval, de belastingplichtige aan bepaalde specifieke voorwaarden moet voldoen om de in rekening gebrachte

BTW te kunnen aftrekken (zie artikel 172 van de herschikte tekst).

Wanneer een gedeelte van een bepaling dat wordt geacht betrekking te hebben op alle punten in een lijst aan het einde van die bepaling wordt geplaatst, kan er onzekerheid ontstaan over de vraag of de afsluitende woorden van toepassing zijn op alle in de lijst genoemde situaties. Om deze dubbelzinnigheid op te heffen en om moeilijkheden in bepaalde talen te voorkomen, dient het knippen van de zin in twee stukken te worden vermeden.

Overeenkomstig artikel 9, lid 2, onder c), van de Zesde Richtlijn worden bepaalde diensten geacht te worden verleend op de plaats waar zij daadwerkelijk zijn verricht. Om te garanderen dat deze betekenis duidelijk tot uitdrukking komt, zijn de afsluitende woorden in de inleidende formule

opgenomen (zie artikel 52 van de herschikte tekst).

Een belastingplichtige heeft overeenkomstig artikel 26 ter, D, lid 1, van de Zesde Richtlijn recht op aftrek van de verschuldigde of betaalde BTW ter zake van door hem afgenomen of verworven beleggingsgoud of van bepaalde diensten die betrekking hebben op goud. Dit recht op aftrek geldt evenwel slechts voorzover de latere levering van dit goud door de belastingplichtige onder de bijzondere regeling is vrijgesteld. Deze voorwaarde geldt voor de drie genoemde gevallen en dit wordt

20 Zie richtsnoeren 5 en 7 van het Akkoord van 1998 en de punten 5 en 7 van de GPH.

21 Zie punt 15.3 van de GPH.

verduidelijkt door dit element in de inleidende zin van de bepaling op te nemen (zie artikel 347 van de herschikte tekst).

Wanneer een bepaling een lijst van punten bevat, mag deze lijst niet worden onderbroken door zelfstandige zinnen of alinea’s, om moeilijkheden bij de aanhaling van de betrokken bepaling te voorkomen, en om een logischer opeenvolging mogelijk te maken. De lijst van punten moet samen met de inleidende zin de eigenlijke bepaling vormen; preciseringen of

details die betrekking hebben op de punten dienen pas daarna te komen 22 .

Overeenkomstig artikel 11, A, lid 2, van de Zesde Richtlijn moeten in de maatstaf van heffing voor een levering van goederen of diensten belastingen, rechten en heffingen alsook bijkomende kosten worden opgenomen. De lidstaten mogen uitgaven die bij afzonderlijke overeenkomst zijn geregeld, als bijkomende kosten beschouwen. Deze op zichzelf staande zin is lager geplaatst en vormt nu een

afzonderlijke alinea (zie artikel 77, tweede alinea, van de herschikte tekst).

Artikel 13, A, lid 1, onder o), van de Zesde Richtlijn voorziet in vrijstelling van diverse activiteiten van algemeen belang, waaronder de levering van goederen en diensten door organisaties wier fondsenwervende activiteiten zijn vrijgesteld. De lidstaten kunnen onder meer een beperking opleggen aan het aantal activiteiten of het bedrag van de opbrengsten waarvoor recht op vrijstelling bestaat. Deze op zichzelf staande zin mag geen deel uitmaken van de lijst van vrijstellingen en is daarom in

een afzonderlijk lid ondergebracht (zie artikel 129, lid 2, van de herschikte tekst).

Aangezien streepjes niet onmiddellijk herkenbaar zijn, leiden zij tot specifieke moeilijkheden. Het gebruik van streepjes moet dus worden vermeden en de onderdelen van een opsomming

moeten daarom met een nummer of letter worden geïdentificeerd 23 .

De overbrenging van goederen naar een andere lidstaat moet overeenkomstig artikel 28 bis, lid 5, van de Zesde Richtlijn met een levering van goederen worden gelijkgesteld. Dit geldt niet voor iedere overbrenging van goederen: bepaalde gevallen zijn uitdrukkelijk uitgesloten. Waar deze gevallen vroeger met streepjes werden opgesomd, zijn zij thans geïdentificeerd met letters (zie artikel 18, lid 2,

van de herschikte tekst).

Op een factuur moeten voor BTW–doeleinden bepaalde gegevens worden vermeld. Deze gegevens zijn opgesomd in de artikel 22, lid 3, onder b), eerste alinea, in de versie van artikel 28 nonies van de Zesde Richtlijn. De streepjes zijn nu evenwel vervangen door een genummerde lijst (zie artikel 217

van de herschikte tekst).

De aanbevolen praktijk bestaat erin technische voorschriften of gegevens in een bijlage op te nemen. Wettelijke bepalingen daarentegen horen niet in een bijlage thuis en moeten een plaats

krijgen in het dispositief 24 .

Overeenkomstig de artikel 12, lid 3, onder a), derde alinea, van de Zesde Richtlijn mogen de lidstaten een of twee verlaagde tarieven toepassen. In bijlage H is bepaald dat de gecombineerde nomenclatuur mag worden gebruikt voor de vaststelling van de juiste omschrijving van categorieën van goederen die onder een dergelijk tarief vallen. Deze bepaling hoort niet thuis in een bijlage en is opgenomen in het

dispositief (zie artikel 95, lid 3, van de herschikte tekst).

4.4.1.2. Beperking van het gebruik van verwijzingen

Verwijzingen naar artikelen of andere besluiten moeten tot het minimum worden beperkt 25 .

Alles is daarom gedaan om het aantal verwijzingen te verminderen. Tot op zekere hoogte is dit doel bereikt door verwijzingen te schrappen. Wanneer dit niet mogelijk was, zijn de

22 Zie punt 15.3 van de GPH.

23 Zie richtsnoer 15 van het Akkoord van 1998.

24 Zie richtsnoer 22 van het Akkoord van 1998.

25 Zie richtsnoer 16 van het Akkoord van 1998 en punt 16 van de GPH.

verwijzingen vervangen door de weergave van de betrokken bepaling of zijn zij nader gepreciseerd.

Ook al houden zij hun nut (schrapping ervan zou tot nog langere en ingewikkelder besluiten leiden en houdt gevaren in die verband houden met het overnemen van bepalingen uit andere besluiten) moeten verwijzingen naar andere besluiten zowel mogelijk worden vermeden. Dit geldt te meer voor verwijzingen naar ingetrokken besluiten.

Overeenkomstig artikel 28, lid 2, onder a), van de Zesde Richtlijn mogen de lidstaten vrijstellingen met recht op aftrek van voorbelasting blijven toepassen. Deze vrijstellingen mogen alleen worden gehandhaafd indien zij in overeenstemming zijn met het Gemeenschapsrecht en voldoen aan de voorwaarden in het laatste streepje van artikel 17 van de Tweede Richtlijn. In plaats van te verwijzen naar een richtlijn die al lang geleden is ingetrokken, zijn de desbetreffende voorwaarden, namelijk dat deze vrijstellingen moeten zijn vastgesteld om duidelijk omschreven redenen van maatschappelijk belang en ten behoeve van de eindverbruikers, in de tekst zelf opgenomen (zie artikel 106 van de

herschikte tekst).

De levering van goederen die door of voor rekening van de koper worden verzonden of vervoerd buiten de Gemeenschap, is overeenkomstig artikel 15, punt 2, van de Zesde Richtlijn vrijgesteld. Wanneer deze goederen deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers, geldt de vrijstelling alleen onder bepaalde voorwaarden. Eén van de voorwaarden is dat de waarde van de levering een bepaald bedrag overschrijdt. Dit bedrag is vastgesteld overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Richtlijn 69/169/EEG i. In plaats van deze verwijzing wordt het mechanisme waarnaar wordt verwezen,

in de tekst zelf opgenomen (zie artikel 143 van de herschikte tekst).

Het is niet altijd mogelijk noch wenselijk verwijzingen naar andere besluiten te schrappen. Wanneer wordt verwezen naar een specifieke situatie die verband houdt met een ander besluit, kan het nodig zijn die verwijzing te handhaven.

Krachtens de artikel 24, lid 2, onder a), eerste alinea, van de Zesde Richtlijn mogen de lidstaten die gebruik hebben gemaakt van de in artikel 14 van de Tweede Richtlijn bedoelde bevoegdheid voor kleine ondernemingen vrijstellingen of degressieve verminderingen van de belasting in te voeren, deze handhaven. Met deze verwijzing worden de lidstaten geïdentificeerd die destijds van deze specifieke bepaling gebruik hebben gemaakt, en zij kan derhalve niet worden geschrapt (zie artikel 277 van de

herschikte tekst).

Definities moeten in het gehele besluit worden gerespecteerd. Gedefinieerde termen moeten op eenvormige wijze worden gebruikt en de inhoud ervan moet steeds in overeenstemming zijn met de vastgestelde definities. Zodra een term gedefinieerd is, is het derhalve overbodig nog een verwijzing naar de bepaling die de definitie bevat op te nemen. Dergelijke verwijzingen zijn in de herschikte tekst geschrapt.

Overeenkomstig de artikel 6, lid 1, eerste alinea, van de Zesde Richtlijn wordt als dienst beschouwd elke handeling die geen levering van goederen is in de zin van artikel 5. Aangezien een levering van goederen reeds is gedefinieerd, is deze verwijzing overbodig en zij is daarom geschrapt (zie artikel 25,

lid 1, van de herschikte tekst).

Evenzo is de verwijzing naar lid 5 en artikel 5 in artikel 28 bis, lid 7, van de Zesde Richtlijn geschrapt. Deze bepaling verwijst dus naar een levering van goederen zonder enige verdere verwijzing (zie

artikel 24 van de herschikte tekst).

De situatie is anders wanneer het niet gaat om algemene definities, maar om de definities die alleen voor een bijzondere regeling gelden. In dergelijke gevallen moet een verwijzing worden ingevoegd telkens wanneer de term elders in de tekst wordt gebruikt.

Wanneer de lidstaten verlaagde tarieven gebruiken, mogen zij overeenkomstig artikel 12, lid 3, onder c), eerste alinea, van de Zesde Richtlijn dit tarief toepassen op de invoer van kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten. Deze bepaling maakt deel uit van de bepalingen inzake de tarieven (zie artikel 99 van de herschikte tekst). Als zodanig zijn de definities betreffende de bijzondere regelingen voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten niet van toepassing. Om toepasselijk te zijn, dient een specifieke verwijzing naar de

definitie van deze voorwerpen te worden opgenomen (zie artikel 304 van de herschikte tekst).

Wanneer het niet mogelijk was verwijzingen te schrappen, is gepoogd deze door een tekst te vervangen.

Overeenkomstig de artikel 4, lid 4, tweede alinea, van de Zesde Richtlijn mogen lidstaten in het binnenland gevestigde personen als één belastingplichtige aanmerken, zij het onder voorbehoud van de raadpleging bedoeld in artikel 29 van de Zesde Richtlijn, d.i. de bepaling waarbij het BTW–comité wordt ingesteld. Deze mogelijkheid geldt dus alleen nádat het BTW–comité is geraadpleegd. Aangezien deze formulering voldoende duidelijk is, is er geen reden om de huidige verwijzing te handhaven (zie artikel 12 van de herschikte tekst). Deze wijziging is ook in andere bepalingen van de

herschikte tekst aangebracht.

Om te worden beschouwd als overgebracht naar een andere lidstaat, moeten goederen overeenkomstig artikel 28 bis, lid 5, onder b), van de Zesde Richtlijn worden vervoerd of verzonden buiten het in artikel 3 bedoelde grondgebied maar binnen de Gemeenschap. Het grondgebied waarnaar wordt verwezen, is dat van een lidstaat. Aangezien dit al is gedefinieerd, is de verwijzing geschrapt (zie artikel 18 van de herschikte tekst). In plaats daarvan wordt verduidelijkt dat de goederen worden vervoerd buiten het grondgebied van de lidstaat waar de goederen zich bevinden, maar binnen de

Gemeenschap.

Verwijzingen die niet kunnen worden geschrapt moeten zodanig worden geformuleerd, dat de kern van de bepaling waarnaar wordt verwezen, kan worden begrepen zonder raadpleging van de bepaling. Hiertoe moeten bepaalde bestaande verwijzingen worden verduidelijkt.

De intracommunautaire verwerving van goederen door een belastingplichtige, of door een niet– belastingplichtige rechtspersoon die als zodanig handelt, is onderworpen aan de BTW overeenkomstig artikel 28 bis, lid 1, onder a), eerste alinea, van de Zesde Richtlijn. Zij kunnen evenwel in aanmerking komen voor de afwijking die is neergelegd in artikel 28 bis, lid 1, onder a), tweede alinea, in welk geval alleen de verwerving van nieuwe vervoermiddelen en van accijnsproducten aan de BTW is onderworpen overeenkomstig artikel 28 bis, lid 1, onder b) en c). Dit zijn de situaties waarin de andere verwervingen van die belastingplichtige of niet–belastingplichtige rechtspersoon niet aan de BTW zijn onderworpen zoals thans is bepaald (zie bijvoorbeeld artikel 3, lid 1, onder b), punten ii) en iii), van de herschikte tekst).

In artikel 11, A, lid 1, van de Zesde Richtlijn is de maatstaf van heffing vastgesteld voor bepaalde handelingen. Andere handelingen vallen onder artikel 28 sexies, lid 2. In geen van beide gevallen wordt de aard van deze handelingen gespecificeerd. Om het onderscheid te kunnen maken tussen de verschillende situaties, is telkens de kern van de bepaling toegevoegd. Dit helpt de tekst begrijpelijker

te maken (zie de artikelen 72 tot en met 76 van de herschikte tekst).

Het opnemen van onderdelen van de bepaling waarnaar wordt verwezen, dient ter verduidelijking. Om de formulering te verduidelijken, volstaat het de kern van de betrokken bepaling toe te voegen. Het toepassingsgebied van de verwijzing wordt niet gewijzigd door het weglaten van enkele details, mits de kern juist wordt toegevoegd.

Artikel 10, lid 2, van de Zesde Richtlijn bepaalt wanneer het belastbare feit plaatsvindt en de belasting verschuldigd wordt. Het omvat een bijzondere bepaling met betrekking tot de levering van goederen die aanleiding geeft tot opeenvolgende afrekeningen of betalingen. Deze bepaling is niet van toepassing op de in artikel 5, lid 4, onder b), bedoelde leveringen waarbij het gaat om de huur van een goed gedurende een bepaalde periode of de koop en verkoop op afbetaling. Het feit dat niet alle details van de bepaling waarnaar wordt verwezen (zie artikel 15, lid 2, onder b), van de herschikte tekst) zijn

opgenomen, beperkt het toepassingsgebied van de verwijzing niet.

4.4.1.3. Een duidelijker formulering met een grotere samenhang

Een duidelijke formulering en een samenhangende terminologie zijn onontbeerlijk voor het begrip en de interpretatie van een wettekst. Samenhang wordt bereikt door voor dezelfde

begrippen dezelfde termen te gebruiken 26 .

De bestaande tekst is niet altijd volledig samenhangend. Om de samenhang te verbeteren, dient in sommige gevallen de formulering te worden aangepast.

In de bestaande tekst is de verwijzing naar de levering van goederen en diensten niet volledig samenhangend. Terwijl de Engelse versie samenhangend is, varieert de formulering in het Frans. Met het oog op de samenhang werd besloten dezelfde werkwijze te hanteren als in de Engelse versie. In de Franse versie (en andere versies) wordt nu verwezen naar “livraison de biens” en “prestation de services” (zie bijvoorbeeld de artikelen 15 en 25 van de herschikte tekst). Dit komt overeen met het

gebruik van “supply of goods” en “supply of services” in de Engelse versie.

In artikel 28 ter, C, D, E en F, van de Zesde Richtlijn worden bijzondere regels vastgesteld inzake de plaats van diverse door tussenpersonen verrichte diensten. Ofschoon deze regels in wezen dezelfde zijn, is de formulering verschillend. Alle inconsistenties zijn geëlimineerd (zie de artikelen 48, 50, 54

en 55 van de herschikte tekst).

Het aanbrengen van wijzigingen in de bestaande tekst kan de samenhang verstoren. Wanneer wijzigingen worden aangebracht, is het mogelijk dat zij slechts op een gedeelte van de Zesde Richtlijn betrekking hebben. Het gebrek aan een algemeen overzicht leidt soms tot een onsamenhangende terminologie.

Als onderdeel van de bijzondere regeling voor beleggingsgoud kunnen de lidstaten krachtens artikel 26 ter, G, lid 1, van de Zesde Richtlijn nalaten de vrijstelling toe te passen voor specifieke handelingen in beleggingsgoud. Deze mogelijkheid geldt niet voor intracommunautaire leveringen. Deze term is echter niet gedefinieerd noch algemeen gangbaar. Om de samenhang met de elders gebruikte formulering te garanderen, is het passender te verwijzen naar de levering van goederen

onder de voorwaarden van artikel 28 ter, A (zie artikel 344 van de herschikte tekst).

4.4.1.4. Onderlinge aanpassing van taalversies

Het is van essentieel belang dat de elf verschillende taalversies onderling niet uiteenlopen, omdat discrepanties tussen de verschillende taalversies, die alle authentiek zijn, een bron van onzekerheid kunnen vormen.

Overeenkomstig artikel 9, lid 2, onder e), van de Zesde Richtlijn worden bepaalde diensten die worden verleend aan een belastingplichtige in een andere lidstaat, geacht te worden verricht op de plaats waar de ontvanger is gevestigd. Hiertoe behoren ook de diensten van tussenpersonen die bemiddelen bij het verlenen van diensten die onder deze bepaling vallen. De Engelse versie verwijst in dit geval naar “agents who act in the name and for the account of another, when they procure for their principal the services”. Dit komt niet overeen met de elders gebruikte formulering. Andere taalversies zijn wel samenhangend. Om dezelfde samenhang te garanderen, wordt nu verwezen naar “intermediaries who act in the name and on behalf of other persons where they take part in the supply

of services” (zie artikel 56, lid 1, onder l), van de herschikte tekst).

Artikel 13, A, lid 1, onder a), van de Zesde Richtlijn voorziet in vrijstelling van de door openbare postdiensten verrichte diensten, met uitzondering van personenvervoer en telecommunicatiediensten. In de Duitse versie wordt hier verwezen naar “Fernmeldewesen” terwijl elders in de tekst naar dergelijke diensten wordt verwezen als “Telekommunikationsdienstleistungen”. Om in overeenstemming te zijn met de andere taalversies, dient dezelfde term te worden gebruikt, waarbij de

laatste de meest passende is (zie artikel 129, lid 1, onder a), van de herschikte tekst).

26 Zie richtsnoer 6 van het Akkoord van 1998 en punt 6 van de GPH.

Bij de onderling aanpassing van de verschillende versies dient rekening te worden gehouden met taalspecifieke kenmerken. Wat in de ene taalversie passend is, is dat niet noodzakelijk in een andere.

In de Franse versie wordt een onderscheid gemaakt tussen “livraison de biens” en “prestation de services”. Dienovereenkomstig wordt verwezen naar de leverancier van goederen als “fournisseur” en naar de dienstverrichter als “prestataire”. De klant (afnemer) wordt “acheteur” genoemd wanneer goederen worden geleverd, en “preneur” (ontvanger) wanneer het om diensten gaat. In de Engelse versie wordt dit onderscheid niet gemaakt en is het ook niet nodig. Er kan immers worden volstaan met een verwijzing naar “supply of goods” en “supply of services”, waarbij de persoon die de handeling verricht, de “supplier” wordt genoemd, en de klant de “customer”, in plaats van – zoals vroeger gebeurde – te verwijzen naar de “purchaser and customer” (zie bijvoorbeeld artikel 72 van de

herschikte tekst).

4.4.2. Vereenvoudiging van de formulering

De tekst mag geen nutteloze of repetitieve elementen omvatten. Voorzover dit niet tot materiële wijzigingen leidt, is naar redactionele vereenvoudiging van de bepalingen gestreefd.

4.4.2.1. Verbetering van de structuur

De structuur van de bestaande bepalingen is niet altijd adequaat. Dit wordt nog duidelijker wanneer deze bepalingen tot kortere artikelen worden omgewerkt. Het is derhalve noodzakelijk geweest de structuur van sommige bepalingen aan te passen.

Bepaalde zeer ingewikkelde bepalingen moeten zodanig worden opgebouwd dat zij gemakkelijk te lezen en te begrijpen zijn.

Overeenkomstig artikel 16, lid 2, van de Zesde Richtijn kunnen de lidstaten vrijstelling verlenen voor bepaalde handelingen die worden verricht met het oog op de uitvoer van goederen. De vele verschillende elementen van deze bepaling kunnen aan het begrip ervan in de weg staan. Het kiezen van een structuur waarbij deze handelingen afzonderlijk worden opgesomd, leidt tot een beter begrip

van deze bepaling (zie artikel 159 van de herschikte tekst).

Eenvoudige bepalingen zijn bepalingen zonder herhalingen. De structuur van sommige bepalingen is gewijzigd om herhaling van elementen te voorkomen.

Overeenkomstig artikel 12, lid 1, van de Zesde Richtlijn is het op belastbare handelingen toe te passen tarief het tarief dat van kracht is op het tijdstip waarop het belastbare feit plaatsvindt. In sommige gevallen is het toe te passen tarief evenwel het tarief dat van kracht is wanneer de belasting verschuldigd wordt. Ter vereenvoudiging van de structuur zijn alle gemeenschappelijke elementen opgenomen in de inleidende zin in plaats van deze in elk afzonderlijk geval te herhalen (zie artikel 90,

tweede alinea, van de herschikte tekst).

De in de artikelen 13, 14 en 15 van de Zesde Richtlijn neergelegde vrijstellingen, zijn van toepassing onverminderd andere communautaire bepalingen en onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de lidstaten om een juiste en eenvoudige toepassing van de betreffende vrijstellingen te verzekeren en alle fraude, ontwijking en misbruik te voorkomen. Dit geldt op overeenkomstige wijze voor de vrijstellingen in artikel 28 quater, A tot en met D. Om herhaling te voorkomen, is deze inleidende zin

nu als een algemene bepaling opgenomen (zie artikel 128 van de herschikte tekst).

4.4.2.2. Bondige inhoud

Ter wille van de bondigheid dienen overbodige elementen in de bepalingen te worden geschrapt.

Overeenkomstig artikel 11, B, lid 1, van de Zesde Richtlijn is de maatstaf van heffing bij de invoer van goederen de douanewaarde. Invoer ziet evenwel niet alleen op de binnenkomst in de Gemeenschap van goederen die niet in het vrije verkeer zijn, maar ook op de binnenkomst van goederen in het vrije verkeer, wanneer deze goederen uit een derdelandsgebied komen dat deel uitmaakt van het douanegebied. De definitie van de invoer van goederen dekt beide gevallen. Het is derhalve overbodig apart te verwijzen naar de invoer van goederen in het vrije verkeer (zie artikel 82

van de herschikte tekst).

Wanneer een bepaling afwijkt van een andere bepaling, wordt dit uitdrukkelijk vermeld. In vele gevallen is een dergelijke verwijzing niet noodzakelijk. Een voorbeeld hiervan is artikel 11, B, lid 6, van de Zesde Richtlijn. De lidstaten die op 1 januari 1993 geen verlaagd tarief toepasten, kunnen bepalen dat bij de invoer van kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten de maatstaf van heffing gelijk is aan een gedeelte van de overeenkomstig de gewone regels vastgestelde maatstaf van heffing. Aangezien het duidelijk is dat deze bepaling op een bijzondere situatie ziet, is

het overbodig te vermelden dat dit een afwijkende regel is (zie artikel 86 van de herschikte tekst).

4.4.2.3. Duidelijker taal

Om iedere onzekerheid bij de lezer te vermijden, moet de tekst nauwkeurig zijn, wat vaak tot ingewikkelde teksten leidt. Het doel moet evenwel een tekst zijn die niet al te moeilijk te begrijpen is.

Wat de eenvoud betreft, kan de bestaande tekst in bepaalde gevallen worden verbeterd zonder dat aan de nauwkeurigheid ervan wordt geraakt. Het gaat hier om vereenvoudigingen in alle taalversies dan wel in één enkele taalversie.

Wanneer de bestaande tekst naar de verschillende lidstaten verwijst, wordt de volledige naam gebruikt. Als algemene regel geldt dat de verkorte benaming van de lidstaten moet worden gebruikt. De volledige, officiële naam mag alleen worden gebruikt wanneer besluiten betrekking hebben op afzonderlijke lidstaten, bijvoorbeeld wanneer op grond van artikel 27, afwijkingen van de Zesde

Richtlijn worden toegekend.

In de gehele tekst wordt verwezen naar belasting over de toegevoegde waarde. Het is evenwel eenvoudiger en volledig in overeenstemming met de praktijk van de afgelopen jaren om naar BTW te verwijzen, hoewel in sommige taalversies, zoals de Duitse, de verwijzing naar belasting over de

toegevoegde waarde toch moet worden gehandhaafd.

Wanneer de lidstaten een keuzemogelijkheid wordt gegeven, wordt in de Franse versie veelvuldig de formule “ont la faculté” gebruikt. Met een wijziging naar “peuvent” wordt de formulering

vereenvoudigd.

4.4.3. Nauwkeuriger formulering

De bestaande tekst ontbeert op sommige plaatsen nauwkeurigheid. Waar dit het geval is, is de tekst gewijzigd om iedere onzekerheid bij de lezer weg te nemen.

4.4.3.1. Accurate verwijzingen

Herschikking leidt er vaak toe dat de artikelen worden hernummerd. Dit is het geval wanneer bij latere wijzigingen nieuwe artikelen zijn ingevoegd, wat invloed heeft op de verwijzingen, die dienovereenkomstig moeten worden aangepast.

In de nieuwe structuur van de herschikte tekst worden leden en alinea’s van de bestaande artikelen afzonderlijke artikelen. Alle verwijzingen moeten daarom door nieuwe verwijzingen worden vervangen.

De bestaande verwijzingen zijn niet altijd accuraat of passend. Om ervoor te zorgen dat iedere nieuwe verwijzing voldoende nauwkeurig is, kunnen sommige aanpassingen noodzakelijk zijn.

Ter wille van de grootst mogelijke nauwkeurigheid zijn bepaalde verwijzingen slechts beperkt tot de relevante gedeelten van de bepaling waarnaar wordt verwezen.

Wanneer de werkzaamheden van publiekrechtelijke lichamen zijn vrijgesteld krachtens artikel 13 of 28 van de Zesde Richtlijn, kunnen de lidstaten deze werkzaamheden aanmerken als werkzaamheden die dergelijke lichamen als overheid verrichten. Nauwkeurig gezegd, dit zijn de vrijgestelde werkzaamheden die vallen onder artikel 13, A en B, en artikel 28, lid 3, onder b). Om deze reden is de verwijzing beperkt tot de artikelen 129, 132, 133 en 364 en de artikelen 367 tot en

met 383 (zie artikel 14 van de herschikte tekst).

Kruisverwijzingen (verwijzing naar een artikel dat terugverwijst naar de oorspronkelijke bepaling) en cascadeverwijzingen (verwijzing naar een bepaling die zelf naar een derde

bepaling doorverwijst) moeten worden vermeden 27 .

Artikel 11, A, lid 4, van de Zesde Richtlijn staat toe dat de lidstaten die op 1 januari 1993 geen verlaagde tarieven toepasten, de maatstaf van heffing voor de levering van kunstvoorwerpen verminderen. Deze bepaling wijkt af van artikel 11, A, leden 1, 2 en 3, terwijl anderzijds wordt bepaald dat de maatstaf van heffing gelijk is aan een gedeelte van het overeenkomstig diezelfde bepalingen vastgestelde bedrag. Aangezien er geen twijfel over bestaat dat deze bepaling afwijkt van artikel 11, A, leden 1, 2 en 3, is het niet nodig hiernaar te blijven verwijzen (zie artikel 79 van de

herschikte tekst).

Vereenvoudigingsmaatregelen zijn ingevoerd voor driehoekstransacties. Deze hebben invloed op de plaats van intracommunautaire verwerving van goederen. Dit volgt uit de artikel 28 ter, A, lid 2, derde alinea, van de Zesde Richtlijn. Deze maatregelen zijn echter alleen van toepassing indien de afnemer van de daaropvolgende levering overeenkomstig artikel 28 quater, E, lid 3, als de tot voldoening van de belasting gehouden persoon is aangewezen. Deze bepaling verwijst op haar beurt naar artikel 21, lid 1, onder c), dat de specifieke regels omvat inzake de betaling van de belasting door degene voor wie de levering is bestemd. Om een cascadeverwijzing te vermijden, wordt voortaan onmiddellijk

naar deze bepaling verwezen (zie artikel 43 van de herschikte tekst).

4.4.3.2. Nauwkeurige terminologie

Niet alle in de Zesde Richtlijn gehanteerde termen zijn voldoende nauwkeurig. Zij zijn vervangen door nauwkeuriger termen.

Overeenkomstig de artikel 28, lid 2, onder a), eerste alinea, van de Zesde Richtlijn mogen de lidstaten de op 1 januari 1991 geldende vrijstellingen met teruggaaf van voorbelasting handhaven. Dit zijn vrijstellingen met recht op aftrek. Ter wille van de nauwkeurigheid wordt in de herschikte tekst verwezen naar vrijstellingen met recht op aftrek van voorbelasting (zie artikel 106 van de herschikte

tekst).

Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van de Zesde Richtlijn komt het binnenland overeen met de werkingssfeer van het EG–Verdrag zoals die in artikel 227 voor elke lidstaat is omschreven. Wanneer naar het binnenland wordt verwezen, is het niet altijd duidelijk wat deze term dekt. Meestal wordt verwezen naar een specifieke lidstaat. Wanneer deze term echter op meer dan één lidstaat slaat, is hij niet nauwkeurig genoeg. Dit wordt geïllustreerd door de regels van artikel 21 in de versie van artikel 28 octies inzake de tot voldoening van de belasting gehouden persoon. Ter wille van de nauwkeurigheid is deze term vervangen door betere omschrijvingen, zoals de lidstaat van aankomst (zie artikel 18, lid 2, onder e), van de herschikte tekst), de lidstaat waarin de dienst belastbaar is (zie artikel 76 van de herschikte tekst), hun grondgebied (zie artikel 85 van de herschikte tekst), de lidstaat (zie artikel 91 van de herschikte tekst), de lidstaat waar de BTW verschuldigd is

27 Zie richtsnoer 16 van het Akkoord van 1998.

(zie artikel 187 van de herschikte tekst), de lidstaat waar de aangifte moet worden ingediend (zie artikel 243, onder b)), en de lidstaat waar de ontvanger is gevestigd (zie artikel 296, lid 2,

onder b)).

4.4.4. Actualisering van de tekst

De herschikking houdt in dat de Zesde Richtlijn door een nieuw richtlijn wordt vervangen. De tekst van deze richtlijn dient te worden geactualiseerd. Voorts dienen in sommige gevallen aanpassingen te worden doorgevoerd om materiële wijzigingen te vermijden.

4.4.4.1. Bijwerking van de bepalingen

Het is mogelijk dat bepalingen door de werkelijkheid zijn achterhaald. Daar de tekst moet aansluiten bij de werkelijke rechtstoestand, moeten dergelijke bepalingen worden bijgewerkt.

In artikel 7, lid 1, onder a), wordt de invoer van goederen gedefinieerd als het binnenkomen in de Gemeenschap van een goed dat niet voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 9 en 10 van het EEG–Verdrag of dat, als het onder het EGKS–Verdrag valt, zich niet in het vrije verkeer bevindt. De verwijzing naar het EGKS–Verdrag is geschrapt, omdat dit niet langer bestaat (zie artikel 31 van de

herschikte tekst).

4.4.4.2. Handhaving van de status–quo

De tekst ongewijzigd laten behoort niet altijd tot de mogelijkheden. Sommige wijzigingen zijn absoluut noodzakelijk om de status–quo te handhaven en inhoudelijke wijzigingen te vermijden.

Krachtens artikel 17, lid 6, van de Zesde Richtlijn moeten gemeenschappelijke regels inzake de beperking van het recht op aftrek worden vastgesteld. Tot dusver is dit niet gebeurd en de lidstaten mogen in de tussentijd iedere uitsluiting handhaven waarin hun nationale wetgeving ten tijde van de inwerkingtreding van de Zesde Richtlijn, namelijk 1 januari 1978, voorzag. Om te voorkomen dat deze keuzemogelijkheid wordt opgerekt, moet de huidige verwijzing worden vervangen door de precieze datum van inwerkingtreding. Aangezien de richtlijn voor de meeste lidstaten met een jaar vertraging is ingegaan, bestond de meest rationele oplossing erin te verwijzen naar 1 januari 1979. Aangezien deze bepaling ook van toepassing is op lidstaten die na die datum tot de Gemeenschap zijn toegetreden, werd verduidelijkt dat de scharnierdatum voor deze landen de dag van hun toetreding is

(zie artikel 170 van de herschikte tekst).

Om de overschakeling naar de Zesde Richtlijn te vergemakkelijken, staat artikel 28, lid 3, de toenmalige lidstaten toe als tijdelijke maatregel bepaalde afwijkingen te handhaven. De lidstaten die nadien tot de Gemeenschap zijn toegetreden, komen niet in aanmerking voor de in de in bijlagen E en F genoemdt afwijkingen. Zij moeten soortgelijke afwijkingen bij hun toetreding hebben bedongen. Deze worden in de herschikte tekst opgenomen naast de afwijkingen die krachtens de Zesde Richtlijn worden verleend. Tegelijkertijd wordt het noodzakelijke onderscheid ingevoerd tussen de bepalingen waarvoor alleen de lidstaten in aanmerking komen die lid waren van de Gemeenschap op 1 januari 1978 (zie de artikelen 363 tot en met 367 van de herschikte tekst), en andere bepalingen (zie de

artikelen 368 tot en met 383 van de herschikte tekst).

4.4.5. Herziening van de taalversies

Om te vermijden dat inhoudelijke wijzigingen worden aangebracht, moet bij de revisie van de tekst met grote omzichtigheid te werk worden gegaan.

De kwaliteit van de taalversies die tot stand kwamen bij de toetreding van nieuwe lidstaten, laat soms te wensen over. De herschikking biedt de mogelijkheid de terminologie van de tekst grondig te bezien en zo nodig te verbeteren.

Dit betreft hoofdzakelijk de Zweedse en de Finse taalversie waarvan de terminologie is herzien. Ook zijn wijzigingen aangebracht in de Spaanse en de Portugese versie. Deze wijzigingen hebben ten doel deze versies op hetzelfde niveau te brengen als de andere taalversies, zonder de betekenis van de tekst

te veranderen.

De tekst dateert van 1977 en het is duidelijk dat ook de taal zelf sindsdien wijzigingen kan hebben ondergaan. In de herschikte tekst moet met dergelijke wijzigingen rekening worden gehouden.

Het Nederlands en het Duits hebben in het nabije verleden een spellingshervorming ondergaan en de desbetreffende wijzigingen zijn in de Nederlandse en de Duitse versie van de herschikte tekst

aangebracht.

Sommige termen in de Deense versie zijn verouderd. In een poging de tekst te moderniseren, zijn meer hedendaagse termen gebruikt. Zo werd bijvoorbeeld “goder” vervangen door “varer” en “tjenesteydelser” door “ydelser”. Dit zijn wijzigingen die in generlei wijze de inhoud van de tekst

raken.

  • 5. 
    M ATERIELE W IJZIGINGEN

De meeste wijzigingen van de tekst zijn niet materieel. Enkele wijzigingen daarentegen, die inherent zijn aan de herschikking, beïnvloeden de inhoud van de tekst in geringe mate.

In artikel 33, lid 2, van de Zesde Richtlijn worden de aan de accijns onderworpen producten gedefinieerd. Deze definitie omvat minerale oliën, alcohol en alcoholische dranken, en tabaksfabrikaten. Om de definitie dynamisch te maken, is de formulering zodanig aangepast dat zij nu producten dekt die aan de geharmoniseerde accijns zijn onderworpen (zie artikel 2, punt 1, van de herschikte tekst). Dit zijn de accijnsproducten die onder het Gemeenschapsrecht vallen, wat betekent dat toekomstige wijzigingen op accijnsgebied zich ook zullen uitstrekken tot de BTW–wetgeving. Dit

is belangrijk om te vermijden dat BTW– en accijnsvoorschriften gaan uiteenlopen.

De factureringsregels dekken verschillende aspecten die verband houden met de elektronische toezending en bewaring van facturen. In artikel 22, lid 3, onder e), eerste alinea, in de versie van artikel 28 nonies van de Zesde Richtlijn, is gedefinieerd wat onder “elektronisch” moet worden verstaan, uitgaande van de definities in Richtlijn 98/48/EG i van het Europees Parlement en de Raad van 20 juli 1998 tot wijziging van Richtlijn 98/34/EG i betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften. De plaatsing van deze definitie aan het begin van de nieuwe tekst (zie artikel 2, punt 2, van de herschikte tekst) is in overeenstemming met de wijze waarop communautaire wetgeving dient te worden gestructureerd. De definitie wordt dus uitgebreid tot andere bepalingen van de richtlijn, met name die welke betrekking hebben op langs elektronische weg verrichte diensten. Zelfs als dit als een materiële wijziging zou kunnen worden beschouwd, is het moeilijk voorstelbaar dat aan deze term een andere betekenis kan worden gegeven dan die welke hij in

de communautaire wetgeving al heeft gekregen.

Wanneer goederen worden geleverd aan boord van een vervoermiddel, is de plaats van levering overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder c), van de Zesde Richtlijn de plaats van vertrek van het vervoer. Er bestaan geen gemeenschappelijke regels inzake de plaats van belastingheffing van goederen die worden geleverd voor verbruik aan boord. De Commissie had voor 30 juni 1993 een verslag moeten opstellen, maar dat is nooit gebeurd. Ondertussen mogen de lidstaten vrijstelling verlenen of blijven verlenen voor dergelijke leveringen, maar alleen tot een bepaalde datum. Ook al hangt deze bepaling samen met de voorgenomen vaststelling van gemeenschappelijke regels, toch kan zij op dit ogenblik niet worden verlengd na de vastgestelde datum. Aangezien de Commissie echter nog geen voorstel heeft ingediend, zijn er nog altijd lidstaten die deze bepaling gebruiken. Om deze situatie recht te zetten, wordt voorgesteld deze keuzemogelijkheid te handhaven totdat de nieuwe wetgeving is

aangenomen (zie artikel 38, lid 3, van de herschikte tekst).

Wanneer telecommunicatiediensten worden verleend door een buiten de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige aan een in de Gemeenschap gevestigde niet–belastingplichtige, hanteren de lidstaten overeenkomstig artikel 9, lid 4, van de Zesde Richtlijn het criterium van het werkelijke gebruik of de werkelijke exploitatie. Deze bepaling is tijdelijk vervangen door een versie waaronder

zowel telecommunicatiediensten als radio– en televisieomroepdiensten vallen. In deze nieuwe versie zijn de begrippen “buiten de Gemeenschap gevestigde dienstverrichter” en “in de Gemeenschap gevestigde niet–belastingplichtige” verfijnd. Met een terugkeer naar de oorspronkelijke bepaling zou deze precisering verloren gaan, ook al is dit volgens de lidstaten niet de bedoeling. Om deze situatie recht te zetten, is de bepaling dienovereenkomstig aangepast (zie artikel 59 van de herschikte tekst).

Overeenkomstig artikel 13, B, onder e), van de Zesde Richtlijn verlenen de lidstaten vrijstelling voor de levering, tegen de nominale waarde, van postzegels die frankeerwaarde hebben in het binnenland. Om in overeenstemming te zijn met het Gemeenschapsrecht, moeten postzegels die frankeerwaarde hebben in een andere lidstaat, ook worden vrijgesteld. Er wordt daarom niet langer gespecificeerd in welke lidstaat de postzegels frankeerwaarde hebben (zie artikel 132, lid 1, onder h), van de herschikte tekst). Ofschoon dit een wijziging is, zou dit alleen tot materiële wijzigingen leiden zodra postzegels over de grenzen heen worden verkocht.

De definitieve invoer van goederen waarvoor een andere douanevrijstelling geldt dan die bedoeld in het gemeenschappelijk douanetarief, is vrijgesteld overeenkomstig de artikel 14, lid 1, onder d), eerste alinea, van de Zesde Richtlijn. Voorts is bepaald dat de lidstaten de mogelijkheid hebben deze vrijstelling niet te verlenen indien de concurrentievoorwaarden er ernstig door kunnen worden verstoord. Nadien zijn evenwel uitvoeringsbesluiten aangenomen, zoals Richtlijn 83/181/EEG i, waarin het toepassingsgebied van deze vrijstelling wordt omschreven, met als gevolg dat de lidstaten niet langer een beroep kunnen doen op deze mogelijkheid. Zij is daarom geschrapt (zie artikel 140, onder b), van de herschikte tekst)

Om de in de overgangsregeling genoemde bedragen in de nationale munteenheid om te zetten, gebruiken de lidstaten overeenkomstig artikel 28 quaterdecies van de Zesde Richtlijn de omrekeningskoers geldend op 16 december 1991. Deze bepaling is slechts van belang voor lidstaten die geen deel uitmaken van de eurozone. Om alle lidstaten gelijk te behandelen, is de datum voor de omrekeningskoers aangepast naar de datum waarop is overgeschakeld op de euro. Deze datum geldt niet voor de nieuwe lidstaten. Om praktische redenen blijft voor deze landen de datum van de Toetredingsakte gelden (zie artikel 392 van de herschikte tekst).

Overeenkomstig artikel 34 van de Zesde Richtlijn dient de Commissie, na raadpleging van de lidstaten, om de twee jaar een verslag in bij de Raad over de werking van het gemeenschappelijk BTW–stelsel. Dit verslag wordt door de Raad aan het Europees Parlement gezonden. Wegens deze frequentie was deze verplichting evenwel moeilijk na te leven. De herschikte tekst bepaalt dat om de vier jaar een verslag wordt ingediend op basis van de van de lidstaten verkregen gegevens. Dit is in overeenstemming met soortgelijke bepalingen in andere communautaire besluiten (zie artikel 398 van de herschikte tekst).

2004/0079 (CNS) i

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van […]

betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 93,

Gezien het voorstel van de Commissie 28 ,

Gezien het advies van het Europees Parlement 29 ,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 30 ,

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s 31 ,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Richtlijn 77/388/EEG i van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de

toegevoegde waarde: uniforme grondslag 32 is herhaaldelijk en

ingrijpend gewijzigd. Ter wille van de duidelijkheid van de tekst dient tot herschikking van deze richtlijn te worden overgegaan en dienen de hiervoor noodzakelijke inhoudelijke wijzigingen te worden aangebracht.

(2) Bij deze herschikking moeten de nog toepasselijke bepalingen van

Richtlijn 67/227/EEG i van de Raad van 11 april 1967 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake

omzetbelasting 33 worden overgenomen. De genoemde richtlijn

dient bijgevolg te worden ingetrokken.

28 PB C […] van […] , blz. […] . 29 PB C […] van […] , blz. […] .

30 PB C […] van […] , blz. […] . 31 PB C […] van […] , blz. […] .

32 PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/15/EG i (PB L 52 van

21.2.2004, blz. 61).

33 PB P 71 van 14.4.1967, blz. 1301. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 77/388/EEG i.

1 ste overweging

(67/227/EEG)

Belang verloren

(3) Het verwezenlijken van de doelstelling een gemeenschappelijke 2 de overweging

markt in te stellen waarvan de kenmerken analoog zijn aan die van (67/227/EEG) een binnenlandse markt, vooronderstelt dat in de lidstaten

wetgevingen inzake omzetbelasting worden toegepast die de Aangepast

mededingingsvoorwaarden niet vervalsen en het vrije verkeer van goederen en diensten niet belemmeren.

(4) Het is derhalve in het belang van de gemeenschappelijke markt, 3 de overweging

door middel van een stelsel van belasting over de toegevoegde (67/227/EEG) waarde, hierna “BTW” genoemd, een harmonisatie van de

wetgevingen inzake omzetbelasting tot stand te brengen die ten doel Aangepast

heeft, de factoren die de mededingingsvoorwaarden zowel op nationaal als op communautair niveau zouden kunnen vervalsen, zoveel mogelijk uit te schakelen.

4 de overweging

(67/227/EEG)

Belang verloren

(5) Een BTW–stelsel verkrijgt de grootste mate van eenvoud en 5 de en 6 de overneutraliteit

 wanneer de belasting zo algemeen mogelijk wordt weging geheven en het toepassingsgebied ervan alle fasen van de productie (67/227/EEG) en de distributie, zomede het gebied van diensten omvat. Het is

derhalve in het belang van de gemeenschappelijke markt en van de Aangepast

lidstaten een gemeenschappelijk stelsel te aanvaarden dat eveneens op de kleinhandelsfase wordt toegepast.

(6) Het is noodzakelijk etappegewijs te werk te gaan, omdat de 7 de overweging

harmonisatie van de omzetbelastingen in de lidstaten tot (67/227/EEG) wijzigingen in hun belastingstructuur leidt en merkbare gevolgen

heeft op budgettair, economisch en sociaal terrein. Aangepast

(7) Het gemeenschappelijke BTW–stelsel moet – zelfs indien de 8 ste overweging

tarieven en vrijstellingen niet volledig worden geharmoniseerd – (67/227/EEG) leiden tot neutraliteit ten aanzien van de mededinging in die zin dat

binnen elke lidstaat op soortgelijke goederen en diensten dezelfde Aangepast

belastingdruk rust, ongeacht de lengte van de productie– en distributieketen.

9 de overweging

(67/227/EEG)

Belang verloren

1 ste overweging

(77/388/EEG)

Belang verloren

1 ste overweging

(78/583/EEG)

Belang verloren

2 de overweging

(78/583/EEG)

Belang verloren

3 de overweging

(78/583/EEG)

Belang verloren

(8) Krachtens Besluit 2000/597/EG i, Euratom van de Raad van 2 de overweging

29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van (77/388/EEG)

de Europese Gemeenschappen 34 wordt de begroting van de

Gemeenschappen, onverminderd de andere ontvangsten, in haar geheel gefinancierd uit de eigen middelen van de Gemeenschappen. Deze middelen omvatten onder meer de ontvangsten uit de BTW, verkregen door toepassing van een gemeenschappelijk percentage op een grondslag die op uniforme wijze volgens communautaire voorschriften wordt vastgesteld.

3 de overweging

(77/388/EEG)

Belang verloren

4 de overweging

(77/388/EEG)

Belang verloren

1 ste overweging

(91/680/EEG)

Belang verloren

2 de overweging

(91/680/EEG)

Belang verloren

34 PB L 253 van 7.10.2000, blz. 42.

3 de overweging

(91/680/EEG)

Belang verloren

4 de overweging

(91/680/EEG)

Belang verloren

(9) Gedurende een overgangsperiode moeten de intracommunautaire 10 de overweging

handelingen die worden verricht door andere belastingplichtigen (91/680/EEG) dan vrijgestelde belastingplichtigen, in de lidstaten van bestemming

worden belast op basis van de tarieven en voorwaarden van die Aangepast

lidstaten.

(10) Gedurende deze overgangsperiode moet in de lidstaten van 11 de verweging

bestemming eveneens belasting worden geheven, op basis van de (91/680/EEG) tarieven en voorwaarden van die lidstaten, op de

intracommunautaire verwervingen die voor een bepaald bedrag Aangepast

worden verricht door vrijgestelde belastingplichtigen of door niet– belastingplichtige rechtspersonen, alsmede op bepaalde intracommunautaire afstandsverkopen en leveringen van nieuwe vervoermiddelen aan particulieren of aan vrijgestelde of niet– belastingplichtige lichamen, voorzover deze handelingen, bij gebreke van bijzondere bepalingen, de mededinging tussen de lidstaten ernstig zouden kunnen verstoren.

1 ste overweging

(80/368/EEG)

Belang verloren

2 de overweging

(80/368/EEG)

Belang verloren

(11) Om redenen die verband houden met hun geografische, 3 de overweging

economische en sociale positie, dienen bepaalde grondgebieden te (80/368/EEG) worden uitgesloten van de werkingssfeer van deze richtlijn. Aangepast

4 de overweging

(80/368/EEG)

Belang verloren

5 de overweging

(91/680/EEG)

Belang verloren

1 ste overweging

(92/111/EEG)

Belang verloren

2 de overweging

(92/111/EEG)

Belang verloren

3 de overweging

(92/111/EEG)

Belang verloren

(12) Het begrip “belastingplichtige” moet zodanig worden gedefinieerd, 5 de overweging

dat de lidstaten, teneinde een betere belastingneutraliteit te (77/388/EEG) waarborgen, in staat worden gesteld hieronder personen te laten

vallen die incidenteel handelingen verrichten. Aangepast

9 de overweging

(95/7/EG)

Belang verloren

(13) Het begrip “belastbare handeling” kan leiden tot moeilijkheden, met 6 de overweging

name wat betreft de met belastbare handelingen gelijkgestelde (77/388/EEG) handelingen. Het is derhalve noodzakelijk deze begrippen nader te

omschrijven. Aangepast

12 de overweging

(92/111/EEG)

Belang verloren

13 de overweging

(92/111/EEG)

Belang verloren

14 de overweging

(92/111/EEG)

Belang verloren

15 de overweging

(92/111/EEG)

Belang verloren

16 de overweging

(92/111/EEG)

Belang verloren

1 ste overweging

(94/76/EEG)

Belang verloren

2 de overweging

(94/76/EEG)

Belang verloren

3 de overweging

(94/76/EEG)

Belang verloren

4 de overweging

(94/76/EEG)

Belang verloren

5 de overweging

(94/76/EEG)

Belang verloren

6 de overweging

(94/76/EEG)

Belang verloren

(14) Ter vergemakkelijking van het intracommunautaire verkeer op het 10 de overweging

terrein van bewerkingen van roerende lichamelijke zaken is het (95/7/EG) dienstig belastingregels terzake vast te stellen wanneer die

bewerkingen worden verricht voor ontvangers die voor BTW– Aangepast

doeleinden geïdentificeerd zijn in een andere lidstaat dan die waar de dienst daadwerkelijk wordt verricht.

(15) Het is dienstig vervoer dat binnen een lidstaat wordt verricht, 8 ste overweging

wanneer het rechtstreeks verband houdt met tussen lidstaten (95/7/EG) verricht vervoer, gelijk te stellen aan intracommunautair

goederenvervoer, teneinde niet alleen de belastingbeginselen en – Aangepast

regels voor deze binnenlandse vervoerdiensten te vereenvoudigen, maar ook die welke van toepassing zijn op de daarmee samenhangende diensten alsmede op de diensten die worden verricht door tussenpersonen die bij het verrichten van deze verschillende diensten bemiddelen.

(16) De vaststelling van de plaats van de belastbare handelingen kan 7 de overweging

leiden tot bevoegdheidsconflicten tussen de lidstaten, met name met (77/388/EEG) betrekking tot de levering hieronder begrepen montage van een

goed en met betrekking tot diensten. Niettegenstaande de plaats van Aangepast

levering van diensten in beginsel moet worden vastgesteld op de plaats waar de dienstverrichter de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft gevestigd, moet die plaats in bepaalde gevallen toch worden vastgesteld in de lidstaat van de ontvanger van de diensten, met name voor sommige diensten tussen belastingplichtigen waarvan de kosten in de prijs van de goederen worden opgenomen.

(17) De definitie van de plaats van belastingheffing voor bepaalde 6 de overweging

handelingen aan boord van een schip, vliegtuig of trein tijdens een (92/111/EEG) vervoer van passagiers in de Gemeenschap, dient te worden

gepreciseerd. Aangepast

(18) De voortschrijdende vrijmaking van de gas– en elektriciteitssector, 1 ste overweging

waarmee wordt beoogd de interne markt voor aardgas en (2003/92/EG) elektriciteit te voltooien, heeft duidelijk gemaakt dat een herziening

nodig is van de huidige BTW–regels inzake de plaats van levering Aangepast

van deze goederen, zulks teneinde de werking van het BTW–stelsel in het kader van de interne markt te moderniseren en te vereenvoudigen.

(19) Gas en elektriciteit worden voor BTW–doeleinden als goederen 2 de overweging

beschouwd en dienovereenkomstig moet de plaats van levering bij (2003/92/EG) grensoverschrijdende transacties worden bepaald overeenkomstig

deze richtlijn. Aangezien gas en elektriciteit fysiek echter moeilijk Aangepast

te traceren zijn, is het bijzonder moeilijk de plaats van levering volgens de huidige regels te bepalen.

(20) Teneinde een echte interne markt voor gas en elektriciteit zonder 3 de overweging

belemmeringen inzake BTW tot stand te brengen, dient als plaats (2003/92/EG) van levering van gas via het aardgasdistributiesysteem en van

elektriciteit, voordat de goederen het stadium van het eindverbruik Aangepast

bereiken, te worden aangemerkt de plaats waar de afnemer de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft gevestigd.

(21) De levering van gas en elektriciteit in het stadium van het 4 de overweging

eindverbruik, door de handelaar en de distributeur aan de (2003/92/EG) eindverbruiker, moet worden belast op de plaats waar de afnemer

daadwerkelijk het gebruik van de goederen heeft, teneinde te Aangepast

garanderen dat de belasting wordt geheven in de lidstaat waar het werkelijke verbruik plaatsvindt. Normaal is dat de plaats waar zich de meter van de afnemer bevindt.

1 ste overweging

(84/386/EEG)

Belang verloren

(22) Wanneer de algemene regel dat diensten worden belast in de 2 de en 3 de overwelidstaat

waar de dienstverrichter is gevestigd, wordt toegepast op de ging verhuur van roerende lichamelijke zaken, kan dit tot aanzienlijke (84/386/EEG) verstoringen van de mededinging leiden wanneer de verhuurder en

de huurder gevestigd zijn in verschillende lidstaten en de Aangepast

belastingtarieven in die lidstaten verschillen. Er dient derhalve te worden bepaald dat de plaats van de dienstverrichting de plaats is waar de huurder de zetel van zijn bedrijfsuitoefening of een vaste inrichting heeft gevestigd waarvoor de dienst is verricht, of bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting, zijn woonplaats of zijn gebruikelijke verblijfplaats.

(23) Wat de verhuur van vervoermiddelen betreft, dient deze algemene 4 de overweging

regelechter, om redenen van controletechnische aard, strikt te (84/386/EEG) worden toegepast door als plaats van deze dienstverrichtingen de

plaats aan te merken waar de dienstverrichter is gevestigd. Aangepast

1 ste overweging

(1999/59/EG)

Belang verloren

(24) Gas en elektriciteit worden geleverd via distributienetten waartoe 5 de overweging

toegang wordt verleend door netbeheerders. Teneinde dubbele (2003/92/EG) heffing of niet–heffing te voorkomen, dienen de regels inzake de

plaats van levering van de transmissie– en transportdiensten te Aangepast

worden geharmoniseerd. De toegang tot en het gebruik van de distributiesystemen en het verrichten van rechtstreeks met deze diensten verbonden diensten moeten derhalve worden toegevoegd aan de lijst van de in deze Richtlijn bedoelde diensten.

(25) Alle telecommunicatiediensten waarvan in de Gemeenschap 2 de overweging

gebruik wordt gemaakt, dienen te worden belast, teneinde (1999/59) verstoringen van de mededinging op dat gebied te voorkomen. Aangepast

3 de overweging

(1999/59/EG)

Belang verloren

4 de overweging

(1999/59/EG)

Belang verloren

(26) Telecommunicatiediensten aan in de Gemeenschap gevestigde 5 de overweging

belastingplichtigen of aan in een derde land gevestigde ontvangers (1999/59/EG) moeten voor het bereiken van dat doel in beginsel belast worden op

de plaats waar de ontvanger van de diensten is gevestigd. Aangepast (27) Teneinde een uniforme belastingheffing te garanderen van 6 de overweging

telecommunicatiediensten die door in derdelands gebieden of in (1999/59/EG) derde landen gevestigde belastingplichtigen worden verricht aan in

de Gemeenschap gevestigde niet–belastingplichtigen en waarvan Aangepast

het werkelijke gebruik en de werkelijke exploitatie in de Gemeenschap geschieden, moeten de lidstaten in beginsel de plaats van de dienstverrichting verleggen naar een plaats binnen de Gemeenschap, behalve wanneer de telecommunicatiediensten aan andere ontvangers in de Gemeenschap. worden verleend.

(28) Voor de vaststelling van een bijzondere regel ter bepaling van de 7 de overweging

plaats van telecommunicatie–activiteiten, moeten (1999/59/EG) telecommunicatiediensten worden gedefinieerd op basis van de

reeds in communautair verband vastgestelde definities, waarbij Aangepast

vooral de doorvoer– en eindkostenvergoedingen voor internationale telefoongesprekken en de toegang tot wereldwijde informatienetten in aanmerking moeten worden genomen.

1 ste overweging

(2002/38/EG)

Belang verloren

(29) Er moet voor worden gezorgd dat wanneer radio– en 2 de overweging

televisieomroepdiensten en langs elektronische weg verrichte (2002/38/EG) diensten tegen betaling worden verricht en door afnemers worden

verbruikt die in de Gemeenschap zijn gevestigd, deze diensten in de Aangepast

Gemeenschap worden belast en dat zij niet worden belast wanneer zij buiten de Gemeenschap worden gebruikt.

(30) Te dien einde moeten radio– en televisieomroepdiensten en 3 de overweging

diensten die langs elektronische weg worden verricht vanuit (2002/38/EG) derdelands gebieden of derde landen voor in de Gemeenschap

gevestigde personen of vanuit de Gemeenschap voor in derdelands Aangepast

gebieden of derde landen gevestigde ontvangers, worden belast op de plaats van vestiging van de ontvanger van de dienst.

(31) Om “langs elektronische weg verrichte diensten” te definiëren, 4 de overweging

moet in een bijlage bij deze richtlijn een niet–limitatieve lijst van (2002/38/EG dergelijke diensten worden opgenomen. Aangepast

(32) De begrippen “belastbaar feit” en “verschuldigheid van de 8 ste overweging

belasting” moeten worden geharmoniseerd, opdat de toepassing en (77/388/EEG) de latere wijzigingen van het gemeenschappelijk BTW–stelsel in

alle lidstaten op hetzelfde tijdstip ingaan. Aangepast

10 de overweging

(2000/65/EG)

Belang verloren

(33) De maatstaf van heffing moet worden geharmoniseerd, opdat de 9 de overweging

toepassing van de BTW op de belastbare handelingen in alle (77/388/EEG) lidstaten tot vergelijkbare resultaten leidt. Aangepast

1 ste overweging

(95/7/EG)

Belang verloren

(34) In de maatstaf van heffing bij invoer moeten alle kosten worden 3 de overweging

opgenomen die samenhangen met het vervoer van goederen naar (95/7/EG) elke plaats van bestemming in de Gemeenschap wanneer op het

tijdstip dat de invoer geschiedt, deze plaats bekend is. Aangepast

; 1 ste overweging

(92/77/EEG)

Belang verloren

(35) De afschaffing van de belastinggrenzen impliceert, wil men 1 ste en 2 de oververstoringen

 van de mededinging voorkomen, niet alleen een weging uniforme BTW–grondslag, doch tevens een aantal tarieven en (92/77/EEG) tariefhoogten in de lidstaten die elkaar voldoende benaderen. Aangepast

(36) Het normale BTW–tarief wordt door elke lidstaat, binnen de op 1 ste overweging

communautair niveau vastgestelde grenzen, vastgesteld op een (1999/49/EG) percentage van de maatstaf van heffing, dat voor leveringen van

goederen en voor diensten gelijk is. Aangepast

2 de overweging

(1999/49/EG)

Belang verloren

3 de overweging

(1999/49/EG)

Belang verloren

(37) De door de lidstaten toegepaste tarieven moeten de normale aftrek 10 de overweging

van de voorbelasting mogelijk maken. (77/388/EEG)

(38) Tijdens de overgangsperiode moeten bepaalde afwijkingen inzake 3 de overweging

aantal en hoogte van de tarieven mogelijk zijn. (92/77/EEG)

Aangepast

1 ste overweging

(96/95/EG)

Belang verloren

2 de overweging

(96/95/EG)

Belang verloren

3 de overweging

(96/95/EG)

Belang verloren

1 ste overweging

(2001/4/EG)

Belang verloren

2 de overweging

(2001/4/EG)

Belang verloren

3 de overweging

(2001/4/EG)

Belang verloren

1 ste overweging

(1999/85/EG)

Belang verloren

(39) Ter bestrijding van het werkloosheidsprobleem dienen de lidstaten 2 de overweging

desgewenst in de gelegenheid te worden gesteld met de toepassing (1999/85/EG) en de effecten van een gerichte BTW–verlaging voor

arbeidsintensieve diensten te experimenteren. Aangepast

(40) Door deze verlaging zou de verleiding voor de betrokken 3 de overweging

ondernemingen minder groot kunnen zijn om in “het zwarte circuit” (1999/85/EG) te verdwijnen, respectievelijk in dat circuit te blijven. Aangepast

(41) Een dergelijke tariefverlaging is echter voor de goede werking van 4 de overweging

de interne markt en voor de neutraliteit van de belasting niet zonder (1999/85/EG) gevaar. Het is derhalve zaak in een machtigingsprocedure te

voorzien waarbij voor een bepaalde periode een dergelijke Aangepast

tariefverlaging wordt toegestaan, en om het toepassingsgebied van een dergelijke maatregel strikt te definiëren, opdat het controleerbare en beperkte kader ervan behouden blijft.

(42) Het experimentele karakter van deze maatregel maakt het 5 de overweging

noodzakelijk dat de lidstaten die deze ten uitvoer hebben gelegd, en (1999/85/EG) de Commissie de gevolgen ervan uit een oogpunt van

werkgelegenheid en efficiëntie nauwkeurig evalueren. Aangepast 6 de overweging

(1999/85/EG)

Belang verloren

7 de overweging

(1999/85/EG)

Belang verloren

1 ste overweging

(2002/93/EG)

Belang verloren

2 de overweging

(2002/93/EG)

Belang verloren

3 de overweging

(2002/93/EG)

Belang verloren

4 de overweging

(2002/93/EG)

Belang verloren

5 de overweging

(2002/93/EG)

Belang verloren

1 ste overweging

(2004/15/EG)

Belang verloren

2 de overweging

(2004/15/EG)

Belang verloren

3 de overweging

(2004/15/EG)

Belang verloren

4 de overweging

(2004/15/EG)

Belang verloren

5 de overweging

(2004/15/EG)

Belang verloren

6 de overweging

(2004/15/EG)

Belang verloren

7 de overweging

(2004/15/EG)

Belang verloren

8 ste overweging

(2004/15/EG)

Belang verloren

1 ste overweging

(2000/17/EG)

Belang verloren

2 de overweging

(2000/17/EG)

Belang verloren

3 de overweging

(2000/17/EG)

Belang verloren

4 de overweging

(2000/17/EG)

Belang verloren

5 de overweging

(2000/17/EG)

Belang verloren

6 de overweging

(2000/17/EG)

Belang verloren

7 de overweging

(2000/17/EG)

Belang verloren

8 ste overweging

(2000/17/EG)

Belang verloren

6 de overweging

(95/7/EG)

Belang verloren

1 ste overweging

(96/42/EG)

Belang verloren

(43) De ervaring heeft geleerd dat de structurele onevenwichtigheid van 2 de en 3 de overde

BTW–tarieven die door de lidstaten op landbouwproducten van weging de sectoren bloementeelt en tuinbouw worden toegepast, tot (96/42/EG) gevallen van frauduleuze activiteiten leidt. De mogelijkheid een

verlaagd tarief toe te passen op de leveringen van Aangepast

landbouwproducten van de sectoren bloementeelt en tuinbouw alsmede op brandhout dient derhalve tijdelijk tot alle lidstaten te worden uitgebreid.

3 de overweging

(96/42/EG)

Belang verloren

(44) Met het oog op een vergelijkbare heffing van de eigen middelen in 11 de overweging

alle lidstaten dient een gemeenschappelijke lijst van vrijstellingen te (77/388/EEG) worden vastgesteld.

6 de overweging

(91/680/EEG)

Belang verloren

7 de overweging

(95/7/EG)

Belang verloren

(45) In Richtlijn 92/12/EEG i van de Raad van 25 februari 1992 8 ste overweging

betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het (92/111/EEG)

voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop 35 zijn bijzondere aangifteprocedures en –verplichtingen voor Aangepast

verzendingen van deze producten naar een andere lidstaat voorgeschreven. De regels voor de heffing van de BTW op bepaalde intracommunautaire leveringen en verwervingen van accijnsproducten kunnen derhalve worden vereenvoudigd ten voordele van zowel de tot voldoening van de belasting gehouden personen als de bevoegde overheidsdiensten.

9 de overweging

(92/111/EEG)

Belang verloren

4 de overweging

(95/7/EG)

Belang verloren

(46) Er moeten nadere regels worden gegeven voor de wijze van 5 de overweging

tenuitvoerlegging van de vrijstellingen voor bepaalde (92/111/EEG) uitvoerhandelingen of daarmee gelijkgestelde handelingen. Aangepast

(47) Teneinde dubbele heffing te voorkomen, dient de invoer van gas via 6 de overweging

het aardgasdistributiesysteem, of van elektriciteit, te worden (2003/92/EG) vrijgesteld. Aangepast

1ste overweging

(94/4/EG)

Belang verloren

2 de overweging

(94/4/EG)

Belang verloren

35 PB L 76 van 23.3.1992, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij verordening (EG) nr 867/2003 i

(PB L122 van 16.5.2003, blz. 36).

3 de overweging

(94/4/EG)

Belang verloren

4 de overweging

(94/4/EG)

Belang verloren

5 de overweging

(94/4/EG)

Belang verloren

6 de overweging

(94/4/EG)

Belang verloren

7 de overweging

(94/4/EG)

Belang verloren

(48) Voor de in het binnenlandse verkeer belastbare handelingen in 10 de overweging

verband met intracommunautair handelsverkeer van goederen dat in (92/111/EEG) de overgangsperiode wordt verricht door belastingplichtigen die

niet in de lidstaat van de intracommunautaire verwerving van de Aangepast

goederen zijn gevestigd, moeten vereenvoudigingsmaatregelen worden genomen ter waarborging van een gelijkwaardige behandeling in alle lidstaten. Daartoe dienen de bepalingen betreffende de regeling van de belastingheffing en betreffende degene die tot voldoening van de belasting uit hoofde van deze handelingen gehouden is, te worden geharmoniseerd.

(49) Aan de lidstaten dient te worden toegestaan bijzondere regels 2 de overweging

inzake de belastingheffing voor kettingtransacties tussen (95/7/EG) belastingplichtigen vast te stellen; zulks onder de naleving van

zowel het beginsel van neutraliteit van het gemeenschappelijk Aangepast

BTW–stelsel ten aanzien van de oorsprong van de goederen en de daarmee samenhangende diensten als van het beginsel van de belastingheffing en de controle daarop.

(50) Om de moeilijkheden op te lossen van bedrijven die aan 11 de en 12 de overkettingtransacties

betreffende onder een entrepotregeling geplaatste weging en gehandhaafde goederen deelnemen, dient ervoor zorg te worden (95/7/EG) gedragen dat de fiscale behandeling van de leveringen van goederen

en diensten betreffende bepaalde goederen die onder een regeling Aangepast

inzake douane–entrepot kunnen worden geplaatst, ook kan worden toegepast op dezelfde handelingen die worden verricht met betrekking tot goederen die onder een ander stelsel van entrepots vallen dan die inzake douane–entrepot.

(51) Deze transacties hebben hoofdzakelijk betrekking op grondstoffen 13 de overweging

en andere goederen die op internationale termijnmarkten worden (95/7/EG) verhandeld. Er moet daarom een lijst van deze goederen worden

opgesteld. Aangepast

(52) De omschrijving van andere entrepotregelingen dan die inzake 14 de overweging

douane–entrepot behoort tot de bevoegdheid van de lidstaten. (95/7/EG) Niettemin dienen de goederen die bestemd zijn om in het

kleinhandelsstadium te worden geleverd, in beginsel van deze Aangepast

regelingen te worden uitgesloten.

15 de overweging

(95/7/EG)

Belang verloren

(53) De aftrekregelingen moeten worden geharmoniseerd voorzover 12 de overweging

hiervan invloed uitgaat op het werkelijke niveau van heffing, en de (77/388/EEG) berekening van het pro rata voor de toepassing van de aftrek moet

in alle lidstaten op overeenkomstige wijze geschieden. Aangepast

16 de overweging

(95/7/EG)

Belang verloren

17 de overweging

(95/7/EG)

Belang verloren

(54) Om rekening te houden met de bepalingen betreffende degene die 11 de overweging

tot voldoening van de belasting is gehouden en om bepaalde (92/111/EEG) vormen van belastingfraude of –ontwijking te voorkomen, dienen

nadere communautaire regels te worden vastgesteld met betrekking Aangepast

tot de teruggaaf van de BTW aan niet in de lidstaat waar de belasting verschuldigd is gevestigde belastingplichtigen.

17 de overweging

(92/111/EEG)

Belang verloren

(55) De periode die als uitgangspunt dient voor de berekening van de 5 de overweging

herziening van de aftrek, moet door de lidstaten op 20 jaar kunnen (95/7/EG) worden gebracht voor onroerende investeringsgoederen, gezien de

economische levensduur ervan. Aangepast

(56) Nader dient te worden bepaald wie tot voldoening van de belasting 13 de overweging

gehouden is, met name voor bepaalde diensten verricht door niet in (77/388/EEG) de lidstaat waar de belasting verschuldigd is gevestigde

dienstverrichters. Aangepast

(57) Indien de afnemer een voor BTW–doeleinden geïdentificeerde 7 de overweging

persoon is, moeten de wijzigingen van de regels inzake de plaats (2003/92/EG) van levering van gas via het aardgasdistributiesysteem en van elektriciteit worden gecombineerd met de invoering van verplichte verlegging.

8 ste overweging

(2003/92/EG)

Belang verloren

1 ste overweging

(2000/65/EG)

Belang verloren

3 de overweging

(2000/65/EG)

Belang verloren

4 de overweging

(2000/65/EG)

Belang verloren

(58) Rekening houdende met de wederzijdse bijstand tussen de lidstaten 2 de en 5 de overbij

 de juiste vaststelling en de invordering van de BTW, zoals weging bepaald in het Gemeenschapsrecht, is het niet noodzakelijk voor (2000/65/EG) belastingplichtigen die zijn gevestigd in een andere lidstaat dan die

waar de belasting verschuldigd is, een fiscaal vertegenwoordiger Aangepast

aan te wijzen. Deze belastingplichtingen moeten echter de mogelijkheid hebben een dergelijke vertegenwoordiger aan te wijzen.

6 de overweging

(2000/65/EG)

Belang verloren

(59) Belastingplichtigen die gevestigd zijn in een land waarmee geen 7 de overweging

enkel rechtsinstrument bestaat waarbij wederzijdse bijstand wordt (2000/65/EG) geregeld zoals deze in de Gemeenschap is bepaald, moeten door de

lidstaten kunnen worden verplicht een fiscaal vertegenwoordiger Aangepast

aan te wijzen die in hun plaats tot voldoening van de belasting is gehouden, of een gemachtigde.

(60) De lidstaten moeten vrijelijk kunnen blijven bepalen wie tot 8 ste overweging

voldoening van de belasting bij invoer gehouden is. (2000/65/EG)

Aangepast

(61) De lidstaten moeten kunnen bepalen dat een ander dan de tot 9 de overweging

voldoening van de belasting gehouden persoon hoofdelijk verplicht (2000/65/EG) is de belasting te voldoen. Aangepast

11 de overweging

(2000/65/EG)

Belang verloren

(62) De verplichtingen van de belastingplichtigen moeten zoveel 14 de overweging

mogelijk worden geharmoniseerd teneinde de nodige waarborgen te (77/388/EEG) verkrijgen met betrekking tot de gelijkheid van de belastingheffing

in alle lidstaten. De belastingplichtigen moeten periodiek aangifte Aangepast

doen van het totale bedrag van hun handelingen, zowel ten opzichte van hun leveranciers als ten opzichte van hun afnemers, wanneer dat nodig is voor de vaststelling van en de controle op de grondslag van de eigen middelen.

(63) De nieuwe regeling tot vaststelling van de plaats van 8 ste overweging

telecommunicatiediensten mag niet ertoe leiden dat niet in de (1999/59/EG) Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen zich voor fiscale

doeleinden moeten identificeren in iedere lidstaat waar zij Aangepast

handelingen verrichten. Daartoe dient de ontvanger van deze diensten gehouden te zijn tot voldoening van de belasting, voorzover het een belastingplichtige betreft.

9 de overweging

(1999/59/EG)

Belang verloren

1 ste overweging

(2001/115/EG)

Belang verloren

2 de overweging

(2001/115/EG)

Belang verloren

(64) Elektronische facturering mag geen afbreuk doen aan de 3 de overweging

controlemogelijkheden van de belastingdiensten. (2001/115/EG)

Aangepast

(65) Een geharmoniseerde lijst dient te worden vastgesteld van 4 de overweging

verplichte vermeldingen die een factuur moet bevatten, alsmede een (2001/115/EG) aantal gemeenschappelijke voorwaarden voor elektronische

facturering, elektronische bewaring van facturen, eigenhandige Aangepast

facturering en uitbesteding van factureringswerkzaamheden.

(66) Ten aanzien van de bewaring van facturen dienen de voorwaarden 5 de overweging

van Richtlijn 95/46/EG i van het Europees Parlement en de Raad van (2001/115/EG) 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke

personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en Aangepast

betreffende het vrije verkeer van die gegevens 36 in acht te worden

genomen.

(67) Griekenland heeft gekozen voor het prefix EL in plaats van het 6 de overweging

prefix GR dat gebruikt wordt in de Standard International (2001/115/EG) Code ISO–3166 alpha–2. Aangezien een wijziging van het prefix

gevolgen zou hebben voor alle lidstaten, dient voor Griekenland een Aangepast

uitzondering te worden gemaakt door de ISO–norm niet van toepassing te verklaren in Griekenland.

7 de overweging

(2001/115/EG)

Belang verloren

(68) De lidstaten moeten onder de voorwaarden die zij vaststellen, 9 de overweging

toestaan en verplicht kunnen stellen dat bepaalde aangiften langs (2002/38/EG) elektronische weg worden verricht. Aangepast

45

(69) Het noodzakelijke streven naar een verlichting van de 12 de overweging

administratieve en statistische formaliteiten van de ondernemingen, (91/680/EEG) met name de kleine en middelgrote ondernemingen, moet worden

verzoend met de tenuitvoerlegging van efficiënte Aangepast

controlemaatregelen en met de onontbeerlijke handhaving, zowel om economische als om fiscale redenen, van de kwaliteit van de communautaire statistische instrumenten.

(70) Bepaalde gebieden die deel uitmaken van het douanegebied van de 4 de overweging

Gemeenschap, worden voor de toepassing van het (92/111/EEG) gemeenschappelijk BTW–stelsel als derdelands gebieden

beschouwd. Voor het handelsverkeer tussen de lidstaten en deze Aangepast

gebieden gelden derhalve dezelfde beginselen inzake heffing van de BTW als voor handelingen tussen de Gemeenschap en derde landen. Er dient te worden gewaarborgd dat ten aanzien van dit handelsverkeer belastingvoorschriften kunnen worden gehanteerd die gelijkwaardig zijn met die welke van toepassing zouden zijn op handelingen die onder dezelfde voorwaarden worden verricht met derdelands gebieden buiten het douanegebied van de Gemeenschap.

(71) Ten aanzien van kleine ondernemingen moeten de lidstaten hun 15 de overweging

bijzondere regelingen kunnen behouden, zulks overeenkomstig (77/388/EEG) gemeenschappelijke voorschriften en met het oog op een

verdergaande harmonisatie. Aangepast

(72) Ten aanzien van landbouwers moeten de lidstaten de mogelijkheid 15 de overweging

behouden een bijzondere regeling toe te passen met een forfaitaire (77/388/EEG) compensatie van de BTW–voordruk voor de landbouwers die niet

onder de normale regeling vallen. De belangrijkste beginselen van Aangepast

deze regeling en een gemeenschappelijke methode voor de berekening van de door deze landbouwers tot stand gebrachte toegevoegde waarde, moeten worden vastgesteld met het oog op de heffing van de eigen middelen.

(73) Een communautaire belastingregeling dient te worden vastgesteld 1 ste en 5 de overdie

 van toepassing is op het gebied van gebruikte goederen, weging kunstvoorwerpen, antiquiteiten en voorwerpen voor verzamelingen, (94/5/EG) en die erop gericht is dubbele belasting en verstoring van de

mededinging tussen belastingplichtigen te vermijden. Aangepast

2 de overweging

(94/5/EG)

Belang verloren

3 de overweging

(94/5/EG)

Belang verloren

4 de overweging

(94/5/EG)

Belang verloren

6 de overweging

(94/5/EG)

Belang verloren

1 ste overweging

(98/80/EG)

Belang verloren

(74) De toepassing van de normale belastingregeling op goud hindert in 2 de overweging

ernstige mate het gebruik ervan voor beleggingsdoeleinden, zodat (98/80/EG) de toepassing van een bijzondere belastingregeling te

rechtvaardigen is, ook ter versterking van de internationale Aangepast

concurrentiepositie van de communautaire goudmarkt.

(75) Leveringen van goud voor beleggingsdoeleinden stemmen naar hun 3 de overweging

aard overeen met andere financiële beleggingen die vrijstelling van (98/80/EG) belasting genieten. Belastingvrijstelling blijkt derhalve de meest

aangewezen fiscale behandeling voor goudleveringen te zijn. Aangepast

(76) Gouden munten waarvan de waarde in hoofdzaak overeenkomt met 4 de overweging

de prijs van het daarin vervatte goud dienen ook, onder de definitie (98/80/EG) van beleggingsgoud te vallen. Uit overwegingen van

doorzichtigheid en rechtszekerheid moet jaarlijks een lijst worden Aangepast

opgesteld van de munten die onder de regeling voor beleggingsgoud vallen, zodat handelaren in gouden munten zekerheid wordt geboden. Onverminderd deze lijst kan de vrijstelling ook gelden voor munten die niet op deze lijst zijn vermeld, maar die aan de criteria van deze richtlijn voldoen.

(77) Belastingvrijstelling biedt in beginsel geen mogelijkheid tot aftrek 5 de overweging

van voorbelasting terwijl voorgaande handelingen toch aan (98/80/EG) belasting op de goudwaarde onderworpen kunnen zijn. Aftrek van

voorbelasting dient derhalve te worden toegestaan om de voordelen Aangepast

van de bijzondere regeling te vrijwaren en verstoringen van de mededinging ten opzichte van ingevoerd beleggingsgoud te voorkomen.

(78) Daar goud zowel voor industriële als voor beleggingsdoeleinden 6 de overweging

kan worden gebruikt, moeten de belastingplichtigen voor normale (98/80/EG) belastingheffing kunnen kiezen. Aangepast

(79) Ter voorkoming van belastingontduiking en belastingontwijking, is 7 de overweging

het wenselijk gemeenschappelijke normen vast te stellen met (98/80/EG) betrekking tot de minimumverplichtingen inzake het voeren van de

boekhouding en het bewaren van documenten door Aangepast

belastingplichtigen.

(80) Teneinde belastingontduiking te voorkomen en tevens de lasten in 8 ste overweging

verband met de financiering van de levering van goud met ten (98/80/EG) minste een bepaalde zuiverheid te verlichten, is het gerechtvaardigd

de lidstaten toe te staan de afnemer aan te wijzen als degene die tot Aangepast

voldoening van de belasting is gehouden.

(81) Daar de handel op een gereglementeerde markt zeer intensief is en 9 de overweging

in een hoog tempo verloopt, moet de lidstaten worden toegestaan de (98/80/EG) bijzondere regeling niet toe te passen, de invordering van de

belasting op te schorten en de handelaren ontheffing van Aangepast

registratievereisten te verlenen.

10 de overweging

(98/80/EG)

Belang verloren

(82) Om het voor ondernemers die langs elektronische weg diensten 5 de overweging

verrichten en die noch in de Gemeenschap zijn gevestigd noch in de (2002/38/EG) Gemeenschap voor BTW–doeleinden moeten zijn geïdentificeerd,

eenvoudiger te maken om aan de belastingverplichtingen te Aangepast

voldoen, moet een bijzondere regeling worden vastgesteld. Door toepassing van deze regeling kan een ondernemer die dergelijke diensten langs elektronische weg in de Gemeenschap aanbiedt aan niet–belastingplichtigen, indien hij niet anderszins voor BTW– doeleinden in de Gemeenschap is geïdentificeerd, kiezen voor identificatie in slechts één lidstaat.

(83) Een niet in de Gemeenschap gevestigde ondernemer die gebruik 6 de overweging

wenst te maken van de bijzondere regeling, moet voldoen aan de in (2002/38/EG) deze regeling gestelde eisen en aan alle relevante bestaande voorschriften van de lidstaat waar de diensten worden afgenomen.

(84) De lidstaat van identificatie moet onder bepaalde voorwaarden de 7 de overweging

mogelijkheid hebben een niet in de Gemeenschap gevestigde (2002/38/EG) ondernemer uit te sluiten van de bijzondere regeling.

(85) Indien de niet in de Gemeenschap gevestigde ondernemer voor de 8 ste overweging

bijzondere regeling kiest, moet de door hem voldane voorbelasting (2002/38/EG) (aan BTW) voor goederen en diensten die door hem ten behoeve

van zijn onder de bijzondere regeling vallende belastingplichtige Aangepast

activiteiten worden gebruikt, worden teruggegeven door de lidstaat waar de voorbelasting was voldaan overeenkomstig Richtlijn 86/560/EEG i van de Raad van 17 november 1986 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet op het grondgebied van de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen37. De facultatieve beperkingen voor teruggaaf die in die richtlijn zijn neergelegd, mogen niet worden toegepast.

(86) Het is wenselijk de bepalingen betreffende radio– en 10 de overweging

televisieomroepdiensten en bepaalde langs elektronische weg (2002/38/EG) verrichte diensten slechts voor een tijdelijke periode aan te nemen,

met uitzondering van de bepalingen betreffende de indiening van Aangepast

belastingaangiften en opgaven langs elektronische weg. Deze bepalingen moeten in elk geval, op grond van de opgedane ervaring, binnen drie jaar na 1 juli 2003 opnieuw worden onderzocht.

11 ste overweging

(2002/38/EG)

Belang verloren

1 ste overweging

(89/465/EEG)

Belang verloren

2 de overweging

(89/465/EEG)

Belang verloren

3 de overweging

(89/465/EEG)

Belang verloren

4 de overweging

(89/465/EEG)

Belang verloren

49

5 de overweging

(89/465/EEG)

Belang verloren

6 de overweging

(89/465/EEG)

Belang verloren

(87) Het is van belang de gecoördineerde toepassing van de bepalingen 16 de overweging

van deze richtlijn te bevorderen en het is te dien einde onontbeerlijk (77/388/EEG) een BTW–comité in te stellen dat de mogelijkheid verschaft op dit

gebied een nauwe samenwerking tussen de lidstaten en de Aangepast

Commissie tot stand te brengen.

(88) De lidstaten moeten, met inachtneming van bepaalde beperkingen 17 de overweging

en voorwaarden, bijzondere van de onderhavige richtlijn afwijkende (77/388/EEG) maatregelen kunnen treffen of handhaven, teneinde de

belastingheffing te vereenvoudigen of bepaalde vormen van Aangepast

belastingfraude of belastingontwijking te voorkomen.

1 ste overweging

(2004/7/EG)

Belang verloren

(89) Om redenen van doorzichtigheid en rechtszekerheid dient ervoor te 2 de overweging

worden gezorgd dat iedere verlening van een afwijking de vorm (2004/7/EG) aanneemt van een uitdrukkelijk besluit dat de Raad op voorstel van

de Commissie vaststelt. Aangepast

3 de overweging

(2004/7/EG)

Belang verloren

(90) Om te voorkomen dat een lidstaat in het ongewisse blijft over het 4 de overweging

gevolg dat de Commissie aan zijn verzoek om een afwijking wenst (2004/7/EG) te geven, dient een termijn te worden vastgesteld waarbinnen de Commissie de Raad een voorstel tot machtiging moet voorleggen dan wel een mededeling waarin zij haar eventuele bezwaren toelicht.

(91) Om de verzoekende lidstaat in staat te stellen de verzoekprocedure 5 de overweging

beter te volgen, dient de Commissie te worden verplicht deze (2004/7/EG) lidstaat in kennis te stellen zodra zij over alle beoordelingsgegevens beschikt die zij nuttig acht, en het verzoek in de oorspronkelijke taal aan de overige lidstaten toe te zenden.

6 de overweging

(2004/7/EG)

Belang verloren

7 de overweging

(2004/7/EG)

Belang verloren

(92) Het is van wezenlijk belang een grotere uniformiteit te garanderen 8 ste overweging

bij de toepassing van het huidige BTW–stelsel. De invoering van (2004/7/EG) een procedure voor de vaststelling van

uitvoeringsmaatregelenbetekent in dit opzicht een grote vooruitgang Aangepast

(93) Deze maatregelen moeten met name een oplossing bieden voor het 9 de overweging

probleem van de dubbele belastingheffing op grensoverschrijdende (20047/EG) transacties, die kan voortvloeien uit een niet eenvormige toepassing

door de lidstaten van de regels inzake de plaats van belastbare Aangepast

handelingen.

(94) Iedere uitvoeringsmaatregel moet evenwel een beperkt 10 de overweging

toepassingsgebied hebben, aangezien hij ertoe strekt een bepaling (2004/7/EG) van deze Richtlijn te verduidelijken, maar geen afwijking van die

bepaling mag behelzen. Aangepast

(95) Hoewel het toepassingsgebied van de uitvoeringsmaatregelen 11 de en 12 de overbeperkt

zou zijn, zouden de budgettaire gevolgen ervan voor een of weging meer lidstaten aanzienlijk kunnen zijn. De mogelijke gevolgen voor (2004/7/EG) de begrotingen van de lidstaten rechtvaardigen dat de Raad zich het

recht voorbehoudt de bevoegdheid tot uitvoering uit te oefenen. Aangepast

12 de overweging

(2004/7/EG)

Belang verloren

(96) Gelet op het beperkte toepassingsgebied van de 13 de overweging

uitvoeringsmaatregelen dient te worden bepaald dat deze (2004/7/EG) maatregelen door de Raad met eenparigheid van stemmen op

voorstel van de Commissie worden vastgesteld. Aangepast

14 de overweging

(2004/7/EG)

Belang verloren

15 de overweging

(2004/7/EG)

Belang verloren

7 de overweging

(91/680/EEG)

Belang verloren

8 ste overweging

(91/680/EEG)

Belang verloren

9 de overweging

(91/680/EEG)

Belang verloren

13 de overweging

(91/680/EEG)

Belang verloren

(97) Het kan dienstig blijken de lidstaten te machtigen met derde landen 18 de overweging

of met internationale organisaties overeenkomsten te sluiten waarin (77/388/EEG) bepalingen kunnen voorkomen die van de onderhavige richtlijn

afwijken. Aangepast

14 de overweging

(91/680/EEG)

Belang verloren

15de overweging

(91/680/EEG)

Belang verloren

16 de overweging

(91/680/EEG)

Belang verloren

7 de overweging

(92/111/EEG)

Belang verloren

18 de overweging

(92/111/EEG)

Belang verloren

19 de overweging

(92/111/EEG)

Belang verloren

(98) Een overgangsperiode is noodzakelijk om de nationale wetgevingen 19 de overweging

op bepaalde terreinen geleidelijk aan elkaar te kunnen aanpassen. (77/388/EEG)

(99) Daar de doelstellingen van deze richtlijn om bovengenoemde redenen niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(100) De verplichting tot omzetting van deze richtlijn in nationaal recht dient te worden beperkt tot de bepalingen die ten opzichte van de vorige richtlijnen materieel zijn gewijzigd. De verplichting tot omzetting vloeit voort uit de vorige richtlijnen.

(101) Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage X, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

INHOUDSTAFEL

TITEL I VOORWERP EN TOEPASSINGSGEBIED ........................................................... 72

Artikel 1.................................................................................................................................... 72

Artikel 2.................................................................................................................................... 74

Artikel 3.................................................................................................................................... 74

Artikel 4.................................................................................................................................... 77

TITEL II GEOGRAFISCH TOEPASSINGSGEBIED........................................................... 80

Artikel 5.................................................................................................................................... 80

Artikel 6.................................................................................................................................... 80

Artikel 7.................................................................................................................................... 81

Artikel 8.................................................................................................................................... 82

Artikel 9.................................................................................................................................... 84

TITEL III BELASTINGPLICHTIGEN .................................................................................. 84

Artikel 10.................................................................................................................................. 84

Artikel 11.................................................................................................................................. 84

Artikel 12.................................................................................................................................. 85

Artikel 13.................................................................................................................................. 85

Artikel 14.................................................................................................................................. 86

TITEL IV BELASTBARE HANDELINGEN ........................................................................ 86

Hoofdstuk 1 Levering van goederen ....................................................................................... 86

Artikel 15.................................................................................................................................. 86

Artikel 16.................................................................................................................................. 87

Artikel 17.................................................................................................................................. 88

Artikel 18.................................................................................................................................. 88

Artikel 19.................................................................................................................................. 90

Artikel 20.................................................................................................................................. 91

Hoofdstuk 2 Intracommunautaire verwerving van goederen .................................................. 91

Artikel 21.................................................................................................................................. 91

Artikel 22.................................................................................................................................. 92

Artikel 23.................................................................................................................................. 92

Artikel 24.................................................................................................................................. 92 Hoofdstuk 3 Diensten.............................................................................................................. 92

Artikel 25.................................................................................................................................. 92

Artikel 26.................................................................................................................................. 93

Artikel 27.................................................................................................................................. 93

Artikel 28.................................................................................................................................. 94

Artikel 29.................................................................................................................................. 94

Artikel 30.................................................................................................................................. 94

Hoofdstuk 4 Invoer van goederen ........................................................................................... 94

Artikel 31.................................................................................................................................. 94

TITEL V PLAATS VAN DE BELASTBARE HANDELINGEN ....................................... 104

Hoofdstuk 1 Plaats van levering van goederen ..................................................................... 104

Afdeling 1 Levering van goederen zonder vervoer............................................................... 104

Artikel 32................................................................................................................................ 105

Afdeling 2 Levering van goederen met vervoer.................................................................... 105

Artikel 33................................................................................................................................ 105

Artikel 34................................................................................................................................ 105

Artikel 35................................................................................................................................ 106

Artikel 36................................................................................................................................ 108

Artikel 37................................................................................................................................ 108

Afdeling 3 Levering van goederen aan boord van een schip, vliegtuig of trein ................... 108

Artikel 38................................................................................................................................ 109

Afdeling 4 Levering van goederen via distributiesystemen.................................................. 110

Artikel 39................................................................................................................................ 110

Artikel 40................................................................................................................................ 111

Hoofdstuk 2 Plaats van intracommunautaire verwerving van goederen............................... 111

Artikel 41................................................................................................................................ 111

Artikel 42................................................................................................................................ 112

Artikel 43................................................................................................................................ 112

Hoofdstuk 3 Plaats van diensten ........................................................................................... 112

Afdeling 1 Algemene regels.................................................................................................. 112

Artikel 44................................................................................................................................ 113 Artikel 45................................................................................................................................ 113

Afdeling 2 Bijzondere bepalingen......................................................................................... 113

Onderafdeling 1 Diensten met betrekking tot onroerende goederen..................................... 113

Artikel 46................................................................................................................................ 113

Onderafdeling 2 Vervoerdiensten ......................................................................................... 114

Artikel 47................................................................................................................................ 114

Artikel 48................................................................................................................................ 114

Artikel 49................................................................................................................................ 115

Artikel 50................................................................................................................................ 115

Artikel 51................................................................................................................................ 116

Onderafdeling 3 Culturele en soortgelijke diensten, diensten die samenhangen met vervoer of betrekking hebben op roerende lichamelijke zaken ................................................. 116

Artikel 52................................................................................................................................ 116

Artikel 53................................................................................................................................ 117

Artikel 54................................................................................................................................ 117

Artikel 55................................................................................................................................ 117

Onderafdeling 4 Diverse diensten ......................................................................................... 118

Artikel 56................................................................................................................................ 118

Artikel 57................................................................................................................................ 120

Onderafdeling 5 Criterium inzake werkelijk gebruik of werkelijke exploitatie ................... 120

Artikel 58................................................................................................................................ 120

Artikel 59................................................................................................................................ 121

Hoofdstuk 4 Plaats van invoer van goederen ........................................................................ 121

Artikel 60................................................................................................................................ 121

Artikel 61................................................................................................................................ 122

TITEL VI BELASTBAAR FEIT EN VERSCHULDIGDHEID VAN DE BELASTING... 122

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen ....................................................................................... 122

Artikel 62................................................................................................................................ 122

Hoofdstuk 2 Levering van goederen en diensten .................................................................. 122

Artikel 63................................................................................................................................ 123

Artikel 64................................................................................................................................ 123

Artikel 65................................................................................................................................ 123 Artikel 66................................................................................................................................ 123

Artikel 67................................................................................................................................ 124

Hoofdstuk 3 Intracommunautaire verwerving van goederen ................................................ 124

Artikel 68................................................................................................................................ 124

Artikel 69................................................................................................................................ 125

Hoofdstuk 4 Invoer van goederen ......................................................................................... 125

Artikel 70................................................................................................................................ 125

Artikel 71................................................................................................................................ 126

TITEL VII MAATSTAF VAN HEFFING ........................................................................... 126

Hoofdstuk 1 Levering van goederen en diensten .................................................................. 126

Artikel 72................................................................................................................................ 126

Artikel 73................................................................................................................................ 127

Artikel 74................................................................................................................................ 127

Artikel 75................................................................................................................................ 127

Artikel 76................................................................................................................................ 127

Artikel 77................................................................................................................................ 128

Artikel 78................................................................................................................................ 128

Artikel 79................................................................................................................................ 129

Hoofdstuk 2 Intracommunautaire verwerving van goederen ................................................ 129

Artikel 80................................................................................................................................ 129

Artikel 81................................................................................................................................ 130

Hoofdstuk 3 Invoer van goederen ......................................................................................... 130

Artikel 82................................................................................................................................ 130

Artikel 83................................................................................................................................ 130

Artikel 84................................................................................................................................ 131

Artikel 85................................................................................................................................ 131

Artikel 86................................................................................................................................ 131

Hoofdstuk 4 Diverse bepalingen ........................................................................................... 132

Artikel 87................................................................................................................................ 132

Artikel 88................................................................................................................................ 132

Artikel 89................................................................................................................................ 133 TITEL VIII TARIEVEN....................................................................................................... 133

Hoofdstuk 1 Toepassing van de tarieven .............................................................................. 133

Artikel 90................................................................................................................................ 133

Artikel 91................................................................................................................................ 134

Artikel 92................................................................................................................................ 134

Hoofdstuk 2 Structuur en hoogte van de tarieven ................................................................. 135

Afdeling 1 Normaal tarief ..................................................................................................... 135

Artikel 93................................................................................................................................ 135

Artikel 94................................................................................................................................ 135

Afdeling 2 Verlaagde tarieven .............................................................................................. 136

Artikel 95................................................................................................................................ 136

Artikel 96................................................................................................................................ 136

Artikel 97................................................................................................................................ 137

Afdeling 3 Bijzondere bepalingen......................................................................................... 137

Artikel 98................................................................................................................................ 137

Artikel 99................................................................................................................................ 138

Artikel 100.............................................................................................................................. 138

Artikel 101.............................................................................................................................. 139

Hoofdstuk 3 Tijdelijke bepalingen voor sommige arbeidsintensieve diensten..................... 139

Artikel 102.............................................................................................................................. 139

Artikel 103.............................................................................................................................. 139

Artikel 104.............................................................................................................................. 140

Hoofdstuk 4 Bijzondere bepalingen van toepassing tot de invoering van de definitieve regeling..................................................................................................................... 141

Artikel 105.............................................................................................................................. 141

Artikel 106.............................................................................................................................. 141

Artikel 107.............................................................................................................................. 142

Artikel 108.............................................................................................................................. 142

Artikel 109.............................................................................................................................. 143

Artikel 110.............................................................................................................................. 143

Artikel 111.............................................................................................................................. 144

Artikel 112.............................................................................................................................. 144 Artikel 113.............................................................................................................................. 144

Artikel 114.............................................................................................................................. 144

Artikel 115.............................................................................................................................. 145

Artikel 116.............................................................................................................................. 145

Artikel 117.............................................................................................................................. 145

Artikel 118.............................................................................................................................. 146

Hoofdstuk 5 Tijdelijke bepalingen ........................................................................................ 146

Artikel 119.............................................................................................................................. 146

Artikel 120.............................................................................................................................. 146

Artikel 121.............................................................................................................................. 147

Artikel 122.............................................................................................................................. 147

Artikel 123.............................................................................................................................. 147

Artikel 124.............................................................................................................................. 148

Artikel 125.............................................................................................................................. 148

Artikel 126.............................................................................................................................. 149

Artikel 127.............................................................................................................................. 149

TITEL IX VRIJSTELLINGEN............................................................................................. 149

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen ....................................................................................... 149

Artikel 128.............................................................................................................................. 150

Hoofdstuk 2 Vrijstellingen ten gunste van bepaalde activiteiten van algemeen belang ....... 150

Artikel 129.............................................................................................................................. 150

Artikel 130.............................................................................................................................. 152

Artikel 131.............................................................................................................................. 153

Hoofdstuk 3 Vrijstellingen ten gunste van andere activiteiten ............................................. 153

Artikel 132.............................................................................................................................. 154

Artikel 133.............................................................................................................................. 156

Artikel 134.............................................................................................................................. 156

Hoofdstuk 4 Vrijstellingen met betrekking tot intracommunautaire handelingen ................ 157

Afdeling 1 Vrijstellingen voor leveringen van goederen ...................................................... 157

Artikel 135.............................................................................................................................. 157

Artikel 136.............................................................................................................................. 159 Afdeling 2 Vrijstellingen voor intracommunautaire verwervingen van goederen................ 159

Artikel 137.............................................................................................................................. 159

Artikel 138.............................................................................................................................. 160

Afdeling 3 Vrijstellingen voor bepaalde vervoerdiensten..................................................... 161

Artikel 139.............................................................................................................................. 161

Hoofdstuk 5 Vrijstellingen bij invoer.................................................................................... 161

Artikel 140.............................................................................................................................. 162

Artikel 141.............................................................................................................................. 164

Hoofdstuk 6 Vrijstellingen bij uitvoer .................................................................................. 165

Artikel 142.............................................................................................................................. 165

Artikel 143.............................................................................................................................. 166

Hoofdstuk 7 Vrijstellingen met betrekking tot internationaal vervoer ................................. 170

Artikel 144.............................................................................................................................. 170

Artikel 145.............................................................................................................................. 171

Artikel 146.............................................................................................................................. 172

Hoofdstuk 8 Vrijstellingen voor bepaalde met uitvoer gelijkgestelde handelingen ............. 172

Artikel 147.............................................................................................................................. 172

Artikel 148.............................................................................................................................. 173

Hoofdstuk 9 Vrijstellingen van door tussenpersonen verrichte diensten .............................. 174

Artikel 149.............................................................................................................................. 174

Hoofdstuk 10 Vrijstellingen van handelingen met betrekking tot het internationale goederenverkeer ....................................................................................................... 174

Afdeling 1 Belasting–entrepots of douane–entrepots en soortgelijke regelingen................. 174

Artikel 150.............................................................................................................................. 174

Artikel 151.............................................................................................................................. 177

Artikel 152.............................................................................................................................. 179

Artikel 153.............................................................................................................................. 180

Artikel 154.............................................................................................................................. 182

Artikel 155.............................................................................................................................. 182

Artikel 156.............................................................................................................................. 183

Artikel 157.............................................................................................................................. 184

Artikel 158.............................................................................................................................. 184 Afdeling 2 Handelingen met het oog op de uitvoer .............................................................. 184

Artikel 159.............................................................................................................................. 185

Artikel 160.............................................................................................................................. 185

Afdeling 3 Gemeenschappelijke bepaling met betrekking tot de afdelingen 1 en 2............. 185

Artikel 161.............................................................................................................................. 186

TITEL X AFTREK ............................................................................................................... 186

Hoofdstuk 1 Ontstaan en omvang van het recht op aftrek .................................................... 186

Artikel 162.............................................................................................................................. 186

Artikel 163.............................................................................................................................. 187

Artikel 164.............................................................................................................................. 188

Artikel 165.............................................................................................................................. 189

Artikel 166.............................................................................................................................. 191

Hoofdstuk 2 Het pro rata voor de toepassing van de aftrek .................................................. 191

Artikel 167.............................................................................................................................. 191

Artikel 168.............................................................................................................................. 192

Artikel 169.............................................................................................................................. 193

Hoofdstuk 3 Beperkingen van het recht op aftrek................................................................. 194

Artikel 170.............................................................................................................................. 194

Artikel 171.............................................................................................................................. 194

Hoofdstuk 4 Wijze van uitoefening van het recht op aftrek ................................................. 195

Artikel 172.............................................................................................................................. 195

Artikel 173.............................................................................................................................. 197

Artikel 174.............................................................................................................................. 197

Artikel 175.............................................................................................................................. 197

Artikel 176.............................................................................................................................. 197

Artikel 177.............................................................................................................................. 197

Hoofdstuk 5 Herziening van de aftrek .................................................................................. 198

Artikel 178.............................................................................................................................. 198

Artikel 179.............................................................................................................................. 198

Artikel 180.............................................................................................................................. 198

Artikel 181.............................................................................................................................. 199 Artikel 182.............................................................................................................................. 199

Artikel 183.............................................................................................................................. 200

Artikel 184.............................................................................................................................. 200

Artikel 185.............................................................................................................................. 200

TITEL XI VERPLICHTINGEN VAN DE BELASTINGPLICHTIGEN EN VAN

BEPAALDE NIET–BELASTINGPLICHTIGE PERSONEN ................................ 201

Hoofdstuk 1 Verplichting tot betaling................................................................................... 201

Afdeling 1 Tegenover de schatkist tot voldoening van de belasting gehouden personen..... 201

Artikel 186.............................................................................................................................. 202

Artikel 187.............................................................................................................................. 203

Artikel 188.............................................................................................................................. 203

Artikel 189.............................................................................................................................. 203

Artikel 190.............................................................................................................................. 204

Artikel 191.............................................................................................................................. 205

Artikel 192.............................................................................................................................. 205

Artikel 193.............................................................................................................................. 205

Artikel 194.............................................................................................................................. 205

Artikel 195.............................................................................................................................. 206

Artikel 196.............................................................................................................................. 206

Artikel 197.............................................................................................................................. 207

Afdeling 2 Wijze van betaling .............................................................................................. 207

Artikel 198.............................................................................................................................. 207

Artikel 199.............................................................................................................................. 207

Artikel 200.............................................................................................................................. 208

Artikel 201.............................................................................................................................. 208

Artikel 202.............................................................................................................................. 208

Artikel 203.............................................................................................................................. 209

Artikel 204.............................................................................................................................. 209

Hoofdstuk 2 Identificatie....................................................................................................... 211

Artikel 205.............................................................................................................................. 212

Artikel 206.............................................................................................................................. 212

Artikel 207.............................................................................................................................. 214 Artikel 208.............................................................................................................................. 214

Hoofdstuk 3 Facturering........................................................................................................ 214

Afdeling 1 Het begrip factuur ............................................................................................... 214

Artikel 209.............................................................................................................................. 214

Artikel 210.............................................................................................................................. 215

Afdeling 2 Uitreiking van facturen ....................................................................................... 215

Artikel 211.............................................................................................................................. 215

Artikel 212.............................................................................................................................. 216

Artikel 213.............................................................................................................................. 217

Artikel 214.............................................................................................................................. 217

Artikel 215.............................................................................................................................. 217

Artikel 216.............................................................................................................................. 218

Afdeling 3 Inhoud van de facturen........................................................................................ 218

Artikel 217.............................................................................................................................. 219

Artikel 218.............................................................................................................................. 222

Artikel 219.............................................................................................................................. 222

Artikel 220.............................................................................................................................. 223

Artikel 221.............................................................................................................................. 223

Artikel 222.............................................................................................................................. 223

Afdeling 4 Toezending en terbeschikkingstelling van facturen............................................ 223

Artikel 223.............................................................................................................................. 223

Artikel 224.............................................................................................................................. 224

Artikel 225.............................................................................................................................. 224

Artikel 226.............................................................................................................................. 225

Artikel 227.............................................................................................................................. 226

Artikel 228.............................................................................................................................. 226

Artikel 229.............................................................................................................................. 226

Artikel 230.............................................................................................................................. 227

Afdeling 5 Vereenvoudigingsmaatregelen............................................................................ 227

Artikel 231.............................................................................................................................. 227

Artikel 232.............................................................................................................................. 229 Artikel 233.............................................................................................................................. 229

Hoofdstuk 4 Boekhouding .................................................................................................... 230

Afdeling 1 Algemene verplichtingen .................................................................................... 230

Artikel 234.............................................................................................................................. 230

Artikel 235.............................................................................................................................. 230

Afdeling 2 Specifieke verplichtingen ten aanzien van het bewaren van facturen ................ 231

Artikel 236.............................................................................................................................. 231

Artikel 237.............................................................................................................................. 231

Artikel 238.............................................................................................................................. 232

Artikel 239.............................................................................................................................. 232

Artikel 240.............................................................................................................................. 233

Afdeling 3 Recht van toegang tot elektronisch bewaarde facturen in een andere lidstaat.... 233

Artikel 241.............................................................................................................................. 233

Hoofdstuk 5 Aangiften .......................................................................................................... 233

Artikel 242.............................................................................................................................. 234

Artikel 243.............................................................................................................................. 234

Artikel 244.............................................................................................................................. 235

Artikel 245.............................................................................................................................. 236

Artikel 246.............................................................................................................................. 236

Artikel 247.............................................................................................................................. 237

Artikel 248.............................................................................................................................. 237

Artikel 249.............................................................................................................................. 237

Artikel 250.............................................................................................................................. 237

Artikel 251.............................................................................................................................. 238

Artikel 252.............................................................................................................................. 238

Artikel 253.............................................................................................................................. 238

Artikel 254.............................................................................................................................. 238

Hoofdstuk 6 Lijsten ............................................................................................................... 239

Artikel 255.............................................................................................................................. 239

Artikel 256.............................................................................................................................. 239

Artikel 257.............................................................................................................................. 240 Artikel 258.............................................................................................................................. 242

Artikel 259.............................................................................................................................. 243

Artikel 260.............................................................................................................................. 244

Artikel 261.............................................................................................................................. 244

Artikel 262.............................................................................................................................. 244

Artikel 263.............................................................................................................................. 244

Artikel 264.............................................................................................................................. 245

Hoofdstuk 7 Diverse bepalingen ........................................................................................... 246

Artikel 265.............................................................................................................................. 246

Artikel 266.............................................................................................................................. 248

Hoofdstuk 8 Verplichtingen ter zake van bepaalde invoer– en uitvoerhandelingen............. 248

Afdeling 1 Invoerhandelingen............................................................................................... 248

Artikel 267.............................................................................................................................. 249

Artikel 268.............................................................................................................................. 249

Artikel 269.............................................................................................................................. 249

Artikel 270.............................................................................................................................. 249

Afdeling 2 Uitvoerhandelingen ............................................................................................. 249

Artikel 271.............................................................................................................................. 250

Artikel 272.............................................................................................................................. 250

Artikel 273.............................................................................................................................. 250

TITEL XII BIJZONDERE REGELINGEN.......................................................................... 250

Hoofdstuk 1 Bijzondere regeling voor kleine ondernemingen ............................................. 250

Afdeling 1 Vereenvoudigde bepalingen inzake belastingheffing en belastinginning........... 250

Artikel 274.............................................................................................................................. 250

Afdeling 2 Vrijstellingen of degressieve verminderingen .................................................... 251

Artikel 275.............................................................................................................................. 251

Artikel 276.............................................................................................................................. 251

Artikel 277.............................................................................................................................. 252

Artikel 278.............................................................................................................................. 252

Artikel 279.............................................................................................................................. 253

Artikel 280.............................................................................................................................. 253 Artikel 281.............................................................................................................................. 256

Artikel 282.............................................................................................................................. 256

Artikel 283.............................................................................................................................. 257

Artikel 284.............................................................................................................................. 257

Artikel 285.............................................................................................................................. 257

Afdeling 3 Verslag en herziening.......................................................................................... 257

Artikel 286.............................................................................................................................. 257

Artikel 287.............................................................................................................................. 258

Hoofdstuk 2 Gemeenschappelijke forfaitaire regeling voor landbouwproducenten............. 258

Artikel 288.............................................................................................................................. 258

Artikel 289.............................................................................................................................. 259

Artikel 290.............................................................................................................................. 260

Artikel 291.............................................................................................................................. 260

Artikel 292.............................................................................................................................. 260

Artikel 293.............................................................................................................................. 260

Artikel 294.............................................................................................................................. 261

Artikel 295.............................................................................................................................. 262

Artikel 296.............................................................................................................................. 263

Artikel 297.............................................................................................................................. 264

Artikel 298.............................................................................................................................. 264

Hoofdstuk 3 Bijzondere regeling voor reisbureaus............................................................... 264

Artikel 299.............................................................................................................................. 265

Artikel 300.............................................................................................................................. 265

Artikel 301.............................................................................................................................. 265

Artikel 302.............................................................................................................................. 266

Artikel 303.............................................................................................................................. 266

Hoofdstuk 4 Bijzondere regelingen voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten ........................................................................ 266

Afdeling 1 Definities ............................................................................................................. 266

Artikel 304.............................................................................................................................. 266

Afdeling 2 Bijzondere regeling voor belastingplichtige wederverkopers............................. 268

Onderafdeling 1 Winstmargeregeling ................................................................................... 268 Artikel 305.............................................................................................................................. 268

Artikel 306.............................................................................................................................. 268

Artikel 307.............................................................................................................................. 269

Artikel 308.............................................................................................................................. 270

Artikel 309.............................................................................................................................. 271

Artikel 310.............................................................................................................................. 271

Artikel 311.............................................................................................................................. 272

Artikel 312.............................................................................................................................. 272

Artikel 313.............................................................................................................................. 273

Artikel 314.............................................................................................................................. 273

Artikel 315.............................................................................................................................. 274

Artikel 316.............................................................................................................................. 274

Artikel 317.............................................................................................................................. 274

Onderafdeling 2 Overgangsregeling voor gebruikte vervoermiddelen................................. 274

Artikel 318.............................................................................................................................. 275

Artikel 319.............................................................................................................................. 275

Artikel 320.............................................................................................................................. 276

Artikel 321.............................................................................................................................. 276

Artikel 322.............................................................................................................................. 277

Artikel 323.............................................................................................................................. 277

Artikel 324.............................................................................................................................. 277

Afdeling 3 Bijzondere regeling voor verkoop op openbare veilingen .................................. 280

Artikel 325.............................................................................................................................. 280

Artikel 326.............................................................................................................................. 280

Artikel 327.............................................................................................................................. 281

Artikel 328.............................................................................................................................. 281

Artikel 329.............................................................................................................................. 282

Artikel 330.............................................................................................................................. 282

Artikel 331.............................................................................................................................. 283

Artikel 332.............................................................................................................................. 283

Artikel 333.............................................................................................................................. 284 Afdeling 4 Maatregelen ter voorkoming van verstoring van de mededinging en fraude ..... 284

Artikel 334.............................................................................................................................. 284

Artikel 335.............................................................................................................................. 284

Hoofdstuk 5 Bijzondere regeling voor beleggingsgoud........................................................ 285

Afdeling 1 Algemene bepalingen.......................................................................................... 285

Artikel 336.............................................................................................................................. 285

Artikel 337.............................................................................................................................. 286

Afdeling 2 Vrijstelling van de belasting ............................................................................... 286

Artikel 338.............................................................................................................................. 287

Artikel 339.............................................................................................................................. 287

Afdeling 3 Recht om voor belastingheffing te kiezen........................................................... 287

Artikel 340.............................................................................................................................. 287

Artikel 341.............................................................................................................................. 288

Artikel 342.............................................................................................................................. 288

Artikel 343.............................................................................................................................. 288

Afdeling 4 Handelingen op een gereglementeerde goudmarkt ............................................. 288

Artikel 344.............................................................................................................................. 289

Artikel 345.............................................................................................................................. 289

Artikel 346.............................................................................................................................. 289

Afdeling 5 Bijzondere rechten en verplichtingen van handelaren in beleggingsgoud.......... 290

Artikel 347.............................................................................................................................. 290

Artikel 348.............................................................................................................................. 291

Artikel 349.............................................................................................................................. 291

Hoofdstuk 6 Bijzondere regeling voor niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen die langs elektronische weg diensten verrichten voor niet–belastingplichtigen ...... 291

Afdeling 1 Algemene bepalingen.......................................................................................... 291

Artikel 350.............................................................................................................................. 292

Artikel 351.............................................................................................................................. 292

Afdeling 2 Bijzondere regeling voor langs elektronische weg verrichte diensten................ 293

Artikel 352.............................................................................................................................. 293

Artikel 353.............................................................................................................................. 293

Artikel 354.............................................................................................................................. 293 Artikel 355.............................................................................................................................. 295

Artikel 356.............................................................................................................................. 295

Artikel 357.............................................................................................................................. 296

Artikel 358.............................................................................................................................. 296

Artikel 359.............................................................................................................................. 296

Artikel 360.............................................................................................................................. 297

Artikel 361.............................................................................................................................. 297

Artikel 362.............................................................................................................................. 297

TITEL XIII AFWIJKINGEN................................................................................................ 298

Hoofdstuk 1 Algemene afwijkingen ..................................................................................... 298

Afdeling 1 Afwijkingen voor de staten die op 1 januari 1978 lid waren van de Gemeenschap298

Artikel 363.............................................................................................................................. 298

Artikel 364.............................................................................................................................. 299

Artikel 365.............................................................................................................................. 299

Artikel 366.............................................................................................................................. 299

Artikel 367.............................................................................................................................. 299

Afdeling 2 Afwijkingen voor de staten die na 1 januari 1978 tot de Gemeenschap zijn toegetreden ............................................................................................................... 299

Artikel 368.............................................................................................................................. 299

Artikel 369.............................................................................................................................. 300

Artikel 370.............................................................................................................................. 301

Artikel 371.............................................................................................................................. 301

Artikel 372.............................................................................................................................. 302

Artikel 373.............................................................................................................................. 303

Artikel 374.............................................................................................................................. 303

Artikel 375.............................................................................................................................. 303

Artikel 376.............................................................................................................................. 304

Artikel 377.............................................................................................................................. 304

Artikel 378.............................................................................................................................. 304

Artikel 379.............................................................................................................................. 305

Artikel 380.............................................................................................................................. 305

Artikel 381.............................................................................................................................. 305 Artikel 382.............................................................................................................................. 306

Artikel 383.............................................................................................................................. 306

Afdeling 3 Gemeenschappelijke bepalingen voor de afdelingen 1 en 2 ............................... 306

Artikel 384.............................................................................................................................. 306

Artikel 385.............................................................................................................................. 306

Artikel 386.............................................................................................................................. 306

Hoofdstuk 2 Afwijkingen waarvoor machtiging is verleend ................................................ 307

Afdeling 1 Vereenvoudigingsmaatregelen en maatregelen ter voorkoming van belastingfraude en –ontwijking ................................................................................ 307

Artikel 387.............................................................................................................................. 307

Artikel 388.............................................................................................................................. 307

Afdeling 2 Internationale overeenkomsten ........................................................................... 308

Artikel 389.............................................................................................................................. 308

TITEL XIV DIVERSE BEPALINGEN................................................................................ 309

Hoofdstuk 1 Uitvoeringsmaatregelen.................................................................................... 309

Artikel 390.............................................................................................................................. 309

Hoofdstuk 2 BTW-Comité .................................................................................................... 309

Artikel 391.............................................................................................................................. 310

Hoofdstuk 3 Omrekeningskoers............................................................................................ 310

Artikel 392.............................................................................................................................. 311

Artikel 393.............................................................................................................................. 311

Hoofdstuk 4 Andere belastingen, rechten en heffingen ........................................................ 311

Artikel 394.............................................................................................................................. 312

TITEL XV OVERGANGSREGELING VOOR DE BELASTINGHEFFING IN HET

HANDELSVERKEER TUSSEN DE LIDSTATEN EN SLOTBEPALINGEN..... 312

Artikel 395.............................................................................................................................. 312

Artikel 396.............................................................................................................................. 313

Artikel 397.............................................................................................................................. 313

Artikel 398.............................................................................................................................. 314

Artikel 399.............................................................................................................................. 314

Artikel 400.............................................................................................................................. 314

Artikel 401.............................................................................................................................. 315 Artikel 402.............................................................................................................................. 315

BIJLAGE I LIJST VAN WERKZAAMHEDEN, BEDOELD IN ARTIKEL 14................. 316

BIJLAGE II LIJST VAN LANGS ELEKTRONISCHE WEG VERRICHTE DIENSTEN

BEDOELD IN ARTIKEL 52, LID 1, ONDER K) .................................................. 317

BIJLAGE III LIJST VAN DE LEVERINGEN VAN GOEDEREN EN DE DIENSTEN

WAAROP DE IN ARTIKEL 95 BEDOELDE VERLAAGDE TARIEVEN MOGEN WORDEN TOEGEPAST ........................................................................................ 318

BIJLAGE IV LIJST VAN IN ARTIKEL 102 BEDOELDE DIENSTEN .......................... 321

BIJLAGE V CATEGORIEËN GOEDEREN BEDOELD IN ARTIKEL 155, DIE ONDER

EEN ANDER STELSEL VAN ENTREPOTS DAN DOUANE–ENTREPOTS KUNNEN VALLEN................................................................................................ 322

BIJLAGE VI LIJST VAN LANDBOUW- PRODUCTIEWERKZAAMHEDEN BEDOELD

IN ARTIKEL 288 .................................................................................................... 324

BIJLAGE VII LIJST VAN AGRARISCHE DIENSTEN BEDOELD IN ARTIKEL 288 .. 326

BIJLAGE VIII KUNSTVOORWERPEN, VOORWERPEN VOOR VERZAMELINGEN

EN ANTIQUITEITEN BEDOELD IN ARTIKEL 304, LID 1, ONDER B), C) EN D)328

BIJLAGE IX LIJST VAN HANDELINGEN WAARVOOR DE IN DE ARTIKELEN 363

EN 364 EN DE ARTIKELEN 368 TOT EN MET 383 BEDOELDE AFWIJKINGEN GELDEN...................................................................................... 330

Deel A Handelingen die de lidstaten mogen blijven belasten:.............................................. 330

Deel B Handelingen die de lidstaten mogen blijven vrijstellen ............................................ 330

BIJLAGE X............................................................................................................................ 334

Deel A Ingetrokken richtlijnen met de achtereenvolgende wijzigingen ervan (bedoeld in artikel 399) ............................................................................................................... 334

Deel B Termijnen voor omzetting in nationaal recht (bedoeld in artikel 399) ..................... 335

BIJLAGE XI CONCORDANTIETABEL ............................................................................ 337

TITEL I Hoofdstuk I

(77/388/EEG)

VOORWERP EN TOEPASSINGSGEBIED Titel van hoofdstuk

I (77/388/EEG)

Aangepast

Artikel 1 Artikel 1 (67/227/EEG)

  • 1. 
    Deze richtlijn stelt het gemeenschappelijke stelsel van belasting Artikel 1, eerste over de toegevoegde waarde (BTW) vast. alinea

    (67/227/EEG)

    Aangepast

    Artikel 1, tweede

    alinea

    (67/227/EEG)

    Belang verloren

    Artikel 1, derde alinea (67/227/EEG)

    Belang verloren

    Artikel 2 (67/227/EEG)

  • 2. 
    Het gemeenschappelijke BTW–stelsel berust op het beginsel dat Artikel 2, eerste van goederen en diensten een algemene verbruiksbelasting wordt alinea

    geheven die strikt evenredig is aan de prijs van goederen en (67/227/EEG) diensten, zulks ongeacht het aantal handelingen dat tijdens het

productie– en distributieproces vóór de fase van heffing Aangepast

plaatsvond.

Bij elke handeling is de BTW, berekend over de prijs van het goed Artikel 2, tweede

of van de dienst volgens het tarief dat voor dat goed of voor die alinea

dienst geldt, verschuldigd onder aftrek van het bedrag van de (67/227/EEG)

BTW waarmede de onderscheiden elementen van de prijs

rechtstreeks zijn belast. Aangepast

Het gemeenschappelijke BTW–stelsel wordt toegepast tot en met Artikel 2, derde de kleinhandelsfase. alinea (67/227/EEG) Artikel 3 (67/227/EEG)

Artikel 3

(67/227/EEG)

Belang verloren

Artikel 4

(67/227/EEG)

Artikel 4, eerste alinea

(67/227/EEG)

Belang verloren

Artikel 4, tweede alinea

(67/227/EEG)

Belang verloren

Artikel 6

(67/227/EEG)

Artikel 6

(67/227/EEG)

Belang verloren

Artikel 1

(77/388/EEG)

Artikel 1, eerste alinea

(77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 1, tweede alinea

(77/388/EEG)

Belang verloren Artikel 2

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder: Nieuw

  • 1. 
    “aan accijns onderworpen producten of “accijnsproducten”: de Artikel 33, lid 2 producten die zijn onderworpen aan accijns zoals deze door de (vervangen bij

    gemeenschapswetgeving is geharmoniseerd; 91/680/EEG)

    Gewijzigd

    Artikel 33, lid 2, eerste streepje (vervangen bij 91/680/EEG)

    Artikel 33, lid 2, tweede streepje (vervangen bij 91/680/EEG)

    Artikel 33, lid 2, derde streepje (vervangen bij 91/680/EEG)

  • 2. 
    “elektronisch” en “langs elektronische weg”: via elektronische Artikel 22, lid 3, apparatuur voor de verwerking, met inbegrip van digitale onder e), eerste compressie, en de opslag van gegevens, waarbij gebruik wordt alinea

    gemaakt van draden, radio, optische middelen of andere vervat in artikel 28

    elektromagnetische middelen. nonies

    (ingevoegd bij

    2001/115/EG)

    Gewijzigd

    Hoofdstuk II (77/388/EEG)

    Titel van hoofdstuk II (77/388/EEG)

    Artikel 3 Artikel 2 (77/388/EEG)

  • 1. 
    De volgende handelingen zijn aan de BTW onderworpen: Artikel 2

    (77/388/EEG) a) de leveringen van goederen, die in een lidstaat door een als Artikel 2, punt 1

    zodanig handelende belastingplichtige onder bezwarende (77/388/EEG) titel worden verricht; Aangepast

    Artikel 28 bis (toegevoegd bij 91/680/EEG)

    Titel van artikel 28 bis (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Artikel 28 bis, lid 1 (ingevoegd bij 91/680/EEG)

  • b) 
    de intracommunautaire verwervingen van goederen die in Nieuw een lidstaat onder bezwarende titel worden verricht:
    • i) 
      door een als zodanig handelende belastingplichtige of Artikel 28 bis, door een niet–belastingplichtige rechtspersoon, lid 1, onder a), wanneer de verkoper een als zodanig handelende eerste alinea

      belastingplichtige is die noch onder de in de (ingevoegd bij artikelen 277 tot en met 280 bedoelde 91/680/EEG) vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen, noch

      onder artikel 34 of artikel 37, eerste alinea, valt; Aangepast

    • ii) 
      wanneer het nieuwe vervoermiddelen betreft, door een Artikel 28 bis, belastingplichtige of door een niet–belastingplichtige lid 1, onder b) rechtspersoon wier andere verwervingen uit hoofde (ingevoegd bij van artikel 4, lid 1, niet aan de BTW zijn onderworpen 91/680/EEG) of door enige andere niet–belastingplichtige;

      Aangepast

    • iii) 
      wanneer het accijnsproducten betreft, uit hoofde Artikel 28 bis, waarvan de accijnsrechten in de lidstaat verschuldigd lid 1, onder c) zijn krachtens Richtlijn 92/12/EEG i, door een (ingevoegd bij belastingplichtige of door een niet–belastingplichtige 92/111/EEG) rechtspersoon wier andere verwervingen uit hoofde

      van artikel 4, lid 1, niet aan de BTW zijn Aangepast

      onderworpen;

  • c) 
    de diensten, die in een lidstaat door een als zodanig Artikel 2, punt 1 handelende belastingplichtige onder bezwarende titel (77/388/EEG)

    worden verricht; Aangepast

    • d) 
      de invoer van goederen. Artikel 2, punt 2 (77/388/EEG)

      Artikel 28 bis, lid 2 (ingevoegd bij 91/680/EEG)

  • 2. 
    Als “nieuwe “vervoermiddelen” worden beschouwd, de volgende Artikel 28 bis, voor het personen– of goederenvervoer bestemde lid 2, onder a) vervoermiddelen: (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

    • a) 
      landvoertuigen die zijn uitgerust met een motor van meer Artikel 28 bis, dan 48 cc cilinderinhoud of met een vermogen van meer dan lid 2, onder a) 7,2 kilowatt, wanneer de levering binnen zes maanden na de (ingevoegd bij eerste ingebruikneming plaatsvindt of wanneer het voertuig 91/680/EEG) niet meer dan 6 000 km heeft afgelegd;

      Aangepast

    • b) 
      schepen met een lengte van meer dan 7,5 meter, met Artikel 28 bis, uitzondering van schepen voor de vaart op volle zee lid 2, onder a) waarmee passagiersvervoer tegen betaling plaatsvindt of die (ingevoegd bij voor de uitoefening van enigerlei industriële, handels– of 91/680/EEG) visserijactiviteit w orden gebruikt, van reddingsboten en

      schepen voor hulpverlening op zee en van schepen voor de Aangepast

      kustvisserij, wanneer de levering binnen drie maanden na de eerste ingebruikneming plaatsvindt of wanneer het schip niet meer dan 100 uur heeft gevaren;

    • c) 
      luchtvaartuigen met een totaal opstijggewicht van meer dan Artikel 28 bis, 1 550 kg, met uitzondering van luchtvaartuigen die door lid 2, onder a) luchtvaartmaatschappijen worden gebruikt die zich (ingevoegd bij hoofdzakelijk toeleggen op het betaalde internationale 91/680/EEG) vervoer, wanneer de levering binnen drie maanden na de

      eerste ingebruikneming plaatsvindt of wanneer het Aangepast

      luchtvaartuig niet meer dan 40 uur heeft gevlogen.

      Artikel 28 bis, lid 2, onder b), eerste alinea (vervangen bij 94/5/EG) Artikel 28 bis, lid 2, onder b), eerste alinea, eerste streepje (vervangen bij 94/5/EG)

      Artikel 28 bis, lid 2, onder b), eerste alinea, tweede streepje (vervangen bij 94/5/EG)

    De lidstaten stellen de voorwaarden vast waaronder de in de eerste Artikel 28 bis, alinea bedoelde gegevens kunnen worden aangetoond. lid 2, onder b), tweede alinea (vervangen bij 94/5/EG)

  • 3. 
    Als “gebruikte vervoermiddelen” worden beschouwd de in lid 2 Nieuw bedoelde landvoertuigen, schepen en luchtvaartuigen, wanneer het

    gebruikte goederen zijn, zoals omschreven in artikel 304, die Gegrond op worden geleverd door een van de in artikel 306 bedoelde personen artikel 28 sexen wanneer zij niet aan de voorwaarden voldoen om als nieuwe decies, lid 1, vervoermiddelen te worden beschouwd. onder a), eerste zin

    Artikel 4

    Artikel 28 bis, lid 1, onder a), tweede alinea (vervangen bij 92/111/EEG)

  • 1. 
    In afwijking van artikel 3, lid 1, onder b) i), zijn de volgende Artikel 28 bis, handelingen niet aan BTW onderworpen: lid 1 bis

    (ingevoegd bij 92/111/EEG)

    Aangepast

    • a) 
      de intracommunautaire verwervingen van goederen die Artikel 28 bis, worden verricht door een belastingplichtige of een niet– lid 1 bis, onder a) belastingplichtige rechtspersoon, waarvan de levering (ingevoegd bij krachtens de artikelen 144 en 147 binnen de lidstaat zou 92/111/EEG) worden vrijgesteld;

      Aangepast b) de intracommunautaire verwervingen van gebruikte Artikel 26 bis, D,

      goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor onder b) verzamelingen en antiquiteiten zoals omschreven in (ingevoegd bij artikel 304, wanneer de verkoper een als zodanig 94/5/EG) handelende belastingplichtige wederverkoper is en wanneer

      het verworven goed in de lidstaat van vertrek van de Aangepast

      verzending of het vervoer aan de BTW is onderworpen overeenkomstig de in de artikelen 305 tot en met 317 vastgestelde winstmargeregeling;

    • c) 
      de intracommunautaire verwervingen van gebruikte vervoer Artikel 28 middelen, wanneer de verkoper een als zodanig handelende sexdecies, lid 1, belastingplichtige wederverkoper is en het verworven onder g)

      gebruikte vervoermiddel in de lidstaat van vertrek van de (ingevoegd bij verzending of het vervoer aan de BTW is onderworpen 94/5/EG) overeenkomstig de overgangsregeling voor gebruikte

      vervoermiddelen; Aangepast

    • d) 
      de intracommunautaire verwervingen van gebruikte Artikel 26 bis, D, goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor onder b)

      verzamelingen en antiquiteiten zoals omschreven in (ingevoegd bij artikel 304, wanneer de verkoper een als zodanig 94/5/EG) handelende organisator van openbare veilingen is en het

      verworven goed in de lidstaat van vertrek van de verzending Aangepast

      of het vervoer aan de BTW is onderworpen overeenkomstig de bijzondere regeling voor openbare veilingen;

    • e) 
      de intracommunautaire verwervingen van andere goederen Artikel 28 bis, dan die bedoeld onder a), b, c), en d), en dan de lid 1 bis, onder b), verwervingen van vervoermiddelen en van accijnsproducten, eerste alinea

      die worden verricht door een belastingplichtige ten behoeve (ingevoegd bij van zijn landbouw–, bosbouw– of visserijbedrijf dat onder 92/111/EEG) de forfaitaire regeling voor landbouwproducenten valt, door

      een belastingplichtige die uitsluitend leveringen van Aangepast

      goederen of diensten verricht waarvoor geen recht op aftrek bestaat, of door een niet–belastingplichtige rechtspersoon.

      Artikel 28 bis, lid 1 bis, onder b), eerste alinea, eerste streepje (ingevoegd bij 92/111/EEG)

  • 2. 
    De in lid 1, onder e), bepaalde vrijstelling is alleen van toepassing Nieuw indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
    • a) 
      het totale bedrag van de intracommunautaire verwervingen Artikel 28 bis, van goederen is in het lopende kalenderjaar niet hoger dan lid 1 bis, onder b), een door de lidstaten te bepalen maximumwaarde die niet eerste alinea, lager mag zijn dan 10 000 euro of de tegenwaarde daarvan tweede streepje in nationale munteenheid; (ingevoegd bij 92/111/EEG)

      Aangepast

    • b) 
      het totale bedrag van de intracommunautaireverwervingen Artikel 28 bis, van goederen heeft in het voorafgaande kalenderjaar de lid 1 bis, onder b), onder a) bepaalde maximumwaarde niet overschreden. eerste alinea, derde streepje (ingevoegd bij 92/111/EEG)

      Aangepast

    De maximumwaarde dient als referentiepunt is het totale bedrag Artikel 28 bis, van de communautaire verwervingen van goederen, niet lid 1 bis, onder b), inbegrepen de BTW die is verschuldigd of voldaan in de lidstat tweede alinea van het vertrek van de verzending of het vervoer van de goederen. (ingevoegd bij 92/111/EEG)

    Aangepast

  • 3. 
    De lidstaten verlenen de belastingplichtigen en de niet– Artikel 28 bis, belastingplichtige rechtspersonen die voor de toepassing van lid 1, lid 1, onder a), onder e) in aanmerking komen, het recht voor de in artikel 3, lid 1, derde alinea, punt b), i), omschreven algemene regeling te kiezen. eerste volzin

    (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    De lidstaten stellen de nadere regels vast met betrekking tot de in Artikel 28 bis, de eerste alinea bedoelde keuze die in ieder geval voor een periode lid 1, onder a), van twee kalenderjaren geldt. derde alinea, tweede volzin (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    TITEL II Hoofdstuk III

    (77/388/EEG)

    GEOGRAFISCH TOEPASSINGSGEBIED Titel van hoofdstuk

    III (77/388/EEG)

    Artikel 5

Deze richtlijn is van toepasssing op het grondgebied van de Gemeenschap, Artikel 3, lid 2 zoals dit voortvloeit uit in artikel 299 van het Verdrag. (vervangen bij

91/680/EEG)

Aangepast

Artikel 6

  • 1. 
    Deze Richtlijn is niet van toepassing op de volgende gebieden, die Artikel 3, lid 3, deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap: tweede alinea

    (vervangen bij 91/680/EEG)

    Aangepast

    :a) de berg Athos; Artikel 3, lid 3, tweede alinea, derde streepje (vervangen bij 91/680/EEG)

    Aangepast

    • b) 
      de Canarische Eilanden; Artikel 3, lid 3, tweede alinea, eerste streepje (vervangen bij 91/680/EEG)

      Aangepast

    :c) de Franse overzeese departementen; Artikel 3, lid 3, tweede alinea, tweede streepje (vervangen bij 91/680/EEG)

    Aangepast

    • d) 
      de Ålandseilanden; Protocol nr. 2 (Toetredingsakte, AT, FI en SE)
    • e) 
      de Kanaaleilanden. Artikel 299, lid 6, onder c)

      (EG–Verdrag)

  • 2. 
    Deze Richtlijn is niet van toepassing op de volgende gebieden, die Artikel 3, lid 3, geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap: eerste alinea

    (vervangen bij 91/680/EEG)

    Aangepast

    • a) 
      het eiland Helgoland; Artikel 3, lid 3, eerste alinea,
    • b) 
      het gebied Büsingen; eerste streepje

      (vervangen bij 91/680/EEG)

      Aangepast

    • c) 
      Ceuta; Artikel 3, lid 3, eerste alinea,
    • d) 
      Melilla; tweede streepje

      (vervangen bij 91/680/EEG)

      Aangepast

    :e) Livigno; Artikel 3, lid 3, eerste alinea,

    • f) 
      Campione d’Italia; derde streepje
    • g) 
      de Italiaanse wateren van het meer van Lugano; (vervangen bij 91/680/EEG)

      Aangepast

    • h) 
      Gibraltar. Artikel 28 (Toetredingsakte DK, IE en UK)

      Artikel 7 Artikel 3 (vervangen bij 91/680/EEG)

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder: Artikel 3, lid 1

(vervangen bij 91/680/EEG)

Aangepast a) “lidstaat” en “grondgebied van een lidstaat”: het grondgebied van Artikel 3, lid 1,

iedere lidstaat, met uitzondering van de in artikel 6 genoemde eerste streepje gebieden; (vervangen bij 91/680/EEG)

Aangepast

  • b) 
    “Gemeenschap” en “grondgebied van de Gemeenschap”: het Artikel 3, lid 1, grondgebied van de Gemeenschap, zoals dit voortvloeit uit tweede streepje artikel 299 van het Verdrag en met uitzondering van de in artikel 6 (vervangen bij genoemde gebieden; 91/680/EEG)

    Aangepast

  • c) 
    “derdelands gebieden”: de gebieden die deel uitmaken van het Artikel 3, lid 1, grondgebied van de Gemeenschap en die in artikel 6 zijn derde streepje genoemd; (vervangen bij 91/680/EEG)

    Aangepast

  • d) 
    “derde land”: elke staat die of elk grondgebied dat geen deel Artikel 3, lid 1, uitmaakt van het grondgebied van de Gemeenschap zoals het derde streepje voortvloeit uit artikel 299 van het Verdrag. (vervangen bij 91/680/EEG)

    Aangepast

    Artikel 8

  • 1. 
    Gezien de overeenkomsten en verdragen die zij hebben gesloten Artikel 3, lid 4, met respectievelijk Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, worden eerste alinea

    het Vorstendom Monaco en het eiland Man voor de toepassing (vervangen bij van deze richtlijn niet als derde landen beschouwd. Gezien het Protocol nr. 3 van Verdrag tot oprichting van de Republiek Cyprus, worden de zones de Toetredingsdie te Akrotiri en Dhekalia onder de soevereiniteit van het akte van 2003 Verenigd Koninkrijk vallen, niet als derdelandsgebieden

beschouwd. Aangepast

Artikel 3, lid 4, eerste alinea, eerste streepje (vervangen bij Protocol nr. 3 van de Toetredingsakte van 2003 Artikel 3, lid 4, eerste alinea, eerste streepje (vervangen bij Protocol nr. 3 van de Toetredingsakte van 2003

Artikel 3, lid 4, eerste alinea slot (vervangen bij Protocol nr. 3 van de Toetredingsakte van 2003

  • 2. 
    De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te waarborgen dat Artikel 3, lid 4, handelingen met als herkomst of bestemming het Vorstendom tweede alinea

    Monaco als handelingen met herkomst of bestemming Frankrijk (vervangen bij worden behandeld, dat handelingen met als herkomst of 92/111/EEG) bestemming het eiland Man als handelingen met als herkomst of bestemming het Verenigd Koninkrijk worden behandeld en dat handelingen met als herkomst of bestemming de zones die te Akrotiri en Dhekelia onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk vallen handelingen met als herkomst of bestemming Cyprus worden behandeld.

    Artikel 3, lid 4, tweede alinea, eerste streepje (vervangen bij 92/111/EEG)

    Artikel 3, lid 4, tweede alinea, tweede streepje (vervangen bij 92/111/EEG)

    Artikel 3, lid 4, tweede alinea, derde streepje (ingevoegd bij Protocol nr. 3 van de Toetredingsakte van 2003

    Artikel 9

Indien de Commissie van mening is dat het bepaalde in de artikelen 6 en 8 Artikel 3, lid 5 niet meer gerechtvaardigd is, met name uit het oogpunt van de neutraliteit (vervangen door ten aanzien van de mededinging of van de eigen middelen, legt zij 91/680/EEG) passende voorstellen aan de Raad voor.

TITEL III Hoofdstuk IV

(77/388/EEG)

BELASTINGPLICHTIGEN Titel van hoofdstuk

IV (77/388/EEG)

Artikel 10 Artikel 4 (77/388/EEG)

  • 1. 
    Als “belastingplichtige” wordt beschouwd ieder die, ongeacht op Artikel 4, lid 1 welke plaats, zelfstandig een economische activiteit verricht, (77/388/EEG) ongeacht het oogmerk of het resultaat van die activiteit.

    Aangepast

    Als “economische activiteit” worden beschouwd, alle Artikel 4, lid 2 werkzaamheden van een fabrikant, handelaar of dienstverrichter, (77/388/EEG) met inbegrip van de winning van delfstoffen, de landbouw en de

uitoefening van vrije of daarmede gelijkgestelde beroepen. Als Aangepast

economische activiteit wordt tevens beschouwd de exploitatie van een lichamelijke of onlichamelijke zaak om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen.

2 Naast de in lid 1 bedoelde personen wordt als belastingplichtige Artikel 28 bis, beschouwd eenieder die incidenteel een nieuw vervoermiddel lid 4, eerste alinea levert dat door de verkoper, door de afnemer, of voor hun (ingevoegd bij rekening, buiten het grondgebied van een lidstaat maar binnen de 91/680/EEG) Gemeenschap naar de afnemer wordt verzonden of vervoerd.

Aangepast

Artikel 11

De in artikel 10, lid 1, bedoelde voorwaarde dat de economische activiteit Artikel 4, lid 4, zelfstandig moet worden verricht, sluit loontrekkenden en andere personen eerste alinea van de belastingheffing uit, voorzover zij met hun werkgever een (77/388/EEG) arbeidsovereenkomst hebben aangegaan of enige andere juridische band

hebben waaruit een verhouding van ondergeschiktheid ontstaat ten aanzien Aangepast

van de arbeids– en bezoldigingsvoorwaarden en de verantwoordelijkheid van de werkgever.

Artikel 12

Na raadpleging van het BTW–comité kan elke lidstaat personen die in deze Artikel 4, lid 4, zelfde lidstaat gevestigd zijn en die juridisch gezien zelfstandig zijn, doch tweede alinea financieel, economisch en organisatorisch nauw met elkaar verbonden zijn, (77/388/EEG) tezamen als één belastingplichtige aanmerken.

Aangepast

Artikel 13

  • 1. 
    De lidstaten kunnen als belastingplichtige aanmerken ieder die Artikel 4, lid 3 incidenteel een handeling verricht die behoort tot de in artikel 10, (77/388/EEG) lid 1, tweede alinea, bedoelde activiteiten, met name een van de

volgende handelingen: Aangepast

  • a) 
    de levering van een gebouw of een gedeelte van een gebouw Artikel 4, lid 3, en het bijbehorende terrein vóór de eerste ingebruikneming; onder a), eerste alinea, eerste

    volzin (77/388/EEG)

    Aangepast

  • b) 
    de levering van een bouwterrein. Artikel 4, lid 3, onder b), eerste alinea

    (77/388/EEG)

  • 2. 
    Voor de toepassing van lid 1, onder a), wordt onder “gebouw” Artikel 4, lid 3, verstaan ieder bouwwerk dat vast met de grond is verbonden. onder a), derde alinea

    (77/388/EEG)

    Aangepast

    De lidstaten kunnen de voorwaarden voor de toepassing van het in Artikel 4, lid 3, lid 1, onder a), bedoelde criterium op de verbouwing van onder a), eerste gebouwen, alsmede het begrip “bijbehorend terrein” bepalen. alinea, tweede volzin (77/388/EEG)

    Aangepast

    De lidstaten kunnen andere criteria dan dat van de eerste Artikel 4, lid 3, ingebruikneming toepassen, zoals het tijdvak dat verloopt tussen onder a), tweede de datum van voltooiing van het gebouw en die van eerste alinea levering, of het tijdvak tussen de datum van eerste (77/388/EEG) ingebruikneming en die van uiteindelijke levering, mits deze tijdvakken niet langer duren dan onderscheidenlijk vijf en twee jaar.

  • 3. 
    Voor de toepassing van lid 1, onder b), wordt onder “bouwterrein” Artikel 4, lid 3, verstaan, de door de lidstaten als zodanig omschreven al dan niet onder b), tweede bouwrijp gemaakte terreinen. alinea

    (77/388/EEG)

    Aangepast

    Artikel 14

  • 1. 
    De staat, de regio’s, de gewesten, de provincies, de gemeenten en Artikel 4, lid 5, de andere publiekrechtelijke lichamen worden niet als eerste alinea

    belastingplichtigen aangemerkt voor de werkzaamheden of (77/388/EEG) handelingen die zij als overheid verrichten, ook niet indien zij voor die werkzaamheden of handelingen rechten, heffingen, bijdragen of retributies innen.

    Wanneer deze lichamen evenwel zodanige werkzaamheden of Artikel 4, lid 5, handelingen verrichten, moeten zij daarvoor als belastingplichtige tweede alinea worden aangemerkt, indien een behandeling als niet– (77/388/EEG) belastingplichtige tot verstoring van de mededinging van enige

betekenis zou leiden. Aangepast

De publiekrechtelijke lichamen worden in elk geval als Artikel 4, lid 5, belastingplichtige beschouwd met name voor de in bijlage I derde alinea genoemde werkzaamheden, voorzover deze niet van (77/388/EEG) onbeduidende omvang zijn. Aangepast

  • 2. 
    De lidstaten kunnen werkzaamheden van publiekrechtelijke Artikel 4, lid 5, lichamen die uit hoofde van de artikelen 129, 132, 133, 364 en vierde alinea

    367 tot en met 383 zijn vrijgesteld, als werkzaamheden van de (77/388/EEG) overheid beschouwen. Aangepast

    TITEL IV Hoofdstuk V

    (77/388/EEG)

    BELASTBARE HANDELINGEN Titel van hoofdstuk

    V (77/388/EEG)

    Hoofdstuk 1

    Levering van goederen

    Artikel 15 Artikel 5 (77/388/EEG)

Titel van artikel 5

(77/388/EEG)

  • 1. 
    Als “levering van goederen” wordt beschouwd, de overdracht of Artikel 5, lid 1

overgang van de macht om als een eigenaar over een lichamelijke (77/388/EEG)

zaak te beschikken.

Aangepast

  • 2. 
    Naast de in lid 1 bedoelde handeling worden de volgende Artikel 5, lid 4 handelingen als een levering van goederen beschouwd: (77/388/EEG)

    Aangepast

    • a) 
      de eigendomsovergang van een goed tegen betaling van een Artikel 5, lid 4, vergoeding, ingevolge een vordering door of namens de onder a)

      overheid dan wel krachtens de wet; (77/388/EEG)

    • b) 
      de afgifte van een goed ingevolge een overeenkomst Artikel 5, lid 4, volgens welke een goed gedurende een bepaalde periode in onder b)

      huur wordt gegeven of ingevolge een overeenkomst tot koop (77/388/EEG) en verkoop op afbetaling, in beide gevallen onder het beding

      dat normaal het goed uiterlijk bij de betaling van de laatste Aangepast

      termijn in eigendom wordt verkregen;

    • c) 
      de overdracht van een goed ingevolge een overeenkomst tot Artikel 5, lid 4, koop of verkoop in commissie. onder c)

      (77/388/EEG)

      Aangepast

  • 3. 
    De lidstaten kunnen de oplevering van bepaalde werken in Artikel 5, lid 5 onroerende staat als een levering van goederen beschouwen. (vervangen bij 95/7/EG)

    Aangepast

    Artikel 16

  • 1. 
    Elektrische stroom, gas, warmte, koude en soortgelijke zaken Artikel 5, lid 2 worden met “lichamelijke zaken” gelijkgesteld. (77/388/EEG)

    Aangepast

  • 2. 
    De lidstaten kunnen de volgende rechten als lichamelijke zaken Artikel 5, lid 3 beschouwen: (77/388/EEG)
    • a) 
      bepaalde rechten op onroerende goederen; Artikel 5, lid 3, onder a)

      (77/388/EEG) b) de zakelijke rechten die de rechthebbende de bevoegdheid Artikel 5, lid 3,

      verschaffen een onroerend goed te gebruiken; onder b) (77/388/EEG)

      Aangepast

    • c) 
      de deelbewijzen en aandelen waarvan het bezit rechtens of Artikel 5, lid 3, in feite recht geven op de eigendom of het genot van een onder c)

      onroerend goed of een deel daarvan. (77/388/EEG)

      Artikel 17

Met een levering van goederen onder bezwarende titel wordt gelijkgesteld, Artikel 5, lid 6, het door een belastingplichtige aan zijn bedrijf onttrekken van een goed eerste volzin voor eigen privédoeleinden of voor privédoeleinden van zijn personeel, of (77/388/EEG) dat hij om niet verstrekt of, meer in het algemeen, voor andere dan

bedrijfsdoeleinden bestemt, ingeval met betrekking tot dat goed of de Aangepast

bestanddelen daarvan recht op volledige of gedeeltelijke aftrek van de

BTW is ontstaan.

Met een levering van goederen onder bezwarende titel worden niet Artikel 5, lid 6, gelijkgesteld, onttrekkingen van goederen om voor bedrijfsdoeleinden te tweede volzin dienen als geschenken van geringe waarde of als monster. (77/388/EEG)

Aangepast

Artikel 18

Artikel 28 bis, lid 5 (vervangen bij 95/7/EG)

  • 1. 
    Met een levering van goederen onder bezwarende titel wordt Artikel 28 bis, gelijkgesteld, de overbrenging door een belastingplichtige van een lid 5, onder b) goed van zijn bedrijf naar een andere lidstaat. eerste alinea

    (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Als “overbrenging naar een andere lidstaat” wordt beschouwd Artikel 28 bis, iedere verzending of ieder vervoer van een lichamelijke zaak voor lid 5, onder b) bedrijfsdoeleinden, door of voor rekening van de tweede alinea belastingplichtige, buiten het grondgebied van de lidstaat waar het (ingevoegd bij goed zich bevindt, maar binnen de Gemeenschap. 91/680/EEG)

    Aangepast 2. Als overbrenging naar een andere lidstaat wordt niet beschouwd, Artikel 28 bis,

    de verzending of het vervoer van een goed voor zover het daarbij lid 5, onder b) om een van de volgende handelingen gaat: tweede alinea (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

    • a) 
      de levering van dat goed door de belastingplichtige binnen Artikel 28 bis, de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer, lid 5, onder b) onder de in artikel 38 vastgestelde voorwaarden ; tweede alinea, eerste streepje (ingevoegd bij 91/680/EEG)

      Aangepast

    • b) 
      de levering van dat goed, dat door of voor rekening van de Artikel 28 bis, leverancier moet worden geïnstalleerd of gemonteerd, door lid 5, onder b) de belastingplichtige binnen de lidstaat van aankomst van de tweede alinea, verzending of het vervoer, onder de in artikel 37, eerste eerste streepje alinea, vastgestelde voorwaarden; (ingevoegd bij 91/680/EEG)

      Aangepast

    • c) 
      de levering van dat goed door de belastingplichtige aan Artikel 28 bis, boord van een schip, vliegtuig of trein tijdens een vervoer lid 5, onder b) van passagiers, onder de in artikel 38 vastgestelde tweede alinea, voorwaarden; tweede streepje (ingevoegd bij 91/680/EEG)

      Aangepast

    • d) 
      de levering van gas via het aardgasdistributiesysteem of de Artikel 28 bis, levering van elektriciteit onder de in de artikelen 39 en 40 lid 5, onder b) vastgestelde voorwaarden; tweede alinea, achtste streepje (ingevoegd bij 2003/92/EG)
    • e) 
      de levering van dat goed door de belastingplichtige in de Artikel 28 bis, lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer, lid 5, onder b) onder de in de artikelen 135, 142, 143, 144, 147 en 148 tweede alinea, vastgestelde voorwaarden; derde streepje (ingevoegd bij 91/680/EEG)

      Aangepast f) de verrichting van een dienst voor de belastingplichtige in Artikel 28 bis,

      verband met werkzaamheden betreffende dat goed, die lid 5, onder b) daadwerkelijk worden uitgevoerd in de lidstaat van tweede alinea, aankomst van de verzending of het vervoer van het goed, vijfde streepje voorzover het goed na bewerking opnieuw wordt verzonden (vervangen door naar deze belastingplichtige in de lidstaat waarvandaan het 95/7/EG) oorspronkelijk was verzonden of vervoerd; Aangepast

    • g) 
      het tijdelijke gebruik van dat goed op het grondgebied van Artikel 28 bis, de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer, lid 5, onder b) ten behoeve van diensten verricht door de in de lidstaat van tweede alinea, vertrek van de verzending of het vervoer van het goed zesde streepje gevestigde belastingplichtige; (ingevoegd bij 91/680/EEG)

      Aangepast

    • h) 
      het tijdelijke gebruik van dat goed voor een periode van ten Artikel 28 bis, hoogste vier en twintig maanden op het grondgebied van een lid 5, onder b) andere lidstaat waar de invoer van hetzelfde goed uit een tweede alinea, derde land met het oog op tijdelijk gebruik in aanmerking zevende streepje zou komen voor de regeling voor tijdelijke invoer met (ingevoegd bij volledige vrijstelling van invoerrechten. 91/680/EEG)

      Aangepast

  • 3. 
    Wanneer niet meer wordt voldaan aan een van de voorwaarden Artikel 28 bis, voor de toepassing van lid 2, wordt het goed als overgebracht naar lid 5, onder b) een andere lidstaat beschouwd. In dat geval vindt de overbrenging derde alinea

    plaats op het tijdstip waarop niet meer aan deze voorwaarde wordt (ingevoegd bij voldaan. 92/111/EEG)

    Aangepast

    Artikel 19

De lidstaten kunnen de volgende handelingen met een levering van Artikel 5, lid 7 goederen onder bezwarende titel gelijkstellen: (77/388/EEG)

Aangepast

  • a) 
    het door een belastingplichtige voor bedrijfsdoeleinden Artikel 5, lid 7, bestemmen van een goed dat in het kader van zijn bedrijf is onder a)

    vervaardigd, gebouwd, gewonnen, bewerkt, aangekocht of (77/388/EEG) ingevoerd, indien het van een andere belastingplichtige betrekken van een dergelijk goed hem geen recht zou geven op volledige aftrek van de BTW;

  • b) 
    het door een belastingplichtige voor een niet–belaste sector van Artikel 5, lid 7, zijn bedrijfsuitoefening bestemmen van een goed, voorzover bij de onder b)

    aanschaffing van dat goed of bij de bestemming ervan (77/388/EEG) overeenkomstig het bepaalde onder a) recht op volledige of

gedeeltelijke aftrek is ontstaan; Aangepast

  • c) 
    met uitzondering van de in artikel 20 genoemde gevallen, het Artikel 5, lid 7, onder zich hebben van goederen door een belastingplichtige of onder c)

    zijn rechthebbenden wanneer hij zijn belastbare economische (77/388/EEG) activiteit beëindigt, ingeval bij de aanschaffing van die goederen

of bij de bestemming ervan overeenkomstig het bepaalde onder a) Aangepast

recht op volledige of gedeeltelijke aftrek is ontstaan.

Artikel 20

De lidstaten kunnen, in geval van overgang van het geheel of een gedeelte Artikel 5, lid 8, van een algemeenheid van goederen onder bezwarende titel, om niet of in eerste volzin de vorm van een inbreng in een vennootschap, zich op het standpunt stellen (77/388/EEG) dat geen levering van goederen heeft plaatsgevonden en dat degene op wie de goederen overgaan, in de plaats treedt van de overdrager.

De lidstaten kunnen de nodige maatregelen treffen om verstoringen van de Artikel 5, lid 8, mededinging te voorkomen ingeval degene op wie de goederen overgaan, tweede volzin niet volledig belastingplichtig is. (77/388/EEG)

Aangepast

Hoofdstuk 2

Intracommunautaire verwerving van goederen

Artikel 21

Als “intracommunautaire verwervingvan goederen” wordt beschouwd het Artikel 28 bis, verkrijgen van de macht om als eigenaar te beschikken over een roerende lid 3, eerste alinea lichamelijke zaak die door de verkoper of de afnemer, of voor hun (ingevoegd bij rekening, met als bestemming de afnemer is verzonden of vervoerd naar 91/680/EEG) een andere lidstaat dan die van de verzending of het vervoer van het goed.

Aangepast

Wanneer door een niet–belastingplichtige rechtspersoon verworven Artikel 28 bis, goederen uit een derdelands gebied of een derde land worden verzonden of lid 3, tweede vervoerd en door deze niet–belastingplichtige rechtspersoon worden alinea ingevoerd in een andere lidstaat dan die van aankomst van de verzending (ingevoegd bij of het vervoer, worden de goederen geacht te zijn verzonden of vervoerd 91/680/EEG en vanuit de lidstaat van invoer. Deze lidstaat verleent aan de importeur die gewijzigd bij uit hoofde van artikel 193 is aangewezen of erkend als de tot voldoening 2000/65/EG) van de belasting gehouden persoon, teruggaaf van de uit hoofde van de

invoer betaalde BTW, voorzover de importeur aantoont dat zijn verwerving Aangepast

in de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer van de goederen aan de BTW onderworpen is geweest.

Artikel 22

Met een intracommunautaire verwerving van goederen onder bezwarende Artikel 28 bis, titel wordt gelijkgesteld het door een belastingplichtige voor lid 6, eerste alinea bedrijfsdoeleinden bestemmen van een goed dat door of voor rekening van (ingevoegd bij de belastingplichtige wordt verzonden of vervoerd uit een andere lidstaat 91/680/EEG) waar het is vervaardigd, gewonnen, bewerkt, aangekocht, verworven in de

zin van artikel 3, lid 1, onder b), of door de belastingplichtige in het kader Aangepast

van zijn bedrijf in die andere lidstaat is ingevoerd.

Artikel 23

Met een intracommunautaire verwerving van goederen onder bezwarende Artikel 28 bis, titel wordt gelijkgesteld de toewijzing door de strijdkrachten van een staat lid 6, tweede die partij bij het Noord–Atlantische Verdrag is, ten behoeve van deze alinea strijdkrachten of het hen begeleidende burgerpersoneel, van goederen die (ingevoegd bij zij niet tegen de algemene belastingvoorwaarden van de interne markt van 92/111/EEG) een lidstaat hebben verworven, wanneer de invoer van deze goederen niet

in aanmerking zou kunnen komen voor de in artikel 140, onder h), Aangepast

bedoelde vrijstelling.

Artikel 24

De lidstaten nemen maatregelen om ervoor te zorgen dat als Artikel 28 bis, intracommunautaire verwerving van goederen worden beschouwd de lid 7 handelingen die, indien zij op hun grondgebied door een als zodanig (ingevoegd bij handelende belastingplichtige zouden zijn verricht, als levering van 91/680/EEG) goederen zouden zijn aangemerkt.

Aangepast

Hoofdstuk 3

Diensten

Artikel 25 Artikel 6 (77/388/EEG)

Titel van artikel 6

(77/388/EEG)

  • 1. 
    Als “dienst” wordt beschouwd elke handeling die geen levering Artikel 6, lid 1, van goederen is. eerste alinea

    (77/388/EEG)

    Aangepast 2. Onder “telecommunicatiediensten” worden diensten verstaan Artikel 9, lid 2,

waarmee de transmissie, uitzending of ontvangst van signalen, onder e), tiende geschriften, beelden en geluiden of informatie van allerlei aard per streepje, tweede

draad, via radiofrequente straling, langs optische weg of met volzin behulp van andere elektromagnetische middelen mogelijk wordt (ingevoegd bij gemaakt, met inbegrip van de daarmee samenhangende overdracht 1999/59/EG) en verlening van rechten op het gebruik van infrastructuur voor de transmissie, uitzending of ontvangst.

Artikel 26

Een dienst kan onder meer een van de volgende handelingen zijn: Artikel 6, lid 1, tweede alinea

(77/388/EEG)

Aangepast

  • a) 
    de overdracht van een onlichamelijke zaak, ongeacht of deze al Artikel 6, lid 1, dan niet in een titel is belichaamd; tweede alinea, eerste streepje (77/388/EEG)
  • b) 
    de verplichting om een daad na te laten of om een daad of een Artikel 6, lid 1, situatie te dulden; tweede alinea, tweede streepje (77/388/EEG)
  • c) 
    het verrichten van een dienst op grond van een vordering door of Artikel 6, lid 1, namens de overheid, dan wel krachtens de wet. tweede alinea, derde streepje (77/388/EEG)

    Artikel 27

  • 1. 
    Met diensten verricht onder bezwarende titel worden de volgende Artikel 6, lid 2, handelingen gelijkgesteld: eerste alinea

    (77/388/EEG)

    Aangepast

    • a) 
      het gebruiken van een tot het bedrijf behorend goed voor Artikel 6, lid 2 privédoeleinden van de belastingplichtige of van zijn eerste alinea,

      personeel, of, meer in het algemeen, voor andere dan onder a) bedrijfsdoeleinden, wanneer voor dit goed recht op (77/388/EEG) volledige of gedeeltelijke aftrek van de BTW is ontstaan;

    • b) 
      het om niet verrichten van diensten door de Artikel 6, lid 2 belastingplichtige voor eigen privédoeleinden of voor eerste alinea,

      privédoeleinden van zijn personeel, of, meer in het onder b) algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden. (77/388/EEG)

  • 2. 
    De lidstaten kunnen van lid 1 afwijken, mits deze afwijking niet Artikel 6, lid 2, tot verstoringen van de mededinging leidt. tweede alinea

    (77/388/EEG)

    Aangepast

    Artikel 28

Ter voorkoming van verstoring van de mededinging kunnen de lidstaten, Artikel 6, lid 3 na raadpleging van het BTW–comité, met een dienst verricht onder (77/388/EEG) bezwarende titel gelijkstellen het door een belastingplichtige voor

bedrijfsdoeleinden verrichten van een dienst, voorzover hij, ingeval een Aangepast

dergelijke dienst door een andere belastingplichtige zou zijn verricht, geen recht op volledige aftrek van de BTW zou hebben.

Artikel 29

Wanneer door tussenkomst van een belastingplichtige, handelend op eigen Artikel 6, lid 4 naam, maar voor rekening van een ander, een dienst wordt verricht, wordt (77/388/EEG) de betrokken belastingplichtige geacht deze dienst zelf te hebben ontvangen en te hebben verricht.

Artikel 30

Artikel 20 is op overeenkomstige wijze van toepassing op diensten. Artikel 6, lid 5

(77/388/EEG)

Aangepast

Hoofdstuk 4

Invoer van goederen

Artikel 31 Artikel 7 (vervangen bij 91/680/EEG)

Titel van artikel 7

(vervangen bij

91/680/EEG)

Artikel 7, lid 1 (vervangen bij 91/680/EEG)

Als “invoer van goederen” wordt beschouwd het binnenbrengen in de Artikel 7, lid 1, Gemeenschap van een goed dat zich niet in het vrije verkeer bevindt in de onder a) zin van artikel 24 van het Verdrag. (vervangen bij

91/680/EEG)

Aangepast

Naast het in de eerste alinea bedoelde geval wordt als invoer van goederen Artikel 7, lid 1, beschouwd het binnenbrengen in de Gemeenschap van een goed dat zich in onder b) het vrije verkeer bevindt, uit een derdelands gebied dat deel uitmaakt van (vervangen bij het douanegebied van de Gemeenschap. 92/111/EEG)

Aangepast

Artikel 28 quindecies (ingevoegd bij 92/111/EEG)

Titel van artikel 28 quindecies (ingevoegd bij 92/111/EEG)

Artikel 28 quindecies, lid 1 (ingevoegd bij 92/111/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 quindecies, lid 1, eerste streepje (ingevoegd bij 92/111/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 quindecies, lid 1, tweede streepje (ingevoegd bij 92/111/EEG)

Belang verloren Artikel 28 quindecies, lid 1, derde streepje (ingevoegd bij 92/111/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 quindecies, einde van lid 1

(ingevoegd bij

92/111/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 quindecies, lid 2, eerste alinea (ingevoegd bij 92/111/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 quindecies, lid 2, eerste alinea, onder a) (ingevoegd bij 92/111/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 quindecies, lid 2, eerste alinea, onder b) (ingevoegd bij 92/111/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 quindecies, lid 2, eerste alinea, onder c) (ingevoegd bij 92/111/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 quindecies, lid 2, eerste alinea, onder d) (ingevoegd bij 92/111/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 quindecies, lid 2, eerste alinea, onder e) (ingevoegd bij 92/111/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 quindecies, lid 2, eerste alinea, onder f) (ingevoegd bij 92/111/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 quindecies, lid 2, eerste alinea, onder f), eerste streepje (ingevoegd bij 92/111/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 quindecies, lid 2, eerste alinea, onder f), tweede streepje (ingevoegd bij 92/111/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 quindecies, lid 2, tweede alinea (ingevoegd bij 92/111/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 quindecies, lid 3 (ingevoegd bij 92/111/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 quindecies, lid 4, eerste alinea (ingevoegd bij 92/111/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 quindecies, lid 4, eerste alinea, onder a)

(ingevoegd bij 92/111/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 quindecies, lid 4, eerste alinea, onder b) (ingevoegd bij 92/111/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 quindecies, lid 4, eerste alinea, onder c)

(ingevoegd bij 92/111/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 quindecies, lid 4, tweede alinea (ingevoegd bij 92/111/EEG)

Belang verloren Hoofdstuk XVI quater

(ingevoegd bij

94/76/EG)

Titel van hoofdstuk XVI quater (vervangen bij Protocol nr. 3 van de Toetredingsakte van 2003)

Artikel 28 septdecies

(ingevoegd bij

94/76/EG)

Artikel 28 septdecies, lid 1 (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 1, eerste streepje

(ingevoegd bij

94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 1, tweede streepje (vervangen bij Toetredingsakte van 2003)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 1, derde streepje (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 2 (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 2, eerste streepje (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 2, tweede streepje (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 2, derde streepje (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, einde van lid 2

(ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 3, eerste alinea (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren Artikel 28 septdecies, lid 3, eerste alinea, eerste streepje (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 3, eerste alinea, tweede streepje (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 3, einde van eerste alinea (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 3, tweede alinea (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 4 (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 4, onder a)

(ingevoegd bij

94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 4, onder b) (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 4, onder c)

(ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 4, onder d) (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 5 (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 5, eerste streepje (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 5, tweede streepje (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren Artikel 28 septdecies, lid 6 (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 7, eerste alinea (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 7, eerste alinea, onder a) (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 7, eerste alinea, onder b) (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 7, eerste alinea, onder c) (ingevoegd bij 94/76/EG)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 7, tweede alinea (vervangen bij Protocol nr. 3 van de Toetredingsakte van 2003)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 7, tweede alinea, eerste streepje (vervangen bij Protocol nr. 3 van de Toetredingsakte van 2003)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 7, tweede alinea, tweede streepje (vervangen door het Protocol nr. 3 van de Toetredingsakte van 2003)

Belang verloren

Artikel 28 septdecies, lid 7, tweede alinea, derde streepje (vervangen bij Protocol nr. 3 van de Toetredingsakte van 2003)

Belang verloren

TITEL V Hoofdstuk VI

(77/388/EEG)

PLAATS VAN DE BELASTBARE HANDELINGEN Titel van hoofdstuk

VI (77/388/EEG)

Hoofdstuk 1

Plaats van levering van goederen

Afdeling 1

Levering van goederen zonder vervoer Artikel 32 Artikel 8 (77/388/EEG)

Titel van artikel 8

(77/388/EEG)

Artikel 8, lid 1 (77/388/EEG)

Ingeval het goed niet wordt verzonden of vervoerd, wordt als plaats van Artikel 8, lid 1, levering aangemerkt de plaats waar het goed zich op het tijdstip van de onder b) levering bevindt. (77/388/EEG)

Afdeling 2

Levering van goederen met vervoer

Artikel 33

Ingeval het goed door de leverancier, door de afnemer dan wel door een Artikel 8, lid 1, derde wordt verzonden of vervoerd, wordt als plaats van levering onder a), eerste aangemerkt de plaats waar het goed zich op het tijdstip van vertrek van de volzin verzending of het vervoer naar de afnemer bevindt. (77/388/EEG)

Aangepast

Ingeval de plaats van vertrek van de verzending of het vervoer echter in Artikel 8, lid 2 een derdelands gebied of een derde land ligt, worden de plaats van de (vervangen door levering, verricht door de importeur die uit hoofde van artikel 193 is 91/680/EEG en aangewezen of erkend als de tot voldoening van de belasting gehouden gewijzigd bij persoon, alsmede de plaats van eventuele volgende leveringen geacht in de 2000/65/EG) lidstaat van invoer van de goederen te liggen.

Aangepast

Artikel 34

Titel van artikel 28 ter, B (ingevoegd bij 91/680/EEG)

  • 1. 
    In afwijking van artikel 34 wordt als de plaats van levering van Artikel 28 ter, B, goederen, die door of voor rekening van de leverancier worden lid 1, eerste alinea verzonden of vervoerd uit een andere lidstaat dan die van (ingevoegd bij

    aankomst van de verzending of het vervoer, aangemerkt, de plaats 91/680/EEG) waar de goederen zich bevinden op het tijdstip van aankomst van

de verzending of het vervoer naar de afnemer, wanneer aan de Aangepast

volgende voorwaarden is voldaan:

  • a) 
    de levering van goederen wordt verricht voor een Artikel 28 ter, B, belastingplichtige of voor een niet–belastingplichtige lid 1, eerste alinea, rechtspersoon wier intracommunautaire verwervingen van eerste streepje

    goederen uit hoofde van artikel 4, lid 1, niet aan de BTW (ingevoegd bij zijn onderworpen, of voor enige andere niet– 91/680/EEG) belastingplichtige; Aangepast

  • b) 
    de geleverde goederen zijn geen nieuwe vervoermiddelen, Artikel 28 ter, B, noch goederen, geleverd na montage of installatie, door of lid 1, eerste alinea, voor rekening van de leverancier, met of zonder beproeven tweede streepje

    van de geïnstalleerde of gemonteerde goederen. (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

  • 2. 
    Wanneer de geleverde goederen uit een derdelands gebied of een Artikel 28 ter, B, derde land worden verzonden of vervoerd en door de leverancier lid 1, tweede

    worden ingevoerd in een andere lidstaat dan die van aankomst van alinea de verzending of het vervoer naar de afnemer, worden zij geacht (ingevoegd bij te zijn verzonden of vervoerd vanuit de lidstaat van invoer. 91/680/EEG)

    Aangepast

    Artikel 35

  • 1. 
    Artikel 34 is niet van toepassing op de leveringen van goederen Artikel 28 ter, B, die worden verzonden of vervoerd naar een zelfde lidstaat van lid 2, eerste alinea aankomst van de verzending of het vervoer die een andere lidstaat (ingevoegd bij

    is dan die van de leverancier, wanneer aan de volgende 91/680/EEG) voorwaarden is voldaan: Aangepast

    • a) 
      de geleverde goederen zijn geen accijnsproducten; Artikel 28 ter, B, lid 2, eerste alinea (ingevoegd bij

      91/680/EEG)

      Aangepast

    • b) 
      het totale bedrag van de leveringen, BTW niet inbegrepen, Artikel 28 ter, B, in eenzelfde kalenderjaar is niet hoger dan 100 000 euro of lid 2, eerste alinea, de tegenwaarde daarvan in nationale munteenheid; eerste streepje

      (ingevoegd bij 91/680/EEG)

      Aangepast c) het totale bedrag, BTW niet inbegrepen, van de leveringen Artikel 28 ter, B,

      van andere goederen dan accijnsproducten in het lid 2, eerste alinea,

      voorafgaande kalenderjaar is niet hoger dan 100 000 euro of tweede streepje

      de tegenwaarde daarvan in nationale munteenheid. (ingevoegd bij

      91/680/EEG)

      Aangepast

  • 2. 
    De lidstaat op het grondgebied waarvan de goederen zich Artikel 28 ter, B, bevinden op het tijdstip van aankomst van de verzending of het lid 2, tweede

    vervoer naar de afnemer, mag de in lid 1 genoemde alinea, eerste maximumbedragen beperken tot 35 000 euro of de tegenwaarde volzin daarvan in nationale munteenheid, wanneer deze lidstaat vreest dat (ingevoegd bij het maximum van 100 000 euro tot ernstige verstoringen van de 91/680/EEG) mededinging zou leiden. Aangepast

    De lidstaten die van de in de eerste alinea bedoelde mogelijkheid Artikel 28 ter, B, gebruikmaken, nemen de nodige maatregelen om de bevoegde lid 2, tweede overheidsinstanties van de lidstaat waaruit de goederen worden alinea, tweede verzonden of vervoerd, daarvan in kennis te stellen. volzin (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

  • 3. 
    De Commissie dient zo spoedig mogelijk bij de Raad een verslag Artikel 28 ter, B, in over de werking van de in lid 2 genoemde speciale lid 2, derde alinea, maximumbedragen van 35 000 euro en doet dit in voorkomend eerste en tweede geval vergezeld gaan van passende voorstellen. volzin

    (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

    Artikel 28 ter, B, lid 2, derde alinea, derde volzin (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Belang verloren

  • 4. 
    De lidstaat op het grondgebied waarvan de goederen zich op het Artikel 28 ter, B, tijdstip van vertrek van de verzending of het vervoer bevinden, lid 3, eerste alinea verleent de belastingplichtigen die leveringen van goederen (ingevoegd bij

    verrichten die in aanmerking kunnen komen voor het bepaalde in 91/680/EEG) lid 1, het recht ervoor te kiezen dat de plaats van deze leveringen

wordt bepaald overeenkomstig artikel 34. Aangepast

De betrokken lidstaten stellen de nadere regels vast met Artikel 28 ter, B, betrekking tot de in de eerste alinea bedoelde keuze, die in ieder lid 3, tweede geval voor een periode van twee kalenderjaren geldt. alinea (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Aangepast

Artikel 36

De artikelen 34 en 35 zijn niet van toepassing op de leveringen van Artikel 26 bis, D, gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en onder c) antiquiteiten, zoals omschreven in artikel 304, alsmede op leveringen van (ingevoegd bij gebruikte vervoermiddelen, die aan de BTW zijn onderworpen 94/5/EG) overeenkomstig de op die gebieden toepasselijke bijzondere regelingen.

Aangepast

Artikel 28 sexdecies, lid 1, onder h) (ingevoegd bij 94/5/EG)

Artikel 37

Ingeval het door de leverancier, door de afnemer of door een derde Artikel 8, lid 1, verzonden of vervoerde goed door of voor rekening van de leverancier onder a), tweede wordt geïnstalleerd of gemonteerd, met of zonder beproeven van het volzin geïnstalleerde of gemonteerde goed, wordt als plaats van de levering (77/388/EEG) aangemerkt de plaats waar de installatie of de montage geschiedt.

Aangepast

Wanneer de installatie of de montage plaatsvindt in een andere lidstaat dan Artikel 8, lid 1, die van de leverancier, treft de lidstaat waar de installatie of de montage onder a), derde plaatsvindt, de nodige maatregelen om dubbele belastingheffing te volzin voorkomen. (gewijzigd bij

91/680/EEG)

Aangepast

Afdeling 3

Levering van goederen aan boord van een schip, vliegtuig of trein Artikel 38

  • 1. 
    Ingeval de levering van goederen plaatsvindt aan boord van een Artikel 8, lid 1, schip, vliegtuig of trein en tijdens het in de Gemeenschap onder c), eerste verrichte gedeelte van een passagiersvervoer, wordt als plaats van alinea

    deze levering aangemerkt de plaats van vertrek van het (vervangen bij passagiersvervoer. 92/111/EEG)

    Aangepast

    Artikel 8, lid 1, onder c), tweede alinea (vervangen bij 92/111/EEG)

  • 2. 
    Voor de toepassing van lid 1 wordt onder “in de Gemeenschap Artikel 8, lid 1, verricht gedeelte van een passagiersvervoer” verstaan, het onder c), tweede gedeelte van een vervoer dat, zonder tussenstop buiten de alinea, eerste

    Gemeenschap, plaatsvindt tussen de plaats van vertrek en de streepje plaats van aankomst van het passagiersvervoer. (vervangen bij 92/111/EEG)

    Aangepast

    De “plaats van vertrek van een passagiersvervoer” is het eerste Artikel 8, lid 1, punt in de Gemeenschap waar passagiers aan boord kunnen onder c), tweede komen, eventueel na een tussenstop buiten de Gemeenschap. alinea, tweede streepje (vervangen bij 92/111/EEG)

    Aangepast

    De “plaats van aankomst van een passagiersvervoer” is het laatste Artikel 8, lid 1, punt in de Gemeenschap waar passagiers die binnen de onder c), tweede Gemeenschap aan boord zijn gekomen, van boord kunnen gaan, alinea, derde eventueel vóór een tussenstop buiten de Gemeenschap. streepje (vervangen bij 92/111/EEG)

    Aangepast

    Ingeval het een heen– en terugreis betreft, wordt de terugreis als Artikel 8, lid 1, een afzonderlijk vervoer beschouwd. onder c), derde alinea (vervangen bij 92/111/EEG)

  • 3. 
    De Commissie legt de Raad zo spoedig mogelijk een verslag voor, Artikel 8, lid 1, dat eventueel vergezeld gaat van passende voorstellen, over de onder c), vierde plaats van belastingheffing op leveringen van voor verbruik aan alinea

    boord bestemde goederen en op diensten, met inbegrip van (vervangen bij restaurantdiensten, die worden verleend aan passagiers aan boord 92/111/EEG) van een schip, vliegtuig of trein. Gewijzigd

    Artikel 8, lid 1, onder c), vijfde alinea (vervangen bij 92/111/EEG)

    Belang verloren

    Totdat de in de eerste alinea bedoelde voorstellen zijn Artikel 8, lid 1, aangenomen, kunnen de lidstaten leveringen van voor verbruik onder c), zesde aan boord bestemde goederen waarvan de plaats van alinea belastingheffing overeenkomstig lid 1 wordt vastgesteld, (vervangen bij vrijstellen of blijven vrijstellen, met recht op aftrek van 92/111/EEG) voorbelasting. Gewijzigd

    Afdeling 4

    Levering van goederen via distributiesystemen

    Artikel 39

  • 1. 
    Ingeval de levering van gas via het aardgasdistributiesysteem of Artikel 8, lid 1, van elektriciteit wordt verricht aan een belastingplichtige onder d), eerste wederverkoper wordt als plaats van deze levering aangemerkt, de alinea

    plaats waar de belastingplichtige wederverkoper de zetel van zijn (ingevoegd bij bedrijfsuitoefening of een vaste inrichting heeft gevestigd 2003/92/EG) waarvoor de goederen worden geleverd, dan wel, bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting, zijn woonplaats of zijn gebruikelijke verblijfplaats.

  • 2. 
    Voor de toepassing van lid 1 wordt onder “belastingplichtige Artikel 8, lid 1, wederverkoper” verstaan, een belastingplichtige wiens onder d), tweede hoofdactiviteit op het gebied van de aankoop van gas of alinea

    elektriciteit bestaat in het wederverkopen van die producten en (ingevoegd bij wiens eigen verbruik van die producten verwaarloosbaar is. 2003/92/EG)

    Aangepast Artikel 40

In geval van een levering van gas via het aardgasdistributiesysteem of van Artikel 8, lid 1, elektriciteit die niet wordt bestreken door artikel 39, wordt als plaats van onder e), eerste deze levering aangemerkt, de plaats waar de afnemer het daadwerkelijke volzin gebruik en verbruik van de goederen heeft. (ingevoegd bij

2003/92/EG)

Aangepast

Indien alle goederen of een deel ervan in werkelijkheid niet door deze Artikel 8, lid 1, afnemer worden gebruikt, worden deze niet verbruikte goederen geacht te onder e), tweede zijn gebruikt en verbruikt op de plaats waar hij de zetel van zijn en derde volzin bedrijfsuitoefening of een vaste inrichting heeft gevestigd waarvoor de (ingevoegd bij goederen worden geleverd. Bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste 2003/92/EG) inrichting wordt hij geacht de goederen te hebben gebruikt en verbruikt in

zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats. Aangepast

Hoofdstuk 2

Plaats van intracommunautaire verwerving van goederen

Artikel 41 Artikel 28 ter (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Titel van artikel 28 ter (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Titel van artikel 28 ter, A (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Als plaats van een intracommunautaire verwerving van goederen wordt Artikel 28 ter, A, aangemerkt de plaats waar de goederen zich bevinden op het tijdstip van lid 1 aankomst van de verzending of van het vervoer naar de afnemer. (ingevoegd bij

91/680/EEG)

Aangepast Artikel 42

Onverminderd artikel 41 wordt de plaats van een intracommunautaire Artikel 28 ter, A, verwerving van goederen bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), i), het lid 2, eerste alinea grondgebied van de lidstaat die het BTW–identificatienummer heeft (ingevoegd bij toegekend waaronder de afnemer deze verwerving heeft verricht, 91/680/EEG) voorzover de afnemer niet aantoont dat de BTW op deze verwerving is

geheven overeenkomstig artikel 41. Aangepast

Indien op de verwerving uit hoofde van artikel 41 BTW wordt geheven in Artikel 28 ter, A, de lidstaat van aankomst van de verzending of van het vervoer van de lid 2, tweede goederen, nadat de BTW erop is geheven op grond van de eerste alinea, alinea wordt de maatstaf van heffing dienovereenkomstig verlaagd in de lidstaat (ingevoegd bij die het BTW–identificatienummer heeft toegekend waaronder de afnemer 91/680/EEG) deze verwerving heeft verricht.

Aangepast

Artikel 43

Artikel 42, eerste alinea, is niet van toepassing en de intracommunautaire Artikel 28 ter, A, verwerving van goederen wordt geacht overeenkomstig artikel 41 aan de lid 2, derde alinea BTW te zijn onderworpen wanneer aan de volgende voorwaarden is (ingevoegd bij voldaan: 92/111/EEG)

Aangepast

  • a) 
    de afnemer toont aan deze verwerving te hebben verricht met het Artikel 28 ter, A, oog op een volgende levering in de overeenkomstig artikel 41 lid 2, derde alinea, bepaalde lidstaat, waarvoor degene voor wie deze levering eerste streepje

    bestemd is, overeenkomstig artikel 190 is aangewezen als de tot (ingevoegd bij voldoening van de belasting gehouden persoon; 92/111/EEG)

    Aangepast

  • b) 
    de afnemer heeft voldaan aan de in artikel 258 bedoelde Artikel 28 ter, A, verplichtingen inzake de indiening van de aldaar bedoelde lijst. lid 2, derde alinea, tweede streepje

    (ingevoegd bij 92/111/EEG)

    Aangepast

    Hoofdstuk 3

    Plaats van diensten

    Afdeling 1

    Algemene regels Artikel 44 Artikel 9 (77/388/EEG)

    Titel van artikel 9

    (77/388/EEG)

Behoudens de bijzondere bepalingen van afdeling 2 wordt als plaats van Artikel 9, lid 1 een andere dienst dan die van een tussenpersoon aangemerkt, de plaats (77/388/EEG) waar de dienstverrichter de zetel van zijn bedrijfsuitoefening of een vaste

inrichting heeft gevestigd vanwaaruit hij de dienst verricht, of bij gebreke Aangepast

van een dergelijke zetel of vaste inrichting, zijn woonplaats of zijn gebruikelijke verblijfplaats.

Artikel 45

Titel van artikel 28 ter, E (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Behoudens de bijzondere bepalingen van afdeling 2, wordt als plaats van Artikel 28 ter, E, diensten verricht door een in naam en voor rekening van een ander lid 3, eerste alinea handelende tussenpersoon aangemerkt, de plaats waar de belangrijkste (ingevoegd bij handeling waarbij de tussenpersoon bemiddelt, wordt verricht. 91/680/EEG)

Aangepast

Wanneer echter de ontvanger van de door de tussenpersoon verrichte dienst Artikel 28 ter, E, voor BTW–doeleinden is geïdentificeerd in een andere lidstaat dan die lid 3, tweede waarin deze handeling wordt verricht, wordt de plaats van de door de alinea tussenpersoon verrichte dienst geacht te zijn gelegen op het grondgebied (ingevoegd bij van de lidstaat die aan de ontvanger het BTW–identificatienummer heeft 91/680/EEG) toegekend waaronder hem de dienst is verleend.

Aangepast

Afdeling 2

Bijzondere bepalingen

Onderafdeling 1

Diensten met betrekking tot onroerende goederen

Artikel 46

Artikel 9, lid 2 (77/388/EEG)

De plaats van diensten die betrekking hebben op een onroerend goed, met Artikel 9, lid 2, inbegrip van diensten van makelaars in onroerende goederen en van onder a) experts alsmede van diensten die erop gericht zijn de uitvoering van (77/388/EEG) bouwwerken voor te bereiden of te coördineren, zoals bijvoorbeeld de diensten verricht door architecten en bureaus die op de uitvoering van het werk toezicht houden, is de plaats waar het goed is gelegen.

Onderafdeling 2

Vervoerdiensten

Artikel 47

De plaats van andere vervoerdiensten dan die welke op het Artikel 9, lid 2, intracommunautaire vervoer van goederen betrekking hebben, is de plaats onder b) waar het vervoer plaatsvindt, zulks naar verhouding van de afgelegde (77/388/EEG) afstanden.

Aangepast

Artikel 48

Titel van artikel 28 ter, C, (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Artikel 28 ter, C,

lid 1

(ingevoegd bij

91/680/EEG)

Belang verloren

De plaats van intracommunautaire goederenvervoerdiensten is de plaats Artikel 28 ter, C, van vertrek van het vervoer. lid 2

(ingevoegd bij 91/680/EEG)

Aangepast

Wanneer echter intracommunautaire goederenvervoerdiensten worden Artikel 28 ter, C, verleend aan ontvangers die voor BTW–doeleinden zijn geïdentificeerd in lid 3 een andere lidstaat dan die van vertrek van het vervoer, wordt de plaats van (ingevoegd bij de diensten geacht te zijn gelegen op het grondgebied van de lidstaat die 91/680/EEG) aan de ontvanger het BTW–identificatienummer heeft toegekend

waaronder hem de dienst is verleend. Aangepast

Artikel 49

  • 1. 
    Als “intracommunautair goederenvervoer” wordt beschouwd ieder Artikel 28 ter, C, vervoer van goederen waarvan de plaats van vertrek en de plaats lid 1, eerste

    van aankomst op het grondgebied van twee verschillende lidstaten streepje, eerste gelegen zijn. alinea (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

    Met intracommunautair goederenvervoer wordt gelijkgesteld Artikel 28 ter, C, goederenvervoer waarvan de plaats van vertrek en die van lid 1, eerste aankomst binnen eenzelfde lidstaat zijn gelegen, wanneer dit streepje, tweede vervoer rechtstreeks samenhangt met goederenvervoer waarvan de alinea plaats van vertrek en die van aankomst op het grondgebied van (ingevoegd bij twee verschillende lidstaten zijn gelegen. 95/7/EG)

    Aangepast

  • 2. 
    Als “plaats van vertrek” wordt beschouwd de plaats waar het Artikel 28 ter, C, goederenvervoer daadwerkelijk begint, zonder rekening te houden lid 1, tweede

    met de trajecten die worden afgelegd om zich naar de plaats te streepje begeven waar de goederen zich bevinden, en als “plaats van (ingevoegd bij aankomst” de plaats waar het goederenvervoer daadwerkelijk 91/680/EEG) eindigt. Aangepast

    Artikel 28 ter, C, lid 1, derde streepje (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Artikel 50

De plaats van diensten verricht door een in naam en voor rekening van een Artikel 28 ter, E, ander handelende tussenpersoon, indien hij bemiddelt bij het verrichten van lid 1, eerste alinea intracommunautaire goederenvervoerdiensten, is de plaats van vertrek van (ingevoegd bij het vervoer. 91/680/EEG)

Aangepast

Wanneer echter de ontvanger van de door de tussenpersoon verrichte dienst Artikel 28 ter, E, voor BTW–doeleinden is geïdentificeerd in een andere lidstaat dan die van lid 1, tweede vertrek van het vervoer, wordt de plaats van de door de tussenpersoon alinea verrichte dienst geacht te zijn gelegen op het grondgebied van de lidstaat (ingevoegd bij die aan de ontvanger het BTW–identificatienummer heeft toegekend 91/680/EEG) waaronder hem de dienst is verleend.

Aangepast Artikel 51

De lidstaten behoeven het gedeelte van het intracommunautaire Artikel 28 ter, C, goederenvervoer dat overeenkomt met de trajecten die zijn afgelegd over lid 4 wateren die niet tot het grondgebied van de Gemeenschap behoren, niet aan (ingevoegd bij de BTW te onderwerpen. 91/680/EEG)

Aangepast

Onderafdeling 3

Culturele en soortgelijke diensten, diensten die samenhangen met vervoer of betrekking hebben op roerende lichamelijke zaken

Artikel 52

De plaats van de volgende diensten is de plaats waar die diensten Artikel 9, lid 2, daadwerkelijk worden verricht: onder c)

(77/388/EEG)

Aangepast

  • a) 
    culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, onderwijs– en Artikel 9, lid 2, vermakelijkheidsactiviteiten of soortgelijke activiteiten, met onder c), eerste inbegrip van die van de organisatoren van dergelijke activiteiten, streepje

    alsmede in voorkomend geval, van daarmee samenhangende (77/388/EEG) diensten;

  • b) 
    activiteiten die met vervoer samenhangen, zoals laden, lossen, Artikel 9, lid 2, intern vervoer en soortgelijke activiteiten; onder c), tweede streepje

    (77/388/EEG)

  • c) 
    expertises of werkzaamheden met betrekking tot roerende Artikel 9, lid 2, lichamelijke zaken. onder c), derde streepje

    (77/388/EEG)

    Artikel 9, lid 2, onder c), vierde streepje (77/388/EEG)

    Artikel 9, lid 2, onder c), einde (77/388/EEG)

    Artikel 53

    Titel van artikel 28 ter, D (ingevoegd bij 91/680/EEG)

In afwijking van artikel 52, onder b), wordt de plaats van diensten in Artikel 28 ter, D verband met activiteiten die samenhangen met intracommunautair (ingevoegd bij goederenvervoer, verleend aan ontvangers die voor BTW–doeleinden zijn 91/680/EEG) geïdentificeerd in een andere lidstaat dan die waar deze diensten

daadwerkelijk worden verricht, geacht te zijn gelegen op het grondgebied Aangepast

van de lidstaat die aan de ontvanger het BTW–identificatienummer heeft toegekend waaronder hem de dienst is verleend.

Artikel 54

De plaats van diensten verricht door een in naam en voor rekening van een Artikel 28 ter, E, ander handelende tussenpersoon, indien hij bemiddelt bij het verrichten van lid 2, eerste alinea een dienst in verband met activiteiten die samenhangen met (ingevoegd bij intracommunautair goederenvervoer, is de plaats waar deze dienst 91/680/EEG) daadwerkelijk wordt verricht.

Aangepast

Wanneer echter de ontvanger van de door een tussenpersoon verrichte Artikel 28 ter, E, dienst voor BTW–doeleinden is geïdentificeerd in een andere lidstaat dan lid 2, tweede die waar de met het goederenvervoer samenhangende dienst daadwerkelijk alinea wordt verricht, wordt de plaats van de door de tussenpersoon verrichte (ingevoegd bij dienst geacht te zijn gelegen op het grondgebied van de lidstaat die aan de 91/680/EEG) ontvanger het BTW–identificatienummer heeft toegekend waaronder hem

de dienst is verleend. Aangepast

Artikel 55

Titel van artikel 28 ter, F (ingevoegd bij 95/7/EG)

In afwijking van artikel 52, onder c), wordt bij expertises of Artikel 28 ter, F, werkzaamheden met betrekking tot roerende lichamelijke zaken die eerste alinea worden verricht voor ontvangers die voor BTW–doeleinden zijn (ingevoegd bij geïdentificeerd in een andere lidstaat dan die waar de dienst daadwerkelijk 95/7/EG) wordt verricht, de plaats van de diensten, geacht te zijn gelegen op het

grondgebied van de lidstaat die aan de ontvanger het BTW– Aangepast

identificatienummer heeft toegekend waaronder hem de dienst is verleend.

De in de eerste alinea bedoelde afwijking is slechts van toepassing indien Artikel 28 ter, F, de goederen worden verzonden of vervoerd buiten de lidstaat waar de tweede alinea dienst daadwerkelijk is verricht. (ingevoegd bij

95/7/EG)

Aangepast

Onderafdeling 4

Diverse diensten

Artikel 56

  • 1. 
    De plaats van de volgende diensten die worden verleend aan Artikel 9, lid 2, ontvangers die buiten de Gemeenschap zijn gevestigd of aan onder e)

    belastingplichtigen die weliswaar in de Gemeenschap doch buiten (77/388/EEG) de lidstaat van de dienstverrichter zijn gevestigd, is de plaats waar

de ontvanger de zetel van zijn bedrijfsuitoefening of een vaste Aangepast

inrichting heeft gevestigd waarvoor de dienst is verricht, of bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting, zijn woonplaats of zijn gebruikelijke verblijfplaats:

  • a) 
    de overdracht en het verlenen van auteursrechten, octrooien, Artikel 9, lid 2, licentierechten, fabrieks– en handelsmerken, en andere onder e), eerste soortgelijke rechten; streepje

    (77/388/EEG)

  • b) 
    diensten op het gebied van de reclame; Artikel 9, lid 2, onder e), tweede streepje

    (77/388/EEG)

  • c) 
    diensten verricht door raadgevende personen, ingenieurs, Artikel 9, lid 2, adviesbureaus, advocaten, accountants en andere onder e), derde soortgelijke diensten, alsmede informatieverwerking en streepje

    informatieverschaffing; (77/388/EEG)

    Aangepast

  • d) 
    de verbintenis een beroepsactiviteit of een in dit lid vermeld Artikel 9, lid 2, recht geheel of gedeeltelijk niet uit te oefenen; onder e), vierde streepje

    (77/388/EEG)

  • e) 
    bank–, financiële en verzekeringsverrichtingen met inbegrip Artikel 9, lid 2, van herverzekeringsverrichtingen en met uitzondering van onder e), vijfde de verhuur van safeloketten; streepje

    (77/388/EEG) f) het beschikbaar stellen van personeel; Artikel 9, lid 2,

    onder e), zesde streepje (77/388/EEG)

  • g) 
    de verhuur van roerende lichamelijke zaken, met Artikel 9, lid 2, uitzondering van vervoermiddelen; onder e), achtste streepje

    (ingevoegd bij 84/386/EEG)

  • h) 
    het bieden van toegang tot aardgas– en Artikel 9, lid 2, elektriciteitsdistributiesystemen alsmede het verrichten van onder e), negende transport– en transmissiediensten via deze systemen en het streepje

verrichten van andere daarmee rechtstreeks verbonden (ingevoegd bij

diensten; 2003/92/EG)

  • i) 
    telecommunicatiediensten, met inbegrip van het bieden van Artikel 9, lid 2, toegang tot wereldwijde informatienetten; onder e), tiende streepje, eerste en derde volzin

    (ingevoegd bij 1999/59/EG)

    Aangepast

  • j) 
    radio– en televisieomroepdiensten; Artikel 9, lid 2, onder e), elfde streepje

    (ingevoegd bij 2002/38/EG)

  • k) 
    langs elektronische weg verrichte diensten, en met name de Artikel 9, lid 2, in bijlage II bedoelde diensten; onder e), twaalfde streepje

    (ingevoegd bij 2002/38/EG)

    Aangepast

  • l) 
    de diensten verricht door een in naam en voor rekening van Artikel 9, lid 2, een ander handelende tussenpersoon wanneer hij bemiddelt onder e), zevende bij het verrichten van de in dit lid bedoelde diensten. streepje

    (77/388/EEG)

    Aangepast 2. Indien een dienstverrichter en zijn ontvanger via elektronische Bijlage L, tweede

    post communiceren, betekent dit op zichzelf niet dat de verrichte alinea dienst een elektronische dienst is in de zin van lid 1, onder k). (ingevoegd bij 2002/38/EG)

    Aangepast

  • 3. 
    Lid 1, onder j) en k), en lid 2 zijn van toepassing gedurende een Artikel 4 periode van drie jaar met ingang van 1 juli 2003. (2002/38/EG)

    Aangepast

    Artikel 57

  • 1. 
    Ingeval de in artikel 56, lid 1, onder k), bedoelde diensten worden Artikel 9, lid 2, verleend aan een niet–belastingplichtige die in een lidstaat is onder f)

    gevestigd of er zijn woonplaats of zijn gebruikelijke verblijfplaats (ingevoegd bij heeft, door een belastingplichtige die de zetel van zijn 2002/38/EG) bedrijfsuitoefening buiten de Gemeenschap heeft gevestigd of

daar over een vaste inrichting beschikt vanwaaruit de dienst wordt Aangepast

verricht of die, bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting, zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats buiten de Gemeenschap heeft, is de plaats van deze dienst de plaats waar de niet–belastingplichtige is gevestigd of zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats heeft.

  • 2. 
    Lid 1 is van toepassing gedurende een periode van drie jaar met Artikel 4 ingang van 1 juli 2003. (2002/38/EG)

    Aangepast

    Onderafdeling 5

    Criterium inzake werkelijk gebruik of werkelijke exploitatie

    Artikel 58

Teneinde dubbele heffing of niet–heffing van belasting alsmede verstoring Artikel 9, lid 3 van de mededinging te voorkomen, kunnen de lidstaten voor de in (vervangen bij artikel 56, lid 1, onder a) tot en met j) en onder l), bedoelde diensten 2002/38/EG) wanneer deze aan niet–belastingplichtigen worden verleend, alsmede voor

de verhuur van vervoermiddelen de volgende keuzen maken: Aangepast

  • a) 
    de plaats van deze diensten of van sommige ervan, die op hun Artikel 9, lid 3, grondgebied is gelegen, aanmerken als buiten de Gemeenschap te onder a)

    zijn gelegen, wanneer het werkelijke gebruik of de werkelijke (77/388/EEG) exploitatie buiten de Gemeenschap geschieden; Aangepast

  • b) 
    de plaats van deze diensten of van sommige ervan, die buiten de Artikel 9, lid 3, Gemeenschap is gelegen, aanmerken als op hun grondgebied te onder b)

    zijn gelegen, wanneer het werkelijke gebruik of de werkelijke (77/388/EEG) exploitatie op hun grondgebied geschieden. Aangepast

    Artikel 59

  • 1. 
    De lidstaten passen artikel 58, onder b), toe op de in artikel 56, Artikel 9, lid 4 lid 1, onder i), bedoeldetelecommunicatiediensten die worden (ingevoegd bij verleend aan niet–belastingplichtigen die in een lidstaat gevestigd 1999/59/EG)

    zijn of er hun woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats hebben

    door een belastingplichtige die de zetel van zijn Gewijzigd

    bedrijfsuitoefening buiten de Gemeenschap heeft gevestigd of daar over een vaste inrichting beschikt vanwaaruit de diensten worden verricht, of die, bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting, zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats buiten de Gemeenschap heeft.

  • 2. 
    Gedurende een periode van drie jaar met ingang van 1 juli 2003 Artikel 9, lid 4 passen de lidstaten artikel 58, onder b), toe op de in artikel 56, (vervangen bij lid 1, onder j), bedoelde radio– en televisieomroepdiensten die 2002/38/EG)

    worden verleend aan niet–belastingplichtigen die in een lidstaat

    gevestigd zijn of er hun woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats Gewijzigd

    hebben, door een belastingplichtige die de zetel van zijn bedrijfsuitoefening buiten de Gemeenschap heeft gevestigd of daar over een vaste inrichting beschikt vanwaaruit de diensten worden verricht, of die, bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting, zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats buiten de Gemeenschap heeft.

    Hoofdstuk 4

    Plaats van invoer van goederen

    Artikel 60

De invoer van goederen vindt plaats in de lidstaat op het grondgebied Artikel 7, lid 2 waarvan het goed zich ten tijde van het binnenkomen in de Gemeenschap (ingevoegd bij bevindt. 91/680/EEG)

Aangepast Artikel 61

In afwijking van artikel 60 vindt, wanneer een goed dat zich niet in het Artikel 7, lid 3, vrije verkeer bevindt, vanaf het binnenbrengen ervan in de Gemeenschap eerste alinea onder een van de in artikel 151 bedoelde regelingen, onder een regeling (ingevoegd bij voor tijdelijke invoer met volledige vrijstelling van invoerrechten of onder 91/680/EEG en een regeling voor extern douanevervoer wordt geplaatst, de invoer van dat gewijzigd bij goed plaats in de lidstaat op het grondgebied waarvan het goed ophoudt 92/111/EEG) onder die regelingen te vallen.

Aangepast

Wanneer een goed dat zich in het vrije verkeer bevindt, vanaf het Artikel 7, lid 3, binnenbrengen ervan in de Gemeenschap onder een van de in de tweede alinea artikelen 269 en 270 bedoelde regelingen wordt geplaatst, vindt de invoer (vervangen bij van dat goed plaats in de lidstaat op het grondgebied waarvan het goed 92/111/EEG) ophoudt onder die regelingen te vallen.

Aangepast

TITEL VI HoofdstukVII

(77/388/EEG)

BELASTBAAR FEIT EN VERSCHULDIGDHEID VAN DE Titel van hoofd

BELASTING stuk VII

(77/388/EEG)

Hoofdstuk 1

Algemene bepalingen

Artikel 62 Artikel 10 (77/388/EEG)

Artikel 10, lid 1 (77/388/EEG)

Als “belastbaar feit” wordt beschouwd het feit waardoor voldaan wordt aan Artikel 10, lid 1, de wettelijke voorwaarden, vereist voor het verschuldigd worden van de onder a) belasting. (77/388/EEG)

De belasting wordt geacht “verschuldigd te zijn” wanneer de schatkist Artikel 10, lid 1, krachtens de wet de belasting met ingang van een bepaald tijdstip van de onder b) belastingplichtige kan vorderen, ook al kan de betaling daarvan worden (77/388/EEG) uitgesteld.

Hoofdstuk 2

Levering van goederen en diensten Artikel 63

Het belastbare feit vindt plaats en de belasting wordt verschuldigd op het Artikel 10, lid 2, tijdstip waarop de goederen worden geleverd of de diensten worden eerste alinea, verricht. eerste volzin

(77/388/EEG)

Artikel 64

  • 1. 
    Wanneer zij aanleiding geven tot opeenvolgende afrekeningen of Artikel 10, lid 2, betalingen worden leveringen van goederen, met uitzondering van eerste alinea,

    de leveringen van goederen die gedurende een bepaalde periode in tweede volzin huur worden gegeven of op afbetaling worden verkocht als (77/388/EEG) bedoeld in artikel 15, lid 2, onder b), en diensten geacht te zijn

verricht bij het verstrijken van de periode waarop deze Aangepast

afrekeningen of betalingen betrekking hebben.

  • 2. 
    De lidstaten kunnen bepalen dat in bepaalde gevallen leveringen Artikel 10, lid 2, van goederen, en diensten die gedurende een zekere periode eerste alinea,

    doorlopend plaatsvinden, worden geacht ten minste eenmaal per derde volzin jaar te zijn voltooid. (ingevoegd bij 2000/65/EG)

    Aangepast

    Artikel 65

Indien vooruitbetalingen worden gedaan alvorens de goederen zijn Artikel 10, lid 2, geleverd of de diensten zijn verricht, wordt de belasting verschuldigd op tweede alinea het tijdstip van ontvangst van de vooruitbetalingen, ten belope van het (77/388/EEG) ontvangen bedrag.

Artikel 66

In afwijking van de artikelen 63, 64 en 65 kunnen de lidstaten bepalen dat Artikel 10, lid 2, de belasting voor bepaalde handelingen of bepaalde categorieën derde alinea belastingplichtigen op één van de volgende tijdstippen verschuldigd wordt: (77/388/EEG)

  • a) 
    uiterlijk bij de uitreiking van de factuur; Artikel 10, lid 2, derde alinea,

    eerste streepje (gewijzigd bij 2001/115/EG)

  • b) 
    uiterlijk bij ontvangst van de prijs; Artikel 10, lid 2, derde alinea,

    tweede streepje (gewijzigd bij 2000/65/EG)

  • c) 
    wanneer de factuur niet of niet tijdig wordt uitgereikt, binnen een Artikel 10, lid 2, bepaalde termijn te rekenen vanaf de datum van het belastbare derde alinea,

    feit. derde streepje (gewijzigd bij 2001/115/EG)

    Artikel 67

  • 1. 
    Wanneer, onder de in artikel 135 vastgestelde voorwaarden, naar Artikel 28 een andere lidstaat dan die van vertrek van de verzending of het quinquies, lid 4, vervoer verzonden of vervoerde goederen, met vrijstelling van eerste alinea BTW worden geleverd of goederen met vrijstelling van BTW (ingevoegd bij door een belastingplichtige voor bedrijfsdoeleinden naar een 91/680/EEG) andere lidstaat worden overgebracht, wordt de belasting

verschuldigd op de 15e van de maand volgende op die waarin het Aangepast

belastbare feit zich heeft voorgedaan.

  • 2. 
    In afwijking van lid 1 wordt de belasting verschuldigd bij de Artikel 28 uitreiking van de in artikel 211 bedoelde factuur wanneer deze quinquies, lid 4, factuur is uitgereikt vóór de 15e van de maand volgende op die tweede alinea waarin het belastbare feit zich heeft voorgedaan. (vervangen bij 92/111/EEG en gewijzigd bij 2001/115/EG)

    Aangepast

    Hoofdstuk 3

    Intracommunautaire verwerving van goederen

    Artikel 68 Artikel 28 quinquies

    (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Titel van artikel 28 quinquies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Het belastbare feit vindt plaats op het tijdstip waarop de Artikel 28 quinintracommunautaire verwerving van goederen wordt verricht. quies, lid 1, eerste

zin (ingevoegd bij 91/680/EEG)

De intracommunautaire verwerving van goederen wordt geacht te zijn Artikel 28 quinverricht op het tijdstip waarop de levering van soortgelijke goederen in de quies, lid 1, tweede lidstaat wordt geacht te zijn verricht. volzin

(ingevoegd bij 91/680/EEG)

Aangepast

Artikel 69

  • 1. 
    Voor de intracommunautaire verwervingen van goederen wordt de Artikel 28 quinbelasting verschuldigd op de 15e van de maand volgende op die quies, lid 2

    waarin het belastbare feit heeft plaatsgevonden. (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

  • 2. 
    In afwijking van lid 1 wordt de belasting verschuldigd bij de Artikel 28 quinuitreiking van de in artikel 211 bedoelde factuur, wanneer deze quies, lid 3

    factuur aan de afnemer is uitgereikt vóór de 15e van de maand (vervangen door volgende op die waarin het belastbare feit heeft plaatsgevonden. 92/111/EEG en gewijzigd in 2001/115/EG)

    Aangepast

    Hoofdstuk 4

    Invoer van goederen

    Artikel 70

Het belastbare feit vindt plaats en de belasting wordt verschuldigd op het Artikel 10, lid 3, tijdstip waarop de invoer van de goederen geschiedt. eerste alinea,

eerste volzin (vervangen bij 91/680/EEG)

Aangepast Artikel 71

  • 1. 
    Wanneer goederen vanaf hun binnenkomst in de Gemeenschap Artikel 10, lid 3, onder een van de in de artikelen 151, 269 en 270 bedoelde eerste alinea,

    regelingen, onder een regeling voor tijdelijk invoer met volledig tweede volzin vrijstelling van invoerrechten of onder een regeling voor extern (vervangen bij douanevervoer worden geplaatst, vindt het belastbare feit pas 91/680/EEG) plaats en wordt de belasting pas verschuldigd op het tijdstip

waarop de goederen ophouden onder die regelingen te vallen. Aangepast

Wanneer de ingevoerde goederen echter zijn onderworpen aan Artikel 10, lid 3, invoerrechten, aan landbouwheffingen of aan heffingen van tweede alinea gelijke werking die zijn ingesteld in het kader van een (vervangen bij gemeenschappelijk beleid, vindt het belastbare feit plaats en wordt 91/680/EEG) de belasting verschuldigd op het tijdstip waarop het belastbare feit

en het verschuldigd worden ter zake van deze rechten Aangepast

plaatsvinden.

  • 2. 
    In de gevallen waarin de ingevoerde goederen niet aan een van de Artikel 10, lid 3, in lid 1, tweede alinea, bedoelde rechten zijn onderworpen, passen derde alinea

    de lidstaten met betrekking tot het belastbare feit en het (vervangen bij verschuldigd worden van de belasting de geldende bepalingen 91/680/EEG) inzake invoerrechten toe. Aangepast

    TITEL VII HoofdstukVIII

    (77/388/EEG)

    MAATSTAF VAN HEFFING Titel van hoofdstuk

    VIII (77/388/EEG)

    Hoofdstuk 1

    Levering van goederen en diensten

    Artikel 72 Artikel 11 (77/388/EEG)

    Titel van artikel 11, A (77/388/EEG)

Artikel 11, A, lid 1

(77/388/EEG)

Voor andere leveringen van goederen en diensten dan die bedoeld in de Artikel 11, A,

artikelen 73 tot en met 76 omvat de maatstaf van heffing alles wat de lid 1, onder a)

leverancier of dienstverrichter voor deze handelingen als tegenprestatie (77/388/EEG)

verkrijgt of moet verkrijgen van de zijde van de afnemer, van de ontvanger

of van een derde, met inbegrip van subsidies die rechtstreeks met de prijs Aangepast

van deze handelingen verband houden.

Artikel 73

Voor het door een belastingplichtige onttrekken van goederen aan zijn Artikel 11, A, bedrijf of bestemmen van goederen voor zijn bedrijf en het onder zich lid 1, onder b) hebben van goederen door een belastingplichtige of zijn rechthebbenden (77/388/EEG) wanneer hij zijn belastbare economische activiteit beeindigt, als bedoeld in

de artikelen 17 en 19, is de maatstaf van heffing de aankoopprijs van de Aangepast

goederen of van soortgelijke goederen of, bij gebreke van een aankoopprijs de kostprijs, berekend op het tijdstip waarop deze handelingen worden verricht.

Artikel 74

Voor diensten bestaande in het gebruiken van een tot het bedrijf behorend Artikel 11, A, goed voor privédoeleinden, en voor het om niet verrichten van diensten als lid 1, onder c) bedoeld in artikel 27, is de maatstaf van heffing de door de (77/388/EEG) belastingplichtige voor het verrichten van de diensten gemaakte uitgaven.

Aangepast

Artikel 75

Voor de leveringen bestaande in de overbrenging van goederen naar een Artikel 28 sexies, andere lidstaat is de maatstaf van heffing de aankoopprijs van de goederen lid 2 of van soortgelijke goederen of, bij gebreke van een aankoopprijs, de (ingevoegd bij kostprijs, berekend op het tijdstip waarop deze handelingen worden 92/111/EEG) verricht.

Aangepast

Artikel 76

Voor de door een belastingplichtige voor bedrijfsdoeleinden verrichte Artikel 11, A, diensten, bedoeld in artikel 28, is de maatstaf van heffing de normale lid 1, onder d), waarde van de verrichte diensten. eerste alinea

(77/388/EEG)

Aangepast Als “normale waarde” van een dienst wordt beschouwd het bedrag dat een Artikel 11, A, ontvanger, in de handelsfase waarin de handeling wordt verricht, bij vrije lid 1, onder d), mededinging zou moeten betalen aan een zelfstandige dienstverrichter in tweede alinea de lidstaat waarin de in de eerste alinea bedoelde dienst belastbaar is op het (77/388/EEG) tijdstip waarop de handeling wordt verricht, om de desbetreffende dienst te

verkrijgen. Aangepast

Artikel 77

In de maatstaf van heffing moeten de volgende elementen worden Artikel 11, A, lid 2 opgenomen: (77/388/EEG)

  • a) 
    belastingen, rechten en heffingen, met uitzondering van de BTW Artikel 11, A, zelf; lid 2, onder a) (77/388/EEG)
  • b) 
    bijkomende kosten, zoals kosten van commissie, verpakking, Artikel 11, A, vervoer en verzekering, die de leverancier de afnemer of de lid 2, onder b), ontvanger in rekening brengt. eerste volzin (77/388/EEG)

    Aangepast

Voor de toepassing van de eerste alinea, onder b), mogen de lidstaten Artikel 11, A, uitgaven die bij afzonderlijke overeenkomst zijn geregeld, als bijkomende lid 2, onder b), kosten beschouwen. tweede volzin

(77/388/EEG)

Artikel 78

In de maatstaf van heffing worden de volgende elementen niet opgenomen: Artikel 11, A, lid 3 (77/388/EEG)

  • a) 
    prijsverminderingen wegens korting voor vooruitbetaling; Artikel 11, A, lid 3, onder a) (77/388/EEG)
  • b) 
    prijskortingen en –rabatten die aan de afnemer of de ontvanger Artikel 11, A, worden toegekend en die zijn verkregen op het tijdstip waarop de lid 3, onder b) handeling wordt verricht; (77/388/EEG)

    Aangepast

  • c) 
    door een belastingplichtige van de afnemer of de ontvanger als Artikel 11, A, terugbetaling van in naam en voor rekening van laatstgenoemden lid 3, onder c), gemaakte kosten ontvangen bedragen die in de boekhouding van eerste volzin de belastingplichtige als doorlopende posten voorkomen. (77/388/EEG)

    Aangepast De belastingplichtige moet het werkelijke bedrag van de in de eerste alinea Artikel 11, A, onder c), bedoelde kosten verantwoorden en mag de eventueel daarop lid 3, onder c), drukkende BTW niet in aftrek brengen. tweede volzin

    (77/388/EEG)

    Artikel 79

De lidstaten die op 1 januari 1993 geen gebruik hebben gemaakt van de Artikel 11, A, mogelijkheid uit hoofde van artikel 95 een verlaagd tarief toe te passen, lid 4, eerste alinea kunnen, wanneer zij gebruikmaken van de in artikel 86 bedoelde (ingevoegd bij mogelijkheid, bepalen dat de maatstaf van heffing voor de in artikel 99, 94/5/EG) lid 2, bedoelde leveringen van kunstvoorwerpen gelijk is aan een gedeelte

van het overeenkomstig de artikelen 72, 73, 75, 77 en 78 vastgestelde Aangepast

bedrag.

Het in de eerste alinea bedoelde gedeelte wordt op dusdanige wijze Artikel 11, A, vastgesteld dat de aldus verschuldigde BTW ten minste gelijk is aan 5% lid 4, tweede van het overeenkomstig de artikelen 72, 73, 75, 77 en 78vastgestelde alinea bedrag. (ingevoegd bij

94/5/EG)

Aangepast

Hoofdstuk 2

Intracommunautaire verwerving van goederen

Artikel 80 Artikel 28 sexies (ingevoegd bij

91/680/EEG)

Titel van artikel 28 sexies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Voor de intracommunautaire verwerving van goederen bestaat de maatstaf Artikel 28 sexies, van heffing uit dezelfde elementen als die welke in aanmerking worden lid 1, eerste alinea genomen om overeenkomstig hoofdstuk 1 de maatstaf van heffing voor de (ingevoegd bij levering van dezelfde goederen in een lidstaat te bepalen. Met name is voor 91/680/EEG en de in de artikelen 22 en 23 bedoelde handelingen die met een gewijzigd bij intracommunautaire verwerving van goederen worden gelijkgesteld, de 92/111/EEG) maatstaf van heffing de aankoopprijs van de goederen of van soortgelijke

goederen of, bij gebreke van een aankoopprijs, de kostprijs, berekend op Aangepast

het tijdstip waarop deze handelingen worden verricht.

Artikel 81

  • 1. 
    De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen Artikel 28 sexies, dat de accijns die verschuldigd of voldaan is door degene die de lid 1, tweede

    intracommunautaire verwerving van een accijnsproduct verricht, alinea, eerste overeenkomstig artikel 77, eerste alinea, onder a), in de maatstaf volzin van heffing wordt opgenomen. (ingevoegd bij 91/680/EEG)

  • 2. 
    Wanneer de afnemer na het tijdstip waarop de intracommunautaire Artikel 28 sexies, verwerving van goederen plaatsvindt, teruggaaf verkrijgt van de in lid 1, tweede

    de lidstaat van vertrek van de verzending of het vervoer van de alinea, tweede goederen voldane accijns, wordt de maatstaf van heffing volzin dienovereenkomstig verlaagd in de lidstaat waarin de verwerving (ingevoegd bij heeft plaatsgevonden. 92/111/EEG)

    Aangepast

    Hoofdstuk 3

    Invoer van goederen

    Artikel 82

    Titel van artikel 11, B (77/388/EEG)

Voor de invoer van goederen is de maatstaf van heffing de waarde die in de Artikel 11, B, lid 1 geldende communautaire bepalingen als de douanewaarde wordt (vervangen bij omschreven. 92/111/EEG)

Aangepast

Artikel 83

  • 1. 
    In de maatstaf van heffing moeten de volgende elementen worden Artikel 11, B, lid 3 opgenomen, voorzover zij niet reeds daarin zijn begrepen: (vervangen bij

    91/680/EEG)

    • a) 
      de buiten de lidstaat van invoer verschuldigde rechten, Artikel 11, B, heffingen en andere belastingen, alsmede die welke ter zake lid 3, onder a) van de invoer verschuldigd zijn, met uitzondering van de te (vervangen bij heffen BTW; 91/680/EEG)
    • b) 
      de bijkomende kosten, zoals de kosten van commissie, Artikel 11, B, verpakking, vervoer en verzekering, tot de eerste plaats van lid 3, onder b), bestemming in de lidstaat van invoer. eerste alinea (vervangen bij 91/680/EEG)

    In de maatstaf van heffing worden eveneens de bijkomende kosten Artikel 11, B, opgenomen die voortvloeien uit het vervoer naar een andere plaats lid 3, onder b), van bestemming in de Gemeenschap, indien deze plaats bekend is derde alinea op het tijdstip waarop het belastbare feit plaatsvindt. (vervangen bij 95/7/EG)

    Aangepast

  • 2. 
    Voor de toepassing van lid 1, eerste alinea, onder b), wordt onder Artikel 11, B,

    “eerste plaats van bestemming” verstaan de plaats die genoemd is lid 3, onder b), in de vrachtbrief of een ander document waaronder de goederen in tweede alinea de lidstaat van invoer binnenkomen. Bij gebreke van deze (vervangen bij vermelding wordt de eerste plaats van bestemming geacht de 91/680/EEG) plaats te zijn waar de eerste overlading van de goederen in de lidstaat van invoer geschiedt.

    Artikel 84

In de maatstaf van heffing worden de volgende elementen niet opgenomen: Artikel 11, B, lid 4 (77/388/EEG)

  • a) 
    prijsverminderingen wegens korting voor vooruitbetaling; Artikel 11, A, lid 3, onder a) (77/388/EEG)
  • b) 
    aan de afnemer toegekende prijskortingen en –rabatten die zijn Artikel 11, A, verkregen op het tijdstip waarop de invoer wordt verricht. lid 3, onder b) (77/388/EEG)

    Aangepast

    Artikel 85

Voor tijdelijk uit de Gemeenschap uitgevoerde goederen die, na buiten de Artikel 11, B, lid 5 Gemeenschap een herstelling, bewerking, verwerking of aanpassing te (gewijzigd bij hebben ondergaan, weder worden ingevoerd, treffen de lidstaten 91/680/EEG) maatregelen teneinde te verzekeren dat de voor de verkregen goederen

geldende behandeling met betrekking tot de BTW dezelfde is als die welke Aangepast

op de betrokken goederen zou zijn toegepast indien vorengenoemde handelingen op hun grondgebied zouden zijn verricht.

Artikel 86

De lidstaten die op 1 januari 1993 geen gebruik hebben gemaakt van de Artikel 11, B, mogelijkheid, uit hoofde van artikel 95 een verlaagd tarief toe te passen, lid 6, eerste alinea kunnen bepalen dat bij de invoer van kunstvoorwerpen, voorwerpen voor (ingevoegd bij verzamelingen en antiquiteiten zoals omschreven in artikel 304, lid 1, 94/5/EG) onder b), c) en d), de maatstaf van heffing gelijk is aan een gedeelte van

het overeenkomstig de artikelen 82, 83 en 84 vastgestelde bedrag. Aangepast

Het in de eerste alinea bedoelde gedeelte wordt op dusdanige wijze Artikel 11, B, vastgesteld, dat de aldus bij invoer verschuldigde BTW ten minste gelijk is lid 6, tweede aan 5% van het overeenkomstig de artikelen 82, 83 en 84 vastgestelde alinea bedrag. (ingevoegd bij

94/5/EG)

Aangepast

Hoofdstuk 4

Diverse bepalingen

Artikel 87

Titel van artikel 11, C (77/388/EEG)

  • 1. 
    In geval van annulering, verbreking, ontbinding, gehele of Artikel 11, C, gedeeltelijk niet–betaling, of in geval van prijsvermindering nadat lid 1, eerste alinea de handeling is verricht, wordt de maatstaf van heffing (77/388/EEG) dienovereenkomstig verlaagd onder de voorwaarden die door de

lidstaten worden vastgesteld. Aangepast

  • 2. 
    In geval van gehele of gedeeltelijk niet–betaling kunnen de Artikel 11, C, lidstaten van lid 1 afwijken. lid 1, tweede alinea

    (77/388/EEG)

    Artikel 88

  • 1. 
    Indien gegevens voor de bepaling van de maatstaf van heffing bij Artikel 11, C, invoer zijn uitgedrukt in een andere munteenheid dan die van de lid 2, eerste alinea lidstaat waar de maatstaf van heffing wordt bepaald, wordt de (vervangen bij wisselkoers vastgesteld overeenkomstig de geldende 91/680/EEG) communautaire bepalingen voor de berekening van de

    douanewaarde.

  • 2. 
    Indien gegevens voor de bepaling van de maatstaf van heffing Artikel 11, C, voor een andere handeling dan een invoer van goederen zijn lid 2, tweede uitgedrukt in een andere munteenheid dan die van de lidstaat waar alinea, eerste de maatstaf van heffing wordt bepaald, is de toepasselijke volzin

    wisselkoers de laatste verkoopkoers die op het tijdstip waarop de (vervangen bij belasting verschuldigd wordt, op de meest representatieve 91/680/EEG) wisselmarkt of wisselmarkten van de betrokken lidstaat wordt

geregistreerd, of een koers die wordt vastgesteld onder verwijzing Aangepast

naar die markt of markten, op een door die lidstaat vastgestelde wijze.

Voor sommige van de in de eerste alinea bedoelde handelingen of Artikel 11, C, voor sommige categorieën belastingplichtigen kunnen de lidstaten lid 2, tweede evenwel kiezen voor de volgens de geldende communautaire alinea, tweede bepalingen voor de berekening van de douanewaarde vastgestelde volzin wisselkoers. (vervangen bij 91/680/EEG)

Aangepast

Artikel 89

Wat het statiegeld voor retouremballage betreft, kunnen de lidstaten het Artikel 11, C, lid 3 volgende bepalen: (77/388/EEG)

  • a) 
    hetzij het statiegeld van de maatstaf van heffing uitsluiten door de Artikel 11, C, nodige maatregelen te nemen opdat de maatstaf wordt herzien lid 3, eerste

    wanneer de emballage niet wordt teruggeven; streepje (77/388/EEG)

    Aangepast

  • b) 
    hetzij het statiegeld in de maatstaf van heffing opnemen door de Artikel 11, C, nodige maatregelen te nemen opdat de maatstaf wordt herzien lid 3, tweede wanneer de emballage wel wordt teruggeven. streepje

    (77/388/EEG)

    Aangepast

    TITEL VIII Hoofdstuk IX

    (77/388/EEG)

    TARIEVEN Titel van hoofdstuk

    IX (77/388/EEG)

    Hoofdstuk 1

    Toepassing van de tarieven

    Artikel 90 Artikel 12 (77/388/EEG)

Het op belastbare handelingen toe te passen tarief is het tarief dat van Artikel 12, lid 1, kracht is op het tijdstip waarop het belastbare feit zich voordoet. eerste volzin

(77/388/EEG)

Aangepast Doch in de volgende gevallen is het toe te passen tarief het tarief dat van Artikel 12, lid 1, kracht is op het tijdstip waarop de belasting verschuldigd wordt: tweede volzin

(77/388/EEG)

Aangepast

  • a) 
    de gevallen, bedoeld in de artikelen 65 en 66; Artikel 12, lid 1, onder a)

    (77/388/EEG)

  • b) 
    de intracommunautaire verwerving van goederen; Artikel 28 sexies, lid 3

    (ingevoegd bij 91/680/EEG en vernummerd bij 92/111/EEG)

  • c) 
    de gevallen van invoer van goederen bedoeld in artikel 71, lid 1, Artikel 12, lid 1, tweede alinea, en lid 2. onder b)

    (vervangen bij 92/111/EEG)

    Aangepast

    Artikel 91

  • 1. 
    Het op de intracommunautaire verwerving van goederen toe te Artikel 28 sexies, passen tarief is het tarief dat in de lidstaat op de levering van lid 4

    eenzelfde goed wordt toegepast. (ingevoegd bij 91/680/EEG en vernummerd in 92/111/EEG)

    Aangepast

  • 2. 
    Onverminderd de in artikel 99, lid 1, bepaalde mogelijkheid een Artikel 12, lid 5 verlaagd tarief toe te passen op de invoer van kunstvoorwerpen, (vervangen bij voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten, is het bij invoer 94/5/EG)

    van goederen toe te passen tarief het tarief dat in de lidstaat op de

levering van eenzelfde goed wordt toegepast. Aangepast

Artikel 92

Artikel 12, lid 2 (77/388/EEG)

Bij tariefwijzigingen kunnen de lidstaten in de in de artikelen 65 en 66 Artikel 12, lid 2, genoemde gevallen tot herziening overgaan, teneinde rekening te houden eerste streepje met het tarief geldend op het tijdstip van de levering van de goederen of het (77/388/EEG) verrichten van de diensten.

Aangepast

De lidstaten kunnen bovendien elke passende overgangsmaatregel treffen. Artikel 12, lid 2, tweede streepje (77/388/EEG)

Aangepast

Hoofdstuk 2

Structuur en hoogte van de tarieven

Afdeling 1

Normaal tarief

Artikel 93

De lidstaten passen een normaal BTW–tarief toe, dat door elke lidstaat Artikel 12, lid 3, wordt vastgesteld op een percentage van de maatstaf van heffing, dat voor onder a), eerste leveringen van goederen en voor diensten gelijk is. alinea, eerste

volzin (vervangen bij 2001/4/EG)

Aangepast

Artikel 94

  • 1. 
    Vanaf 1 januari 2001 tot en met 31 december 2005 mag het Artikel 12, lid 3, normale tarief niet lager zijn dan 15%. onder a), eerste alinea, tweede

    volzin (vervangen bij 2001/4/EG)

    Aangepast

  • 2. 
    De Raad besluit overeenkomstig artikel 93 van het Verdrag over Artikel 12, lid 3, de hoogte van het na 31 december 2005 geldende normale tarief. onder a), tweede alinea

    (vervangen bij 2001/4/EG)

    Aangepast Afdeling 2

    Verlaagde tarieven

    Artikel 95

  • 1. 
    De lidstaten kunnen een of twee verlaagde tarieven toepassen. Artikel 12, lid 3, onder a), derde alinea, eerste

    volzin (vervangen bij 1999/49/EG)

  • 2. 
    De verlaagde tarieven zijn uitsluitend van toepassing op de Artikel 12, lid 3, leveringen van goederen en de diensten die tot de in bijlage III onder a), derde genoemde categorieën behoren. alinea, tweede

    volzin (vervangen bij 1999/49/EG)

    Aangepast

    De verlaagde tarieven zijn niet van toepassing op de in artikel 56, Artikel 12, lid 3, lid 1, onder k), bedoelde diensten. onder a), vierde alinea (ingevoegd bij 2002/38/EG)

    Aangepast

  • 3. 
    Bij de toepassing van de in lid 1 bedoelde verlaagde tarieven op Bijlage H, eerste de categorieën waarin naar goederen wordt verwezen, mogen de alinea

    lidstaten voor de vaststelling van de juiste omschrijving van de (ingevoegd bij betrokken categorie gebruikmaken van de gecombineerde 92/77/EEG) nomenclatuur. Aangepast

    Artikel 96

  • 1. 
    De verlaagde tarieven worden vastgesteld op een percentage van Artikel 12, lid 3, de maatstaf van heffing dat niet lager mag zijn dan 5%. onder a), derde alinea, tweede

    volzin (vervangen bij 1999/49/EG)

  • 2. 
    Een verlaagd tarief wordt zodanig vastgesteld, dat het bij Artikel 12, lid 4, toepassing van dit tarief verkregen BTW–bedrag het normaal eerste alinea

    mogelijk maakt de overeenkomstig de artikelen 162 tot en met (gewijzigd bij 171 aftrekbare belasting, volledig af te trekken. 92/77/EEG)

    Aangepast

    Artikel 97

Aan de hand van een verslag van de Commissie onderwerpt de Raad, voor Artikel 12, lid 4, de eerste maal in 1994 en vervolgens om de twee jaar, de werkingssfeer tweede alinea, van de verlaagde tarieven aan een onderzoek. eerste volzin

(ingevoegd bij 92/77/EEG)

De Raad kan, overeenkomstig artikel 93 van het Verdrag, besluiten Artikel 12, lid 4, wijzigingen aan te brengen in de in bijlage III opgenomen lijst van tweede alinea, goederen en diensten. tweede volzin

(ingevoegd bij 92/77/EEG)

Aangepast

Afdeling 3

Bijzondere bepalingen

Artikel 98

De lidstaten kunnen voor de levering van aardgas en elektriciteit een Artikel 12, lid 3, verlaagd tarief toepassen, mits er geen gevaar voor verstoring van de onder b), eerste mededinging bestaat. volzin

(vervangen bij 92/77/EEG)

Een lidstaat die voornemens is een verlaagd tarief uit hoofde van de eerste Artikel 12, lid 3, alinea toe te passen, stelt de Commissie daarvan vooraf in kennis. De onder b), tweede, Commissie besluit of er gevaar voor verstoring van de mededinging derde en vierde bestaat. Indien de Commissie binnen drie maanden na ontvangst van de volzin kennisgeving geen besluit heeft genomen, wordt er geacht geen gevaar (vervangen bij voor verstoring van de mededinging te bestaan. 92/77/EEG)

Artikel 99

  • 1. 
    De lidstaten kunnen bepalen dat het verlaagde tarief dat of een van Artikel 12, lid 3, de verlaagde tarieven die zij overeenkomstig de artikelen 95 en 96 onder c), eerste toepassen, eveneens van toepassing is op de invoer van alinea

    kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en (vervangen bij antiquiteiten, zoals omschreven in artikel 304, lid 1, onder b), c) 94/5/EG) en d). Aangepast

  • 2. 
    Wanneer zij van de in lid 1 bedoelde mogelijkheid gebruikmaken, Artikel 12, lid 3, kunnen de lidstaten het verlaagde tarief eveneens toepassen op de onder c), tweede volgende leveringen van kunstvoorwerpen: alinea

    (vervangen bij 94/5/EG)

    Aangepast

    • a) 
      leveringen van kunstvoorwerpen die door de maker of diens Artikel 12, lid 3, rechthebbenden worden verricht; onder c), tweede alinea, eerste

      streepje (vervangen bij 94/5/EG)

    • b) 
      leveringen van kunstvoorwerpen die incidenteel worden Artikel 12, lid 3, verricht door een andere belastingplichtige dan een onder c), tweede belastingplichtige wederverkoper wanneer de alinea, tweede

      kunstvoorwerpen door deze belastingplichtige zelf zijn streepje ingevoerd of hem zijn geleverd door de maker of diens (vervangen bij rechthebbenden, of te zijnen gunste het recht op deze 94/5/EG) volledige aftrek van de BTW hebben doen ontstaan.

      Artikel 100

Oostenrijk mag in de gemeenten Jungholz en Mittelberg (Kleines Bijlage XV,

Walsertal) een tweede normaal tarief toepassen dat lager ligt dan het deel IX, punt 2 b), overeenkomstige tarief dat in de rest van Oostenrijk wordt toegepast, maar eerste alinea dat niet minder dan 15% mag bedragen. (Toetredingsakte

AT, FI en SE)

Aangepast Artikel 101

Portugal mag op de handelingen in de autonome gebieden van de Azoren Artikel 12, lid 6 en Madeira en op de rechtstreekse invoer in deze gebieden lagere tarieven (ingevoegd bij toepassen dan die welke op het vasteland gelden. Toetredingsakte

ES en PT)

Aangepast

Hoofdstuk 3

Tijdelijke bepalingen voor sommige arbeidsintensieve diensten

Artikel 102

De lidstaten kunnen door de Raad, met eenparigheid van stemmen op Artikel 28, lid 6, voorstel van de Commissie, worden gemachtigd om gedurende een periode eerste alinea, van maximaal zes jaar tussen 1 januari 2000 en 31 december 2005 de in eerste volzin artikel 95 bedoelde verlaagde tarieven toe te passen op de in bijlage IV (ingevoegd bij genoemde diensten. 1999/85/EG en

gewijzigd bij 2004/15/EG)

Aangepast

De verlaagde tarieven mogen worden toegepast op diensten behorende tot Artikel 28, lid 6, ten hoogste twee van de in bijlage IV genoemde categorieën. eerste alinea,

eerste volzin (ingevoegd bij 1999/85/EG en gewijzigd bij 2004/15/EG)

Aangepast

In uitzonderlijke gevallen mag een lidstaat worden toegestaan het Artikel 28, lid 6, verlaagde tarief toe te passen op diensten behorende tot drie van eerste alinea, bovengenoemde categorieën diensten. tweede volzin

(ingevoegd bij 1999/85/EG)

Aangepast

Artikel 103

De in artikel 102 bedoelde diensten moeten aan de volgende voorwaarden Artikel 28, lid 6, voldoen: tweede alinea

(ingevoegd bij 1999/85/EG)

  • a) 
    arbeidsintensief zijn; Artikel 28, lid 6, tweede alinea,

    onder a) (ingevoegd bij 1999/85/EG)

  • b) 
    grotendeels rechtstreeks voor eindverbruikers worden verricht; Artikel 28, lid 6, tweede alinea,

    onder b) (ingevoegd bij 1999/85/EG)

  • c) 
    hoofdzakelijk lokaal zijn en niet tot verstoring van de Artikel 28, lid 6, mededinging leiden. tweede alinea,

    onder c) (ingevoegd bij 1999/85/EG)

    Aangepast

Voorts moet er een nauw verband bestaan tussen de prijsverlaging als Artikel 28, lid 6, gevolg van de tariefverlaging en de te verwachten toename van de vraag en tweede alinea, de werkgelegenheid. De toepassing van een verlaagd tarief mag de goede onder d) en derde werking van de interne markt niet in gevaar brengen. alinea

(ingevoegd bij 1999/85/EG)

Aangepast

Artikel 28, lid 6, derde alinea (ingevoegd bij 1999/85/EG)

Artikel 104

Iedere lidstaat die de in artikel 102 bedoelde maatregel wenst in te voeren, Artikel 28, lid 6, stelt de Commissie vóór 1 november 1999 daarvan in kennis en verstrekt vierde alinea haar vóór die datum alle voor de beoordeling dienstige gegevens, en met (ingevoegd bij name: 1999/85/EG)

Aangepast

  • a) 
    het toepassingsgebied van de maatregel en de nauwkeurige Artikel 28, lid 6, beschrijving van de betrokken diensten; vierde alinea,

    onder a) (ingevoegd bij 1999/85/EG)

  • b) 
    de nodige gegevens waaruit blijkt dat aan de in artikel 103 Artikel 28, lid 6, genoemde voorwaarden is voldaan; vierde alinea,

    onder b) (ingevoegd bij 1999/85/EG)

  • c) 
    gegevens waaruit voor de begroting de kosten van de Artikel 28, lid 6, voorgenomen maatregel blijken. vierde alinea,

    onder c) (ingevoegd bij 1999/85/EG)

    Artikel 28, lid 6,

    vijfde alinea

    (ingevoegd bij

    1999/85/EG)

    Belang verloren

    Artikel 28, lid 6,

    zesde alinea

    (ingevoegd bij

    1999/85/EG)

    Belang verloren

    Hoofdstuk 4

    Bijzondere bepalingen van toepassing tot de invoering van de definitieve regeling

    Artikel 105

Dit hoofdstuk is van toepassing tot de invoering van de in artikel 395 Artikel 28, lid 2 bedoelde definitieve regeling. (vervangen bij

92/77/EEG)

Aangepast

Artikel 106

De lidstaten die op 1 januari 1991 vrijstellingen met recht op aftrek van Artikel 28, lid 2, voorbelasting verleenden of verlaagde tarieven toepasten die onder het in onder a), eerste artikel 96 vastgestelde minimum liggen, mogen deze blijven toepassen. alinea

(vervangen bij 92/77/EEG)

Aangepast De in de eerste alinea bedoelde vrijstellingen en verlaagde tarieven moeten Artikel 28, lid 2, in overeenstemming zijn met het Gemeenschapsrecht en moeten om onder a), eerste duidelijk omschreven redenen van maatschappelijk belang en ten behoeve alinea van de eindverbruikers zijn vastgesteld. (vervangen bij

92/77/EEG)

Aangepast

Artikel 28, lid 2, onder a), tweede alinea (vervangen bij 92/77/EEG)

Gewijzigd

Artikel 107

Onder de in artikel 106, tweede alinea, vastgestelde voorwaarden mogen Nieuw vrijstellingen met recht op aftrek van voorbelasting in de volgende gevallen blijven worden toegepast:

  • a) 
    door Finland op abonnementen van dagbladen en tijdschriften en Bijlage XV, op het vervaardigen van drukwerk voor de leden van verenigingen deel IX, punt 2, voor algemeen welzijn; onder l)

    (Toetredingsakte,

    AT, FI en SE)

    Aangepast

  • b) 
    door Zweden voor de levering van nieuwsbladen, ook via radio en Bijlage XV, cassette voor visueel gehandicapten, van farmaceutische deel IX, punt 2, producten aan ziekenhuizen of op voorschrift, en voor de onder z), eerste productie van periodieken van organisaties zonder winstoogmerk alinea,

    en andere daarmee samenhangende diensten. (Toetredingsakte, AT, FI en SE)

    Aangepast

    Artikel 108

Indien artikel 106 in Ierland tot verstoringen van de mededinging leidt bij Artikel 28, lid 2, de levering van energie voor verwarming en verlichting, kan de Commissie onder a), derde op uitdrukkelijk verzoek van Ierland aan die lidstaat toestaan voor die alinea, eerste leveringen een verlaagd tarief toe te passen overeenkomstig de artikelen 95 volzin en 96. (vervangen bij

92/77/EEG)

Aangepast Ierland doet in het in de eerste alinea bedoelde geval zijn verzoek aan de Artikel 28, lid 2, Commissie vergezeld gaan van alle nodige informatie. Indien de onder a), derde Commissie binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek geen besluit alinea, tweede en heeft genomen, wordt Ierland geacht toestemming te hebben verkregen de derde volzin voorgestelde verlaagde tarieven toe te passen. (vervangen bij

92/77/EEG)

Aangepast

Artikel 109

De lidstaten die op 1 januari 1991 in overeenstemming met het Artikel 28, lid 2, Gemeenschapsrecht vrijstellingen met recht op aftrek van voorbelasting onder b) verleenden dan wel verlaagde tarieven toepasten die onder het in artikel 96 (vervangen bij vastgestelde minimum liggen, met betrekking tot andere dan de in 92/77/EEG) bijlage III genoemde goederen en diensten, kunnen voor de levering van

die goederen of voor die diensten het verlaagde tarief of een van de twee in Aangepast

artikel 95 bedoelde verlaagde tarieven toepassen.

Artikel 110

  • 1. 
    De lidstaten die op 1 januari 1993 verplicht waren hun op Artikel 28, lid 2, 1 januari 1991 geldende normale tarief met meer dan 2% te onder c), eerste verhogen, mogen voor de levering van goederen en de diensten volzin

    bedoeld in bijlage III, een verlaagd tarief toepassen dat onder het (vervangen bij in artikel 96 bepaalde minimum ligt. 92/77/EEG)

    Aangepast

    Voorts mogen de in de eerste alinea bedoelde lidstaten een Artikel 28, lid 2, dergelijk tarief hanteren voor restaurantdiensten, kinderkleding en onder c), tweede –schoeisel en huisvesting. volzin (vervangen bij 92/77/EEG)

    Aangepast

  • 2. 
    De lidstaten mogen op grond van lid 1 geen vrijstellingen met Artikel 28, lid 2, recht op aftrek van voorbelasting invoeren. onder c), derde volzin

    (vervangen bij 92/77/EEG)

    Aangepast Artikel 111

De lidstaten die op 1 januari 1991 een verlaagd tarief toepasten voor Artikel 28, lid 2, restaurantdiensten, kinderkleding en –schoeisel en huisvesting, mogen onder d) hiervoor een verlaagd tarief blijven toepassen. (vervangen bij

92/77/EEG)

Aangepast

Artikel 112

Portugal mag een van de twee in artikel 95 bedoelde verlaagde tarieven Artikel 28, lid 2, toepassen voor restaurantdiensten, op voorwaarde dat dit tarief niet lager onder k) ligt dan 12%. (ingevoegd bij

2000/17/EG)

Aangepast

Artikel 113

  • 1. 
    Voor de toepassing van artikel 111 mag Oostenrijk een verlaagd Bijlage XV, tarief overeenkomstig de artikelen 95 en 96 blijven toepassen voor deel IX, punt 2, restaurantdiensten. onder f), eerste alinea

    (Toetredingsakte

    AT, FI en SE)

    Aangepast

  • 2. 
    Oostenrijk mag een van de twee in artikel 95 bedoelde verlaagde Artikel 28, lid 2, tarieven toepassen op de verhuring van onroerend goed voor onder j)

    residentieel gebruik, op voorwaarde dat dit tarief niet lager ligt (ingevoegd bij dan 10%. 2000/17/EG)

    Artikel 114

De lidstaten die op 1 januari 1991 een verlaagd tarief toepasten voor andere Artikel 28, lid 2, leveringen van goederen en voor andere diensten dan de in bijlage III onder e), eerste genoemde, mogen voor die leveringen of voor die diensten het verlaagde alinea tarief of een van de twee in artikel 95 bepaalde verlaagde tarieven (vervangen bij toepassen, die echter niet lager mogen zijn dan 12%. 92/77/EEG)

Aangepast De eerste alinea is niet van toepassing op leveringen van gebruikte Artikel 28, lid 2, goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en onder e), tweede antiquiteiten zoals omschreven in artikel 304, lid 1, onder a) tot en met d), alinea die overeenkomstig de in de artikelen 305 tot en met 317 vastgestelde (ingevoegd bij winstmargeregeling of de regeling voor verkoop op openbare veilingen aan 94/5/EG) de BTW zijn onderworpen.

Aangepast

Artikel 115

Voor de toepassing van artikel 114 mag Oostenrijk een verlaagd tarief BijlageXV, toepassen op de productie van wijn vanaf de boerderij door de deel IX, punt 2, producerende boer, op voorwaarde dat dit tarief niet lager ligt dan 12%. onder g), eerste

alinea (Toetredingsakte AT, FI en SE)

Aangepast

Artikel 116

Griekenland mag tarieven die tot 30% lager liggen dan de overeenkomstige Artikel 28, lid 2, tarieven op het Griekse vasteland, toepassen in de departementen Lesbos, onder f)

Chios, Samos, de Dodekanesos en de Cycladen, en op de eilanden Thassos, (vervangen bij de noordelijke Sporaden, Samothraki en Skiros. 92/77/EEG)

Aangepast

Artikel 117

De lidstaten die op 1 januari 1993 een werk in roerende staat als een Artikel 28, lid 2, levering van goederen aanmerkten, kunnen op de oplevering van een werk onder h), eerste in roerende staat het tarief toepassen dat van toepassing is op het na de alinea uitvoering van het aangenomen werk verkregen goed. (ingevoegd bij

95/7/EG)

Aangepast

Voor de toepassing van de eerste alinea is de oplevering van een werk in Artikel 28, lid 2, roerende staat de afgifte door de opdrachtnemer aan de opdrachtgever van onder h), tweede een roerend goed dat hij heeft vervaardigd of samengesteld met behulp van alinea stoffen en voorwerpen die daartoe door de opdrachtgever aan de (ingevoegd bij opdrachtnemer zijn verstrekt, ongeacht of de opdrachtnemer al dan niet een 95/7/EG) deel van de gebruikte materialen heeft verschaft.

Aangepast Artikel 118

De lidstaten mogen een verlaagd tarief toepassen op leveringen van Artikel 28, lid 2, levende planten en andere producten van de bloementeelt, met inbegrip van onder i) bollen, wortelen en dergelijke, snijbloemen en snijgroen, alsmede op (ingevoegd bij leveringen van brandhout. 96/42/EG)

Aangepast

Artikel 28, lid 2, onder g) (vervangen bij 92/77/EEG)

Belang verloren

Hoofdstuk 5

Tijdelijke bepalingen

Artikel 119

Tsjechië mag tot en met 31 december 2007 een verlaagd tarief van ten Bijlage V, lid 5, minste 5% blijven toepassen op de volgende handelingen.: punt 1, onder a)

(Toetredingsakte

van 2003)

Aangepast

  • a) 
    de levering van warmte–energie aan huishoudens en kleine Bijlage V, lid 5, ondernemers die niet als belastingplichtigen voor de BTW worden punt 1, onder a) aangemerkt voor verwarming en de productie van warm water, (Toetredingsakte met uitzondering van het tarief dat toegepast wordt op van 2003)

    grondstoffen voor het opwekken van warmte–energie;

  • b) 
    de levering van bouwwerken voor huisvesting die geen deel Bijlage V, lid 5, uitmaken van een sociaal beleid, met uitsluiting van punt 1, onder a) bouwmateriaal. (Toetredingsakte van 2003)

    Artikel 120

Estland mag nog tot en met 30 juni 2007 een verlaagd tarief van ten minste Bijlage VI, lid 7, 5% blijven toepassen op de levering van warmteenergie aan natuurlijke punt 1, onder a) personen, woningverenigingen, kerken, congregaties en door de staat, (Toetredingsakte gemeenten of steden gefinancierde instellingen of rechtspersonen, alsmede van 2003) op de verkoop aan natuurlijke personen van turf, brandstofbriketten, kolen

en brandhout. Aangepast

Artikel 121

  • 1. 
    Cyprus mag tot en met 31 december 2007 een vrijstelling met Bijlage VII, lid 7, recht op aftrek van voorbelasting blijven toepassen op punt 1, eerste

    geneesmiddelen en levensmiddelen voor menselijke consumptie, alinea met uitzondering van roomijs, ijslollies, bevroren yoghurt, (Toetredingsakte waterijs en soortgelijke producten, en voor pikante hapjes van 2003) (aardappelchips/–sticks, “puffs” (gepofte aardappelbrokjes en

soortgelijke producten)) die zonder verdere bereiding worden Aangepast

verpakt voor menselijke consumptie.

  • 2. 
    Cyprus mag een verlaagd tarief ten minste 5% toepassen op het Bijlage VII, lid 7, bereiden van maaltijden, tot en met 31 december 2007 of tot de punt 1, tweede

    invoering van de in artikel 395 bedoelde definitieve regeling, alinea naargelang welke datum eerder valt. (Toetredingsakte van 2003)

    Aangepast

    Artikel 122

Letland mag tot en met 31 december 2004 een vrijstelling met recht op Bijlage VIII, lid 7, aftrek van voorbelasting blijven toepassen op de levering van verwarming punt 1, onder a) aan huishoudens. (Toetredingsakte

van 2003)

Aangepast

Artikel 123

Hongarije mag een verlaagd tarief van ten minste 12% blijven toepassen op Bijlage X, lid 7, de volgende handelingen: punt 1, onder a)

(Toetredingsakte van 2003)

Aangepast

  • a) 
    tot en met 31 december 2007 op de levering van kolen, steenkool Bijlage X, lid 7, en cokes, brandhout en houtskool, alsmede op de levering van punt 1, onder a) i) stadsverwarmingsdiensten; (Toetredingsakte van 2003)
  • b) 
    tot en met 31 december 2007 dan wel tot het einde van de in Bijlage X, lid 7, artikel 395 bedoelde overgangsperiode, indien dit eerder is, op punt 1, onder a) ii) restaurantdiensten en in horecabedrijven verkochte (Toetredingsakte levensmiddelen. van 2003)

    Aangepast Artikel 124

Malta mag tot 1 januari 2010 een vrijstelling met aftrek van voorbelasting Bijlage XI, lid 7, blijven toepassen op de levering van levensmiddelen voor menselijke punt 1 consumptie en van geneesmiddelen. (Toetredingsakte

van 2003)

Aangepast

Artikel 125

  • 1. 
    Polen mag tot en met 31 december 2007 of tot de invoering van de Bijlage XII, lid 9, in artikel 395 bedoelde definitieve regeling indien dit eerder is, punt 1, onder a) een vrijstelling met aftrek van voorbelasting toepassen op de (Toetredingsakte levering van bepaalde categorieën boeken en gespecialiseerde van 2003)

    tijdschriften. Aangepast

  • 2. 
    Polen mag tot en met 31 december 2007 of tot de invoering van de Bijlage XII, lid 9, in artikel 395 bedoelde definitieve regeling, indien dit eerder is, punt 1, onder a) een verlaagd tarief van ten minste 7% blijven toepassen op (Toetredingsakte restaurantdiensten. van 2003)

    Aangepast

  • 3. 
    Polen mag tot en met 30 april 2008 een verlaagd tarief van ten Bijlage XII, lid 9, minste 3% blijven toepassen op de leveringen van levensmiddelen punt 1, onder b) bedoeld in bijlage III, punt 1. (Toetredingsakte van 2003)

    Aangepast

  • 4. 
    Polen mag tot en met 30 april 2008 een verlaagd tarief van ten Bijlage XII, lid 9, minste 3% blijven toepassen op de levering van goederen en punt 1, onder b) diensten die normaal bestemd zijn voor gebruik in de landbouw, (Toetredingsakte met uitzondering evenwel van kapitaalgoederen zoals machines of van 2003)

    gebouwen bedoeld in bijlage III, punt 11. Aangepast

  • 5. 
    Polen mag tot en met 31 december 2007 een verlaagd tarief van Bijlage XII, lid 9, ten minste 7% toepassen op de levering van diensten – buiten het punt 1, onder b) kader van sociaal beleid – voor de bouw, de verbouwing of de (Toetredingsakte aanpassing van woningen, met uitzondering van bouwmaterialen, van 2003)

    en voor woongebouwen die worden geleverd voor de eerste

ingebruikneming, zoals bedoeld in artikel 13, lid 1, onder a). Aangepast

Artikel 126

  • 1. 
    Slovenië mag tot en met 31 december 2007 of tot de invoering van Bijlage XIII, lid 6, de in artikel 395 bedoelde definitieve regeling, indien dit eerder is, punt 1, onder a)

    een verlaagd tarief van ten minste 8,5% blijven toepassen op de (Toetredingsakte bereiding van maaltijden. van 2003)

    Aangepast

  • 2. 
    Slovenië mag tot en met 31 december 2007 een verlaagd tarief van Bijlage XIII, lid 6, ten minste 5% blijven toepassen op woningbouwwerkzaamheden punt 1, onder a)

    en vernieuwings– en onderhoudswerkzaamheden aan woningen, (Toetredingsakte voorzover die werkzaamheden geen deel uitmaken van een sociaal van 2003) beleid, en met dien verstande dat bouwmateriaal hiervan is

uitgesloten. Aangepast

Artikel 127

Slowakije mag een verlaagd tarief van ten minste 5% blijven toepassen op Bijlage XIV, lid 7, de volgende handelingen: punt 1, eerste

alinea (Toetredingsakte van 2003)

Aangepast

  • a) 
    tot en met 31 december 2008 op de levering van warmteenergie Bijlage XIV, lid 7, aan particuliere huishoudens en kleine niet–BTW–geregistreerde punt 1, eerste

    ondernemers voor de verwarming en de bereiding van warm alinea water, met dien verstande dat grondstoffen voor het opwekken van (Toetredingsakte warmteenergie hiervan zijn uitgesloten; van 2003)

  • b) 
    tot en met 31 december 2007 op woningbouwwerkzaamheden die Bijlage XIV, lid 7, geen deel uitmaken van een sociaal beleid, met dien verstande dat punt 1, eerste

    bouwmateriaal hiervan is uitgesloten. alinea (Toetredingsakte van 2003)

    TITEL IX Hoofdstuk X

    (77/388/EEG)

    VRIJSTELLINGEN Titel van hoofdstuk

    X (77/388/EEG)

    Hoofdstuk 1

    Algemene bepalingen Artikel 128

De in de hoofdstukken 2 tot en met 9 geregelde vrijstellingen zijn van Artikel 13, A, lid 1 toepassing onverminderd andere communautaire bepalingen en onder de (77/388/EEG) voorwaarden die de lidstaten vaststellen om een juiste en eenvoudige

toepassing van deze vrijstellingen te verzekeren en alle fraude, ontwijking Aangepast

en misbruik te voorkomen.

Hoofdstuk 2

Vrijstellingen ten gunste van bepaalde activiteiten van algemeen belang

Artikel 129 Artikel 13 (77/388/EEG)

Titel van artikel 13 (77/388/EEG)

Titel van artikel 13, A (77/388/EEG)

  • 1. 
    De lidstaten verlenen vrijstelling voor de volgende handelingen: Artikel 13, A, lid 1 (77/388/EEG)
    • a) 
      de door openbare postdiensten verrichte diensten en Artikel 13, A, daarmee gepaard gaande leveringen van goederen, met lid 1, onder a) uitzondering van personenvervoer en (77/388/EEG) telecommunicatiediensten;
    • b) 
      de ziekenhuisverpleging en medische verzorging, alsmede Artikel 13, A, de handelingen die daarmede nauw samenhangen, door lid 1, onder b) publiekrechtelijke lichamen of, onder sociale voorwaarden (77/388/EEG) die vergelijkbaar zijn met die welke gelden voor genoemde

      lichamen, door ziekenhuizen, centra voor medische Aangepast

      verzorging en diagnose en andere naar behoren erkende inrichtingen van dezelfde aard;

    • c) 
      gezondheidskundige verzorging van de mens in het kader Artikel 13, A, van de uitoefening van medische en paramedische beroepen lid 1, onder c) als omschreven door de betrokken lidstaat; (77/388/EEG)
    • d) 
      de levering van menselijke organen, menselijk bloed en Artikel 13, A, moedermelk; lid 1, onder d) (77/388/EEG)
    • e) 
      de door tandtechnici in het kader van de uitoefening van hun Artikel 13, A, beroep verrichte diensten, alsmede het verschaffen van lid 1, onder e) tandprothesen door tandartsen en tandtechnici; (77/388/EEG)
  • f) 
    diensten die worden verricht door zelfstandige groeperingen Artikel 13, A, van personen die een activiteit uitoefenen die is vrijgesteld lid 1, onder f) of waarvoor zij niet belastingplichtig zijn, teneinde aan hun (77/388/EEG) leden de diensten te verlenen die direct nodig zijn voor de

uitoefening van voornoemde activiteit, wanneer die Aangepast

groeperingen van hun leden enkel terugbetaling vorderen van hun aandeel in de gezamenlijke uitgaven, mits deze vrijstelling niet tot verstoring van de mededinging kan leiden;

  • g) 
    diensten en leveringen van goederen die nauw samenhangen Artikel 13, A, met maatschappelijk werk en met de sociale zekerheid, lid 1, onder g) waaronder begrepen die welke worden verricht door (77/388/EEG) bejaardentehuizen, door publiekrechtelijke lichamen of door

andere organisaties die door de betrokken lidstaat als Aangepast

instellingen van sociale aard worden erkend;

  • h) 
    diensten en leveringen van goederen die nauw samenhangen Artikel 13, A, met de bescherming van kinderen en jongeren en die worden lid 1, onder h) verricht door publiekrechtelijke lichamen of door andere (77/388/EEG) organisaties die door de betrokken lidstaat als instellingen

    van sociale aard worden erkend;

  • i) 
    onderwijs aan kinderen of jongeren, school– of universitair Artikel 13, A, onderwijs, beroepsopleiding of –herscholing, met inbegrip lid 1, onder i) van de diensten en leveringen van goederen die hiermede (77/388/EEG) nauw samenhangen, door publiekrechtelijke lichamen die

daartoe zijn ingesteld of door andere organisaties die door Aangepast

de betrokken lidstaat als lichamen met soortgelijke doeleinden worden erkend;

  • j) 
    lessen die particulier door docenten worden gegeven en Artikel 13, A, betrekking hebben op het school– of universitair onderwijs; lid 1, onder j) (77/388/EEG)

    Aangepast

  • k) 
    beschikbaarstelling van personeel door religieuze of Artikel 13, A, levensbeschouwelijke instellingen voor de onder b), g), h) lid 1, onder k) en i), bedoelde werkzaamheden en met het oog op de (77/388/EEG) verlening van geestelijke bijstand;
  • l) 
    diensten en nauw daarmee samenhangende leveringen van Artikel 13, A, goederen ten behoeve van hun leden in het collectief belang, lid 1, onder l) tegen een statutair vastgestelde contributie door instellingen (77/388/EEG) zonder winstoogmerk met doeleinden van politieke,

syndicale, religieuze, vaderlandslievende, Aangepast

levensbeschouwelijke, filantropische of staatsburgerlijke aard, mits deze vrijstelling niet tot verstoring van de mededinging kan leiden;

  • m) 
    sommige diensten die nauw samenhangen met de Artikel 13, A, beoefening van sport of met lichamelijke opvoeding en die lid 1, onder m) door instellingen zonder winstoogmerk worden verleend aan (77/388/EEG) personen die aan sport of lichamelijke opvoeding doen;
  • n) 
    bepaalde culturele diensten alsmede nauw daarmee Artikel 13, A, samenhangende leveringen van goederen, verricht door lid 1, onder n) publiekrechtelijke culturele instellingen of door andere (77/388/EEG) culturele instellingen die door de betrokken lidstaat worden

    erkend; Aangepast

  • o) 
    diensten en leveringen van goederen door lichamen waarvan Artikel 13, A, de handelingen overeenkomstig het bepaalde onder b), g), lid 1, onder o), h), i), l), m) en n), zijn vrijgesteld, in samenhang met eerste volzin activiteiten die zijn bestemd ter verkrijging van financiële (77/388/EEG) steun en die uitsluitend ten bate van henzelf zijn

    georganiseerd, mits deze vrijstelling niet tot verstoring van Aangepast

    de mededinging kan leiden;

  • p) 
    vervoer van zieken of gewonden met speciaal daartoe Artikel 13, A, ingerichte vervoermiddelen door naar behoren gemachtigde lid 1, onder p) lichamen; (77/388/EEG)

    Aangepast

  • q) 
    niet–commerciële activiteiten van openbare radio– en Artikel 13, A, televisieorganisaties. lid 1, onder q) (77/388/EEG)
  • 2. 
    Voor de toepassing van lid 1, onder o), kunnen de lidstaten alle Artikel 13, A, nodige beperkingen invoeren, met name ten aanzien van het aantal lid 1, onder o), activiteiten of het bedrag van de opbrengsten waarvoor recht op tweede volzin vrijstelling bestaat. (77/388/EEG)

    Artikel 130

De lidstaten kunnen de verlening van elk der in artikel 129, lid 1, onder b), Artikel 13, A, g), h), i), l), m) en n), bedoelde vrijstellingen aan andere dan lid 2, onder a) publiekrechtelijke instellingen van geval tot geval afhankelijk stellen van (77/388/EEG) een of meer van de volgende voorwaarden:

  • a) 
    de instellingen mogen niet systematisch het maken van winst Artikel 13, A, beogen; wordt er wel winst gemaakt, dan mag deze niet worden lid 2, onder a), uitgekeerd, maar moet zij worden aangewend voor de eerste streepje instandhouding of verbetering van de diensten die worden (77/388/EEG) verricht;

    Aangepast b) het beheer en bestuur van de instellingen moeten in hoofdzaak Artikel 13, A,

    geschieden op vrijwillige basis en zonder vergoeding door lid 2, onder a), personen die noch zelf, noch via tussenpersonen, enig rechtstreeks tweede streepje of zijdelings belang hebben bij de resultaten van de (77/388/EEG) werkzaamheden van de instellingen;

  • c) 
    de instellingen moeten prijzen toepassen die zijn goedgekeurd Artikel 13, A, door de overheid, of prijzen die niet hoger liggen dan de lid 2, onder a), goedgekeurde prijzen, of, voor handelingen waarvoor geen derde streepje goedkeuring van prijzen plaatsvindt, prijzen die lager zijn dan die (77/388/EEG) welke voor soortgelijke handelingen in rekening worden gebracht

door commerciële ondernemingen die aan de BTW zijn Aangepast

onderworpen;

  • d) 
    de vrijstellingen mogen niet tot verstoring van de mededinging Artikel 13, A, leiden ten nadele van commerciële ondernemingen die aan de lid 2, onder a), BTW zijn onderworpen. vierde streepje (77/388/EEG)

    Aangepast

    Artikel 131

Leveringen van goederen en diensten zijn in de volgende gevallen van de Artikel 13, A, in artikel 129 lid 1, onder b), g), h), i), l), m) en n), bedoelde vrijstellingen lid 2, onder b) uitgesloten: (77/388/EEG)

Aangepast

  • a) 
    wanneer zij niet onontbeerlijk zijn voor het verrichten van de Artikel 13, A, vrijgestelde handelingen; lid 2, onder b), eerste streepje (77/388/EEG)

    Aangepast

  • b) 
    wanneer zij in hoofdzaak ertoe strekken aan de instelling extra Artikel 13, A, opbrengsten te verschaffen door de uitvoering van handelingen die lid 2, onder b), worden verricht in rechtstreekse mededinging met die van tweede streepje commerciële ondernemingen die aan de BTW zijn onderworpen. (77/388/EEG)

    Aangepast

    Hoofdstuk 3

    Vrijstellingen ten gunste van andere activiteiten Artikel 132

    Titel van artikel 13, B (77/388/EEG)

  • 1. 
    De lidstaten verlenen voor de volgende handelingen vrijstelling: Artikel 13, B

    (77/388/EEG)

    • a) 
      handelingen ter zake van verzekering en herverzekering met Artikel 13, B, inbegrip van daarmee samenhangende diensten, verricht onder a)

      door assurantiemakelaars en verzekeringstussenpersonen; (77/388/EEG)

      Aangepast

      Artikel 13, B, onder d) (77/388/EEG)

    • b) 
      de verlening van kredieten en de bemiddeling inzake Artikel 13, B, kredieten, alsmede het beheer van kredieten door degene die onder d), punt 1 deze heeft verleend; (77/388/EEG)

      Aangepast

    • c) 
      de bemiddeling bij en het aangaan van borgtochten en Artikel 13, B, andere zekerheids– en garantieverbintenissen, alsmede het onder d), punt 2 beheer van kredietgaranties door degene die het krediet heeft (77/388/EEG) verleend;

      Aangepast

    • d) 
      handelingen, bemiddeling daaronder begrepen, betreffende Artikel 13, B, deposito’s, rekening–courantverkeer, betalingen, onder d), punt 3 overmakingen, schuldvorderingen, cheques en andere (77/388/EEG) handelspapieren met uitzondering van de invordering van

      schuldvorderingen;

    • e) 
      handelingen, bemiddeling daaronder begrepen, betreffende Artikel 13, B, deviezen, bankbiljetten en munten die wettig betaalmiddel onder d), punt 4 zijn, met uitzondering van munten en biljetten die (77/388/EEG) verzamelobject zijn, namelijk gouden, zilveren of uit een

      ander metaal geslagen munten, alsmede biljetten, die Aangepast

      normaal niet als wettig betaalmiddel worden gebruikt of die een numismatische waarde hebben;

    • f) 
      handelingen, bemiddeling daaronder begrepen, uitgezonderd Artikel 13, B, bewaring en beheer, inzake aandelen, deelnemingen in onder d), punt 5 vennootschappen of verenigingen, obligaties en andere (77/388/EEG) waardepapieren, met uitzondering van documenten die

      goederen vertegenwoordigen en van de in artikel 16, lid 2, Aangepast

      genoemde rechten of effecten; Artikel 13, B, onder d), punt 5, eerste streepje (77/388/EEG)

      Artikel 13, B, onder d), punt 5, tweede streepje (77/388/EEG)

    • g) 
      het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen, Artikel 13, B, zoals omschreven door de lidstaten; onder d), punt 6 (77/388/EEG)
    • h) 
      leveringen, tegen de nominale waarde, van postzegels die Artikel 13, B, frankeerwaarde hebben in een lidstaat, fiscale zegels en onder e)

      andere soortgelijke zegels; (77/388/EEG)

      Gewijzigd

    • i) 
      weddenschappen, loterijen en andere kans– en geldspelen, Artikel 13, B, met inachtneming van de door elke lidstaat vastgestelde onder f)

      voorwaarden en beperkingen; (77/388/EEG)

    • j) 
      leveringen van een ander gebouw, of een gedeelte van een Artikel 13, B, gebouw en het bijbehorende terrein, dan dat bedoeld in onder g)

      artikel 13, lid 1, onder a); (77/388/EEG)

      Aangepast

    • k) 
      andere leveringen van onbebouwde onroerende goederen Artikel 13, B, dan die van bouwterreinen bedoeld in artikel 13, lid 1, onder h)

      onder b); (77/388/EEG)

      Aangepast

    • l) 
      de verpachting en verhuur van onroerende goederen. Artikel 13, B, onder b), eerste alinea

      (77/388/EEG)

  • 2. 
    De volgende handelingen zijn van de in lid 1, onder l), genoemde Artikel 13, B, vrijstelling uitgesloten: onder b), eerste alinea

    (77/388/EEG)

    • a) 
      het verstrekken van accomodatie, als omschreven in de Artikel 13, B, wetgeving der lidstaten, in het hotelbedrijf of in sectoren onder b), eerste met een soortgelijke functie, met inbegrip van de alinea, punt 1 verhuuraccomodatie in vakantiekampen of op (77/388/EEG) kampeerterreinen;
    • b) 
      verhuur van parkeerruimte voor vervoermiddelen; Artikel 13, B, onder b), eerste alinea, punt 2 (77/388/EEG)

      Aangepast

    • c) 
      verhuur van blijvend geïnstalleerde werktuigen en Artikel 13, B, machines; onder b), eerste alinea, punt 3 (77/388/EEG)
    • d) 
      verhuur van safeloketten. Artikel 13, B, onder b), eerste alinea, punt 4 (77/388/EEG)

    De lidstaten kunnen nog andere handelingen van de toepassing Artikel 13, B, van de in lid 1, onder l), bedoelde vrijstelling uitsluiten. onder b), tweede alinea (77/388/EEG)

    Artikel 133

De lidstaten verlenen voor de volgende handelingen vrijstelling: Artikel 13, B

(77/388/EEG)

  • a) 
    leveringen van goederen die uitsluitend zijn gebezigd voor een Artikel 13, B, activiteit die krachtens de artikelen 129, 132 en 364 en de onder c)

    artikelen 368 tot en met 383 is vrijgesteld, wanneer voor deze (77/388/EEG) goederen geen recht op aftrek is genoten; Aangepast

  • b) 
    leveringen van goederen bij de aanschaffing of bestemming Artikel 13, B, waarvan overeenkomstig artikel 170 het recht op aftrek is onder c)

    uitgesloten. (77/388/EEG)

    Artikel 134

    Titel van artikel 13, C (77/388/EEG)

  • 1. 
    De lidstaten kunnen aan de belastingplichtigen het recht verlenen Artikel 13, C, voor belastingheffing ter zake van de volgende handelingen te eerste alinea kiezen: (77/388/EEG) a) financiële handelingen bedoeld in artikel 132, lid 1, onder b) Artikel 13, C, tot en met g); eerste alinea, onder b)

    (77/388/EEG)

    Aangepast

    • b) 
      andere leveringen van een gebouw, een gedeelte van een Artikel 13, C, gebouw en het bijbehorende terrein dan die bedoeld in eerste alinea, artikel 13, lid 1, onder a); onder b)

      (77/388/EEG)

      Aangepast

    • c) 
      andere leveringen van onbebouwde onroerende goederen Artikel 13, C, dan die bedoeld in artikel 13, lid 1, onder b); eerste alinea, onder b)

      (77/388/EEG)

      Aangepast

    • d) 
      de verhuur en verpachting van onroerende goederen, Artikel 13, C, eerste alinea, onder a)

      (77/388/EEG)

  • 2. 
    De lidstaten stellen de bepalingen voor de uitoefening van het in Artikel 13, C, lid 1 bedoelde keuzerecht vast. tweede alinea (77/388/EEG)

    De lidstaten kunnen de omvang van dit keuzerecht beperken. Artikel 13, C, tweede alinea (77/388/EEG)

    Hoofdstuk 4

Vrijstellingen met betrekking tot intracommunautaire handelingen

Afdeling 1

Vrijstellingen voor leveringen van goederen

Artikel 135 Artikel 28 quater (ingevoegd bij

91/680/EEG)

Titel van artikel 28 quater (ingevoegd bij 91/680/EEG) Titel van artikel 28 quater, A (ingevoegd bij 91/680/EEG)

  • 1. 
    De lidstaten verlenen vrijstelling voor leveringen van goederen, Artikel 28 quater, door de verkoper of door de afnemer of voor hun rekening buiten A, onder a), eerste hun grondgebied, maar in de Gemeenschap verzonden of alinea

    vervoerd, die worden verricht voor een andere belastingplichtige (ingevoegd bij of voor een niet–belastingplichtige rechtspersoon die als zodanig 91/680/EEG en handelt in een andere lidstaat dan die van vertrek van de gewijzigd bij verzending of het vervoer van de goederen. 95/7/EG)

    Aangepast

  • 2. 
    Behalve voor de in lid 1 bedoelde leveringen verlenen de lidstaten Artikel 28 quater, voor de volgende handelingen vrijstelling: A,

    aanhef(ingevoegd bij 91/680/EEG)

    • a) 
      leveringen van nieuwe vervoermiddelen, door de verkoper, Artikel 28 quater, door de afnemer of voor hun rekening buiten hun A, onder b)

      grondgebied maar in de Gemeenschap, naar de afnemer (ingevoegd bij verzonden of vervoerd, die worden verricht voor 91/680/EEG) belastingplichtigen of voor niet–belastingplichtige

      rechtspersonen wier intracommunautaire verwervingen van Aangepast

      goederen uit hoofde van artikel 4, lid 1, niet aan de BTW zijn onderworpen, of voor elke andere niet– belastingplichtige;

    • b) 
      leveringen van accijnsproducten, door de verkoper, door de Artikel 28 quater, afnemer of voor hun rekening, buiten hun grondgebied maar A, onder c), eerste in de Gemeenschap, naar de afnemer verzonden of vervoerd, alinea

      die worden verricht voor belastingplichtigen of voor niet– (vervangen door belastingplichtige rechtspersonen wier intracommunautaire 92/111/EEG) verwervingen van andere goederen dan accijnsproducten , uit

      hoofde van artikel 4, lid 1, niet aan de BTW zijn Aangepast

      onderworpen wanneer de verzending of het vervoer van deze producten plaatsvindt overeenkomstig artikel 7, leden 4 en 5, of artikel 16 van Richtlijn 92/12/EEG i;

    • c) 
      leveringen bestaande uit de overbrenging van goederen naar Artikel 28 quater, een andere lidstaat, die voor de in lid 1 en de onder a) en b) A, onder d)

      bedoelde vrijstellingen in aanmerking zouden zijn gekomen (ingevoegd bij indien zij voor een andere belastingplichtige waren verricht. 92/111/EEG)

      Aangepast Artikel 136

  • 1. 
    De in artikel 135, lid 1, bedoelde vrijstelling is niet van toepassing Artikel 28 quater, op leveringen van goederen die worden verricht door A, onder a),

    belastingplichtigen die voor de in de artikelen 277 tot en met 280 tweede alinea, neergelegde vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen in (ingevoegd bij aanmerking komen. 91/680/EEG)

    Aangepast

    De vrijstelling is evenmin van toepassing op leveringen van Artikel 28 quater,

    goederen die worden verricht voor belastingplichtigen of voor A, onder a),

    niet–belastingplichtige rechtspersonen wier intracommunautaire tweede alinea,

    verwervingen uit hoofde van artikel 4, lid 1, niet aan de BTW zijn (ingevoegd bij

    onderworpen. 91/680/EEG)

    Aangepast

  • 2. 
    De in artikel 135, lid 2, onder b), bedoelde vrijstelling is niet van Artikel 28 quater, toepassing op leveringen van accijnsproducten die worden verricht A, onder c),

    door belastingplichtigen die voor de in de artikelen 277 tot en met tweede alinea 280 neergelegde vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen (vervangen door in aanmerking komen. 92/111/EEG)

    Aangepast

  • 3. 
    De in artikel 135, lid 1, en lid 2, onder b) en c), bedoelde Artikel 26 bis, D, vrijstelling is niet van toepassing op leveringen van goederen die onder c)

    overeenkomstig de in de artikelen 305 tot en met 317 neergelegde (ingevoegd bij winstmargeregeling of de regeling inzake de verkoop op openbare 94/5/EG) veilingen aan de BTW zijn onderworpen. Aangepast

    De in artikel 135, lid 1, en lid 2, onder c), bedoelde vrijstelling is Artikel 28 sexniet van toepassing op leveringen van gebruikte vervoermiddelen decies, lid 1, die overeenkomstig de overgangsregeling voor gebruikte onder h) vervoermiddelen aan de BTW zijn onderworpen. (ingevoegd bij 94/5/EG)

    Aangepast

    Afdeling 2

Vrijstellingen voor intracommunautaire verwervingen van goederen

Artikel 137

Titel van artikel 28 quater, B (ingevoegd bij 91/680/EEG)

De lidstaten verlenen voor de volgende handelingen vrijstelling: Artikel 28 quater, B

(ingevoegd bij 91/680/EEG)

  • a) 
    de intracommunautaire verwervingen van goederen waarvan de Artikel 28 quater, levering door belastingplichtigen in ieder geval op hun B, onder a)

    grondgebied is vrijgesteld; (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

  • b) 
    de intracommunautaire verwervingen van goederen waarvan de Artikel 28 quater, invoer in ieder geval op grond van artikel 140 is vrijgesteld; B, onder b)

    (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

  • c) 
    de intracommunautaire verwervingen van goederen waarvoor de Artikel 28 quater, afnemer van de goederen op grond van de artikelen 164 en 165 in B, onder c)

    ieder geval recht heeft op volledige teruggaaf van de BTW die (ingevoegd bij krachtens artikel 3, lid 1, onder b), verschuldigd zou zijn. 91/680/EEG)

    Aangepast

    Artikel 138

Elke lidstaat treft bijzondere maatregelen om intracommunautaire Artikel 28 quater, verwervingen van goederen die overeenkomstig de criteria van artikel 41 E, punt 3 op zijn grondgebied worden verricht, niet aan de BTW te onderwerpen (ingevoegd bij wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: 92/111/EEG)

Aangepast

  • a) 
    de verwerving van goederen wordt verricht door een niet in die Artikel 28 quater, lidstaat gevestigde, maar in een andere lidstaat voor BTW– E, punt 3, eerste

    doeleinden geïdentificeerde belastingplichtige; streepje (ingevoegd bij 92/111/EEG)

    Aangepast

  • b) 
    de verwerving van goederen wordt verricht met het oog op een Artikel 28 quater, volgende levering van deze goederen in diezelfde lidstaat door de E, punt 3, tweede onder a) bedoelde belastingplichtige; streepje

    (ingevoegd bij 92/111/EEG)

    Aangepast c) de aldus door de onder a) bedoelde belastingplichtige verworven Artikel 28 quater,

    goederen worden rechtstreeks uit een andere lidstaat dan die E, punt 3, derde waarin hij voor BTW–doeleinden geïdentificeerd is, verzonden of streepje vervoerd naar degene voor wie hij de volgende levering verricht; (ingevoegd bij 92/111/EEG)

    Aangepast

  • d) 
    degene voor wie de volgende levering is bestemd, is een andere Artikel 28 quater, belastingplichtige of een niet–belastingplichtige rechtspersoon, die E, punt 3, vierde in diezelfde lidstaat voor BTW–doeleinden is geïdentificeerd; streepje

    (ingevoegd bij 92/111/EEG)

    Aangepast

  • e) 
    degene voor wie de volgende levering is bestemd, als bedoeld Artikel 28 quater, onder d), is overeenkomstig artikel 190 aangewezen als de tot E, punt 3, vijfde

    voldoening van de belasting gehouden persoon uit hoofde van de streepje levering die is verricht door de belastingplichtige die niet is (ingevoegd bij gevestigd in de lidstaat waar de belasting is verschuldigd. 92/111/EEG en gewijzigd bij 2000/65/EG)

    Aangepast

    Afdeling 3

    Vrijstellingen voor bepaalde vervoerdiensten

    Titel van artikel 28 quater, C (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Artikel 139

De lidstaten verlenen vrijstelling voor het intracommunautaire vervoer van Artikel 28 quater, goederen naar of vanaf de eilanden die de autonome gebieden van de C

Azoren en van Madeira vormen, alsmede voor het vervoer van goederen (ingevoegd bij tussen deze eilanden. 91/680/EEG)

Aangepast

Hoofdstuk 5

Vrijstellingen bij invoer Artikel 14

Artikel 140 (77/388/EEG)

Titel van artikel 14 (77/388/EEG)

De lidstaten verlenen voor de volgende handelingen vrijstelling: Artikel 14, lid 1, inleidende zin

(77/388/EEG)

  • a) 
    de definitieve invoer van goederen waarvan de levering door Artikel 14, lid 1, belastingplichtigen op hun grondgebied in elk geval is vrijgesteld; onder a)

    (77/388/EEG)

    Aangepast

  • b) 
    de definitieve invoer van goederen die valt onder de Artikel 14, lid 1,

    38

    Richtlijnen 69/169/EEG i, 39 78/1035/EEG en 83/181/EEG i 40 van onder d), eerste

    de Raad; alinea (gewijzigd bij 91/680/EEG)

    Gewijzigd

  • c) 
    de definitieve invoer van goederen in het vrije verkeer afkomstig Artikel 14, lid 1, uit een derdelands gebied dat deel uitmaakt van het douanegebied onder d), tweede van de Gemeenschap die voor de onder b) bedoelde vrijstelling in alinea

    aanmerking zou komen; (ingevoegd bij 92/111/EEG)

    Aangepast

    Titel van artikel 28 quater D (ingevoegd bij 91/680/EEG)

  • d) 
    de invoer van uit een derdelands gebied of een derde land Artikel 28 quater, verzonden of vervoerde goederen in een andere lidstaat dan die D, eerste alinea

    van aankomst van de verzending of het vervoer, ingeval de (ingevoegd bij levering van deze goederen, verricht door de importeur die uit 91/680/EEG en hoofde van artikel 193 is aangewezen of erkend als de tot gewijzigd bij voldoening van de belasting gehouden persoon, overeenkomstig 2000/65/EG) artikel 135 is vrijgesteld; Aangepast

38 PB L 133 van 4.6.1969, blz. 6. 39 PB L 366 van 28.12.1978, blz. 34.

162

Artikel 28 quater,

D, tweede alinea

(ingevoegd bij

91/680/EEG)

  • e) 
    de wederinvoer van goederen in de staat waarin zij zijn Artikel 14, lid 1, uitgevoerd, door degene die deze heeft uitgevoerd, indien de onder e)

    goederen voor vrijstelling van invoerrechten in aanmerking (gewijzigd bij komen; 91/680/EEG)

    Aangepast

    Artikel 14, lid 1, onder g) (77/388/EEG)

  • f) 
    de invoer van goederen in het kader van de diplomatieke en Artikel 14, lid 1, consulaire betrekkingen, wanneer de goederen voor vrijstelling onder g), eerste van invoerrechten in aanmerking komen; streepje

    (gewijzigd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

  • g) 
    de invoer van goederen verricht door internationale instellingen Artikel 14, lid 1, die als dusdanig door de overheid van de lidstaat waar zij zijn onder g), tweede gevestigd, zijn erkend, alsmede door de leden van deze streepje

    instellingen, zulks binnen de beperkingen en onder de (77/388/EEG) voorwaarden die zijn vastgelegd door de internationale verdragen

tot oprichting van deze instellingen of door de Aangepast

vestigingsovereenkomsten;

  • h) 
    de invoer van goederen verricht in de lidstaten die partij bij het Artikel 14, lid 1, Noord–Atlantische Verdrag zijn, door de strijdkrachten van de onder g), derde andere staten die partij bij dat verdrag zijn, ten behoeve van deze streepje

    strijdkrachten of het hen begeleidende burgerpersoneel of voor de (77/388/EEG) bevoorrading van hun messes of kantines, voorzover deze

strijdkrachten deelnemen aan de gemeenschappelijke defensie– Aangepast

inspanning;

  • i) 
    de invoer van goederen door de strijdkrachten van het Verenigd Artikel 14, lid 1, Koninkrijk die op Cyprus zijn gestationeerd overeenkomstig het onder g), vierde Verdrag betreffende de oprichting van de Republiek Cyprus van streepje

    16 augustus 1960, ten behoeve van de strijdkrachten of het hen (ingevoegd bij begeleidende burgerpersoneel of voor de bevoorrading van hun Protocol nr. 3 van messes of kantines; de Toetredingsakte van 2003

    Aangepast j) de invoer in havens, door zeevisserijbedrijven, van Artikel 14, lid 1,

    visserijproducten, niet be– of verwerkt of nadat deze met het oog onder h) op de afzet een bederfwerende behandeling hebben ondergaan, en (77/388/EEG) die nog niet zijn geleverd;

  • k) 
    de invoer van goud door de centrale banken; Artikel 14, lid 1, onder j)

    (77/388/EEG)

  • l) 
    de invoer van gas via het aardgasdistributiesysteem, of de invoer Artikel 14, lid 1, van elektriciteit; onder k)

    (ingevoegd bij 2003/92/EG)

  • m) 
    de diensten die betrekking hebben op de invoer van goederen en Artikel 14, lid 1, waarvan de waarde overeenkomstig artikel 83, lid 1, eerste alinea onder i)

    onder b), en lid 2, in de maatstaf van heffing is opgenomen. (77/388/EEG)

    Aangepast

    Artikel 141

  • 1. 
    De Commissie dient zo nodig bij de Raad voorstellen in om de Artikel 14, lid 2, werkingssfeer van de in artikel 140 neergelegde vrijstellingen en eerste alinea

    de wijze van toepassing ervan nader te bepalen. (77/388/EEG)

    Aangepast

    Artikel 14, lid 2,

    tweede alinea

    (77/388/EEG)

  • 2. 
    Totdat de in lid 1 bedoelde bepalingen in werking treden, kunnen Artikel 14, lid 2, de lidstaten hun geldende nationale voorschriften blijven tweede alinea,

    toepassen. eerste streepje (77/388/EEG)

    Aangepast

    De lidstaten kunnen hun nationale voorschriften aanpassen, Artikel 14, lid 2,

    teneinde verstoring van de mededinging te beperken en met name tweede alinea,

    gevallen van het niet of dubbel heffen van belasting in de tweede streepje

    Gemeenschap te vermijden. (77/388/EEG)

    Aangepast

De lidstaten kunnen de administratieve procedures gebruiken die Artikel 14, lid 2,

zij het meest geschikt achten om tot vrijstelling te komen. tweede alinea,

derde streepje

(77/388/EEG)

  • 3. 
    De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de geldende Artikel 14, lid 2,

nationale voorschriften en van de voorschriften die zij krachtens derde alinea

lid 2 nemen. De Commissie stelt de andere lidstaten daarvan in (77/388/EEG)

kennis.

Aangepast

Hoofdstuk 6

Vrijstellingen bij uitvoer

Artikel 15

Artikel 142 (77/388/EEG)

Titel van artikel 15 (vervangen bij 91/680/EEG)

  • 1. 
    De lidstaten verlenen voor de volgende handelingen vrijstelling: Artikel 15, inleidende zin (77/388/EEG)
    • a) 
      de levering van goederen die door of voor rekening van de Artikel 15, punt 1 verkoper worden verzonden of vervoerd naar een plaats (gewijzigd bij

      buiten de Gemeenschap; 91/680/EEG)

    • b) 
      de levering van goederen die door of voor rekening van een Artikel 15, punt 2, niet op hun grondgebied gevestigde afnemer worden eerste alinea

      verzonden of vervoerd naar een plaats buiten de (gewijzigd bij Gemeenschap, met uitzondering van door de afnemer zelf 91/680/EEG) vervoerde goederen bestemd voor de uitrusting of de

      bevoorrading van pleziervaartuigen en sportvliegtuigen of Aangepast

      van andere vervoermiddelen voor privégebruik;

    • c) 
      de levering van goederen aan erkende organisaties die deze Artikel 15, goederen uitvoeren uit de Gemeenschap in het kader van punt 12, eerste hun menslievende, liefdadige of opvoedkundige werk buiten volzin

      de Gemeenschap; (gewijzigd in 91/680/EEG)

    • d) 
      diensten bestaande uit werkzaamheden met betrekking tot Artikel 15, punt 3 roerende zaken die zijn verworven of ingevoerd teneinde (vervangen bij

      deze werkzaamheden in de Gemeenschap te ondergaan, en 91/680/EEG en die door de dienstverrichter, of door de niet op hun gewijzigd bij grondgebied gevestigde ontvanger dan wel voor hun 92/111/EEG) rekening worden vervoerd of verzonden naar een plaats

      buiten de Gemeenschap; Aangepast e) diensten, met inbegrip van vervoer en aanverwante Artikel 15, punt 13

      handelingen en met uitzondering van de overeenkomstig de (vervangen door artikelen 129 en 132 vrijgestelde diensten, wanneer deze 92/111/EEG) rechtstreeks verband houden met de uitvoer of invoer van

      goederen die onder artikel 61 en artikel 152, lid 1, onder a), Aangepast

      vallen.

  • 2. 
    De in lid 1, onder c), bedoelde vrijstelling kan worden toegekend Artikel 15, in de vorm van teruggaaf van de BTW. punt 12, tweede volzin

    (77/388/EEG)

    Aangepast

    Artikel 143

  • 1. 
    Ingeval de in artikel 142, lid 1, onder b), bedoelde levering Artikel 15, punt 2, betrekking heeft op goederen die deel uitmaken van de tweede alinea

    persoonlijke bagage van reizigers, geldt de vrijstelling slechts (vervangen bij wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: 95/7/EG)

    Aangepast

    • a) 
      de reiziger is niet in de Gemeenschap gevestigd; Artikel 15, punt 2, tweede alinea,

      eerste streepje (vervangen bij 95/7/EG)

    • b) 
      de goederen worden uit de Gemeenschap vervoerd vóór het Artikel 15, punt 2, einde van de derde maand volgende op die waarin de tweede alinea,

      levering geschiedde; tweede streepje (vervangen bij 95/7/EG)

      Aangepast

    • c) 
      de totale waarde van de levering, BTW inbegrepen, is hoger Artikel 15, punt 2, dan een bedrag van 175 euro of de tegenwaarde daarvan in tweede alinea,

      nationale munteenheid die eenmaal per jaar op basis van de derde streepje op de eerste werkdag van de maand oktober geldende eerste volzin wisselkoers wordt vastgesteld en met ingang van 1 januari (vervangen bij van het daaropvolgende jaar van toepassing is. 95/7/EG)

      Aangepast De lidstaten mogen evenwel een levering waarvan de totale Artikel 15, punt 2, waarde lager is dan het in de eerste alinea, onder c), genoemde tweede alinea, bedrag, van belasting vrijstellen. derde streepje

      tweede deel van volzin (vervangen bij 95/7/EG)

      Artikel 15, punt 2,

      derde alinea

      (vervangen bij

      95/7/EG)

  • 2. 
    Voor de toepassing van lid 1 wordt onder “reiziger die niet in de Artikel 15, punt 2, Gemeenschap is gevestigd” verstaan een reiziger wiens derde alinea,

    woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats niet in de Gemeenschap eerste streepje is gelegen. Onder “woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats” (vervangen bij wordt verstaan de plaats die als zodanig is vermeld op het 95/7/EG) paspoort, op de identiteitskaart of op enig ander document dat

door de lidstaat op het grondgebied waarvan de levering wordt Aangepast

verricht, als identiteitsbewijs wordt erkend.

Het bewijs van de uitvoer wordt geleverd door middel van de Artikel 15, punt 2,

factuur, of van een in de plaats daarvan komend bewijsstuk, derde alinea,

voorzien van het visum van het douanekantoor van uitgang uit de tweede streepje

Gemeenschap. (vervangen bij

95/7/EG)

Elke lidstaat verstrekt aan de Commissie een specimen van de Artikel 15, punt 2,

stempels die hij voor het afgeven van het in de tweede alinea vierde alinea

bedoelde visum gebruikt. De Commissie stelt de (ingevoegd bij

belastingautoriteiten van de andere lidstaten van deze informatie 95/7/EG)

in kennis.

Artikel 28 duodecies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Titel van artikel 28 duodecies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Artikel 28 duodecies, inleiding (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Belang verloren Artikel 28 duodecies, punt 1, eerste alinea (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 duodecies, punt 1, tweede alinea (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 duodecies, punt 1, tweede alinea, onder b) (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 duodecies, punt 1, tweede alinea, onder c)

(ingevoegd bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 duodecies, punt 1, derde alinea (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 duodecies, punt 1, vierde alinea (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Belang verloren Artikel 28 duodecies, punt 2 (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 duodecies, punt 2, onder a), eerste alinea

(vervangen bij 94/4/EG)

Belang verloren

Artikel 28 duodecies, punt 2, onder a), tweede alinea

(vervangen bij 94/4/EG)

Belang verloren

Artikel 28 duodecies, punt 2, onder a), derde alinea

(ingevoegd bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 duodecies, punt 2, onder b), eerste alinea

(ingevoegd bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 duodecies, punt 2, onder b), tweede alinea

(ingevoegd bij 91/680/EEG)

Belang verloren Artikel 28 duodecies, punt 3 (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 duodecies, punt 4 (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 duodecies, punt 5 (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Hoofdstuk 7

Vrijstellingen met betrekking tot internationaal vervoer

Artikel 144

De lidstaten verlenen voor de volgende handelingen vrijstelling: Artikel 15, inleidende zin (77/388/EEG)

Artikel 15, punt 4,

eerste alinea

(77/388/EEG)

  • a) 
    de levering van goederen, bestemd voor de bevoorrading van Artikel 15, punt 4, schepen voor de vaart op volle zee waarmee passagiersvervoer eerste alinea,

    tegen betaling plaatsvindt of die worden gebruikt voor de onder a) uitoefening van enigerlei industriële, handels– of visserijactiviteit (77/388/EEG) alsmede van reddingsboten en schepen voor hulpverlening op zee

of schepen voor de kustvisserij, voor wat laatstgenoemde schepen Aangepast

betreft behalve de scheepsvoorraden;

Artikel 15, punt 4,

eerste alinea,

onder b)

(77/388/EEG)

  • b) 
    de levering van goederen, bestemd voor de bevoorrading van Artikel 15, punt 4,

oorlogsschepen vallende onder GN–code 8906 10 00, die hun eerste alinea,

grondgebied verlaten met als bestemming een haven of een onder c)

ankerplaats buiten de lidstaat; (77/388/EEG)

Aangepast

  • c) 
    de levering, de verbouwing, de reparatie, het onderhoud, de Artikel 15, punt 5 bevrachting en de verhuur van de onder a) bedoelde schepen, (77/388/EEG)

    alsmede de levering, de verhuur, de reparatie en het onderhoud

van de voorwerpen – met inbegrip van uitrusting voor de visserij – Aangepast

die met deze schepen vast verbonden zijn of die voor hun exploitatie dienen;

  • d) 
    andere dan de onder c) bedoelde diensten die voor de Artikel 15, punt 8 rechtstreekse behoeften van de onder a) bedoelde schepen en hun (77/388/EEG)

    lading worden verricht; Aangepast

  • e) 
    de levering van goederen, bestemd voor de bevoorrading van de Artikel 15, punt 7 luchtvaartuigen die worden gebruikt door (77/388/EEG)

    luchtvaartmaatschappijen die zich hoofdzakelijk op het betaalde

internationale vervoer toeleggen; Aangepast

  • f) 
    de levering, de verbouwing, de reparatie, het onderhoud, de Artikel 15, punt 6 bevrachting en de verhuur van de onder e) genoemde (77/388/EEG)

    luchtvaartuigen, alsmede de levering, de verhuur, de reparatie en

het onderhoud van de voorwerpen die met deze luchtvaartuigen Aangepast

vast verbonden zijn of die voor hun exploitatie dienen;

  • g) 
    andere dan de onder f) bedoelde diensten, die voor de Artikel 15, punt 9 rechtstreekse behoeften van de onder e) bedoelde luchtvaartuigen (77/388/EEG)

    en hun lading worden verricht. Aangepast

    Artikel 145

Portugal kan het vervoer over zee en door de lucht tussen de eilanden die Artikel 15, punt 15 de autonome gebieden van de Azoren en Madeira vormen onderling en (ingevoegd bij tussen deze eilanden en het vasteland gelijkstellen met internationaal Toetredingsakte vervoer. ES en PT)

Artikel 146

De Commissie dient zo nodig bij de Raad voorstellen in om de Artikel 15, punt 4 werkingssfeer van de in artikel 144 neergelegde vrijstellingen en de wijze tweede alinea, van toepassing ervan nader te bepalen. eerste volzin

(vervangen bij 92/111/EEG)

Aangepast

Totdat de in lid 1 bedoelde bepalingen in werking treden, kunnen de Artikel 15, punt 4 lidstaten de draagwijdte van de in artikel 144, onder a) en b), neergelegde tweede alinea, vrijstellingen beperken. tweede volzin

(vervangen bij 92/111/EEG)

Aangepast

Hoofdstuk 8

Vrijstellingen voor bepaalde met uitvoer gelijkgestelde handelingen

Artikel 147

  • 1. 
    De lidstaten verlenen voor de volgende handelingen, vrijstelling: Artikel 15, inleidende zin (77/388/EEG)

    Artikel 15, punt 10, eerste alinea (77/388/EEG)

    • a) 
      de levering van goederen en de diensten in het kader van de Artikel 15, diplomatieke en consulaire betrekkingen; punt 10, eerste alinea, eerste streepje

      (77/388/EEG)

    • b) 
      de levering van goederen en de diensten bestemd voor Artikel 15, internationale instellingen die als dusdanig door de overheid punt 10, eerste van de lidstaat waar zij zijn gevestigd, zijn erkend, alsmede alinea, tweede voor de leden van deze instellingen, zulks binnen de streepje

      beperkingen en onder de voorwaarden die zijn vastgesteld (77/388/EEG) door de internationale verdragen tot oprichting van deze

      instellingen of door de vestigingsovereenkomsten; Aangepast

    • c) 
      de levering van goederen en de diensten verricht in de Artikel 15, lidstaten die partij bij het Noord–Atlantische Verdrag zijn, punt 10, eerste en bestemd voor de strijdkrachten van de andere staten die alinea, derde partij bij dat verdrag zijn, ten behoeve van deze streepje

      strijdkrachten of het hen begeleidende burgerpersoneel of (77/388/EEG) voor de bevoorrading van hun messes of kantines, voorzover

      deze deze strijdkrachten deelnemen aan de Aangepast

      gemeenschappelijke defensie–inspanning;

    • d) 
      de levering van goederen en de diensten verricht naar een Artikel 15, andere lidstaat en bestemd voor de strijdkrachten van een punt 10, eerste andere staat die partij bij het Noord–Atlantische Verdrag is alinea, vierde dan de lidstaat van bestemming zelf, ten behoeve van deze streepje

      strijdkrachten of het hen begeleidende burgerpersoneel of (ingevoegd bij voor de bevoorrading van hun messes of kantines, voorzover 91/680/EEG) deze strijdkrachten deelnemen aan de gemeenschappelijke

      defensie–inspanning; Aangepast

    • e) 
      de levering van goederen en de diensten aan de Artikel 14, lid 1, strijdkrachten van het Verenigd Koninkrijk die op Cyprus onder g), vierde zijn gestationeerd overeenkomstig het Verdrag betreffende streepje

      de oprichting van de Republiek Cyprus van 16 augustus (ingevoegd bij 1960, ten behoeve van de strijdkrachten of het hen Protocol nr. 3 van begeleidende burgerpersoneel of voor de bevoorrading van de Toetredingshun messes of kantines. akte van 2003)

      Aangepast

    De in de eerste alinea neergelegde vrijstellingen zijn van Artikel 15, toepassing met inachtneming van de door de lidstaat van punt 10, tweede ontvangst vastgestelde beperkingen, totdat een uniforme alinea belastingregeling is vastgesteld. (gewijzigd bij 91/680/EEG en 92/111/EEG)

    Aangepast

  • 2. 
    Voor goederen die niet worden verzonden of vervoerd buiten de Artikel 15, lidstaat waar de levering van deze goederen wordt verricht, punt 10, derde evenals voor diensten, kan de vrijstelling worden verleend in de alinea

    vorm van teruggaaf van de BTW. (vervangen bij 92/111/EEG)

    Aangepast

    Artikel 148

De lidstaten verlenen vrijstelling voor de levering van goud aan de centrale Artikel 15, punt 11 ba nken. (77/388/EEG)

Hoofdstuk 9

Vrijstellingen van door tussenpersonen verrichte diensten

Artikel 149

De lidstaten verlenen vrijstelling voor de diensten van tussenpersonen die Artikel 15, handelen in naam en voor rekening van derden, wanneer hun diensten punt 14, eerste betrekking hebben op de in de hoofdstukken 6, 7 en 8 bedoelde alinea handelingen of op buiten de Gemeenschap verrichte handelingen. (gewijzigd bij

91/680/EEG)

Aangepast

De in de eerste alinea bedoelde vrijstelling is niet van toepassing op Artikel 15, reisbureaus wanneer zij in naam en voor rekening van de reiziger diensten punt 14, tweede verrichten die in andere lidstaten plaatsvinden. alinea

(77/388/EEG)

Aangepast

Hoofdstuk 10

Vrijstellingen van handelingen met betrekking tot het internationale goederenverkeer

Afdeling 1

Belasting–entrepots of douane–entrepots en soortgelijke regelingen

Artikel 150 Artikel 16 (77/388/EEG)

Titel van artikel 16 (77/388/EEG)

Artikel 16, lid 1 (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 16, lid 1,

punt A

(vervangen bij

91/680/EEG)

Belang verloren Artikel 16, lid 1, punt B, eerste alinea

(vervangen bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 16, lid 1, punt B, eerste alinea, onder a) (vervangen bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 16, lid 1, punt B, eerste alinea, onder b) (vervangen bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 16, lid 1, punt B, eerste alinea, onder c) (vervangen bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 16, lid 1, punt B, eerste alinea, onder d) (vervangen bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 16, lid 1, punt B, eerste alinea, onder d), eerste streepje (vervangen bij 91/680/EEG)

Belang verloren Artikel 16, lid 1, punt B, eerste alinea, onder d), tweede streepje (vervangen bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 16, lid 1, punt B, eerste alinea, onder e) (vervangen bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 16, lid 1, punt B, tweede alinea

(vervangen bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 16, lid 1, punt C

(vervangen bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 16, lid 1, punt D

(vervangen bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 16, lid 1, punt E

(ingevoegd bij 91/680/EEG)

Belang verloren Artikel 16, lid 1, punt E, eerste streepje (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 16, lid 1, punt E, tweede streepje (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 16, lid 1, einde van punt E (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Onverminderd de andere communautaire belastingbepalingen kunnen de Artikel 16, lid 1, lidstaten, na raadpleging van het BTW–comité, bijzondere maatregelen eerste alinea, nemen teneinde vrijstelling te verlenen voor de in deze afdeling bedoelde vervat in artikel 28 handelingen of sommige daarvan, mits zij geen betrekking hebben op quater, E, punt 1 eindgebruik of eindverbruik en het BTW–bedrag dat verschuldigd is (vervangen bij wanneer de goederen niet meer vallen onder of zich niet meer bevinden in 95/7/EG) de in deze afdeling bedoelde regelingen of situaties, overeenkomt met het

BTW–bedrag dat verschuldigd zou zijn geweest indien elk van deze Aangepast

handelingen op hun grondgebied was belast.

Artikel 151

  • 1. 
    De lidstaten kunnen voor de volgende handelingen vrijstelling Artikel 16, lid 1, verlenen: eerste alinea

    punt B, vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

    • a) 
      de leveringen van goederen die bij de douane worden Artikel 16, lid 1, aangebracht en eventueel tijdelijk worden opgeslagen; eerste alinea

      punt B, onder a), vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

  • b) 
    de levering van goederen die in een vrije zone of een vrij Artikel 16, lid 1, entrepot worden geplaatst; eerste alinea,

    punt B, eerste alinea, onder b), vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

  • c) 
    de leveringen van goederen die komen te vallen onder een Artikel 16, lid 1, stelsel van douane–entrepots of onder een stelsel van actieve eerste alinea,

    veredeling; punt B, eerste alinea, onder c), vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

    Artikel 16, lid 1, eerste alinea, punt B, eerste alinea, onder d), vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

  • d) 
    de leveringen van goederen die in de territoriale zee worden Artikel 16, lid 1, toegelaten en bestemd zijn voor de bouw, de reparatie, het eerste alinea,

    onderhoud, de verbouwing of de uitrusting van boor– of punt B, eerste werkeilanden, dan wel om die boor– of werkeilanden met alinea, onder d), het vasteland te verbinden; eerste streepje vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

  • e) 
    de leveringen van goederen die in de territoriale zee worden Artikel 16, lid 1, toegelaten voor de bevoorrading van boor– of werkeilanden. eerste alinea,

    punt B, eerste alinea, onder d), tweede streepje vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde plaatsen zijn de plaatsen die als zodanig in de Artikel 16, lid 1, geldende communautaire douanevoorschriften zijn omschreven. eerste alinea,

    punt B, tweede alinea vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

    Artikel 152

  • 1. 
    De lidstaten kunnen voor de volgende handelingen vrijstelling verlenen:
    • a) 
      de invoer van goederen die onder een ander stelsel van Artikel 16, lid 1, entrepots dan douane–entrepots komen te vallen; eerste alinea,

      punt A vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

    • b) 
      de leveringen van goederen die op hun grondgebied onder Artikel 16, lid 1, een ander stelsel van entrepots dan douane–entrepots komen eerste alinea,

      te vallen. punt B, eerste alinea, onder e) vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

      Aangepast

  • 2. 
    Voor de toepassing van lid 1 worden onder andere entrepots dan Artikel 16, lid 1, douane–entrepots verstaan, wat accijnsproducten betreft, de als eerste alinea,

    belastingentrepots in de zin van artikel 4, onder b), van punt B, eerste Richtlijn 92/12/EEG i aangemerkte plaatsen, en wat andere alinea, onder e), goederen dan accijnsproducten betreft, de als zodanig door de tweede alinea lidstaten bepaalde plaatsen. vervat in artikel 28 quater, E, punt 1, (vervangen bij 95/7/EG)

    Aangepast Artikel 16, lid 1, eerste alinea, punt B, eerste alinea, onder e), tweede alinea, eerste streepje vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

    Artikel 16, lid 1, eerste alinea, punt B, eerste alinea, onder e), tweede alinea, tweede streepje, eerste volzin vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

    De lidstaten mogen evenwel niet in een ander stelsel van entrepots Artikel 16, lid 1, dan douane–entrepots voorzien wanneer de goederen bestemd zijn eerste alinea, om in het kleinhandelsstadium te worden geleverd. punt B, eerste alinea, onder e), tweede alinea, tweede streepje, tweede volzin vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

    Artikel 153

  • 1. 
    In afwijking van artikel 152, lid 2, tweede alinea, kunnen de Artikel 16, lid 1, lidstaten in de volgende gevallen een ander stelsel van entrepots eerste alinea,

    dan douane–entrepots invoeren: punt B, eerste alinea, onder e), derde alinea

    vervat in artikel 28

    quater, E, punt 1

    (vervangen bij

    95/7/EG)

    Artikel 16, lid 1,

    eerste alinea,

    punt B, eerste

    alinea, onder e),

    derde alinea,

    eerste streepje

    vervat in artikel 28

    quater, E, punt 1

    (vervangen bij

    95/7/EG)

    Belang verloren

  • a) 
    wanneer de goederen bestemd zijn voor verkooppunten voor Artikel 16, lid 1, belastingvrije verkoop, met het oog op leveringen van eerste alinea,

    goederen die worden meegenomen in de persoonlijke punt B, eerste bagage van reizigers die zich door middel van een vlucht of alinea, onder e), zeereis naar een derdelands gebied of een derde land derde alinea, begeven en die overeenkomstig artikel 142, lid 1, onder b) tweede streepje zijn vrijgesteld; vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

    Aangepast

  • b) 
    wanneer de goederen bestemd zijn voor belastingplichtigen, Artikel 16, lid 1, met het oog op leveringen aan reizigers aan boord van een eerste alinea,

    vliegtuig of schip tijdens een vlucht of zeereis waarvan de punt B, eerste plaats van aankomst buiten de Gemeenschap is gelegen; alinea, onder e), derde alinea, derde streepje vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

  • c) 
    wanneer de goederen bestemd zijn voor belastingplichtigen, Artikel 16, lid 1, met het oog op leveringen die worden verricht met eerste alinea,

    vrijstelling van BTW overeenkomstig artikel 147. punt B, eerste alinea, onder e), derde alinea, vierde streepje vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

  • 2. 
    Voor de toepassing van lid 1, onder a), wordt verstaan onder Artikel 28 duo

    “verkooppunt voor belastingvrije verkoop” elke in een luchthaven decies, punt 1, of haven gelegen inrichting die aan de door de bevoegde tweede alinea, overheidsinstanties gestelde voorwaarden voldoet. onder a) (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

    Artikel 154

De lidstaten kunnen vrijstelling verlenen voor de diensten betreffende de in Artikel 16, lid 1, artikel 151, artikel 152, lid 1, onder b), en artikel 153 bedoelde leveringen eerste alinea, van goederen. punt C

vervat in artikel 28

quater, E, punt 1

(vervangen bij

95/7/EG)

Artikel 155

  • 1. 
    De lidstaten kunnen vrijstelling voor de volgende handelingen Artikel 16, lid 1, verlenen: eerste alinea,

    punt D, eerste alinea vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

    • a) 
      de leveringen van de goederen en de diensten die worden Artikel 16, lid 1, verricht in de in artikel 151, lid 1, genoemde gevallen met eerste alinea,

      handhaving op hun grondgebied van een van de in dat lid punt D, eerste genoemde situaties; alinea, onder a) vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

      Aangepast b) de leveringen van goederen en de diensten die worden Artikel 16, lid 1,

      verricht in de in artikel 152, lid 1, onder b), en artikel 153 eerste alinea, genoemde gevallen met handhaving, op hun grondgebied, punt D, eerste van een van de in lid 1, onder b), respectievelijk lid 1 van alinea, onder b) deze artikelen genoemde situaties. vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

      Aangepast

  • 2. 
    Wanneer zij voor handelingen die worden verricht in een douane– Artikel 16, lid 1, entrepot, gebruikmaken van de in lid 1, onder a), bepaalde eerste alinea,

    mogelijkheid, nemen de lidstaten de nodige maatregelen om te punt D, tweede voorzien in andere stelsels van entrepots dan douane–entrepots die alinea de toepassing van lid 1, onder b), mogelijk maken op dezelfde vervat in artikel 28 handelingen met betrekking tot in bijlage V opgenomen goederen, quater, E, punt 1 die in die andere entrepots dan douane–entrepots worden verricht. (vervangen bij 95/7/EG)

    Aangepast

    Artikel 156

De lidstaten kunnen voor de volgende leveringen van goederen en de Artikel 16, lid 1, daarop betrekking hebbende diensten vrijstelling verlenen: eerste alinea,

punt E vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

Aangepast

  • a) 
    de leveringen van goederen bedoeld in artikel 31, eerste alinea, die Artikel 16, lid 1, nog onderworpen zijn aan een regeling voor tijdelijke invoer met eerste alinea,

    volledige vrijstelling van invoerrechten of aan een regeling voor punt E, eerste extern douanevervoer; streepje vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

  • b) 
    de leveringen van goederen bedoeld in artikel 31, tweede alinea, Artikel 16, lid 1, die nog onderworpen zijn aan de in artikel 269 bedoelde regeling eerste alinea,

    voor intern communautair douanevervoer. punt E, tweede streepje

    vervat in artikel 28

    quater, E, punt 1

    (vervangen bij

    95/7/EG)

    Artikel 16, lid 1, eerste alinea, punt E einde vervat in artikel 28 quater, E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

    Artikel 157

Wanneer zij van de in deze afdeling bedoelde mogelijkheid gebruikmaken, Artikel 16, lid 1 nemen de lidstaten de nodige maatregelen om te waarborgen dat de bis, intracommunautaire verwervingen van goederen die bestemd zijn om onder vervat in artikel 28 of in één van de in artikel 151, artikel 152, lid 1, onder b), en artikel 153 quater, E, punt 1 bedoelde regelingen of situaties te worden geplaatst, onder dezelfde (vervangen bij bepalingen vallen als de leveringen van goederen die op hun grondgebied 95/7/EG) onder dezelfde voorwaarden worden verricht.

Aangepast

Artikel 158

Wanneer de goederen niet meer vallen onder of zich bevinden in de in deze Artikel 16, lid 1, afdeling bedoelde regelingen of situaties en dit aanleiding geeft tot invoer derde alinea in de zin van artikel 61, neemt de lidstaat van invoer de nodige maatregelen vervat in artikel 28 om dubbele belasting te voorkomen. quater, E, punt 1

(vervangen bij 95/7/EG)

Aangepast

Afdeling 2

Handelingen met het oog op de uitvoer Artikel 159

  • 1. 
    Na raadpleging van het BTW–comité kunnen de lidstaten voor de Artikel 16, lid 2, volgende door een belastingplichtige verrichte handelingen, eerste alinea

    vrijstelling verlenen binnen de grenzen van het bedrag waarvoor (gewijzigd bij deze belastingplichtige in de afgelopen twaalf maanden heeft artikel 28 quater, uitgevoerd: E, punt 2, van 92/111/EEG)

    Aangepast

    • a) 
      de intracommunautaire verwervingen van goederen door de Artikel 16, lid 2, belastingplichtige alsmede de invoer en de levering van eerste alinea

      goederen bestemd voor de belastingplichtige die deze (gewijzigd bij goederen betrekt met het oog op hun uitvoer uit de artikel 28 quater, Gemeenschap, al dan niet na verwerking; E, punt 2, van 92/111/EEG)

      Aangepast

    • b) 
      de diensten in verband met de uitvoeractiviteit van de Artikel 16, lid 2, betreffende belastingplichtige. eerste alinea

      (gewijzigd bij artikel 28 quater, E, punt 2, van 92/111/EEG)

      Aangepast

  • 2. 
    Wanneer zij gebruikmaken van de in lid 1 bedoelde mogelijkheid Artikel 16, lid 2, tot verlening van een vrijstelling, verlenen de lidstaten, na tweede alinea

    raadpleging van het BTW–comité, deze vrijstelling ook voor de vervat in artikel 28

    handelingen die betrekking hebben op de leveringen die de quater, E, punt 2,

    belastingplichtige onder de in artikel 135 vastgestelde (ingevoegd bij

    voorwaarden heeft verricht, binnen de grenzen van het bedrag van 92/111/EEG)

    die welke hij onder dezelfde voorwaarden in de voorafgaande

twaalf maanden heeft verricht. Aangepast

Artikel 160

De lidstaten kunnen een gemeenschappelijke grens vaststellen voor het Artikel 16, lid 2, bedrag van de vrijstellingen die zij op grond van artikel 159 verlenen. derde alinea

vervat in artikel 28

quater, E, punt 2

(ingevoegd bij

92/111/EEG)

Afdeling 3

Gemeenschappelijke bepaling met betrekking tot de afdelingen 1 en 2 Artikel 161

De Commissie dient zo nodig bij de Raad voorstellen in betreffende de Artikel 16, lid 3 gemeenschappelijke bepalingen voor de toepassing van de BTW op de in (77/388/EEG) de afdelingen 1 en 2 bedoelde handelingen.

Aangepast

TITEL X Hoofdstuk XI

(77/388/EEG)

AFTREK Titel van hoofdstuk

XI (77/388/EEG)

Hoofdstuk 1

Ontstaan en omvang van het recht op aftrek

Artikel 162 Artikel 17 (77/388/EEG)

Titel van artikel 17 (77/388/EEG)

Het recht op aftrek ontstaat op het tijdstip waarop de aftrekbare belasting Artikel 17, lid 1 verschuldigd wordt. (77/388/EEG)

Artikel 17, lid 2 (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 17, lid 2,

onder a)

(77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 17, lid 2,

onder b)

(77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 17, lid 2,

onder c)

(77/388/EEG)

Belang verloren Artikel 17, lid 3 (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 17, lid 3, onder a) (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 17, lid 3, onder b) (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 17, lid 3, onder c) (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 17, lid 4, eerste alinea (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 17, lid 4, tweede alinea (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 163 Artikel 28 septies (ingevoegd bij

91/680/EEG)

Titel van artikel 28 septies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Voorzover de goederen en diensten worden gebruikt voor belaste Artikel 17, lid 2 handelingen, is de belastingplichtige gerechtigd van het door hem vervat in artikel 28 verschuldigde belastingbedrag de volgende bedragen af te trekken: septies, punt 1

(ingevoegd bij 91/680/EEG)

Aangepast a) de BTW die in de lidstaat is verschuldigd of is voldaan voor de Artikel 17, lid 2,

door een andere belastingplichtige aan hem geleverde of te leveren onder a) goederen en voor de te zijnen behoeve verrichte of te verrichten vervat in artikel 28 diensten; septies, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

Aangepast

  • b) 
    de BTW die verschuldigd is voor overeenkomstig artikel 19, Artikel 17, lid 2, onder a), en de artikelen 22, 23 en 24 met leveringen van goederen onder c)

    en met diensten gelijkgestelde handelingen; vervat in artikel 28 septies, punt 1

    (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

  • c) 
    de BTW die verschuldigd is voor de intracommunautaire Artikel 17, lid 2, verwervingen van goederen overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder onder d)
    • b) 
      i); vervat in artikel 28 septies, punt 1

      (ingevoegd bij 91/680/EEG)

      Aangepast

  • d) 
    de BTW die verschuldigd of voldaan is voor de in de lidstaat Artikel 17, lid 2, ingevoerde goederen. onder b)

    vervat in artikel 28

    septies, punt 1

    (ingevoegd bij

    91/680/EEG)

    Aangepast

    Artikel 164

Iedere belastingplichtige heeft recht op aftrek of op teruggaaf van de in Artikel 17, lid 3 artikel 163 bedoelde BTW, voorzover de goederen en de diensten worden vervat in artikel 28 gebruikt voor de volgende handelingen: septies, punt 1

(ingevoegd bij 91/680/EEG)

Aangepast a) door de belastingplichtige buiten de lidstaat verrichte handelingen Artikel 17, lid 3,

in het kader van de in artikel 10, lid 1, tweede alinea, bedoelde onder a) activiteiten, waarvoor recht op aftrek zou ontstaan indien zij in vervat in artikel 28 deze lidstaat zouden zijn verricht; septies, punt 1 (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Aangepast

  • b) 
    door de belastingplichtige verrichte handelingen waarvoor Artikel 17, lid 3, overeenkomstig de artikelen 135 en 139, artikel 140, onder l), de onder b),

    artikelen 142 tot en met 145, de artikelen 147, 148, 149 en 151, vervat in artikel 28

    artikel 152, lid 1, onder b), de artikelen 153 tot en met 156 en septies, punt 1

    artikel 159 vrijstelling is verleend; (vervangen bij

    Protocol nr. 3 van

    de Toetredingsakte

    van 2003)

    Aangepast

  • c) 
    door de belastingplichtige verrichte handelingen waarvoor Artikel 17, lid 3, krachtens artikel 132, lid 1, onder a) tot en met f), vrijstelling is onder c)

    verleend, wanneer de ontvanger buiten de Gemeenschap gevestigd vervat in artikel 28

    is of wanneer de handelingen rechtstreeks samenhangen met septies, punt 1

    goederen die bestemd zijn om uit de Gemeenschap te worden (ingevoegd bij

    uitgevoerd. 91/680/EEG)

    Aangepast

    Artikel 165

    Artikel 17, lid 4, eerste alinea vervat in artikel 28 septies, punt 1 (ingevoegd bij 91/680/EEG)

  • 1. 
    De teruggaaf van de BTW aan belastingplichtigen die niet in de Artikel 17, lid 4, lidstaat, maar in een andere lidstaat gevestigd zijn, geschiedt eerste alinea,

    volgens de bij Richtlijn 79/1072/EEG i van de Raad 41 vastgestelde eerste streepje

    uitvoeringsbepalingen. vervat in artikel 28 septies, punt 1

    (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

189

Artikel 17, lid 4 tweede alinea vervat in artikel 28 septies, lid (ingevoegd bij 92/111/EEG)

De in artikel 1 van Richtlijn 79/1072/EEG i bedoelde Artikel 17, lid 4, belastingplichtigen die in de lidstaat slechts leveringen van tweede alinea, goederen of diensten hebben verricht waarvoor degene voor wie onder a) deze handelingen bestemd zijn, overeenkomstig de artikelen 187, vervat in artikel 28 188 en 190 is aangewezen als de tot voldoening van de belasting septies, punt 1 gehouden persoon, worden voor de toepassing van die richtlijn (ingevoegd bij eveneens beschouwd als niet in die lidstaat gevestigde 92/111/EEG en belastingplichtigen. gewijzigd bij 2000/65/EG)

Aangepast

  • 2. 
    De teruggaaf van de BTW aan belastingplichtigen die niet op het Artikel 17, lid 4, grondgebied van de Gemeenschap gevestigd zijn, geschiedt eerste alinea,

    volgens de bij Richtlijn 86/560/EEG i van de Raad vastgestelde tweede streepje uitvoeringsbepalingen. vervat in artikel 28 septies, punt 1 (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    De in artikel 1 van Richtlijn 86/560/EEG i bedoelde Artikel 17, lid 4, belastingplichtigen die in de lidstaat slechts leveringen van tweede alinea, goederen of diensten hebben verricht waarvoor degene voor wie onder b) deze handelingen bestemd zijn, overeenkomstig de artikelen 187, vervat in artikel 28 188 en 190 is aangewezen als de tot voldoening van de belasting septies, punt 1 gehouden persoon, worden voor de toepassing van die richtlijn (ingevoegd bij eveneens beschouwd als niet in de Gemeenschap gevestigde 92/111/EEG) belastingplichtigen. Aangepast

  • 3. 
    De Richtlijnen 79/1072/EEG i en 86/560/EEG i zijn niet van Artikel 17, lid 4, toepassing op leveringen van goederen , waarvoor krachtens tweede alinea,

    artikel 135 vrijstelling is verleend of kan worden verleend onder c) wanneer de aldus geleverde goederen door de afnemer of voor zijn vervat in artikel 28 rekening worden verzonden of vervoerd. septies, punt 1 (ingevoegd bij 92/111/EEG)

    Aangepast Artikel 166

    Artikel 28 bis, lid 4, tweede alinea (ingevoegd bij 91/680/EEG)

  • 1. 
    Eenieder die als belastingplichtige wordt beschouwd op grond van Artikel 28 bis, het feit dat hij incidenteel een levering van een nieuw lid 4, tweede

    vervoermiddel verricht onder de in artikel 135, lid 2, onder a), alinea, tweede vastgestelde voorwaarden is gerechtigd, in de lidstaat waarin de streepje levering wordt verricht, de BTW die in de aankoopprijs is (ingevoegd bij begrepen of die uit hoofde van de invoer of intracommunautaire 91/680/EEG) verwerving van het vervoermiddel is voldaan, af te trekken binnen

de grenzen of ten belope van het bedrag van de belasting dat hij Aangepast

verschuldigd zou zijn indien voor de levering geen vrijstelling gold.

Het recht op aftrek ontstaat pas en kan pas worden uitgeoefend op Artikel 28 bis, het tijdstip van de levering van het nieuwe vervoermiddel. lid 4, tweede alinea, eerste streepje (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Aangepast

  • 2. 
    De lidstaten stellen nadere regels voor de toepassing van lid 1 Artikel 28 bis, vast. lid 4, derde alinea (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Hoofdstuk 2

    Het pro rata voor de toepassing van de aftrek

    Artikel 167

  • 1. 
    Voor goederen en diensten die door een belastingplichtige zowel Artikel 17, lid 5, worden gebruikt voor de in de artikelen 163 en 164 bedoelde eerste alinea

    handelingen, waarvoor recht op aftrek bestaat, als voor (77/388/EEG) handelingen waarvoor geen recht op aftrek bestaat, wordt aftrek

slechts toegestaan voor dat gedeelte van de BTW dat evenredig is Aangepast

aan het bedrag van de eerstbedoelde handelingen (pro rata).

Het pro rata voor de toepassing van de aftrek wordt Artikel 17, lid 5, overeenkomstig de artikelen 168 en 169 bepaald voor het totaal tweede alinea van de door de belastingplichtige verrichte belastbare (77/388/EEG) handelingen. Aangepast

  • 2. 
    De lidstaten kunnen de volgende maatregelen nemen: Artikel 17, lid 5, derde alinea

    (77/388/EEG)

    • a) 
      de belastingplichtige toestaan een pro rata te bepalen voor Artikel 17, lid 5, iedere sector van zijn bedrijfsuitoefening, indien voor ieder derde alinea,

      van deze sectoren een aparte boekhouding wordt gevoerd; onder a) (77/388/EEG)

    • b) 
      de belastingplichtige verplichten voor iedere sector van zijn Artikel 17, lid 5, bedrijfsuitoefening een pro rata te bepalen en voor ieder van derde alinea,

      deze sectoren een aparte boekhouding te voeren; onder b) (77/388/EEG)

    • c) 
      de belastingplichtige toestaan of verplichten de aftrek toe te Artikel 17, lid 5, passen volgens het gebruik van de goederen en diensten of derde alinea,

      van een deel daarvan; onder c) (77/388/EEG)

    • d) 
      de belastingplichtige toestaan of verplichten de aftrek toe te Artikel 17, lid 5, passen volgens de in lid 1, eerste alinea, vastgestelde regel derde alinea,

      voor alle goederen en diensten die zijn gebruikt voor alle onder d) daarin bedoelde handelingen; (77/388/EEG)

    • e) 
      bepalen dat, wanneer de BTW die niet door de Artikel 17, lid 5, belastingplichtige kan worden afgetrokken, onbeduidend is, derde alinea,

      hiermee geen rekening wordt gehouden. onder e) (77/388/EEG)

      Artikel 168 Artikel 19 (77/388/EEG)

      Titel van artikel 19 (77/388/EEG)

  • 1. 
    Het pro rata voor de toepassing van de aftrek is de uitkomst van Artikel 19, lid 1, een breuk, waarvan: eerste alinea

    (77/388/EEG)

    • a) 
      de teller bestaat uit het totale bedrag van de per jaar Artikel 19, lid 1, berekende omzet, de BTW niet inbegrepen, met betrekking eerste alinea,

      tot de handelingen waarvoor overeenkomstig de eerste streepje artikelen 163 en 164 recht op aftrek bestaat, en (77/388/EEG)

      Aangepast b) de noemer bestaat uit het totale bedrag van de per jaar Artikel 19, lid 1,

      berekende omzet, BTW de niet inbegrepen, met betrekking eerste alinea, tot de handelingen die in de teller zijn opgenomen, alsmede tweede streepje, die waarvoor geen recht op aftrek bestaat. eerste volzin (77/388/EEG)

      Aangepast

    Naast het in de eerste alinea, onder b), bedoelde bedrag kunnen de Artikel 19, lid 1,

    lidstaten in de noemer het bedrag van andere subsidies opnemen, eerste alinea,

    dan die welke rechtstreeks met de prijs van leveringen van tweede streepje,

    goederen of diensten verband houden. tweede volzin

    (77/388/EEG)

    Aangepast

  • 2. 
    In afwijking van lid 1 worden voor de berekening van het pro rata Artikel 19, lid 2, de volgende bedragen buiten beschouwing gelaten: eerste volzin

    (77/388/EEG)

    • a) 
      de omzet met betrekking tot de leveringen van Artikel 19, lid 2, investeringsgoederen die door de belastingplichtige in het eerste volzin

      kader van zijn onderneming worden gebruikt; (77/388/EEG)

      Aangepast

    • b) 
      de omzet met betrekking tot bijkomstige handelingen ter Artikel 19, lid 2, zake van onroerende goederen en bijkomstige financiële tweede volzin

      handelingen; (77/388/EEG)

    • c) 
      de omzet met betrekking tot de in artikel 132, lid 1, onder b) Artikel 19, lid 2, tot en met g), bedoelde handelingen wanneer deze tweede volzin

      bijkomstige handelingen zijn. (77/388/EEG)

  • 3. 
    Wanneer zij gebruikmaken van de in artikel 184 geboden Artikel 19, lid 2, mogelijkheid geen herziening voor investeringsgoederen te eisen, derde volzin

    mogen de lidstaten de opbrengst van de verkoop van (77/388/EEG) investeringsgoederen opnemen in de berekening van het pro rata voor de toepassing van de aftrek.

    Artikel 169

  • 1. 
    Het pro rata voor de toepassing van de aftrek wordt op jaarbasis Artikel 19, lid 1, vastgesteld, uitgedrukt in een percentage en op de hogere eenheid tweede alinea

    afgerond. (77/388/EEG) 2. Het voorlopige pro rata voor een bepaald jaar is gelijk aan het pro Artikel 19, lid 3,

    rata dat op grond van de handelingen van het voorgaande jaar is eerste alinea, berekend. Indien een dergelijke basis ontbreekt of niet relevant is, eerste en tweede wordt het pro rata door de belastingplichtige onder toezicht van de volzinnen belastingdiensten aan de hand van zijn eigen prognoses voorlopig (77/388/EEG) geraamd.

    De lidstaten kunnen evenwel hun op 1 januari 1979 geldende Artikel 19, lid 3,

    regeling dan wel, voor de lidstaten die na die datum tot de eerste alinea,

    Gemeenschap zijn toegetreden, hun op de datum van hun derde volzin

    toetreding geldende regeling handhaven. (77/388/EEG)

    Aangepast

  • 3. 
    De aftrek die op grond van het voorlopige pro rata heeft Artikel 19, lid 3, plaatsgevonden, wordt herzien nadat voor elk jaar in het tweede alinea

    daaropvolgende jaar het definitieve pro rata is vastgesteld. (77/388/EEG)

    Hoofdstuk 3

    Beperkingen van het recht op aftrek

    Artikel 170

De Raad bepaalt, op voorstel van de Commissie, met eenparigheid van Artikel 17, lid 6, stemmen, voor welke uitgaven geen recht op aftrek van de BTW bestaat. eerste alinea De uitgaven die geen strikt professioneel karakter hebben, zoals weelde– (77/388/EEG) uitgaven en uitgaven voor ontspanning of representatie, zijn in elk geval

van het recht op aftrek uitgesloten. Aangepast

Totdat de in de eerste alinea bedoelde bepalingen in werking treden, Artikel 17, lid 6, kunnen de lidstaten elke uitsluiting handhaven waarin hun wetgeving op tweede alinea 1 januari 1979 dan wel, voor de lidstaten die na die datum tot de (77/388/EEG) Gemeenschap zijn toegetreden, op de datum van hun toetreding voorzag.

Aangepast

Artikel 171

Na raadpleging van het BTW–comité kan elke lidstaat om conjuncturele Artikel 17, lid 7, redenen investeringsgoederen of andere goederen geheel of gedeeltelijk eerste volzin van de aftrekregeling uitsluiten. (77/388/EEG)

Aangepast

Teneinde gelijke mededingingsvoorwaarden te behouden, kunnen de Artikel 17, lid 7, lidstaten in plaats van de aftrek te weigeren, de door de belastingplichtige tweede volzin zelf vervaardigde of door hem in de Gemeenschap afgenomen dan wel (77/388/EEG) door hem ingevoerde gelijksoortige goederen zodanig belasten dat deze

belasting het bedrag van de op de verwerving van soortgelijke goederen Aangepast

drukkende BTW niet overschrijdt.

Hoofdstuk 4

Wijze van uitoefening van het recht op aftrek

Artikel 172 Artikel 18 (77/388/EEG)

Titel van artikel 18 (77/388/EEG)

Artikel 18, lid 1 (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 18, lid 1, onder a) (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 18, lid 1, onder b) (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 18, lid 1, onder c) (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 18, lid 1, onder d) (77/388/EEG)

Belang verloren

Om zijn recht op aftrek te kunnen uitoefenen, moet de belastingplichtige Artikel 18, lid 1 aan de volgende voorwaarden voldoen: vervat in artikel 28

septies, punt 2 (ingevoegd bij 91/680/EEG)

  • a) 
    voor de in artikel 163, onder a), bedoelde aftrek met betrekking tot Artikel 18, lid 1, leveringen van goederen en diensten: in het bezit zijn van een onder a)

    overeenkomstig de artikelen 211 tot en met 229 en de vervat in artikel 28

    artikelen 231, 232 en 233 opgestelde factuur; septies, punt 2

    (ingevoegd bij

    91/680/EEG)

    Aangepast

  • b) 
    voor de in artikel 163, onder b), bedoelde aftrek met betrekking tot Artikel 18, lid 1, met leveringen van goederen en diensten gelijkgestelde onder c)

    handelingen: de door elke lidstaat voorgeschreven formaliteiten vervat in artikel 28

    vervullen; septies, punt 2

    (ingevoegd bij

    91/680/EEG)

    Aangepast

  • c) 
    voor de in artikel 163, onder c), bedoelde aftrek met betrekking tot Artikel 18, lid 1, intracommunautaire verwervingen van goederen: op de in onder e)

    artikel 242 bedoelde BTW–aangifte alle gegevens hebben vermeld vervat in artikel 28

    die nodig zijn om het bedrag van de uit hoofde van zijn septies, punt 2

    verwervingen van goederen verschuldigde BTW vast te stellen, en (ingevoegd bij

    in het bezit zijn van een overeenkomstig de artikelen 211 tot en 91/680/EEG)

    met 229 opgestelde factuur;

    Aangepast

  • d) 
    voor de in artikel 163, onder d), bedoelde aftrek met betrekking tot Artikel 18, lid 1, invoer van goederen: in het bezit zijn van een document waaruit onder b)

    de invoer blijkt en waarin hij wordt aangeduid als degene voor vervat in artikel 28

    wie de invoer is bestemd of als de importeur, en waarin het bedrag septies, punt 2

    van de verschuldigde BTW wordt vermeld of op grond waarvan (ingevoegd bij

    dat bedrag kan worden berekend; 91/680/EEG)

    Aangepast

  • e) 
    wanneer hij gehouden is tot voldoening van de belasting als Artikel 18, lid 1, afnemer of ontvanger, in geval van toepassing van de onder d)

    artikelen 187 tot en met 190 en 192: de door elke lidstaat vervat in artikel 28

    voorgeschreven formaliteiten vervullen. septies, punt 2

    (ingevoegd bij

    91/680/EEG en

    gewijzigd bij

    2000/65/EG)

    Aangepast Artikel 173

De belastingplichtige past de aftrek toe door op het totale bedrag van de Artikel 18, lid 2, over een aangifteperiode verschuldigde belasting het totale bedrag van de eerste alinea BTW in mindering te brengen waarvoor in dezelfde periode het recht op (77/388/EEG) aftrek is ontstaan en krachtens artikel 172 wordt uitgeoefend.

Aangepast

De lidstaten kunnen evenwel bepalen dat belastingplichtigen die de in Artikel 18, lid 2, artikel 13 omschreven handelingen incidenteel verrichten, het recht op tweede alinea aftrek uitsluitend op het tijdstip van levering mogen uitoefenen. (77/388/EEG)

Artikel 174

De lidstaten kunnen een belastingplichtige een aftrek toestaan die niet Artikel 18, lid 3 overeenkomstig de artikelen 172 en 173 is verricht. (77/388/EEG)

Aangepast

Artikel 175

De lidstaten kunnen een belastingplichtige die niet in het bezit is van een Artikel 18, lid 3 overeenkomstig de artikelen 211 tot en met 222 en 131, 132 en 133 bis, eerste deel van opgestelde factuur, toestaan de in artikel 163, onder c), bedoelde aftrek toe de zin, te passen met betrekking tot diens intracommunautaire verwervingen van vervat in artikel 28 goederen. septies, punt 3

(ingevoegd bij 91/680/EEG)

Aangepast

Artikel 176

De lidstaten stellen de voorwaarden en de nadere regels voor de toepassing Artikel 18, lid 3 van de artikelen 174 en 175 vast. bis, tweede deel

van de zin vervat in artikel 28 septies, punt 3 (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Artikel 177

Indien voor een bepaalde aangifteperiode het bedrag van de aftrek groter is Artikel 18, lid 4, dan dat van de verschuldigde BTW, kunnen de lidstaten hetzij het eerste alinea overschot doen overbrengen naar de volgende periode, hetzij het overschot (77/388/EEG) teruggeven overeenkomstig de door hen vastgestelde regeling.

De lidstaten kunnen evenwel bepalen dat het bedrag van het overschot niet Artikel 18, lid 4, naar een volgende periode wordt overgebracht, of niet wordt teruggegeven, tweede alinea indien dit bedrag onbeduidend is. (77/388/EEG)

Hoofdstuk 5

Herziening van de aftrek

Artikel 178 Artikel 20 (77/388/EEG)

Titel van artikel 20 (77/388/EEG)

De oorspronkelijk toegepaste aftrek wordt herzien indien deze hoger of Artikel 20, lid 1, lager is dan die welke de belastingplichtige gerechtigd was toe te passen. onder a)

(77/388/EEG)

Aangepast

Artikel 179

  • 1. 
    De herziening vindt met name plaats wanneer zich na de aangifte Artikel 20, lid 1, wijzigingen hebben voorgedaan in de elementen die voor het onder b), eerste bepalen van het bedrag van de aftrek in aanmerking zijn genomen, deel van de eerste bijvoorbeeld in geval van geannuleerde aankopen of verkregen volzin

    rabatten. (77/388/EEG)

    Aangepast

  • 2. 
    In afwijking van lid 1 vindt geen herziening plaats voor Artikel 20, lid 1, handelingen die geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven, in onder b), tweede geval van naar behoren bewezen en aangetoonde vernietiging, deel van eerste

    verlies of diefstal, alsmede in geval van de in artikel 17 bedoelde volzin onttrekkingen voor het verstrekken van geschenken van geringe (77/388/EEG) waarde en van monsters artikel 15.

    In geval van geheel of gedeeltelijk onbetaald gebleven Artikel 20, lid 1, handelingen en in geval van diefstal, kunnen de lidstaten evenwel onder b), tweede herziening eisen. volzin (77/388/EEG)

    Aangepast

    Artikel 180

De lidstaten stellen nadere regels voor de toepassing van de artikelen 178 Artikel 20, lid 1 en 179 vast. (77/388/EEG)

Aangepast Artikel 181

  • 1. 
    Voor investeringsgoederen wordt de herziening gespreid over een Artikel 20, lid 2, periode van vijf jaar, het jaar van verkrijging of vervaardiging der eerste alinea,

    goederen daaronder begrepen. eerste volzin (77/388/EEG)

    Aangepast

    De lidstaten kunnen evenwel de herziening baseren op een periode Artikel 20, lid 2,

    van vijf volle jaren te rekenen vanaf de ingebruikneming van de tweede alinea

    goederen. (77/388/EEG)

    Aangepast

    Voor onroerende investeringsgoederen kan de herzieningsperiode Artikel 20, lid 2,

    tot maximaal twintig jaar worden verlengd. derde alinea

    (vervangen bij

    95/7/EG)

  • 2. 
    Voor elk jaar heeft de herziening slechts betrekking op een vijfde Artikel 20, lid 2, gedeelte, of, ingeval de referentieperiode is verlengd, op het eerste alinea,

    overeenkomstige gedeelte van de op de investeringsgoederen tweede volzin drukkende BTW. (77/388/EEG)

    Aangepast

    De in de eerste alinea bedoelde herziening geschiedt op basis van Artikel 20, lid 2,

    de wijzigingen in het recht op aftrek in de loop van de volgende eerste alinea,

    jaren ten opzichte van het jaar van verkrijging, vervaardiging of derde volzin

    gebruik der goederen. (77/388/EEG)

    Aangepast

    Artikel 182

  • 1. 
    In geval van levering gedurende de herzieningsperiode worden de Artikel 20, lid 3, investeringsgoederen geacht verder voor een economische eerste alinea,

    activiteit van de belastingplichtige te worden gebruikt, totdat de eerste zin herzieningsperiode is afgelopen. (77/388/EEG)

    Deze economische activiteit wordt geacht volledig belast te zijn Artikel 20, lid 3,

    wanneer de levering van het investeringsgoed belast is. eerste alinea,

    tweede zin

    (77/388/EEG)

De economische activiteit wordt geacht volledig vrijgesteld te zijn Artikel 20, lid 3,

wanneer de levering van het investeringsgoed is vrijgesteld. eerste alinea,

tweede zin

(77/388/EEG)

  • 2. 
    De in lid 1 bepaalde herziening wordt in één keer verricht voor de Artikel 20, lid 3,

gehele nog resterende herzieningsperiode. Wanneer het eerste alinea derde

investeringsgoed is vrijgesteld kunnen de lidstaten echter ervan zin en tweede

afzien herziening te eisen, voorzover de afnemer een alinea

belastingplichtige is die de betrokken investeringsgoederen (77/388/EEG)

uitsluitend gebruikt voor handelingen waarvoor de BTW in aftrek

mag worden gebracht. Aangepast

Artikel 183

Voor de toepassing van de artikelen 181 en 182 kunnen de lidstaten de Artikel 20, lid 4 volgende maatregelen nemen: (77/388/EEG)

  • a) 
    het begrip investeringsgoederen definiëren; Artikel 20, lid 4, eerste streepje

    (77/388/EEG)

  • b) 
    het bedrag aan BTW dat bij de herziening in aanmerking moet Artikel 20, lid 4, worden genomen, nader bepalen; tweede streepje (77/388/EEG)
  • c) 
    alle passende maatregelen nemen om te verzekeren dat de Artikel 20, lid 4, herziening geen ongerechtvaardigde voordelen inhoudt; derde streepje

    (77/388/EEG)

  • d) 
    administratieve vereenvoudigingen toestaan. Artikel 20, lid 4, vierde streepje

    (77/388/EEG)

    Artikel 184

Indien het praktische effect van de toepassing van de artikelen 181 en 182 Artikel 20, lid 5 in een lidstaat onbeduidend is, kan die lidstaat, na raadpleging van het (77/388/EEG) BTW–comité, afzien van de toepassing van deze artikelen, rekening

houdend met de totale BTW–druk in de betrokken lidstaat en de noodzaak Aangepast

van administratieve vereenvoudiging en mits zulks niet tot verstoringen van de mededinging leidt.

Artikel 185

Bij overgang van een normale belastingregeling naar een bijzondere Artikel 20, lid 6 regeling, of andersom, kunnen de lidstaten de nodige schikkingen treffen (77/388/EEG) om te verzekeren dat de betrokken belastingplichtigen noch ten onrechte voordelen genieten, noch ten onrechte nadelen ondervinden.

TITEL XI Hoofdstuk XII

(77/388/EEG)

VERPLICHTINGEN VAN DE BELASTINGPLICHTIGEN Titel van hoofd

EN VAN BEPAALDE NIET–BELASTINGPLICHTIGE stuk XII

PERSONEN (77/388/EEG)

Aangepast

Hoofdstuk 1

Verplichting tot betaling

Afdeling 1

Tegenover de schatkist tot voldoening van de belasting gehouden personen

Artikel 21 (77/388/EEG)

Titel van artikel 21 (77/388/EEG)

Artikel 21, inleiding (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 21, punt 1 (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 21, punt 1,

onder a)

(77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 21, punt 1,

onder b)

(vervangen door

1999/59/EG)

Belang verloren Artikel 21, punt 1, onder c) (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 21, punt 2 (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 28 octies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Titel van artikel 28 octies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Artikel 186 Artikel 21 vervat in artikel 28 octies

(vervangen bij 2000/65/EG)

Titel van artikel 21 vervat in artikel 28 octies (vervangen bij 2000/65/EG)

Artikel 21, lid 1 vervat in artikel 28 octies (vervangen bij 2000/65/EG)

De BTW is verschuldigd door de belastingplichtige die een belastbare Artikel 21, lid 1, levering van goederen of een belastbare dienst verricht, behalve in de onder a), eerste gevallen waarin de belasting uit hoofde van de artikelen 187 tot en met 191 zin door een andere persoon verschuldigd is. vervat in artikel 28

octies (vervangen bij 2003/92/EG)

Aangepast Artikel 187

Wanneer de belastbare levering van goederen of de belastbare dienst door Artikel 21, lid 1, een belastingplichtige wordt verricht die niet is gevestigd in de lidstaat onder a), tweede waar de BTW verschuldigd is, kunnen de lidstaten bepalen dat de tot volzin voldoening van de belasting gehouden persoon degene is voor wie de vervat in artikel 28 levering van goederen of de dienst wordt verricht. octies

(vervangen bij 2003/92/EG)

Aangepast

De lidstaten stellen de voorwaarden voor de toepassing van de eerste alinea Artikel 21, lid 1, vast. onder a), tweede

volzin vervat in artikel 28 octies (vervangen bij 2003/92/EG)

Artikel 188

De BTW is verschuldigd door de voor BTW–doeleinden in de lidstaat Artikel 21, lid 1, geïdentificeerde afnemer aan wie de goederen worden geleverd onder de in onder f), de artikelen 39 of 40, bepaalde voorwaarden, wanneer deze leveringen vervat in artikel 28 worden verricht door een niet in die lidstaat gevestigde belastingplichtige. octies

(vervangen bij 2003/92/EG)

Aangepast

Artikel 189

De BTW is verschuldigd door de belastingplichtige ontvanger van een in Artikel 21, lid 1, artikel 56 bedoelde dienst, of door de voor BTW–doeleinden in de lidstaat onder b) geïdentificeerde ontvanger van een onder de artikelen 45, 48, 50, 53, 54 en vervat in artikel 28 55 vallende dienst wanneer de dienst door een niet in die lidstaat octies gevestigde belastingplichtige wordt verricht. (vervangen bij

2000/65/EG)

Aangepast Artikel 190

  • 1. 
    De BTW is verschuldigd door degene voor wie de levering van Artikel 21, lid 1, goederen is bestemd wanneer aan de volgende voorwaarden is onder c), eerste voldaan: alinea

    vervat in artikel 28

    octies

    (vervangen bij

    2000/65/EG)

    • a) 
      de belastbare handeling is een levering van goederen die Artikel 21, lid 1, onder de voorwaarden van artikel 138 wordt verricht; onder c), eerste alinea, eerste

      streepje vervat in artikel 28 octies (vervangen bij 2000/65/EG)

    • b) 
      degene voor wie deze levering van goederen is bestemd, is Artikel 21, lid 1, een andere belastingplichtige of een niet–belastingplichtige onder c), eerste rechtspersoon die voor BTW–doeleinden is geïdentificeerd alinea, tweede

      in een lidstaat waar de levering wordt verricht en waar de streepje leverancier niet voor BTW–doeleinden is geïdentificeerd; vervat in artikel 28 octies (vervangen bij 2000/65/EG)

      Aangepast

    • c) 
      de factuur die is uitgereikt door de belastingplichtige die niet Artikel 21, lid 1, in de lidstaat van degene voor wie de levering is bestemd is onder c), eerste gevestigd, is opgesteld overeenkomstig de artikelen 211 tot alinea, derde

      en met 222. streepje vervat in artikel 28 octies

      (vervangen bij 2000/65/EG)

      Aangepast

  • 2. 
    Wanneer overeenkomstig artikel 196 een fiscaal Artikel 21, lid 1, vertegenwoordiger wordt aangewezen als de tot voldoening van onder c), tweede de belasting gehouden persoon, kunnen de lidstaten een afwijking alinea

    van lid 1 toestaan. vervat in artikel 28 octies

    (vervangen bij 2000/65/EG)

    Aangepast Artikel 191

    Titel van artikel 26 ter, F (ingevoegd bij 98/80/EG)

Wanneer een belastingplichtige die van een van de in de artikelen 340, 341 Artikel 26 ter, F, en 342 bepaalde keuzemogelijkheden gebruik heeft gemaakt, een levering eerste volzin van goud of van halffabrikaten met een zuiverheid van ten minste (ingevoegd bij 325/1 000, of een levering van beleggingsgoud verricht, kunnen de 98/80/EG) lidstaten de afnemer aanwijzen als de tot voldoening van de belasting

gehouden persoon. Aangepast

De lidstaten stellen de procedures en voorwaarden voor de toepassing van Artikel 26 ter, F, de eerste alinea vast. eerste volzin

(toegevoegd bij 98/80/EG)

Artikel 192

De BTW is verschuldigd door de persoon die een belastbare Artikel 21, lid 1, intracommunautaire verwerving van goederen verricht. onder e)

vervat in artikel 28

octies

(vervangen bij

2000/65/EG)

Artikel 193

Bij invoer is de BTW verschuldigd door degene of degenen die de lidstaat Artikel 21, lid 4 van invoer als de tot voldoening van de belasting gehouden persoon of vervat in artikel 28 personen heeft aangewezen of erkend. octies

(vervangen bij 2000/65/EG)

Aangepast

Artikel 194

De BTW is verschuldigd door de persoon door wiens toedoen de goederen Artikel 16, lid 1, niet meer vallen onder of zich bevinden in de in de artikelen 151, 152, 153, tweede alinea 155 en 156 genoemde regelingen of situaties. vervat in artikel 28

quater E, punt 1 (vervangen bij 95/7/EG)

Aangepast Artikel 195

De BTW is verschuldigd door eenieder die deze belasting op een factuur Artikel 21, lid 1, vermeldt. onder d)

vervat in artikel 28

octies

(vervangen bij

2001/115/EG en

gewijzigd bij

2000/65/EG)

Aangepast

Artikel 196

Artikel 21, lid 2 vervat in artikel 28 octies (vervangen bij 2000/65/EG)

  • 1. 
    Wanneer bij de toepassing van de artikelen 186 tot en met 189 en Artikel 21, lid 2, artikel 182 de tot voldoening van de belasting gehouden persoon onder a), eerste een belastingplichtige is die niet is gevestigd in de lidstaat waar de volzin

    BTW verschuldigd is, kunnen de lidstaten hem de mogelijkheid vervat in artikel 28

    geven een fiscaal vertegenwoordiger aan te wijzen als tot octies

    voldoening van de belasting gehouden persoon. (vervangen bij

    2000/65/EG)

    Aangepast

    Wanneer de belastbare handeling wordt verricht door een Artikel 21, lid 2, belastingplichtige die niet in de lidstaat is gevestigd waar de BTW onder b) verschuldigd is, en er met het land van het hoofdkantoor of de vervat in artikel 28 vestiging van deze belastingplichtige geen rechtsinstrument inzake octies wederzijdse bijstand bestaat waarvan de strekking gelijk is aan die (vervangen bij van Richtlijn 76/308/EEG i van de Raad42 en Verordening (EG) 2000/65/EG)

    nr. 1798/2003 van de Raad 43 kunnen de lidstaten bepalen dat een door deze belastingplichtige aangewezen fiscaal Aangepast

    vertegenwoordiger tot voldoening van de belasting wordt gehouden.

42 PB L 73 van 19.3.1976, blz. 18.

206

De lidstaten kunnen de in de tweede alinea bedoelde mogelijkheid Artikel 26 quater, echter niet toepassen op niet in de Gemeenschap gevestigde B, lid 10 belastingplichtigen zoals gedefinieerd in artikel 351, punt 1, die (ingevoegd bij voor de regeling van langs elektronische weg verrichte diensten 2002/38/EG) hebben gekozen. Aangepast

  • 2. 
    De in lid 1, eerste alinea, bedoelde mogelijkheid is afhankelijk van Artikel 21, lid 2, de voorwaarden en uitvoeringsbepalingen die de lidstaten onder a), tweede vaststellen. volzin

    vervat in artikel 28

    octies

    (vervangen bij

    2000/65/EG)

    Aangepast

    Artikel 197

In de in de artikelen 186 tot en met 189 en 191, 194 en 195 bedoelde Artikel 21, lid 3 situaties kunnen de lidstaten bepalen dat een andere persoon dan degene vervat in artikel 28 die tot voldoening van de belasting is gehouden, hoofdelijk verplicht is de octies

BTW te voldoen. (vervangen bij

2000/65/EG)

Afdeling 2

Wijze van betaling

Artikel 198

Iedere belastingplichtige die tot voldoening van de belasting is gehouden, Artikel 22, lid 5 moet het nettobedrag van de BTW bij de indiening van de in artikel 242 vervat in artikel 28 bedoelde aangifte voldoen. De lidstaten kunnen echter een ander tijdstip nonies voor de betaling van dit bedrag vaststellen of bepalen dat voorlopige (ingevoegd bij vooruitbetalingen moeten worden gedaan. 91/680/EEG)

Aangepast

Artikel 199

De lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat de personen die, Artikel 22, lid 7, overeenkomstig de artikelen 187 tot en met 190 en artikel 196, worden eerste deel van geacht in plaats van een niet op hun grondgebied gevestigde volzin belastingplichtige tot voldoening van de belasting te zijn gehouden, de in vervat in artikel 28 deze afdeling vastgestelde betalingsverplichtingen nakomen. nonies

(vervangen bij 2000/65/EG)

Aangepast De lidstaten treffen voorts de nodige maatregelen opdat de personen die, Artikel 22, lid 7, overeenkomstig artikel 197 worden geacht hoofdelijk verplicht te zijn de tweede deel van BTW te voldoen, de betalingsverplichtingen nakomen. volzin

vervat in artikel 28

nonies

(vervangen bij

2000/65/EG)

Aangepast

Artikel 200

Wanneer de lidstaten van de mogelijkheid gebruikmaken, de afnemer van Artikel 26 ter een levering van goud of van halffabrikaten met een zuiverheid van ten onder F, tweede minste 325/1 000, of van een levering van beleggingsgoud aan te wijzen volzin als de tot voldoening van de belasting gehouden persoon, treffen zij de (ingevoegd bij nodige maatregelen opdat deze persoon de in deze afdeling vastgestelde 98/80/EG) betalingsverplichtingen nakomt.

Aangepast

Artikel 201

De lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat niet–belastingplichtige Artikel 22, lid 10 rechtspersonen die zijn gehouden tot voldoening van de belasting die vervat in artikel 28 verschuldigd is uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder b) i), bedoelde nonies intracommunautaire verwervingen van goederen de in deze afdeling (ingevoegd bij vastgestelde betalingsverplichtingen nakomen. 91/680/EEG)

Aangepast

Artikel 202

De lidstaten stellen nadere regels vast met betrekking tot de betaling ter Artikel 22, lid 11 zake van de in artikel 3, lid 1, onder b) ii), bedoelde intracommunautaire vervat in artikel 28 verwervingen van nieuwe vervoermiddelen alsmede de in artikel 3, lid 1, nonies onder b) iii), bedoelde intracommunautaire verwervingen van (ingevoegd bij accijnsproducten. 91/680/EEG en

gewijzigd bij 92/111/EEG)

Aangepast Artikel 203

De lidstaten stellen nadere regels vast met betrekking tot de betaling ter Artikel 23, eerste zake van de invoer van goederen. alinea

(77/388/EEG)

Aangepast

De lidstaten kunnen in het bijzonder bepalen dat met betrekking tot de Artikel 23, tweede invoer van goederen die wordt verricht door belastingplichtigen of tot alinea betaling van de belasting gehouden personen, dan wel door bepaalde (77/388/EEG) categorieën daarvan, de uit hoofde van de invoer verschuldigde BTW niet wordt betaald op het tijdstip van de invoer, mits deze belasting als zodanig wordt vermeld in de overeenkomstig de artikelen 242 en 243 opgestelde

BTW – aangifte .

Artikel 204

De lidstaten kunnen de belastingplichtigen vrijstellen van de betaling van Artikel 22, lid 9, de verschuldigde BTW, indien het bedrag daarvan onbeduidend is. onder c)

vervat in artikel 28

nonies

(ingevoegd bij

91/680/EEG)

Hoofdstuk XIII (77/388/EEG)

Titel van hoofdstuk XIII (77/388/EEG)

Artikel 22 (77/388/EEG)

Titel van artikel 22 (77/388/EEG)

Artikel 22, lid 1 (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 22, lid 2 (77/388/EEG)

Belang verloren Artikel 22, lid 3, onder a), eerste alinea

(77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 22, lid 3, onder a), tweede alinea

(77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 22, lid 3, onder b) (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 22, lid 3, onder c)

(77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 22, lid 4, eerste alinea (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 22, lid 4, tweede alinea (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 22, lid 5 (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 22, lid 6 (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 22, lid 7 (77/388/EEG)

Belang verloren Artikel 22, lid 8 (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 22, lid 9 (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 22, lid 9, eerste streepje (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 22, lid 9, tweede streepje (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 22, lid 9, derde streepje (77/388/EEG)

Belang verloren

Hoofdstuk 2

Identificatie

Artikel 28 nonies

(ingevoegd bij

91/680/EEG)

Titel van artikel 28 nonies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Artikel 205 Artikel 22 vervat in artikel 28 nonies

(ingevoegd bij 91/680/EEG)

Titel van artikel 22 vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

  • 1. 
    Iedere belastingplichtige moet opgave doen van het begin, de Artikel 22, lid 1, wijziging en de beëindiging van zijn activiteit als onder a), eerste belastingplichtige. volzin,

    vervat in artikel 28

    nonies

    (vervangen bij

    2002/38/EG)

    De lidstaten staan onder door hen vast te stellen voorwaarden toe Artikel 22, lid 1, dat de aangifte langs elektronische weg geschiedt en mogen dit onder a), tweede ook verplicht stellen. volzin, vervat in artikel 28 nonies (vervangen bij 2002/38/EG)

    Aangepast

  • 2. 
    Onverminderd het bepaalde in lid 1, eerste alinea, moet iedere Artikel 22, lid 1, belastingplichtige of niet–belastingplichtige rechtspersoon die onder b),

    intracommunautaire verwervingen van goederen verricht die uit vervat in artikel 28

    hoofde van artikel 4, lid 1, niet aan de BTW zijn onderworpen nonies

    melden dat hij dergelijke verwervingen verricht, indien niet meer (ingevoegd bij

    is voldaan aan de in dat artikel vastgestelde voorwaarden om deze 91/680/EEG)

    verwervingen niet aan de BTW te onderwerpen.

    Aangepast

    Artikel 206

  • 1. 
    De lidstaten treffen de nodige maatregelen voor de identificatie Artikel 22, lid 1, onder een individueel nummer van de volgende personen: onder c),

    vervat in artikel 28

    nonies

    (ingevoegd bij

    91/680/EEG)

    • a) 
      iedere belastingplichtige, uitgezonderd die bedoeld in Artikel 22, lid 1,

    artikel 10, lid 2, die op hun grondgebied leveringen van onder c), eerste

    goederen of diensten verricht die recht op aftrek doen streepje, eerste

    ontstaan, andere dan leveringen van goederen of diensten volzin,

    waarvoor overeenkomstig de artikelen 187 tot en met 190 vervat in artikel 28

    uitsluitend de ontvanger of degene voor wie de leveringen nonies

    van goederen of diensten bestemd zijn, de BTW (vervangen bij

    verschuldigd is; 2003/92/EG)

    Aangepast

    • b) 
      iedere belastingplichtige of niet–belastingplichtige Artikel 22, lid 1, rechtspersoon die intracommunautaire verwervingen van onder c), tweede goederen verricht die uit hoofde van artikel 3, lid 1, streepje,

      onder b), aan de BTW zijn onderworpen of die voor de in vervat in artikel 28

      artikel 4, lid 3, bedoelde mogelijkheid heeft gekozen zijn nonies

      intracommunautaire verwervingen aan de BTW te (ingevoegd bij

      onderwerpen; 91/680/EEG)

      Aangepast

    • c) 
      iedere belastingplichtige die op hun grondgebied Artikel 22, lid 1, intracommunautaire verwervingen van goederen verricht ten onder c), derde behoeve van zijn handelingen die onder de in artikel 10, streepje,

      lid 1, tweede alinea, bedoelde activiteiten vallen, en die hij vervat in artikel 28

      buiten dat grondgebied verricht. nonie

      (ingevoegd bij

      92/111/EEG)

      Aangepast

  • 2. 
    Het staat de lidstaten vrij bepaalde belastingplichtigen die Artikel 22, lid 1, incidenteel de in artikel 13 bedoelde handelingen verrichten, niet onder c), eerste voor BTW–doeleinden te identificeren. streepje, tweede volzin,

    vervat in artikel 28

    nonies

    (ingevoegd bij

    91/680/EEG en

    vervangen bij

    2003/92/EG)

    Aangepast Artikel 207

Het individuele identificatienummer begint met een landencode Artikel 22, lid 1, overeenkomstig de ISO–code 3166 alpha 2, die aangeeft welke lidstaat het onder d), eerste nummer heeft toegekend. volzin,

vervat in artikel 28

nonies

(ingevoegd bij

91/680/EEG)

Aangepast

Griekenland is evenwel gerechtigd het prefix EL te hanteren. Artikel 22, lid 1, onder d), tweede volzin,

vervat in artikel 28

nonies

(ingevoegd bij

2001/115/EG)

Artikel 208

De lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat hun identificatiesysteem Artikel 22, lid 1, de in artikel 206 bedoelde belastingplichtigen kan onderscheiden en aldus onder e), de juiste toepassing van de in artikel 395 bedoelde overgangsregeling voor vervat in artikel 28 de belastingheffing op intracommunautaire handelingen verzekert. nonies

(ingevoegd bij 91/680/EEG)

Hoofdstuk 3

Facturering

Afdeling 1

Het begrip factuur

Artikel 209

Voor de toepassing van deze richtlijn aanvaarden de lidstaten als factuur Artikel 22, lid 3, ieder document of bericht op papier of in elektronisch formaat dat aan de in onder e), tweede dit hoofdstuk vastgestelde voorwaarden voldoet. alinea,

vervat in artikel 28

nonies

(ingevoegd bij

2001/115/EG)

Artikel 210

Ieder document of bericht dat wijzigingen aanbrengt in en specifiek en Artikel 22, lid 3, ondubbelzinnig verwijst naar de oorspronkelijke factuur, geldt als factuur. onder a), vijfde

alinea, eerste volzin, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

Afdeling 2

Uitreiking van facturen

Artikel 211

Iedere belastingplichtige moet ervoor zorgen dat door hemzelf, door de Artikel 22, lid 3, afnemer, de ontvanger of, in zijn naam en voor zijn rekening, door een onder a), eerste derde, in de volgende gevallen een factuur wordt uitgereikt: alinea, eerste

volzin, vervat in artikel 28 nonies (vervangen bij 2001/115/EG)

  • 1. 
    voor goederen die hij heeft geleverd aan of diensten die hij heeft Artikel 22, lid 3, verricht voor een andere belastingplichtige of een niet– onder a), eerste belastingplichtige rechtspersoon; alinea, eerste

    volzin, vervat in artikel 28 nonies (vervangen bij 2001/115/EG)

    Aangepast

  • 2. 
    voor de in artikel 34 bedoelde leveringen van goederen; Artikel 22, lid 3, onder a), eerste alinea, tweede

    volzin, vervat in artikel 28 nonies (vervangen bij 2001/115/EG)

  • 3. 
    voor de leveringen van goederen, verricht onder de in artikel 135 Artikel 22, lid 3, vastgestelde voorwaarden; onder a), eerste alinea, tweede

    volzin, vervat in artikel 28 nonies (vervangen bij 2001/115/EG)

  • 4. 
    voor de vooruitbetalingen die aan hem worden gedaan voordat een Artikel 22, lid 3, van de in de punten 1, 2 en 3 bedoelde leveringen van goederen is onder a), tweede verricht; alinea,

    vervat in artikel 28

    nonies

    (vervangen bij

    2001/115/EG)

  • 5. 
    en voor de vooruitbetalingen die door een andere Artikel 22, lid 3, belastingplichtige, of door een niet–belastingplichtige onder a), tweede rechtspersoon, aan hem worden gedaan voordat de dienst is alinea,

    verricht. vervat in artikel 28 nonies

    (vervangen bij 2001/115/EG)

    Artikel 212

  • 1. 
    De lidstaten kunnen de belastingplichtige de verplichting Artikel 22, lid 3, opleggen een factuur uit te reiken voor andere dan de in onder a), derde artikel 211 bedoelde leveringen van goederen of diensten die hij alinea, eerste

    op hun grondgebied heeft verricht. volzin, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

    Aangepast

    De lidstaten kunnen voor de in de eerste alinea bedoelde facturen Artikel 22, lid 3, minder verplichtingen opleggen dan die welke in de artikelen 217, onder a), derde 218, 236 en 238 zijn opgenomen. alinea, tweede volzin, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

    Aangepast 2. De lidstaten kunnen de belastingplichtige van de in artikel 211 Artikel 22, lid 3,

    vastgestelde factureringsplicht ontheffen voor de leveringen van onder a), vierde goederen of diensten die hij op hun grondgebied heeft verricht en alinea, die, al dan niet met recht op aftrek van voorbelasting, vervat in artikel 28 overeenkomstig de artikelen 106 en 107, artikel 121, lid 1, de nonies artikelen 122 en 124, artikel 125, lid 1, de artikelen 129 tot en met (ingevoegd bij 133, artikel 364 en de artikelen 368 tot en met 383 zijn vrijgesteld. 2001/115/EG)

    Aangepast

    Artikel 213

De lidstaten kunnen de belastingplichtigen die op hun grondgebied Artikel 22, lid 3, goederen leveren of diensten verrichten een termijn opleggen voor het onder a), zesde uitreiken van de factuur. alinea,

vervat in artikel 28

nonies

(ingevoegd bij

2001/115/EG)

Artikel 214

Onder de voorwaarden, vastgesteld door de lidstaten op het grondgebied Artikel 22, lid 3, waarvan goederen worden geleverd of diensten worden verricht, kan voor onder a), zevende verscheidene afzonderlijke leveringen van goederen of diensten een alinea, periodieke factuur worden opgemaakt. vervat in artikel 28

nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

Aangepast

Artikel 215

  • 1. 
    Facturen mogen door de afnemer of de ontvanger worden Artikel 22, lid 3, opgemaakt voor goederen die door een belastingplichtige aan hem onder a), achtste worden geleverd of diensten die voor hem worden verricht, mits alinea, eerste

    dat vooraf is overeengekomen in een akkoord tussen beide volzin, partijen, en op voorwaarde dat iedere factuur het voorwerp vervat in artikel 28 uitmaakt van een procedure van aanvaarding door de nonies belastingplichtige die de goederen levert of de diensten verricht. (ingevoegd bij 2001/115/EG)

    Aangepast 2. De lidstaten op het grondgebied waarvan goederen worden Artikel 22, lid 3,

    geleverd of diensten worden verricht, stellen de voorwaarden en onder a), achtste uitvoeringsbepalingen vast voor de akkoorden en de alinea, tweede aanvaardingsprocedures tussen de belastingplichtige en de volzin, afnemer of de ontvanger. vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

    Aangepast

  • 3. 
    De lidstaten kunnen belastingplichtigen die op hun grondgebied Artikel 22, lid 3, goederen leveren of diensten verrichten, verdere voorwaarden onder a), negende opleggen betreffende de uitreiking van facturen door de afnemer alinea, eerste en of de ontvanger. Zij kunnen met name verlangen dat die facturen tweede volzin,

    worden uitgereikt in naam en voor rekening van de vervat in artikel 28

    belastingplichtige. nonies

    (ingevoegd bij

    2001/115/EG)

    Aangepast

    De in de eerste alinea bedoelde voorwaarden moeten in ieder Artikel 22, lid 3, geval altijd dezelfde zijn, ongeacht de plaats waar de afnemer of onder a), negende ontvanger is gevestigd. alinea, derde volzin, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

    Aangepast

    Artikel 216

De lidstaten kunnen de belastingplichtigen die op hun grondgebied Artikel 22, lid 3, goederen leveren of diensten verrichten, specifieke voorwaarden opleggen onder a), tiende wanneer de derde, de afnemer of de ontvanger die de facturen uitreikt, is alinea, gevestigd in een land waarmee geen rechtsinstrument inzake wederzijdse vervat in artikel 28 bijstand bestaat waarvan de strekking gelijk is aan die van nonies

Richtlijn 76/308/EEG i en Verordening (EG) nr. 1798/2003 i. (ingevoegd bij

2001/115/EG)

Aangepast

Afdeling 3

Inhoud van de facturen Artikel 217

Onverminderd de bijzondere bepalingen van deze richtlijn zijn voor BTW– Artikel 22, lid 3, doeleinden op de overeenkomstig de artikelen 211 en 212 uitgereikte onder b), eerste facturen alleen de volgende vermeldingen verplicht: alinea,

vervat in artikel 28

nonies

(vervangen bij

2001/115/EEG)

  • 1. 
    de datum van uitreiking van de factuur; Artikel 22, lid 3, onder b), eerste alinea, eerste

    streepje, vervat in artikel 28 nonies (vervangen bij 2001/115/EG)

    Aangepast

  • 2. 
    een opeenvolgend nummer, met één of meer reeksen, waardoor de Artikel 22, lid 3, factuur eenduidig wordt geïdentificeerd; onder b), eerste alinea, tweede

    streepje, vervat in artikel 28 nonies (vervangen bij 2001/115/EG)

  • 3. 
    het in artikel 206 bedoelde BTW–identificatienummer waaronder Artikel 22, lid 3, de belastingplichtige de goederen heeft geleverd of de diensten onder b), eerste heeft verricht; alinea, derde

    streepje, vervat in artikel 28 nonies (vervangen bij 2001/115/EG)

  • 4. 
    het in artikel 206 bedoelde BTW–identificatienummer van de Artikel 22, lid 3, afnemer of de ontvanger waaronder hij een levering van goederen onder b), eerste of een dienst heeft afgenomen waarvoor hij tot voldoening van de alinea, vierde

    belasting is gehouden of waaronder hij een in artikel 135 bedoelde streepje, levering van goederen heeft afgenomen; vervat in artikel 28 nonies (vervangen bij 2001/115/EG)

    Aangepast 5. de volledige naam en het volledige adres van de belastingplichtige Artikel 22, lid 3,

    en zijn afnemer of ontvanger; onder b), eerste alinea, vijfde

    streepje, vervat in artikel 28 nonies (vervangen bij 2001/115/EG)

    Aangepast

  • 6. 
    de hoeveelheid en de aard van de geleverde goederen of de Artikel 22, lid 3, omvang en de aard van de verrichte diensten; onder b), eerste alinea, zesde

    streepje, vervat in artikel 28 nonies (vervangen bij 2001/115/EG)

  • 7. 
    de datum waarop de levering van goederen of de dienst heeft Artikel 22, lid 3, plaatsgevonden of voltooid is of de datum waarop de in onder b), eerste artikel 211, punten 3 en 4, bedoelde vooruitbetaling is gedaan, alinea, zevende voorzover die datum vastgesteld is en verschilt van de streepje,

    uitreikingsdatum van de factuur; vervat in artikel 28 nonies

    (vervangen bij 2001/115/EG)

    Aangepast

  • 8. 
    de maatstaf van heffing voor elk tarief of elke vrijstelling, de Artikel 22, lid 3, eenheidsprijs BTW niet inbegrepen, evenals de eventuele onder b), eerste vooruitbetalingskortingen, prijskortingen en –rabatten indien die alinea, achtste

    niet in de eenheidsprijs zijn begrepen; streepje, vervat in artikel 28 nonies

    (vervangen bij 2001/115/EG)

    Aangepast

  • 9. 
    het toegepaste BTW–tarief; Artikel 22, lid 3, onder b), eerste alinea, negende streepje,

vervat in artikel 28

nonies

(vervangen bij

2001/115/EG)

  • 10. 
    het te betalen BTW–bedrag, tenzij er een bijzondere regeling van Artikel 22, lid 3,

toepassing is waarvoor deze richtlijn die vermelding uitsluit; onder b), eerste

alinea, tiende

streepje,

vervat in artikel 28

nonies

(vervangen bij

2001/115/EG)

Aangepast

  • 11. 
    in geval van een vrijstelling of wanneer de afnemer of de Artikel 22, lid 3, ontvanger tot voldoening van de belasting is gehouden, een onder b), eerste verwijzing naar de toepasselijke bepaling in deze richtlijn of naar alinea, elfde

    de overeenkomstige nationale bepaling of enige andere streepje, vermelding dat de levering van goederen of de diensten is of zijn vervat in artikel 28 vrijgesteld of onder de toepassing van de verleggingsregeling valt nonies of vallen; (vervangen bij 2001/115/EG)

    Aangepast

  • 12. 
    in geval van levering van een nieuw vervoermiddel onder de in Artikel 22, lid 3, artikel 135 vastgestelde voorwaarden de in artikel 3, lid 2, onder b), eerste bedoelde gegevens; alinea, twaalfde streepje,

    vervat in artikel 28

    nonies

    (vervangen bij

    2001/115/EG)

    Aangepast

  • 13. 
    wanneer de bijzondere regeling voor reisbureaus wordt Artikel 22, lid 3, gehanteerd, een verwijzing naar artikel 299 of de overeenkomstige onder b), eerste nationale bepalingen of enige andere vermelding dat deze regeling alinea, dertiende is toegepast; streepje,

    vervat in artikel 28

    nonies

    (vervangen bij

    2001/115/EG)

    Aangepast 14. wanneer een van de bijzondere regelingen voor gebruikte Artikel 22, lid 3,

    goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen of onder b), eerste antiquiteiten wordt gehanteerd, een verwijzing naar artikel 305, alinea, dertiende artikel 318 of artikel 325, of de overeenkomstige nationale streepje, bepalingen of enige andere vermelding dat een van deze vervat in artikel 28 regelingen is toegepast; nonies (vervangen bij 2001/115/EG)

    Aangepast

  • 15. 
    wanneer degene die tot voldoening van de belasting gehouden is, Artikel 22, lid 3, een fiscaal vertegenwoordiger is in de zin van artikel 196, het in onder b), eerste artikel 206 bedoelde BTW–identificatienummer van deze fiscaal alinea, veertiende vertegenwoordiger, samen met zijn volledige naam en adres. streepje,

    vervat in artikel 28

    nonies

    (vervangen bij

    2001/115/EG)

    Aangepast

    Artikel 218

De lidstaten kunnen belastingplichtigen die op hun grondgebied gevestigd Artikel 22, lid 3, zijn en er goederen leveren of diensten verrichten, de verplichting opleggen onder b), tweede in andere dan de in artikel 217, punt 4, bedoelde gevallen het in artikel 206 alinea, bedoelde BTW–identificatienummer van hun afnemer of ontvanger te vervat in artikel 28 vermelden. nonies

(ingevoegd bij 2001/115/EG)

Aangepast

Artikel 219

De lidstaten op het grondgebied waarvan goederen worden geleverd of Artikel 22, lid 3, diensten worden verricht, kunnen ontheffing verlenen van bepaalde onder a), vijfde verplichte vermeldingen in de met een factuur gelijkgestelde documenten alinea, tweede of berichten bedoeld in artikel 210. volzin,

vervat in artikel 28

nonies

(ingevoegd bij

2001/115/EG)

Aangepast Artikel 220

De lidstaten leggen niet de verplichting op de facturen te ondertekenen. Artikel 22, lid 3, onder b), derde alinea,

vervat in artikel 28

nonies

(ingevoegd bij

2001/115/EG)

Artikel 221

Op een factuur kunnen bedragen in willekeurig welke munteenheid Artikel 22, lid 3, voorkomen, mits het te betalen BTW–bedrag is uitgedrukt in de nationale onder b), vierde munteenheid van de lidstaat waar de plaats van levering van de goederen of alinea, de plaats van de diensten is gelegen en daarbij gebruik wordt gemaakt van vervat in artikel 28 het in artikel 88 bedoelde wisselkoersmechanisme. nonies

(ingevoegd bij 2001/115/EG)

Aangepast

Artikel 222

Ter controle kunnen de lidstaten een vertaling eisen in hun nationale taal Artikel 22, lid 3, van de facturen betreffende op hun grondgebied geleverde goederen of onder b), vijfde verrichte diensten, alsmede van de facturen die worden ontvangen door op alinea, hun grondgebied gevestigde belastingplichtigen. vervat in artikel 28

nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

Aangepast

Afdeling 4

Toezending en terbeschikkingstelling van facturen

Artikel 223

De overeenkomstig afdeling 2 uitgereikte facturen mogen zowel op papier Artikel 22, lid 3, worden verzonden als, behoudens aanvaarding door de afnemer, onder c), eerste elektronisch worden verzonden of ter beschikking gesteld. alinea,

vervat in artikel 28

nonies

(ingevoegd bij

2001/115/EG)

Aangepast Artikel 224

Elektronisch verzonden of ter beschikking gestelde facturen worden door Artikel 22, lid 3, de lidstaten aanvaard, mits de authenticiteit van de herkomst en de onder c), tweede integriteit van de inhoud ervan worden gewaarborgd. alinea,

vervat in artikel 28

nonies

(ingevoegd bij

2001/115/EG)

Aangepast

Artikel 225

  • 1. 
    De authenticiteit en de integriteit van elektronisch verzonden of Artikel 22, lid 3, ter beschikking gestelde facturen kunnen worden gewaarborgd onder c), tweede door een geavanceerde elektronische handtekening in de zin van alinea, eerste

    artikel 2, punt 2, van Richtlijn 1999/93/EG i van het Europees streepje eerste

    Parlement en de Raad 44 . volzin,

    vervat in artikel 28

    nonies

    (ingevoegd bij

    2001/115/EG)

    Aangepast

    De lidstaten kunnen evenwel eisen dat de geavanceerde Artikel 22, lid 3, elektronische handtekening berust op een gekwalificeerd onder c), tweede certificaat en is aangemaakt met een veilig middel voor het alinea, eerste aanmaken van handtekeningen in de zin van artikel 2, punten 6 en streepje, tweede 10, van de genoemde richtlijn. volzin, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

    Aangepast

224

  • 2. 
    Naast het in lid 1 bedoelde geval kunnen de authenticiteit en de Artikel 22, lid 3, integriteit van elektronisch verzonden of ter beschikking gestelde onder c), tweede facturen worden gewaarborgd door een elektronische uitwisseling alinea, tweede

    van gegevens (EDI), zoals gedefinieerd in artikel 2 van streepje, eerste

    45

    Aanbeveling 1994/820/EG van de Commissie , wanneer het volzin, akkoord betreffende deze uitwisseling in het gebruik van vervat in artikel 28 procedures voorziet die de authenticiteit van de herkomst en de nonies integriteit van de gegevens waarborgen. (ingevoegd bij 2001/115/EG)

    Aangepast

    De lidstaten kunnen evenwel onder door hen vastgestelde Artikel 22, lid 3, voorwaarden de toezending eisen van een aanvullend kort onder c), tweede overzicht op papier. alinea, tweede streepje, tweede volzin, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

    Aangepast

    Artikel 226

De facturen kunnen langs elektronische weg worden verzonden of ter Artikel 22, lid 3, beschikking worden gesteld volgens andere dan de in artikel 225 bepaalde onder c), derde methoden, mits deze door de betrokken lidstaat of lidstaten worden alinea, eerste aanvaard. volzin,

vervat in artikel 28

nonies

(ingevoegd bij

2001/115/EG)

Aangepast

225

Artikel 227

De lidstaten mogen de belastingplichtigen die op hun grondgebied Artikel 22, lid 3, goederen leveren of diensten verrichten, geen andere verplichtingen of onder c), vierde formaliteiten opleggen betreffende het gebruik van een systeem voor alinea, eerste elektronische verzending of terbeschikkingstelling van facturen. volzin,

vervat in artikel 28

nonies

(ingevoegd bij

2001/115/EG)

Aangepast

Wel kunnen de lidstaten tot en met 31 december 2005 bepalen dat voor Artikel 22, lid 3, gebruikmaking van dat systeem voorafgaande kennisgeving vereist is. onder c), vierde

alinea, tweede volzin, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

Artikel 228

De lidstaten kunnen specifieke voorwaarden opleggen voor het langs Artikel 22, lid 3, elektronische weg uitreiken van facturen betreffende goederen en diensten onder c), vijfde die op hun grondgebied zijn geleverd of verricht vanuit een land waarmee alinea, geen rechtsinstrument inzake wederzijdse bijstand bestaat waarvan de vervat in artikel 28 strekking gelijk is aan die van Richtlijn 76/308/EEG i en Verordening (EG) nonies nr. 1798/2003. (ingevoegd bij

2001/115/EG)

Aangepast

Artikel 229

Bij een reeks facturen die langs elektronische weg aan dezelfde afnemer Artikel 22, lid 3, worden verzonden of ter beschikking worden gesteld, hoeven de voor de onder c), zesde verschillende facturen gelijke vermeldingen slechts één keer te worden alinea, opgenomen, voorzover voor elke factuur alle informatie toegankelijk is. vervat in artikel 28

nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

Aangepast Artikel 230

Uiterlijk op 31 december 2008 legt de Commissie een verslag voor dat Artikel 22, lid 3, vergezeld gaat van een voorstel, indien passend, tot wijziging van de onder c), derde voorwaarden inzake elektronische facturering teneinde rekening te houden alinea, tweede met mogelijke toekomstige technologische ontwikkelingen op dit gebied. volzin,

vervat in artikel 28

nonies

(ingevoegd bij

2001/115/EG)

Afdeling 5

Vereenvoudigingsmaatregelen

Artikel 231

  • 1. 
    Na raadpleging van het BTW–comité en onder de door henzelf Artikel 22, lid 9, vast te stellen voorwaarden kunnen de lidstaten bepalen, dat op de onder d), eerste facturen betreffende leveringen van goederen of diensten op hun alinea,

    grondgebied in de volgende gevallen sommige van de in vervat in artikel 28

    artikel 217 voorgeschreven vermeldingen niet behoeven te worden nonies

    opgenomen: (ingevoegd bij

    2001/115/EG)

    Aangepast

    • a) 
      wanneer het bedrag van de factuur onbeduidend is; Artikel 22, lid 9, onder d), eerste alinea, eerste

      streepje, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

    • b) 
      wanneer de handels– of administratieve praktijken van de Artikel 22, lid 9, betrokken bedrijfssector of de technische voorwaarden onder d), eerste waaronder die facturen uitgereikt worden, de naleving van alinea, tweede

      alle in afdeling 3 bedoelde verplichtingen bemoeilijken. streepje, vervat in artikel 28 nonies

      (ingevoegd bij 2001/115/EG)

  • 2. 
    De facturen moeten in elk geval de volgende vermeldingen Artikel 22, lid 9, bevatten: onder d), tweede alinea,

    vervat in artikel 28

    nonies

    (ingevoegd bij

    2001/115/EG)

    • a) 
      de datum van uitreiking van de factuur; Artikel 22, lid 9, onder d), tweede alinea, eerste

      streepje, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

      Aangepast

    • b) 
      een identificatie van de belastingplichtige; Artikel 22, lid 9, onder d), tweede alinea, tweede

      streepje, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

    • c) 
      een identificatie van de aard van de geleverde goederen of Artikel 22, lid 9, verrichte diensten; onder d), tweede alinea, derde

      streepje, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

    • d) 
      het bedrag van de verschuldigde belasting of de gegevens Artikel 22, lid 9, aan de hand waarvan dat bedrag kan worden berekend. onder d), tweede alinea, vierde

      streepje, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

  • 3. 
    De vereenvoudiging waarin lid 1 voorziet, mag niet worden Artikel 22, lid 9, toegepast op de handelingen bedoeld in de artikelen 21, 22, 23, onder d), derde 34, 37, 135 en 138, in de in artikel 243 bepaalde gevallen. alinea,

    vervat in artikel 28

    nonies

    (ingevoegd bij

    2001/115/EG)

    Artikel 232

Ingeval de lidstaten gebruikmaken van de in artikel 265, lid 1, onder b), Artikel 22, lid 9, geboden mogelijkheid geen BTW–identificatienummer toe te kennen aan onder e), eerste belastingplichtigen die geen van de handelingen bedoeld in de artikelen 21, alinea,

22, 23, 34, 37, 135 en 138, in de in artikel 243 bepaalde gevallen, vervat in artikel 28 verrichten, dient de factuur in de plaats van dit niet toegekende nonies identificatienummer van de leverancier of dienstverrichter en van de (ingevoegd bij afnemer of ontvanger een ander nummer te vermelden, het zogenaamde 2001/115/EG) fiscale registratienummer, zoals gedefinieerd door de betrokken lidstaten.

Aangepast

Artikel 233

Wanneer het BTW–identificatienummer aan de belastingplichtige is Artikel 22, lid 9, toegekend, kunnen de lidstaten die van de in artikel 265, lid 1, onder b), onder e), tweede bedoelde mogelijkheid gebruikmaken, bovendien bepalen dat op de factuur alinea, de volgende nummers worden vermeld: vervat in artikel 28

nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

Aangepast

  • 1. 
    voor de in de artikelen 45, 48, 50, 51, 53, 54 en 55 bedoelde Artikel 22, lid 9, diensten en voor de in de artikelen 135 en 138 bedoelde onder e), tweede leveringen van goederen, het BTW–identificatienummer en het alinea, eerste

    fiscale registratienummer van de dienstverrichter of leverancier; streepje, vervat in artikel 28 nonies

    (ingevoegd bij 2001/115/EG)

    Aangepast 2. voor andere leveringen van goederen en diensten alleen het fiscale Artikel 22, lid 9,

    registratienummer van de leverancier of dienstverrichter, dan wel onder e), tweede alleen het BTW–identificatienummer. alinea, tweede streepje, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

    Aangepast

    Hoofdstuk 4

    Boekhouding

    Afdeling 1

    Algemene verplichtingen

    Artikel 234

Iedere belastingplichtige moet een boekhouding voeren die voldoende Artikel 22, lid 2, gegevens bevat om de toepassing van de BTW en de controle daarop door onder a), de belastingadministratie mogelijk te maken. vervat in artikel 28

nonies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Aangepast

Artikel 235

  • 1. 
    Iedere belastingplichtige moet een register bijhouden van de Artikel 22, lid 2, goederen die door hemzelf of voor zijn rekening zijn verzonden of onder b), eerste vervoerd buiten het grondgebied van de lidstaat van vertrek, maar alinea,

    binnen de Gemeenschap, ten behoeve van de in artikel 18, lid 2, vervat in artikel 28

    onder f) g) en h), bedoelde handelingen bestaande uit nonies

    werkzaamheden betreffende die goederen of uit het tijdelijke (vervangen bij

    gebruik ervan. 95/7/EG)

    Aangepast

  • 2. 
    Iedere belastingplichtige moet een boekhouding voeren die Artikel 22, lid 2, voldoende gegevens bevat om de goederen te kunnen identificeren onder b), tweede die vanuit een andere lidstaat naar hem verzonden zijn door of alinea,

    voor rekening van een in die andere lidstaat voor BTW– vervat in artikel 28

    doeleinden geïdentificeerde belastingplichtige en die het voorwerp nonies

    zijn van de in artikel 52, onder c), bedoelde diensten bestaande uit (vervangen bij

    expertises of werkzaamheden betreffende die goederen. 95/7/EG)

    Aangepast Afdeling 2

Specifieke verplichtingen ten aanzien van het bewaren van facturen

Artikel 236

Iedere belastingplichtige moet erop toezien dat kopieën van de door Artikel 22, lid 3, hemzelf, door zijn afnemer of ontvanger of, in zijn naam en voor zijn onder d), eerste rekening, door een derde uitgereikte facturen en alle door hemzelf alinea, ontvangen facturen worden bewaard. vervat in artikel 28

nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

Aangepast

Artikel 237

  • 1. 
    Voor de toepassing van deze richtlijn mag de belastingplichtige de Artikel 22, lid 3, plaats van bewaring bepalen, mits hij alle overeenkomstig onder d), tweede artikel 236 bewaarde facturen of gegevens op ieder verzoek alinea, eerste

    zonder onnodig uitstel ter beschikking van de bevoegde volzin, autoriteiten kan stellen. vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

    Aangepast

  • 2. 
    De lidstaten kunnen de op hun grondgebied gevestigde Artikel 22, lid 3, belastingplichtigen verplichten tot kennisgeving van de plaats van onder d), tweede bewaring wanneer deze buiten hun grondgebied gelegen is. alinea, tweede

    volzin vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

    Aangepast

    De lidstaten kunnen de op hun grondgebied gevestigde Artikel 22, lid 3, belastingplichtigen bovendien verplichten de door henzelf, door onder d), tweede hun afnemers of ontvangers of, in hun naam en voor hun rekening, alinea, derde door derden uitgereikte facturen, alsmede de door hen ontvangen volzin, facturen, aldaar te bewaren, wanneer deze bewaring niet geschiedt vervat in artikel 28 langs een elektronische weg die een volledige on–linetoegang tot nonies de betrokken gegevens waarborgt. (ingevoegd bij 2001/115/EG)

    Aangepast Artikel 238

De authenticiteit van de oorsprong en de integriteit van de inhoud van de Artikel 22, lid 3, bewaarde facturen, alsmede de leesbaarheid ervan, moeten gedurende de onder d), derde volledige periode van bewaring worden gewaarborgd. alinea, eerste

volzin, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

Aangepast

De gegevens op de in artikel 226 bedoelde facturen mogen niet worden Artikel 22, lid 3, gewijzigd en moeten gedurende deze periode leesbaar blijven. onder d), derde

alinea, tweede volzin, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

Artikel 239

  • 1. 
    De lidstaten bepalen hoe lang de belastingplichtigen erop moeten Artikel 22, lid 3, toezien dat de facturen betreffende goederen of diensten die op onder d), vierde hun grondgebied zijn geleverd of verricht, alsmede de facturen die alinea,

    op hun grondgebied gevestigde belastingplichtigen hebben vervat in artikel 28

    ontvangen, moeten worden bewaard. nonies

    (ingevoegd bij

    2001/115/EG)

    Aangepast

  • 2. 
    Om te waarborgen dat de in artikel 238 bedoelde voorwaarden Artikel 22, lid 3, worden nageleefd, kunnen de lidstaten bepalen dat de in lid 1 onder d), vijfde bedoelde facturen moeten worden bewaard in hun oorspronkelijke alinea,

vorm – op papier of elektronisch – waarin zij zijn toegezonden of vervat in artikel 28

ter beschikking gesteld. Zij kunnen tevens bepalen dat, wanneer nonies

de facturen langs elektronische weg worden bewaard, de gegevens (ingevoegd bij

die de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de 2001/115/EG)

inhoud waarborgen, eveneens worden bewaard.

Aangepast

  • 3. 
    De lidstaten kunnen bijzondere voorwaarden opleggen met het Artikel 22, lid 3,

oog op het verbieden van bewaring van de in lid 1 bedoelde onder d), zesde

facturen in een land waarmee geen rechtsinstrument inzake alinea,

wederzijdse bijstand bestaat waarvan de strekking gelijk is aan die vervat in artikel 28

van Richtlijn 76/308/EEG i en Verordening (EG) nr. 1798/2003 i en nonies

inzake het recht van elektronische toegang, downloading en (ingevoegd bij

gebruik zoals bedoeld in artikel 241. 2001/115/EG)

Aangepast

Artikel 240

De lidstaten kunnen onder door hen vastgestelde voorwaarden voorzien in Artikel 22, lid 3, een bewaringsplicht voor door niet–belastingplichtigen ontvangen facturen. onder d), zevende

alinea, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

Aangepast

Afdeling 3

Recht van toegang tot elektronisch bewaarde facturen in een andere lidstaat

Artikel 241 Artikel 22 bis (ingevoegd bij 2001/115/EG)

Titel van artikel 22 bis (ingevoegd bij 2001/115/EG)

Wanneer een belastingplichtige de door hem verzonden of ontvangen Artikel 22 bis facturen elektronisch bewaart waarbij een on–linetoegang tot de gegevens (ingevoegd bij wordt gewaarborgd, en de plaats van bewaring in een andere lidstaat is 2001/115/EG) gelegen dan de lidstaat waar hij is gevestigd, hebben de bevoegde

autoriteiten van de lidstaat waar deze belastingplichtige is gevestigd met Aangepast

het oog op de toepassing van deze richtlijn het recht van elektronische toegang tot alsmede downloading en gebruik van deze facturen binnen de grenzen bepaald bij de regelgeving van de lidstaat van vestiging van de belastingplichtige, en voorzover deze lidstaat de facturen nodig heeft voor controledoeleinden.

Hoofdstuk 5

Aangiften Artikel 242

Iedere belastingplichtige moet een BTW–aangifte indienen waarop alle Artikel 22, lid 4, gegevens staan die nodig zijn om het bedrag van de verschuldigde onder b), belasting en van de aftrek vast te stellen, daarbij inbegrepen, voorzover vervat in artikel 28 zulks voor de vaststelling van de grondslag nodig is, het totale bedrag van nonies de handelingen waarop deze belasting en deze aftrek betrekking hebben, (ingevoegd bij alsmede het bedrag van de vrijgestelde handelingen. 91/680/EEG)

Aangepast

Artikel 243

Behalve de in artikel 242 bedoelde gegevens moeten in de BTW–aangifte Artikel 22, lid 4, de volgende gegevens zijn vermeld: onder c),

vervat in artikel 28

nonies

(ingevoegd bij

91/680/EEG)

Aangepast

  • a) 
    het totale bedrag, BTW niet inbegrepen, van de in artikel 135 Artikel 22, lid 4, bedoelde leveringen van goederen, uit hoofde waarvan de onder c), eerste belasting in de loop van de aangifteperiode verschuldigd is streepje, eerste geworden; alinea,

    vervat in artikel 28

    nonies

    (ingevoegd bij

    91/680/EEG)

    Aangepast

  • b) 
    het totale bedrag, BTW niet inbegrepen, van de in artikel 34 en Artikel 22, lid 4, artikel 37, eerste alinea, bedoelde leveringen van goederen die in onder c), eerste een andere lidstaat zijn verricht en uit hoofde waarvan de streepje, tweede belasting in de loop van de aangifteperiode verschuldigd is alinea,

    geworden, indien de plaats van vertrek van de verzending of het vervat in artikel 28

    vervoer van de goederen is gelegen in de lidstaat waar de aangifte nonies

    moet worden ingediend; (ingevoegd bij

    91/680/EEG)

    Aangepast c) het totale bedrag, BTW niet inbegrepen, van de Artikel 22, lid 4,

    intracommunautaire verwervingen van goederen en van de in de onder c), tweede artikelen 22 en 23 bedoelde daarmee gelijkgestelde handelingen, streepje, eerste die zijn verricht in de lidstaat waar de aangifte moet worden alinea, ingediend, en uit hoofde waarvan de belasting in de loop van de vervat in artikel 28 aangifteperiode verschuldigd is geworden; nonies (vervangen bij 92/111/EEG)

    Aangepast

  • d) 
    het totale bedrag, BTW niet inbegrepen, van de in artikel 34 en Artikel 22, lid 4, artikel 37, eerste alinea, bedoelde leveringen van goederen die zijn onder c), tweede verricht in de lidstaat waar de aangifte moet worden ingediend, en streepje, tweede uit hoofde waarvan de belasting in de loop van de aangifteperiode alinea,

    verschuldigd is geworden, wanneer de plaats van vertrek van de vervat in artikel 28 verzending of het vervoer van de goederen op het grondgebied nonies van een andere lidstaat is gelegen; (vervangen bij 92/111/EEG)

    Aangepast

  • e) 
    het totale bedrag, BTW niet inbegrepen, van de leveringen van Artikel 22, lid 4, goederen die zijn verricht in de lidstaat waar de aangifte moet onder c), tweede worden ingediend, en waarvoor de belastingplichtige, streepje, tweede overeenkomstig artikel 190, is aangewezen, als de tot voldoening alinea,

    van de belasting gehouden persoon en uit hoofde waarvan de vervat in artikel 28 belasting in de loop van de aangifteperiode verschuldigd is nonies geworden. (vervangen bij 92/111/EEG)

    Aangepast

    Artikel 244

  • 1. 
    De BTW–aangifte moet worden ingediend binnen een door de Artikel 22, lid 4, lidstaten vast te stellen termijn. Deze termijn mag niet langer zijn onder a), eerste en dan twee maanden na het verstrijken van elk belastingtijdvak. tweede volzin,

    vervat in artikel 28 nonies (vervangen bij 2002/38/EG)

    Aangepast 2. Het belastingtijdvak wordt door de lidstaten vastgesteld op een, Artikel 22, lid 4,

    twee of drie maanden. onder a), derde volzin,

    vervat in artikel 28

    nonies

    (vervangen bij

    2002/38/EG)

    Aangepast

    De lidstaten kunnen evenwel andere tijdvakken vaststellen, die Artikel 22, lid 4, echter niet langer dan een jaar mogen zijn. onder a), vierde volzin, vervat in artikel 28 nonies (vervangen bij 2002/38/EG)

    Artikel 245

    Bijlage XV, deel IX, punt 2, onder x) (Toetredingsakte AT, FI en SE)

Zweden mag voor kleine en middelgrote ondernemingen een Bijlage XV, vereenvoudigde procedure toepassen, waarbij de indiening van de BTW– deel IX, punt 2, aangifte kan geschieden drie maanden na het verstrijken van het directe– onder x), eerste belastingjaar voor belastingplichtigen die uitsluitend binnenlandse streepje belastbare handelingen verrichten. (Toetredingsakte

AT, FI en SE)

Aangepast

Artikel 246

Voor leveringen van nieuwe vervoermiddelen onder de in artikel 126, lid 2, Artikel 22, lid 6, onder a), vastgestelde voorwaarden door een voor BTW–doeleinden onder d), geïdentificeerde belastingplichtige aan een niet voor BTW–doeleinden vervat in artikel 28 geïdentificeerde afnemer, of door een in artikel 10, lid 2, bedoelde nonies belastingplichtige treffen de lidstaten de nodige maatregelen opdat de (ingevoegd bij verkoper alle gegevens verschaft die noodzakelijk zijn voor de toepassing 91/680/EEG) van de BTW en voor de controle daarop door de overheid.

Aangepast Artikel 247

Indien de lidstaten van de keuzemogelijkheid gebruikmaken de afnemer Artikel 26 ter, F, van een levering van goud of van halffabrikaten met een zuiverheid van ten tweede volzin minste 325/1 000, of van een levering van beleggingsgoud aan te wijzen (ingevoegd bij als degene die tot voldoening van de belasting is gehouden, treffen zij de 98/80/EG) nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze persoon voldoet aan de in

dit hoofdstuk vastgestelde verplichtingen inzake aangifte. Aangepast

Artikel 248

De lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat de personen die Artikel 22, lid 7 overeenkomstig de artikelen 187 tot en met 190 en artikel 196 worden eerste deel van de geacht tot voldoening van de belasting te zijn gehouden in plaats van een zin, niet op hun grondgebied gevestigde belastingplichtige, de in dit hoofdstuk vervat in artikel 28 vastgestelde verplichtingen inzake aangiftenakomen. nonies

(vervangen bij 2000/65/EG)

Aangepast

Artikel 249

De lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat niet–belastingplichtige Artikel 22, lid 10, rechtspersonen die zijn gehouden tot voldoening van de belasting die vervat in artikel 28 verschuldigd is uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder b) i), bedoelde nonies intracommunautaire verwervingen van goederen voldoen aan de in dit (ingevoegd bij hoofdstuk vastgestelde verplichtingen inzake aangifte. 91/680/EEG)

Aangepast

Artikel 250

De lidstaten stellen nadere regels vast met betrekking tot de aangifte ter Artikel 22, lid 11, zake van de in artikel 3, lid 1, onder b) ii), bedoelde intracommunautaire vervat in artikel 28 verwervingen van nieuwe vervoermiddelen alsmede de in artikel 3, lid 1, nonies onder b) iii), bedoelde intracommunautaire verwervingen van (ingevoegd bij accijnsproducten. 91/680/EEG en

gewijzigd bij 92/111/EEG)

Artikel 251

De lidstaten kunnen personen die de in artikel 3, lid 1, onder b) ii), Artikel 22, lid 6, bedoelde intracommunautaire verwervingen van nieuwe vervoermiddelen onder e), tweede verrichten, verzoeken bij het indienen van de BTW–aangifte alle gegevens alinea, te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de toepassing van de BTW en vervat in artikel 28 voor de controle daarop door de overheid. nonies

(ingevoegd bij 91/680/EEG)

Artikel 252

De lidstaten stellen nadere regels vast betreffende de aangifte ter zake van Artikel 23, eerste de invoer van goederen. alinea

(77/388/EEG)

Aangepast

Artikel 253

De lidstaten kunnen de belastingplichtige de verplichting opleggen een Artikel 22, lid 6, aangifte in te dienen betreffende alle in het voorgaande jaar verrichte onder a), eerste en handelingen met daarin alle in de artikelen 242 en 243 bedoelde gegevens. tweede volzin, In die aangifte moeten tevens alle gegevens staan die nodig zijn voor vervat in artikel 28 eventuele herzieningen. nonies

(vervangen bij 2002/38/EG)

Aangepast

Artikel 254

De lidstaten staan onder door hen vast te stellen voorwaarden toe dat de in Artikel 22, lid 4, de artikelen 242 en 253 bedoelde aangiften langs elektronische weg onder a), vijfde geschieden en mogen dit ook verplicht stellen. volzin,

vervat in artikel 28 nonies (vervangen bij 2002/38/EG)

Aangepast

Artikel 22, lid 6, onder a), derde volzin vervat in artikel 28 nonies (vervangen bij 2002/38/EG)

Hoofdstuk 6

Lijsten

Artikel 255

Iedere voor BTW–doeleinden geïdentificeerde belastingplichtige moet een Artikel 22, lid 6, lijst indienen van de voor BTW–doeleinden geïdentificeerde afnemers aan onder b), eerste wie hij goederen heeft geleverd onder de in artikel 123, lid 1, en lid 2, alinea, onder c), vastgestelde voorwaarden, alsmede van de voor BTW–doeleinden vervat in artikel 28 geïdentificeerde personen voor wie de goederen zijn bestemd waarop de in nonies artikel 43 bedoelde intracommunautaire verwervingen betrekking hebben. (vervangen bij

95/7/EG)

Aangepast

Artikel 256

  • 1. 
    De lijst wordt voor elk kalenderkwartaal opgesteld binnen een Artikel 22, lid 6, termijn en volgens regels die door de lidstaten worden vastgesteld. onder b), tweede alinea, eerste

    volzin, vervat in artikel 28 nonies (vervangen bij 2002/38/EG)

    Aangepast

    De lidstaten kunnen evenwel bepalen dat de lijsten maandelijks Artikel 22, lid 6, worden ingediend. onder c), vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

    Artikel 22, lid 6, onder c), eerste streepje vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

  • 2. 
    De lidstaten staan onder door hen vast te stellen voorwaarden toe Artikel 22, lid 6, dat de in lid 1 bedoelde lijsten langs elektronische weg worden onder b), tweede ingediend en mogen dit ook verplicht stellen. alinea, tweede

    volzin, vervat in artikel 28 nonies (vervangen bij 2002/38/EG)

    Aangepast

    Artikel 257

  • 1. 
    Op de lijst dienen de volgende gegevens te worden vermeld: Artikel 22, lid 6, onder b), derde alinea,

    vervat in artikel 28

    nonies

    (gewijzigd bij

    92/111/EEG)

    Aangepast

    • a) 
      het nummer waaronder de belastingplichtige voor BTW– Artikel 22, lid 6, doeleinden is geïdentificeerd in de lidstaat waar de lijst moet onder b), derde worden ingediend, en waaronder hij leveringen van alinea, eerste

      goederen heeft verricht onder de in artikel 135, lid 1, streepje, vastgestelde voorwaarden; vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 91/680/EEG en gewijzigd bij 92/111/EEG)

      Aangepast

    • b) 
      het nummer waaronder elke afnemer voor BTW–doeleinden Artikel 22, lid 6, is geïdentificeerd in een andere lidstaat dan die waar de lijst onder b), derde moet worden ingediend, en waaronder goederen aan hem alinea, tweede

      geleverd zijn; streepje, vervat in artikel 28 nonies

      (vervangen bij 95/7/EG)

      Aangepast c) het nummer waaronder de belastingplichtige voor BTW– Artikel 22, lid 6,

    doeleinden is geïdentificeerd in de lidstaat waar de lijst moet onder b), vierde worden ingediend, en waaronder hij de in artikel 135, lid 2, alinea, eerste onder c), bedoelde overbrenging van goederen naar een streepje, andere lidstaat heeft verricht, alsmede het nummer vervat in artikel 28 waaronder hij in de lidstaat van aankomst van de verzending nonies of het vervoer is geïdentificeerd; (ingevoegd bij 91/680/EEG en gewijzigd bij 92/111/EEG)

    Aangepast

  • d) 
    voor elke afnemer het totale bedrag van de door de Artikel 22, lid 6, belastingplichtige verrichte leveringen van goederen; onder b), derde alinea, derde

    streepje, eerste volzin, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Artikel 22, lid 6, onder b), vierde alinea, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

  • e) 
    voor de in artikel 135, lid 2, onder c) bedoelde leveringen Artikel 22, lid 6, bestaande uit de overbrenging van goederen naar een andere onder b), vierde lidstaat het totale bedrag van deze leveringen, vastgesteld alinea, eerste

    overeenkomstig artikel 75; streepje, vervat in artikel 28 nonies

    (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

  • f) 
    het bedrag van de krachtens artikel 87 verrichte Artikel 22, lid 6, herzieningen. onder b), vierde alinea, tweede

    streepje, eerste volzin, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

  • 2. 
    Het in lid 1, onder d), bedoelde bedrag wordt opgegeven voor het Artikel 22, lid 6, kalenderkwartaal waarin de belasting verschuldigd is geworden. onder b), derde alinea, derde

    streepje, tweede volzin, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

    Het in lid 1, onder f), bedoelde bedrag wordt opgegeven voor het Artikel 22, lid 6, kalenderkwartaal waarin van de herziening kennis is gegeven aan onder b), vierde de afnemer. alinea, tweede streepje, tweede volzin, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

    Artikel 258

  • 1. 
    In de in artikel 43 bedoelde gevallen van intracommunautaire Artikel 22, lid 6, verwerving van goederen dient de belastingplichtige die voor onder b), vijfde BTW–doeleinden is geïdentificeerd in de lidstaat waar de alinea,

    belasting verschuldigd is, duidelijk de volgende gegevens op de vervat in artikel 28

    lijst te vermelden: nonies

    (ingevoegd bij

    92/111/EEG)

    Aangepast

    • a) 
      het nummer waaronder hij voor BTW–doeleinden in die Artikel 22, lid 6, lidstaat is geïdentificeerd en waaronder hij de verwerving en onder b), vijfde de daarop aansluitende levering van goederen heeft verricht; alinea, eerste

      streepje, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 92/111/EEG)

      Aangepast b) het nummer waaronder degene voor wie de daaropvolgende Artikel 22, lid 6,

      levering, verricht door de belastingplichtige, bestemd is, in onder b), vijfde de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer alinea, tweede van de goederen is geïdentificeerd; streepje, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 92/111/EEG)

    • c) 
      voor elk van degenen voor wie deze bestemd zijn, het totale Artikel 22, lid 6, bedrag, BTW niet inbegrepen, van de aldus door de onder b), vijfde belastingplichtige in de lidstaat van aankomst van de alinea, derde

      verzending of het vervoer van de goederen verrichte streepje, eerste leveringen. volzin, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 92/111/EEG)

      Aangepast

  • 2. 
    Het in lid 1, onder c), bedoelde bedrag wordt opgegeven voor het Artikel 22, lid 6, kalenderkwartaal waarin de belasting verschuldigd is geworden. onder b), vijfde alinea, derde

    streepje, tweede volzin, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 92/111/EEG)

    Artikel 259

In afwijking van de artikelen 257 en 258 kunnen de lidstaten bepalen dat Artikel 22, lid 6, deze lijsten meer gegevens bevatten. onder c),

vervat in artikel 28

nonies

(ingevoegd bij

91/680/EEG)

Aangepast

Artikel 22, lid 6, onder c), tweede streepje, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Artikel 260

De lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat de personen die Artikel 22, lid 7 overeenkomstig de artikelen 187 tot en met 190 en artikel 196, worden eerste deel van de geacht tot voldoening van de belasting te zijn gehouden in plaats van een zin, niet op hun grondgebied gevestigde belastingplichtige, de in dit hoofdstuk vervat in artikel 28 vastgestelde verplichting inzake de indiening van lijsten nakomen. nonies

(vervangen bij 2000/65/EG)

Aangepast

Artikel 261

De lidstaten kunnen belastingplichtigen die op hun grondgebied Artikel 22, lid 6, intracommunautaire verwervingen van goederen en de in de artikelen 22 en onder e), eerste 23 bedoelde daarmee gelijkgestelde handelingen verrichten, verzoeken alinea, gespecificeerde aangiften over deze verwervingen in te dienen, met dien vervat in artikel 28 verstande dat dergelijke aangiften niet voor periodes van minder dan een nonies maand mogen worden verlangd. (ingevoegd bij

91/680/EEG)

Aangepast

Artikel 262

De Raad kan met eenparigheid van stemmen op voorstel van de Commissie Artikel 22, lid 12, elke lidstaat machtigen de in de artikelen 263 en 264 bepaalde bijzondere vervat in artikel 28 maatregelen in te voeren om de in dit hoofdstuk vastgestelde nonies verplichtingen inzake de indiening van lijsten te vereenvoudigen. Deze (ingevoegd bij maatregelen mogen de betrouwbaarheid van de controle op de 91/680/EEG) intracommunautaire handelingen niet verminderen.

Aangepast

Artikel 263

Uit hoofde van de in artikel 262 bedoelde machtiging kunnen de lidstaten Artikel 22, lid 12, de belastingplichtigen toestaan, een lijst over een periode van een jaar in te onder a), dienen waarin voor elke afnemer aan wie de belastingplichtige onder de in vervat in artikel 28 artikel 135 vastgestelde voorwaarden goederen heeft geleverd het nummer nonies wordt vermeld waaronder deze in een andere lidstaat voor BTW– (ingevoegd bij d oeleinden is geïdentificeerd, wanneer de belastingplichtige aan de 91/680/EEG) volgende drie voorwaarden voldoet:

Aangepast a) het jaarlijkse totale bedrag, BTW niet inbegrepen, van zijn Artikel 22, lid 12,

leveringen van goederen en diensten overschrijdt met niet meer onder a), eerste dan 35 000 euro of de tegenwaarde daarvan in nationale streepje, munteenheid het bedrag van de jaarlijkse omzet die als maatstaf vervat in artikel 28 dient voor de toepassing van de in de artikelen 277 tot en met 280 nonies vervatte vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen; (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Aangepast

  • b) 
    het jaarlijkse totale bedrag, BTW niet inbegrepen, van de Artikel 22, lid 12, leveringen van goederen die hij verricht onder de in artikel 135 onder a), tweede vastgestelde voorwaarden bedraagt niet meer dan 15 000 euro of streepje,

    de tegenwaarde daarvan in nationale munteenheid; vervat in artikel 28 nonies

    (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

  • c) 
    de leveringen van goederen die hij verricht onder de in artikel 135 Artikel 22, lid 12, vastgestelde voorwaarden zijn geen leveringen van nieuwe onder a), derde

    vervoermiddelen. streepje, vervat in artikel 28 nonies

    (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

    Artikel 264

Uit hoofde van de in artikel 262 bedoelde machtiging kunnen de lidstaten Artikel 22, lid 12, die het belastingtijdvak waarover een belastingplichtige de in artikel 229 onder b), bedoelde BTW–aangifte moet indienen, op meer dan drie maanden vervat in artikel 28 vaststellen, deze belastingplichtige toestaan de lijst over datzelfde tijdvak nonies in te dienen, wanneer de belastingplichtige aan de volgende drie (ingevoegd bij voorwaarden voldoet: 91/680/EEG)

Aangepast

  • a) 
    het jaarlijkse totale bedrag, BTW niet inbegrepen, van zijn Artikel 22, lid 12, leveringen van goederen en diensten bedraagt ten hoogste onder b), eerste

    200 000 euro of de tegenwaarde daarvan in nationale streepje, munteenheid; vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast b) het jaarlijkse totale bedrag, BTW niet inbegrepen, van de Artikel 22, lid 12,

    leveringen van goederen die hij verricht onder de in artikel 135 onder b), tweede vastgestelde voorwaarden bedraagt niet meer dan 15 000 euro of streepje, de tegenwaarde daarvan in nationale munteenheid; vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

  • c) 
    de leveringen van de goederen die hij verricht onder de in Artikel 22, lid 12, artikel 135 vastgestelde voorwaarden, zijn geen leveringen van onder b), derde

    nieuwe vervoermiddelen. streepje, vervat in artikel 28 nonies

    (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

    Hoofdstuk 7

    Diverse bepalingen

    Artikel 265

  • 1. 
    De lidstaten kunnen de volgende belastingplichtigen van bepaalde Artikel 22, lid 9, verplichtingen of van alle verplichtingen ontheffen: onder a), eerste alinea,

    vervat in artikel 28

    nonies

    (ingevoegd bij

    91/680/EEG)

    • a) 
      de belastingplichtigen wier intracommunautaire Artikel 22, lid 9, verwervingen overeenkomstig artikel 4, lid 1, niet aan de onder a), eerste BTW zijn onderworpen; alinea, tweede

      streepje, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

      Aangepast b) de belastingplichtigen die geen van de in de artikelen 21, 22, Artikel 22, lid 9,

    23, 34, 37, 135 en 138 bedoelde handelingen verrichten; onder a), eerste alinea, derde

    streepje, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

  • c) 
    de belastingplichtigen die slechts leveringen van goederen Artikel 22, lid 9, of diensten verrichten die uit hoofde van de artikelen 129 tot onder a), eerste en met 133, 142 tot en met 145 en 147, 148 en 149 zijn alinea, eerste

    vrijgesteld; streepje, vervat in artikel 28 nonies

    (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

  • d) 
    de belastingplichtigen die in aanmerking komen voor de in Artikel 22, lid 9, de artikelen 277 tot en met 280 vervatte vrijstellingsregeling onder a), eerste voor kleine ondernemingen; alinea, tweede

    streepje, vervat in artikel 28 nonies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

  • e) 
    de belastingplichtigen die voor de forfaitaire regeling voor Artikel 25, lid 4, landbouwproducenten in aanmerking komen. eerste alinea

    (77/388/EEG)

    Aangepast

De lidstaten mogen evenwel de in de eerste alinea, onder b), Artikel 22, lid 9, bedoelde belastingplichtigen geen ontheffing verlenen van de in onder a), tweede de artikelen 211 tot en met 222 en 231, 232 en 233 vastgestelde alinea, verplichtingen inzake facturering. vervat in artikel 28

nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

Aangepast 2. Wanneer de lidstaten van de in lid 1, onder e), bedoelde Artikel 25, lid 4,

mogelijkheid gebruikmaken, nemen zij de nodige maatregelen tweede alinea, voor een juiste toepassing van de overgangsregeling voor de vervat in artikel 28 belastingheffing op intracommunautaire handelingen. undecies, punt 1 (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Aangepast

  • 3. 
    De lidstaten kunnen andere dan de in lid 1 bedoelde Artikel 22, lid 9, belastingplichtigen ontheffing verlenen van bepaalde van de in onder b),

    artikel 234 bedoelde boekhoudkundige verplichtingen. vervat in artikel 28 nonies

    (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

    Artikel 266

De lidstaten kunnen, onder voorbehoud van gelijke behandeling van door Artikel 22, lid 8 belastingplichtigen verrichte binnenlandse handelingen en handelingen eerste alinea, tussen de lidstaten, andere verplichtingen voorschrijven die zij vervat in artikel 28 noodzakelijk achten ter waarborging van de juiste heffing van de BTW en nonies ter voorkoming van fraude, mits deze verplichtingen in het handelsverkeer (ingevoegd bij tussen de lidstaten geen aanleiding geven tot formaliteiten in verband met 91/680/EEG) het overschrijden van een grens.

De in de eerste alinea geboden mogelijkheid mag niet worden benut voor Artikel 22, lid 8, het opleggen van verplichtingen die een aanvulling zijn op de in tweede alinea, hoofdstuk 3 vastgestelde verplichtingen inzake facturering. vervat in artikel 28

nonies (ingevoegd bij 2001/115/EG)

Aangepast

Hoofdstuk 8

Verplichtingen ter zake van bepaalde invoer– en uitvoerhandelingen

Artikel 23 (77/388/EEG)

Titel van artikel 23 (77/388/EEG)

Afdeling 1

Invoerhandelingen Artikel 267

De artikelen 268, 269 en 270 zijn van toepassing op invoerhandelingen die Artikel 33 bis betrekking hebben op goederen in het vrije verkeer die de Gemeenschap (vervangen bij binnenkomen uit een derdelandsgebied dat deel uitmaakt van het 92/111/EEG) douanegebied van de Gemeenschap.

Aangepast

Artikel 268

De formaliteiten betreffende de invoer van de in artikel 267 bedoelde Artikel 33 bis, goederen zijn dezelfde als die welke zijn bepaald in de geldende lid 1, onder a) communautaire douanebepalingen betreffende de invoer van goederen in (vervangen bij het douanegebied van de Gemeenschap. 92/111/EEG)

Aangepast

Artikel 269

Wanneer de plaats van aankomst van de verzending of van het vervoer van Artikel 33 bis, de in artikel 267 bedoelde goederen zich buiten de lidstaat van hun lid 1, onder b) binnenkomst in de Gemeenschap bevindt, zijn zij in de Gemeenschap in (vervangen bij het verkeer onder de regeling voor intern communautair douanevervoer als 92/111/EEG) geregeld in de geldende communautaire douanebepalingen, indien op het

moment van hun binnenkomst in de Gemeenschap aangifte is gedaan dat Aangepast

zij onder die regeling zijn gebracht.

Artikel 270

Wanneer de in artikel 267 bedoelde goederen zich op het moment van Artikel 33 bis, binnenkomst in de Gemeenschap bevinden in een van de situaties waardoor lid 1, onder c) zij, indien zij ingevoerd waren in de zin van artikel 31, eerste alinea, in (vervangen bij aanmerking konden komen voor een van de in artikel 151 bedoelde 92/111/EEG) regelingen of voor een regeling van tijdelijke invoer met volledige

vrijstelling van invoerrechten, nemen de lidstaten de maatregelen om Aangepast

ervoor te zorgen dat deze goederen in de Gemeenschap onder dezelfde voorwaarden kunnen verblijven als die welke voor de toepassing van die regelingen gelden.

Afdeling 2

Uitvoerhandelingen Artikel 271

De artikelen 272 en 273 zijn van toepassing op de uitvoerhandelingen met Artikel 33 bis, betrekking totgoederen in het vrije verkeer die worden verzonden of lid 2(vervangen bij vervoerd uit een lidstaat naar een derdelandsgebied dat deel uitmaakt van 92/111/EEG) het douanegebied van de Gemeenschap.

Aangepast

Artikel 272

De formaliteiten betreffende de uitvoer van de in artikel 271 bedoelde Artikel 33 bis, goederen uit het douanegebied van de Gemeenschap zijn dezelfde als die lid 2, onder a) welke zijn bepaald in de geldende communautaire douanebepalingen (vervangen bij betreffende de uitvoer van goederen uit het douanegebied van de 92/111/EEG) Gemeenschap.

Aangepast

Artikel 273

Voor goederen die tijdelijk uit de Gemeenschap worden uitgevoerd met het Artikel 33 bis, oog op wederinvoer, nemen de lidstaten de nodige maatregelen om ervoor lid 2, onder b) te zorgen dat die goederen bij hun wederinvoer in de Gemeenschap in (vervangen bij aanmerking komen voor dezelfde bepalingen als wanneer zij tijdelijk uit 92/111/EEG) het douanegebied van de Gemeenschap waren uitgevoerd.

Aangepast

TITEL XII Hoofdstuk XIV

(77/388/EEG)

BIJZONDERE REGELINGEN Titel van hoofdstuk

XIV (77/388/EEG)

Hoofdstuk 1

Bijzondere regeling voor kleine ondernemingen

Afdeling 1

Vereenvoudigde bepalingen inzake belastingheffing en belastinginning

Artikel 274 Artikel 24 (77/388/EEG)

Titel van artikel 24 (77/388/EEG)

Lidstaten die moeilijkheden zouden ondervinden bij het toepassen van de Artikel 24, lid 1 normale BTW–regeling op kleine ondernemingen in verband met de (77/388/EEG) activiteit of de structuur van die ondernemingen, kunnen binnen de grenzen

en onder de voorwaarden die zij vaststellen, en na raadpleging van het Aangepast

BTW–comité, vereenvoudigde regels inzake belastingheffing en belastinginning, zoals forfaitaire regelingen, toepassen, zonder dat dit mag leiden tot vermindering van de belasting.

Afdeling 2

Vrijstellingen of degressieve verminderingen

Artikel 275

De in deze afdeling vastgestelde vrijstellingen en verminderingen zijn van Artikel 24, lid 3, toepassing op door kleine ondernemingen verrichte leveringen van eerste alinea goederen en diensten. (77/388/EEG)

Aangepast

Artikel 276

  • 1. 
    De volgende handelingen zijn van de in deze afdeling vastgestelde Artikel 24, lid 3, regeling uitgesloten: tweede alinea,

    tweede volzin (77/388/EEG)

    Aangepast

    • a) 
      de in artikel 11 bedoelde incidenteel verrichte handelingen; Artikel 24, lid 3, tweede alinea,

      tweede volzin (77/388/EEG)

      Aangepast

    • b) 
      de leveringen van nieuwe vervoermiddelen verricht onder de Artikel 24, lid 3, in artikel 135 vastgestelde voorwaarden; derde alinea,

      vervat in artikel 28

      decies

      (vervangen bij

      92/111/EEG)

      Aangepast c) de leveringen van goederen en de diensten die worden Artikel 24, lid 3,

      verricht door eenbelastingplichtige die niet is gevestigd in derde alinea, de lidstaat waar de BTW is verschuldigd. vervat in artikel 28 decies (vervangen bij 92/111/EEG)

      Aangepast

  • 2. 
    De lidstaten kunnen andere dan de in lid 1 bedoelde handelingen Artikel 24, lid 3, van de in deze afdeling vastgestelde regeling uitsluiten. tweede alinea,

    eerste volzin (77/388/EEG)

    Artikel 277

  • 1. 
    De lidstaten die gebruik hebben gemaakt van de in artikel 14 van Artikel 24, lid 2, Richtlijn 67/228/EEG i van de Raad gegeven mogelijkheid onder a), eerste vrijstellingen of degressieve verminderingen van de belasting in te alinea

    voeren, mogen deze alsmede de desbetreffende (77/388/EEG) uitvoeringsbepalingen handhaven, indien zij met het BTW–stelsel

in overeenstemming zijn. Aangepast

  • 2. 
    De lidstaten die op 17 mei 1977 een vrijstelling van belasting Artikel 24, lid 2, toekenden aan belastingplichtigen met een jaaromzet die minder onder a), tweede bedroeg dan de tegenwaarde van 5 000 Europese rekeneenheden alinea

    in nationale munteenheid tegen de omrekeningskoers geldend op (77/388/EEG) die datum, mogen die vrijstelling verhogen tot 5 000 euro. Aangepast

  • 3. 
    De lidstaten die degressieve verminderingen van de belasting Artikel 24, lid 2, toepasten, mogen noch de bovengrens van die verminderingen onder a), derde verhogen, noch de voorwaarden voor de toekenning daarvan alinea

    gunstiger maken. (77/388/EEG)

    Aangepast

    Artikel 278

De lidstaten die van de in artikel 14 van Richtlijn 67/228/EEG i gegeven Artikel 24, lid 2, mogelijkheid geen gebruik hebben gemaakt, mogen vrijstelling van onder b), eerste belasting toekennen aan belastingplichtigen met een jaaromzet die ten volzin hoogste gelijk is aan 5 000 euro of de tegenwaarde van dit bedrag in (77/388/EEG) nationale munteenheid.

Aangepast De in de eerste alinea bedoelde lidstaten kunnen een degressieve Artikel 24, lid 2, belastingvermindering toekennen aan belastingplichtigen wier jaaromzet onder b), tweede het plafond overschrijdt dat dezestaten voor de toepassing van de volzin vrijstelling hebben vastgesteld. (77/388/EEG)

Aangepast

Artikel 279

De lidstaten die op 17 mei 1977 een vrijstelling van belasting toekenden Artikel 24, lid 2, aan belastingplichtigen met een jaaromzet gelijk aan of hoger dan de onder c) tegenwaarde van 5 000 Europese rekeneenheden in nationale munteenheid (77/388/EEG) tegen de op die datum geldende omrekeningskoers, mogen deze vrijstelling

verhogen teneinde de reële waarde ervan te handhaven. Aangepast

Artikel 280 Artikel 24 bis (ingevoegd bij de Toetredingsakte van 2003)

De lidstaten die na 1 januari 1978 zijn toegetreden, kunnen een vrijstelling Artikel 24 bis, van belasting toekennen aan belastingplichtigen met een jaarlijkse omzet eerste alinea die ten hoogste gelijk is aan de tegenwaarde in de nationale munteenheid (ingevoegd bij de van de volgende bedragen tegen de op de dag van hun toetreding geldende Toetredingsakte omrekeningskoers: van 2003)

Aangepast

  • 1. 
    Griekenland: 10 000 Europese rekeneenheden; Bijlage VIII, deel II punt 2, onder a)

    (Toetredingsakte EL)

    Bijlage XXXII, deel IV, punt 3, onder a) (Toetredingsakte ES en PT)

  • 2. 
    Spanje: 10 000 ecu; Bijlage XXXII, deel IV, punt 3, onder a), eerste streepje

    (Toetredingsakte ES en PT)

  • 3. 
    Portugal: 10 000 ecu; Bijlage XXXII, deel IV, punt 3, onder a), tweede streepje, eerste volzin

    (Toetredingsakte ES en PT)

  • 4. 
    Oostenrijk: 35 000 ecu; Bijlage XV, deel IX, punt 2, onder c), eerste alinea

    (Toetredingsakte AT, FI en SE)

  • 5. 
    Finland: 10 000 ecu; Bijlage XV, deel IX, punt 2, onder j)

    (Toetredingsakte AT, FI en SE)

  • 6. 
    Zweden: 10 000 ecu; Bijlage IX, punt 2, onder x)

    (Toetredingsakte AT, FI en SE)

    Bijlage XV, deel IX, punt 2, onder x), tweede streepje (Toetredingsakte AT, FI en SE)

  • 7. 
    Tsjechië: 35 000 euro; Artikel 24 bis, eerste alinea, eerste streepje (ingevoegd bij de Toetredingsakte van 2003)
  • 8. 
    Estland: 16 000 euro; Artikel 24 bis, eerste alinea, tweede streepje (ingevoegd bij de Toetredingsakte van 2003)
  • 9. 
    Cyprus: 15 600 euro; Artikel 24 bis, eerste alinea, derde streepje (ingevoegd bij de Toetredingsakte van 2003)
  • 10. 
    Letland: 17 200 euro; Artikel 24 bis, eerste alinea, vierde streepje (ingevoegd bij de Toetredingsakte van 2003)
  • 11. 
    Litouwen: 29 000 euro; Artikel 24 bis, eerste alinea, vijfde streepje (ingevoegd bij de Toetredingsakte van 2003)
  • 12. 
    Hongarije: 35 000 euro; Artikel 24 bis, eerste alinea, zesde streepje (ingevoegd bij de Toetredingsakte van 2003)
  • 13. 
    Malta: 37 000 euro wanneer de economische activiteit Artikel 24 bis, voornamelijk bestaat uit de levering van goederen, 24 300 euro eerste alinea, wanneer de economische activiteit voornamelijk bestaat diensten zevende streepje met een lage toegevoegde waarde (hoge inputs), en 14 600 euro in (ingevoegd bij de andere gevallen, namelijk diensten met een hoge toegevoegde Toetredingsakte waarde (lage inputs); van 2003)

    Aangepast

  • 14. 
    Polen: 10 000 euro; Artikel 24 bis, eerste alinea, achtste streepje (ingevoegd bij de Toetredingsakte van 2003)
  • 15. 
    Slovenië: 25 000 euro; Artikel 24 bis, eerste alinea, negende streepje (ingevoegd bij de Toetredingsakte van 2003)
  • 16. 
    Slowakije: 35 000 euro. Artikel 24 bis, eerste alinea, tiende streepje (ingevoegd bij de Toetredingsakte van 2003)

    Artikel 281

De omzet die als maatstaf dient voor de toepassing van de in deze afdeling Artikel 24, lid 4, vastgestelde regeling, wordt gevormd door de volgende bedragen, BTW eerste alinea niet inbegrepen: (77/388/EEG)

Aangepast

  • 1. 
    het bedrag van de leveringen van goederen en diensten, voorzover Artikel 24, lid 4, deze belast zijn, met inbegrip van de handelingen die krachtens de eerste alinea

    artikelen 106 en 107, artikel 121, lid 1, de artikelen 122 en 124 en (77/388/EEG) artikel 125, lid 1, zijn vrijgesteld met recht op aftrek van

voorbelasting; Aangepast

  • 2. 
    het bedrag van de krachtens de artikelen 142 tot en met 145 en de Artikel 24, lid 4, artikelen 147, 148 en 149 vrijgestelde handelingen; eerste alinea

    (77/388/EEG)

  • 3. 
    het bedrag van de handelingen met betrekking tot onroerende Artikel 24, lid 4, goederen, van financiële handelingen bedoeld in artikel 132, lid 1, eerste alinea

    onder b) tot en met g), en van verzekeringsdiensten, tenzij die (77/388/EEG) handelingen het karakter van bijkomstige handelingen bezitten.

De overdracht van lichamelijke of onlichamelijke investeringsgoederen Artikel 24, lid 4, van de onderneming wordt evenwel niet in aanmerking genomen voor de tweede alinea vaststelling van de omzet. (77/388/EEG)

Artikel 282

De belastingplichtigen voor wie vrijstelling van belasting geldt, hebben Artikel 24, lid 5 geen recht op aftrek van BTW overeenkomstig de artikelen 162 tot en met (gewijzigd bij 171 en mogen de BTW evenmin op hun facturen vermelden. 2001/115/EG)

Aangepast Artikel 283

De belastingplichtigen die in aanmerking kunnen komen voor vrijstelling Artikel 24, lid 6 van belasting, kunnen kiezen hetzij voor toepassing van de normale BTW– (77/388/EEG) regeling, hetzij voor toepassing van de in artikel 274 genoemde

vereenvoudigde regelingen. In dit laatste geval gelden voor hen de Aangepast

degressieve belastingverminderingen waarin de nationale wetgeving eventueel voorziet.

Artikel 284

De belastingplichtigen voor wie degressieve belasting–vermindering geldt, Artikel 24, lid 7 worden, behoudens de toepassing van artikel 274, beschouwd als (77/388/EEG) belastingplichtigen vallende onder de normale BTW–regeling.

Artikel 285

De in deze afdeling vastgestelde regeling is van toepassing tot een datum Artikel 24, lid 2 die door de Raad overeenkomstig artikel 93 van het Verdrag wordt (77/388/EEG) vastgesteld en die niet later mag vallen dan het tijdstip van

inwerkingtreding van de in artikel 395 bedoelde definitieve regeling. Aangepast

Afdeling 3

Verslag en herziening

Artikel 286

De Commissie brengt, op grond van de van de lidstaten verkregen Artikel 24, lid 8 gegevens de Raad om de vier jaar een verslag uit over de toepassing van dit (77/388/EEG) hoofdstuk, in voorkomend geval, rekening houdend met de noodzaak van

uiteindelijke convergentie van de nationale regelingen, vergezeld van Aangepast

voorstellen betreffende de volgende punten:

  • 1. 
    de in de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen aan te Artikel 24, lid 8, brengen verbeteringen; onder a)

    (77/388/EEG)

  • 2. 
    de aanpassing van de nationale regelingen inzake vrijstellingen en Artikel 24, lid 8, degressieve verminderingen van de BTW; onder b)

    (77/388/EEG)

  • 3. 
    de aanpassing van de in afdeling 2 bedoelde maximumbedragen. Artikel 24, lid 8, onder c)

    (77/388/EEG)

    Aangepast Artikel 287

De Raad bepaalt overeenkomstig artikel 93 van het Verdrag of in het kader Artikel 24, lid 9 van de definitieve regeling een bijzondere regeling voor kleine (77/388/EEG) ondernemingen nodig is, en neemt, in voorkomend geval, tevens een

beslissing over de grenzen en de gemeenschappelijke Aangepast

toepassingsvoorwaarden van de genoemde bijzondere regeling.

Hoofdstuk 2

Gemeenschappelijke forfaitaire regeling voor landbouwproducenten

Artikel 288 Artikel 25 (77/388/EEG)

Titel van artikel 25 (77/388/EEG)

  • 1. 
    Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden beschouwd als: Artikel 25, lid 2 (77/388/EEG)
    • 1. 
      landbouwproducent: de belastingplichtige die zijn Artikel 25, lid 2, werkzaamheid uitoefent in het kader van een landbouw–, eerste streepje

      bosbouw– of visserijbedrijf; (77/388/EEG)

      Aangepast

    • 2. 
      landbouw–, bosbouw– of visserijbedrijf: de bedrijven die Artikel 25, lid 2, door elke lidstaat als zodanig worden beschouwd in het tweede streepje kader van de in bijlage VI vermelde (77/388/EEG)

      productiewerkzaamheden;

    • 3. 
      forfaitair belaste landbouwer: de landbouwproducent op wie Artikel 25, lid 2, de in dit hoofdstuk vastgestelde forfaitaire regeling van derde streepje

      toepassing is; (77/388/EEG)

    • 4. 
      landbouwproducten: de goederen die door de landbouw–, Artikel 25, lid 2, bosbouw– of visserijbedrijven van elke lidstaat worden vierde streepje

      voortgebracht door middel van de in bijlage VI vermelde (77/388/EEG) werkzaamheden;

    • 5. 
      agrarische diensten: de met name in bijlage VII genoemde Artikel 25, lid 2, diensten die worden verricht door een landbouwproducent vijfde streepje

      met gebruikmaking van zijn arbeidskrachten of de normale (77/388/EEG) uitrusting van zijn landbouw–, bosbouw– of visserijbedrijf

      en die normaal tot de verwezenlijking van de Aangepast

      landbouwproductie bijdragen; 6. de BTW–voordruk: de totale druk aan BTW die rust op de Artikel 25, lid 2,

      goederen en diensten die zijn betrokken door alle onder de zesde streepje forfaitaire regeling vallende landbouw–, bosbouw– en (77/388/EEG) visserijbedrijven gezamenlijk van elke lidstaat, voorzover

      deze belasting door een landbouwproducent die onder de Aangepast

      normale BTW–regeling valt, overeenkomstig de artikelen 162 tot en met 171 zou kunnen worden afgetrokken;

    • 7. 
      forfaitaire compensatiepercentages: de percentages die de Artikel 25, lid 2, lidstaten overeenkomstig in de artikelen 290, 291 en 292 zevende streepje vaststellen en die zij toepassen in de in artikel 284 bedoelde (77/388/EEG)

      gevallen teneinde de forfaitair belaste landbouwers in aanmerking te doen komen voor een forfaitaire compensatie voor de BTW–voordruk;

    • 8. 
      forfaitaire compensatie: het bedrag dat voortvloeit uit de Artikel 25, lid 2, toepassing van het forfaitaire compensatiepercentage op de achtste streepje omzet van de forfaitair belaste landbouwer in de in (77/388/EEG)

      artikel 280 bedoelde gevallen.

  • 2. 
    De verwerking door een landbouwproducent van de in hoofdzaak Bijlage A, punt V uit zijn landbouwproductie afkomstige producten, verricht met (77/388/EEG)

    behulp van de middelen die normaal in de landbouw–, bosbouw–

of visserijbedrijven worden gebezigd, wordt gelijkgesteld met de Aangepast

in bijlage VI genoemde landbouwproductiewerkzaamheden .

Artikel 289

  • 1. 
    De lidstaten kunnen ten aanzien van landbouwproducenten voor Artikel 25, lid 1 wie de toepassing van de normale BTW–regeling of, in (77/388/EEG)

    voorkomend geval, van de bijzondere regeling van hoofdstuk 1,

op moeilijkheden zou stuiten, overeenkomstig het bepaalde in dit Aangepast

hoofdstuk, een forfaitaire regeling toepassen ter compensatie van de BTW die is betaald over de aankopen van goederen en diensten van de forfaitair belaste landbouwers.

  • 2. 
    Iedere lidstaat kan bepaalde categorieën landbouwproducenten Artikel 25, lid 9 alsmede landbouwproducenten voor wie de toepassing van de (77/388/EEG)

    normale BTW–regeling of, in voorkomend geval, van de in

artikel 274 bedoelde vereenvoudigde regels geen administratieve Aangepast

moeilijkheden oplevert, van de forfaitaire regeling uitsluiten.

  • 3. 
    Iedere forfaitair belaste landbouwer heeft het recht te kiezen voor Artikel 25, lid 10 toepassing van de normale BTW–regeling of, in voorkomend (77/388/EEG)

    geval, van de in artikel 274 bedoelde vereenvoudigde regels, met

inachtneming van de door elke lidstaat gestelde nadere regels en Aangepast

voorwaarden.

Artikel 290

De lidstaten stellen, voorzover nodig, forfaitaire compensatiepercentages Artikel 25, lid 3, vast. Zij kunnen gedifferentieerde forfaitaire compensatiepercentages eerste alinea, vaststellen voor de bosbouw, de verschillende deelsectoren van de eerste volzin, en landbouw en de visserij. tweede alinea

(77/388/EEG)

Aangepast

De lidstaten brengen de uit hoofde van de eerste alinea vastgestelde Artikel 25, lid 3, forfaitaire compensatiepercentages, voordat zij worden toegepast, ter eerste alinea, kennis van de Commissie. eerste volzin

(77/388/EEG)

Aangepast

Artikel 291

De forfaitaire compensatiepercentages worden bepaald aan de hand van de Artikel 25, lid 3, macro–economische gegevens over de laatste drie jaar betreffende eerste alinea, uitsluitend de forfaitair belaste landbouwers. tweede volzin

(77/388/EEG)

De percentages mogen naar boven of naar beneden op een half punt Artikel 25, lid 3, worden afgerond. De lidstaten kunnen deze percentages ook tot nihil eerste alinea, terugbrengen. vierde en vijfde

volzinnen (77/388/EEG)

Aangepast

Artikel 292

De forfaitaire compensatiepercentages mogen niet tot gevolg hebben dat Artikel 25, lid 3, aan de forfaitair belaste landbouwers gezamenlijk bedragen worden eerste alinea, terugbetaald die hoger zijn dan de BTW–voordruk. derde volzin

(77/388/EEG)

Artikel 293

Artikel 25, lid 5 (77/388/EEG)

Belang verloren De forfaitaire compensatiepercentages worden toegepast op de prijs, BTW Artikel 25, lid 5 niet inbegrepen, van de volgende goederen en diensten: eerste alinea,

vervat in artikel 28

undecies, punt 2

(ingevoegd bij

91/680/EEG)

Aangepast

  • 1. 
    de landbouwproducten die de forfaitair belaste landbouwers Artikel 25, lid 5, hebben geleverd aan andere belastingplichtigen dan die welke in eerste alinea,

    de lidstaat onder deze forfaitaire regeling vallen; onder a), vervat in artikel 28 undecies, punt 2 (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

  • 2. 
    de landbouwproducten die de forfaitair belaste landbouwers onder Artikel 25, lid 5, de in artikel 135 vastgestelde voorwaarden hebben geleverd aan eerste alinea,

    niet–belastingplichtige rechtspersonen wier intracommunautaire onder b), verwervingen overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder b) aan de vervat in artikel 28 BTW zijn onderworpen in de lidstaat van aankomst van de undecies, punt 2 verzending of het vervoer van de aldus geleverde (ingevoegd bij landbouwproducten; 91/680/EEG)

    Aangepast

  • 3. 
    de agrarische diensten die worden verricht door forfaitair belaste Artikel 25, lid 5, landbouwers voor andere belastingplichtigen dan die welke in de eerste alinea,

    lidstaat onder deze forfaitaire regeling vallen. onder c), vervat in artikel 28 undecies, punt 2 (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

    Artikel 294

    Artikel 25, lid 6 (77/388/EEG)

    Belang verloren

    Artikel 25, lid 6, onder a) (77/388/EEG)

    Belang verloren Artikel 25, lid 6, onder b) (77/388/EEG)

    Belang verloren

  • 1. 
    Voor de in artikel 293 bedoelde leveringen van Artikel 25, lid 6, landbouwproducten en diensten bepalen de lidstaten dat de vervat in artikel 28 betaling van de forfaitaire compensaties geschiedt hetzij door de undecies, punt 2 afnemer van de goederen of de ontvanger van de diensten hetzij (ingevoegd bij

    door de overheid. 91/680/EEG)

    Aangepast

    Artikel 25, lid 6, onder a), eerste alinea, eerste volzin, vervat in artikel 28 undecies, punt 2 (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Artikel 25, lid 6, onder b), vervat in artikel 28 undecies, punt 2 (ingevoegd bij 91/680/EEG)

  • 2. 
    Voor de andere dan de in artikel 293 bedoelde leveringen van Artikel 25, lid 8 landbouwproducten en agrarische diensten wordt de betaling van (77/388/EEG)

    de forfaitaire compensaties geacht te zijn verricht door de koper of

de ontvanger. Aangepast

Artikel 295

Wanneer een forfaitair belaste landbouwer een forfaitaire compensatie Artikel 25, lid 5, geniet, heeft hij voor de onder de onderhavige forfaitaire regeling vallende tweede alinea, werkzaamheden geen recht op aftrek. vervat in artikel 28

undecies, punt 2 (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Aangepast Artikel 296

  • 1. 
    Wanneer de belastingplichtige afnemer of ontvanger Artikel 25, lid 6, overeenkomstig artikel 294, lid 1, een forfaitaire compensatie onder a), eerste betaalt, heeft hij het recht, op de in de artikelen 162 tot en met 171 alinea, tweede

    vastgestelde voorwaarden en volgens de door de lidstaten volzin, vastgestelde nadere regels, van de door hem in de lidstaat vervat in artikel 28 verschuldigde BTW het bedrag van deze compensatie af te undecies, punt 2 trekken. (ingevoegd bij 91/680/EEG)

    Aangepast

  • 2. 
    De lidstaten kennen aan de afnemer of ontvanger terugbetaling toe Artikel 25, lid 6, van het bedrag van de forfaitaire compensatie dat hij uit hoofde onder a), tweede van een van de volgende handelingen heeft betaald: alinea,

    vervat in artikel 28

    undecies, punt 2

    (ingevoegd bij

    91/680/EEG)

    Aangepast

    • a) 
      de leveringen van landbouwproducten die worden verricht Artikel 25, lid 6, onder de in artikel 135 vastgestelde voorwaarden, wanneer onder a), tweede de afnemer een belastingplichtige is, of een niet– alinea, eerste

      belastingplichtige rechtspersoon, die als zodanig handelt in streepje, een andere lidstaat waarin zijn intracommunautaire vervat in artikel 28 verwervingen van goederen overeenkomstig artikel 3, lid 1, undecies, punt 2 onder b), aan de BTW zijn onderworpen; (ingevoegd bij 91/680/EEG)

      Aangepast

    • b) 
      de leveringen van landbouwproducten die onder de in de Artikel 25, lid 6, artikelen 142 tot en met 145, de artikelen 147, 148, 149 en onder a), tweede 151, artikel 152, lid 1, onder b), en de artikelen 153, 155 en alinea, tweede

      156 vastgestelde voorwaarden worden verricht voor een streepje, belastingplichtige afnemer die buiten de Gemeenschap is vervat in artikel 28 gevestigd, voorzover deze landbouwproducten door de undecies, punt 2 afnemer worden gebruikt ten behoeve van zijn in (ingevoegd bij artikel 164, onder a) en b), bedoelde handelingen of van zijn 91/680/EEG) diensten die worden geacht te worden verricht in de lidstaat

      waar de ontvanger is gevestigd, en waarvoor de de Aangepast

      ontvanger de belasting uitsluitend overeenkomstig artikel 189 verschuldigd is;

    • c) 
      de agrarische diensten die worden verricht voor een in de Artikel 25, lid 6, Gemeenschap maar in een andere lidstaat gevestigde onder a), tweede belastingplichtige ontvanger of voor een buiten de alinea, derde

      Gemeenschap gevestigde belastingplichtige ontvanger, streepje, voorzover deze diensten door de ontvanger worden gebruikt vervat in artikel 28 ten behoeve van zijn in artikel 164, onder a) en b), bedoelde undecies, punt 2 handelingen of van zijn diensten die worden geacht te (ingevoegd bij worden verricht in de lidstaat waar de ontvanger is 91/680/EEG) gevestigd, en waarvoor de belasting uitsluitend door de

      ontvanger overeenkomstig artikel 189 verschuldigd is. Aangepast

  • 3. 
    De lidstaten stellen de nadere regels voor de in lid 2 bedoelde Artikel 25, lid 6, terugbetalingen vast. Zij kunnen met name de onder a), derde Richtlijnen 79/1072/EEG i en 86/560/EEG i toepassen. alinea,

    vervat in artikel 28

    undecies, punt 2

    (ingevoegd bij

    91/680/EEG)

    Aangepast

    Artikel 297

De lidstaten nemen alle nodige maatregelen om de uitbetaling van de Artikel 25, lid 7 forfaitaire compensaties aan de forfaitair belaste landbouwers doeltreffend (77/388/EEG) te kunnen controleren.

Artikel 298

Wanneer de lidstaten deze forfaitaire regeling toepassen, treffen zij alle Artikel 25, lid 9, nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat leveringen van tweede alinea landbouwproducten tussen lidstaten, verricht onder de in artikel 34 vervat in artikel 28 bedoelde voorwaarden, ongeacht of zij worden verricht door een forfaitair undecies, punt 3 belaste landbouwer of door een andere belastingplichtige, op identieke (ingevoegd bij wijze worden belast. 91/680/EEG)

Aangepast

Artikel 25, lid 11 (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 25, lid 12 (77/388/EEG)

Belang verloren

Hoofdstuk 3

Bijzondere regeling voor reisbureaus Artikel 299 Artikel 26 (77/388/EEG)

Titel van artikel 26 (77/388/EEG)

  • 1. 
    De lidstaten passen een bijzondere regeling voor de BTW op de Artikel 26, lid 1, handelingen van reisbureaus toe overeenkomstig het bepaalde in eerste volzin

    dit hoofdstuk, voorzover de reisbureaus op eigen naam tegenover (77/388/EEG) de reiziger handelen en zij voor de totstandbrenging van de reizen

gebruikmaken van leveringen van goederen en diensten van Aangepast

andere belastingplichtigen.

Deze bijzondere regeling is niet van toepassing op reisbureaus die Artikel 26, lid 1,

alleen handelen als tussenpersoon en waarop artikel 78, eerste tweede volzin

alinea, onder c), van toepassing is. (77/388/EEG)

Aangepast

  • 2. 
    Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden reisorganisatoren Artikel 26, lid 1, (tour-operators) ook als reisbureaus beschouwd. derde volzin

    (77/388/EEG)

    Aangepast

    Artikel 300

De onder de voorwaarden van artikel 299 verrichte handelingen van het Artikel 26, lid 2, reisbureau met het oog op de totstandkoming van de reis, worden eerste volzin beschouwd als één enkele dienst van het reisbureau aan de reiziger. (77/388/EEG)

Aangepast

Deze ene dienst wordt belast in de lidstaat waar het reisbureau de zetel van Artikel 26, lid 2, zijn bedrijfsuitoefening of een vaste inrichting heeft gevestigd van waaruit tweede volzin het de dienst heeft verricht. (77/388/EEG)

Aangepast

Artikel 301

Voor de door het reisbureau verrichte ene dienst wordt als maatstaf van Artikel 26, lid 2, heffing en prijs BTW niet inbegrepen in de zin van artikel 217, punt 8, derde volzin beschouwd de winstmarge van het reisbureau, dat wil zeggen het verschil (77/388/EEG) tussen het totale bedrag, BTW niet inbegrepen, dat de reiziger moet betalen

en de werkelijk door het reisbureau gedragen kosten voor leveringen van Aangepast

goederen en diensten van andere belastingplichtigen, mits deze handelingen de reiziger rechtstreeks ten goede komen.

Artikel 302

Indien de handelingen waarvoor het reisbureau een beroep doet op andere Artikel 26, lid 3, belastingplichtigen, door laatstgenoemden buiten de Gemeenschap worden eerste volzin verricht, wordt de dienst van het reisbureau gelijkgesteld met een krachtens (77/388/EEG) artikel 149 vrijgestelde handeling van een tussenpersoon.

Indien de in de eerste alinea bedoelde handelingen zowel binnen als buiten Artikel 26, lid 3, de Gemeenschap worden verricht, mag alleen het gedeelte van de dienst tweede volzin van het reisbureau betreffende de buiten de Gemeenschap verrichte (77/388/EEG) handelingen als vrijgesteld worden beschouwd.

Artikel 303

De bedragen van de BTW die het reisbureau in rekening worden gebracht Artikel 26, lid 4 door andere belastingplichtigen voor de in de artikelen 300 en 301 (77/388/EEG) bedoelde handelingen die de reiziger rechtstreeks ten goede komen, mogen

in de lidstaten afgetrokken noch teruggegeven worden. Aangepast

Hoofdstuk 4

Bijzondere regelingen voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten

Afdeling 1

Definities

Artikel 304 Artikel 26 bis (ingevoegd bij 94/5/EG)

Titel van artikel 26 bis (ingevoegd bij 94/5/EG)

Titel van artikel 26 bis, A (ingevoegd bij 94/5/EG)

  • 1. 
    Voor de toepassing van dit hoofdstuk, en onverminderd andere Artikel 26 bis, A, communautaire bepalingen, wordt verstaan onder: inleidende zin

    (ingevoegd bij 94/5/EG)

    • a) 
      gebruikte goederen: roerende lichamelijke zaken die in de Artikel 26 bis, A, staat waarin zij verkeren of na herstelling opnieuw kunnen onder d)

      worden gebruikt, andere dan kunstvoorwerpen, voorwerpen (ingevoegd bij voor verzamelingen en antiquiteiten, en andere dan edele 94/5/EG) metalen of edelstenen als omschreven door de lidstaten;

    • b) 
      kunstvoorwerpen: de in bijlage VIII, deel A, genoemde Artikel 26 bis, A, goederen; onder a), eerste

      alinea (ingevoegd bij 94/5/EG)

    • c) 
      voorwerpen voor verzamelingen: de in bijlage VIII, deel B, Artikel 26 bis, A, genoemde goederen; onder b)

      (ingevoegd bij 94/5/EG)

    • d) 
      antiquiteiten: de inbijlage VIII, deel C, genoemde goederen; Artikel 26 bis, A, onder c)

      (ingevoegd bij 94/5/EG)

      Aangepast

    • e) 
      belastingplichtige wederverkoper: elke belastingplichtige Artikel 26 bis, A, die in het kader van zijn economische activiteit gebruikte onder e)

      goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor (ingevoegd bij verzamelingen of antiquiteiten koopt, voor 94/5/EG) bedrijfsdoeleinden bestemt dan wel invoert met het oog op

      wederverkoop, ongeacht of deze belastingplichtige handelt Aangepast

      voor eigen rekening dan wel, ingevolge een overeenkomst tot aan– of verkoop in commissie, voor rekening van een derde;

    • f) 
      organisator van een openbare veiling: elke belastingplichtige Artikel 26 bis, A, die in het kader van zijn economische activiteit op een onder f)

      openbare veiling een goed aanbiedt voor overdracht aan de (ingevoegd bij meestbiedende; 94/5/EG)

    • g) 
      opdrachtgever van een organisator van een openbare veiling: Artikel 26 bis, A, elke persoon die een goed overdraagt aan een organisator onder g)

      van een openbare veiling ingevolge een overeenkomst tot (ingevoegd bij verkoop in commissie. 94/5/EG)

  • 2. 
    De lidstaten behoeven evenwel de in bijlage VIII, deel A, Artikel 26 bis, A, punten 5, 6 en 7 genoemde voorwerpen niet als kunstvoorwerpen onder a), tweede te beschouwen. alinea

    (ingevoegd bij 94/5/EG)

  • 3. 
    De in lid 1, onder g), bedoelde overeenkomst tot verkoop in Artikel 26 bis A, commissie moet bepalen dat de organisator het goed in eigen onder g), eerste naam, maar voor rekening van zijn opdrachtgever, in openbare streepje

    veiling brengt en het goed in eigen naam, maar voor rekening van (ingevoegd bij zijn opdrachtgever, overdraagt aan de meestbiedende aan wie het 94/5/EG) goed tijdens de openbare verkoping is gegund. Aangepast

    Artikel 26 bis, A,

    onder g), tweede

    streepje

    (ingevoegd bij

    94/5/EG)

    Afdeling 2

    Bijzondere regeling voor belastingplichtige wederverkopers

    Titel van artikel 26 bis, B (ingevoegd bij 94/5/EG)

    Onderafdeling 1

    Winstmargeregeling

    Artikel 305

  • 1. 
    De lidstaten passen op door belastingplichtige wederverkopers Artikel 26 bis, B, verrichte leveringen van gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, lid 1

    voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten een bijzondere (ingevoegd bij regeling toe voor de belastingheffing over de winstmarge van de 94/5/EG) belastingplichtige wederverkoper, overeenkomstig het bepaalde in deze onderafdeling.

  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde regeling is niet van toepassing op leveringen Artikel 26 bis, D, van nieuwe vervoermiddelen die worden verricht onder de in onder a)

    artikel 135 vastgestelde voorwaarden. (ingevoegd bij 94/5/EG)

    Aangepast

    Artikel 306

De winstmargeregeling is van toepassing op door een belastingplichtige Artikel 26 bis, B, wederverkoper verrichte leveringen van de in artikel 305, lid 1, genoemde lid 2 goederen, wanneer deze goederen hem binnen de Gemeenschap door een (ingevoegd bij der onderstaande personen worden geleverd: 94/5/EG)

Aangepast a) een niet–belastingplichtige; Artikel 26 bis, B,

lid 2, eerste streepje (ingevoegd bij 94/5/EG)

  • b) 
    een andere belastingplichtige, voorzover de levering van het goed Artikel 26 bis, B, door deze andere belastingplichtige overeenkomstig artikel 133 is lid 2, tweede

    vrijgesteld; streepje (ingevoegd bij 94/5/EG)

  • c) 
    een andere belastingplichtige, voorzover de levering van het goed Artikel 26 bis, B, door deze andere belastingplichtige in aanmerking komt voor de lid 2, derde

    in de artikelen 277 tot en met 280 bedoelde vrijstellingsregeling streepje voor kleine ondernemingen en het gaat om een investeringsgoed; (ingevoegd bij 94/5/EG)

    Aangepast

  • d) 
    een andere belastingplichtige wederverkoper, voorzover de Artikel 26 bis, B, levering van het goed door deze andere belastingplichtige lid 2, vierde

    wederverkoper overeenkomstig de onderhavige bijzondere streepje regeling aan de BTW onderworpen is geweest. (ingevoegd bij 94/5/EG)

    Aangepast

    Artikel 307

  • 1. 
    De maatstaf van heffing voor de in artikel 306 bedoelde Artikel 26 bis, B, leveringen van goederen is de winstmarge van de lid 3, eerste alinea, belastingplichtige wederverkoper, verminderd met het bedrag van eerste volzin

    de BTW die voor de winstmarge zelf geldt. (ingevoegd bij 94/5/EG)

    De winstmarge van de belastingplichtige wederverkoper is gelijk Artikel 26 bis, B, aan het verschil tussen de door de belastingplichtige lid 3, eerste alinea, wederverkoper voor het goed gevraagde verkoopprijs en de tweede volzin aankoopprijs. (ingevoegd bij 94/5/EG)

  • 2. 
    Voor de toepassing van lid 1 wordt verstaan onder: Artikel 26 bis, B, lid 3, tweede

    alinea (ingevoegd bij 94/5/EG)

    • a) 
      verkoopprijs: alles wat de tegenprestatie uitmaakt die een Artikel 26 bis, B, belastingplichtige wederverkoper verkrijgt of moet lid 3, tweede

      verkrijgen van de koper of een derde, met inbegrip van alinea, eerste subsidies die rechtstreeks verband houden met de handeling, streepje belastingen, rechten, heffingen en bijkomende kosten zoals (ingevoegd bij kosten van commissie, verpakking, vervoer en verzekering 94/5/EG) die de belastingplichtige wederverkoper de koper in rekening brengt, echter met uitsluiting van de in artikel 78 bedoelde bedragen;

    • b) 
      aankoopprijs: alles wat de onder a) gedefinieerde Artikel 26 bis, B, tegenprestatie uitmaakt die zijn leverancier van de lid 3, tweede

      belastingplichtige wederverkoper verkrijgt of moet alinea, tweede verkrijgen. streepje (ingevoegd bij 94/5/EG)

      Artikel 308

  • 1. 
    De lidstaten verlenen de belastingplichtige wederverkopers het Artikel 26 bis, B, recht te kiezen voor toepassing van de winstmargeregeling op de lid 4, eerste alinea leveringen van de volgende goederen: (ingevoegd bij

    94/5/EG)

    Aangepast

    • a) 
      kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en Artikel 26 bis, B, antiquiteiten die zij zelf hebben ingevoerd; lid 4, eerste alinea, onder a)

      (ingevoegd bij 94/5/EG)

    • b) 
      kunstvoorwerpen die aan hen geleverd zijn door de maker of Artikel 26 bis, B, diens rechthebbenden; lid 4, eerste alinea, onder b)

      (ingevoegd bij 94/5/EG)

    • c) 
      kunstvoorwerpen die aan hen geleverd zijn door een andere Artikel 26 bis, B, belastingplichtige dan een belastingplichtige wederverkoper, lid 4, eerste alinea, wanneer de levering door deze andere belastingplichtige onder c)

      onderworpen is aan het verlaagde tarief uit hoofde van (ingevoegd bij artikel 99. 94/5/EG)

  • 2. 
    De lidstaten stellen nadere regels vast inzake de uitoefening van Artikel 26 bis, B, het in lid 1 gegeven keuzerecht, dat in ieder geval gedurende een lid 4, tweede

    periode van ten minste twee kalenderjaren van kracht is. alinea (ingevoegd bij 94/5/EG)

    Aangepast Artikel 309

Wanneer een belastingplichtige wederverkoper het in artikel 308 bedoelde Artikel 26 bis, B, keuzerecht uitoefent, wordt de maatstaf van heffing overeenkomstig lid 4, derde alinea, artikel 307 vastgesteld. eerste volzin

(ingevoegd bij 94/5/EG)

Aangepast

Voor de in artikel 308, lid 1, onder a), bedoelde leveringen is de voor de Artikel 26 bis, B, berekening van de winstmarge in aanmerking te nemen verkoopprijs gelijk lid 4, derde alinea, aan de overeenkomstig de artikelen 82 tot en met 86 vastgestelde maatstaf tweede volzin van heffing bij invoer, vermeerderd met de bij invoer verschuldigde of (ingevoegd bij betaalde BTW. 94/5/EG)

Aangepast

Artikel 310

  • 1. 
    Teneinde de belastingheffing te vereenvoudigen, kunnen de Artikel 26 bis, B, lidstaten na raadpleging van het BTW–comité, voor bepaalde lid 10, eerste

    handelingen of voor bepaalde categorieën belastingplichtige alinea wederverkopers bepalen dat de maatstaf van heffing voor (ingevoegd bij leveringen van goederen die onderworpen zijn aan de 94/5/EG) winstmargeregeling, wordt vastgesteld voor elk belastingtijdvak

uit hoofde waarvan de belastingplichtige wederverkoper de in Aangepast

artikel 242 bedoelde BTW–aangifte moet indienen.

In het in de eerste alinea bedoelde geval is de maatstaf van heffing Artikel 26 bis, B, voor leveringen van goederen waarop hetzelfde BTW–tarief van lid 10, tweede toepassing is, de totale winstmarge van de belastingplichtige alinea wederverkoper, verminderd met het bedrag van de BTW op deze (ingevoegd bij zelfde winstmarge. 94/5/EG)

  • 2. 
    De totale winstmarge is gelijk aan het verschil tussen de twee Artikel 26 bis, B, volgende bedragen: lid 10, derde

    alinea (ingevoegd bij 94/5/EG)

    • a) 
      het totale bedrag van de leveringen van goederen die Artikel 26 bis, B, onderworpen zijn aan de winstmargeregeling en die lid 10, derde

      gedurende de aangifteperiode door de belastingplichtige alinea, eerste wederverkoper verricht zijn, dit wil zeggen de som van de streepje verkoopprijzen; (ingevoegd bij 94/5/EG)

      Aangepast b) het totale bedrag van de in artikel 306 bedoelde aankopen Artikel 26 bis, B,

      van goederen die gedurende de aangifteperiode door de lid 10, derde belastingplichtige wederverkoper zijn verricht, dit wil alinea, tweede zeggen de som van de aankoopprijzen. streepje (ingevoegd bij 94/5/EG)

      Aangepast

  • 3. 
    De lidstaten treffen de nodige maatregelen om te voorkomen dat Artikel 26 bis, B, de in lid 1 bedoelde belastingplichtigen ongerechtvaardigde lid 10, vierde

    voordelen genieten, dan wel ongerechtvaardigde schade lijden. alinea (ingevoegd bij 94/5/EG)

    Artikel 311

Voor elke levering die onder de winstmargeregeling valt, kan de Artikel 26 bis, B, belastingplichtige wederverkoper de normale BTW–regeling toepassen. lid 11, eerste

alinea (ingevoegd bij 94/5/EG)

Aangepast

Artikel 312

Artikel 26 bis, B,

lid 11, tweede

alinea

(ingevoegd bij

94/5/EG)

  • 1. 
    Wanneer de belastingplichtige wederverkoper de normale Artikel 26 bis B, BTW-regeling toepast op de levering van kunstvoorwerpen, lid 11, tweede

    voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten die hij zelf heeft alinea, onder a) ingevoerd, heeft hij het recht, van het belastingbedrag dat hij (ingevoegd bij verschuldigd is, de bij invoer van dit goed verschuldigde of 94/5/EG) voldane BTW af te trekken; Aangepast

    Wanneer de belastingplichtige wederverkoper de normale Artikel 26 bis, B,

    BTW-regeling toepast op de levering van kunstvoorwerpen die lid 11, tweede

    hem door de maker of diens rechthebbenden of door een andere alinea, onder b)

    belastingplichtige dan een belastingplichtige wederverkoper zijn (ingevoegd bij

    geleverd, heeft hij het recht, van het belastingbedrag dat hij 94/5/EG)

    verschuldigd is, de met betrekking tot de hem geleverde

    kunstvoorwerpen verschuldigde of voldane BTW af te trekken; Aangepast . Artikel 26 bis, B,

    lid 11, tweede alinea, onder c) (ingevoegd bij 94/5/EG)

  • 2. 
    Het recht op aftrek ontstaat op het tijdstip waarop de belasting Artikel 26 bis, B, verschuldigd wordt voor de levering waarvoor de lid 11, derde

    belastingplichtige wederverkoper voor de normale BTW-regeling alinea kiest. (ingevoegd bij 94/5/EG)

    Artikel 313

Wanneer zij plaatsvinden onder de in de artikelen 142 tot en met 145 en de Artikel 26 bis, B, artikelen 147, 148 en 149 vastgestelde voorwaarden, zijn de leveringen van lid 5 gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en (ingevoegd bij antiquiteiten die onderworpen zijn aan de winstmargeregeling, vrijgesteld. 94/5/EG)

Aangepast

Artikel 314

Voorzover de goederen worden gebruikt ten behoeve van zijn aan de Artikel 26 bis, B, winstmargeregeling onderworpen leveringen mag de belastingplichtige lid 7 wederverkoper van de belasting die hij verschuldigd is, de volgende (ingevoegd bij bedragen niet aftrekken: 94/5/EG)

Aangepast

  • a) 
    de BTW die verschuldigd of voldaan is voor kunstvoorwerpen, Artikel 26 bis, B, voorwerpen voor verzamelingen of antiquiteiten die hij zelf heeft lid 7, onder a)

    ingevoerd; (ingevoegd bij 94/5/EG)

  • b) 
    de BTW die verschuldigd of voldaan is voor aan hem geleverde of Artikel 26 bis, B, te leveren kunstvoorwerpen door de maker of diens lid 7, onder b)

    rechthebbenden; (ingevoegd bij 94/5/EG)

  • c) 
    de BTW die verschuldigd of voldaan is voor aan hem geleverde of Artikel 26 bis, B, te leveren kunstvoorwerpen door een andere belastingplichtige lid 7, onder c)

    dan een belastingplichtige wederverkoper. (ingevoegd bij 94/5/EG)

    Artikel 315

De belastingplichtige mag de BTW die verschuldigd of voldaan is voor aan Artikel 26 bis, B, hem geleverde of te leveren goederen door een belastingplichtige lid 6 wederverkoper, niet aftrekken van de belasting die hij verschuldigd is, (ingevoegd bij voorzover de levering van deze goederen door de belastingsplichtige 94/5/EG) wederverkoper aan de winstmargeregeling is onderworpen.

Aangepast

Artikel 316

De belastingplichtige wederverkoper die zowel de normale BTW–regeling Artikel 26 bis, B, als de winstmargeregeling toepast, moet de transacties voor elk van deze lid 8 regelingen afzonderlijk in zijn boekhouding bijhouden, overeenkomstig de (ingevoegd bij door de lidstaten vastgestelde bepalingen. 94/5/EG)

Aangepast

Artikel 317

De belastingplichtige wederverkoper mag de BTW over de leveringen van Artikel 26 bis, B, goederen waarop hij de winstmargeregeling toepast, op de factuur die hij lid 9 uitreikt niet afzonderlijk vermelden. (ingevoegd bij

94/5/EG en gewijzigd bij 2001/115/EG)

Aangepast

Onderafdeling 2

Overgangsregeling voor gebruikte vervoermiddelen Titel XVI ter (ingevoegd bij 94/5/EG)

Titel van titel XVI

ter

(ingevoegd bij

94/5/EG)

Artikel 318 Artikel 28 sexdecies

(ingevoegd bij 94/5/EG)

De lidstaten die op 31 december 1992 een andere bijzondere Artikel 28 sexbelastingregeling toepasten op de levering van gebruikte vervoermiddelen decies, lid 1 door belastingplichtige wederverkopers dan de winstmargeregeling, (ingevoegd bij kunnen die regeling tot de invoering van de in artikel 395 bedoelde 94/5/EG) definitieve regeling blijven toepassen, voorzover zij voldoet, of zodanig is

aangepast dat zij voldoet, aan de in deze onderafdeling vastgestelde Aangepast

voorwaarden.

Denemarken wordt gemachtigd de in de eerste alinea bedoelde regeling in Artikel 28 sexte voeren. decies, lid 2

(ingevoegd bij 94/5/EG)

Aangepast

Artikel 319

De onderhavige overgangsregeling is van toepassing op door Artikel 28 sexbelastingplichtige wederverkopers verrichte leveringen van gebruikte decies, lid 1, vervoermiddelen, die aan de winstmargeregeling zijn onderworpen. onder a), eerste

volzin (ingevoegd bij 94/5/EG)

Aangepast

De onderhavige overgangsregeling is niet van toepassing op de leveringen Artikel 28 sexvan nieuwe vervoermiddelen die worden verricht onder de in artikel 135 decies, lid 1, vastgestelde voorwaarden. onder a), tweede

volzin (ingevoegd bij 94/5/EG)

Aangepast Artikel 320

De voor elke in artikel 319 bedoelde levering verschuldigde BTW is gelijk Artikel 28 sexaan het bedrag van de belasting die verschuldigd zou zijn indien de decies, lid 1, levering onder de normale BTW–regeling zou zijn gevallen, verminderd onder b) met het BTW–bedrag dat geacht wordt nog begrepen te zijn in de (ingevoegd bij aankoopprijs van het vervoermiddel door de belastingplichtige 94/5/EG) wederverkoper.

Artikel 321

De BTW die geacht wordt nog in de aankoopprijs van het vervoermiddel Artikel 28 sexdoor de belastingplichtige wederverkoper te zijn begrepen, wordt als volgt decies, lid 1, berekend: onder c)

(ingevoegd bij 94/5/EG)

  • a) 
    de in aanmerking te nemen aankoopprijs is de aankoopprijs in de Artikel 28 sexzin van artikel 307, lid 2, onder b); decies, lid 1,

    onder c), eerste streepje (ingevoegd bij 94/5/EG)

  • b) 
    deze aankoopprijs door de belastingplichtige wederverkoper wordt Artikel 28 sexgeacht de BTW te omvatten, die verschuldigd zou zijn geweest decies, lid 1,

    indien de leverancier van de belastingplichtige wederverkoper de onder c), tweede

    normale BTW–regeling op zijn levering had toegepast; streepje

    (ingevoegd bij

    94/5/EG)

    Aangepast

  • c) 
    het in aanmerking te nemen tarief is het tarief dat uit hoofde van Artikel 28 sexartikel 90 van toepassing is in de lidstaat waar de overeenkomstig decies, lid 1,

    de artikelen 32 en 33 bepaalde plaats van levering aan de onder c), derde belastingplichtige wederverkoper wordt geacht te zijn gelegen. streepje (ingevoegd bij 94/5/EG) Artikel 322

De voor elke in artikel 319, eerste alinea, bedoelde levering van Artikel 28 sexvervoermiddelen verschuldigde BTW, vastgesteld overeenkomstig decies, lid 1, artikel 320, mag niet minder bedragen dan het BTW-bedrag dat onder d), eerste verschuldigd zou zijn indien deze levering aan de winstmargeregeling alinea onderworpen zou zijn geweest. (ingevoegd bij

94/5/EG)

Aangepast

De lidstaten kunnen bepalen dat, indien de levering aan de Artikel 28 sexwinstmargeregeling onderworpen zou zijn geweest, deze winstmarge niet decies, lid 1, lager mag zijn dan 10% van de verkoopprijs, in de zin van artikel 307, onder d), tweede lid 2, onder a). alinea

(ingevoegd bij 94/5/EG)

Aangepast

Artikel 323

De belastingplichtige mag van de door hem verschuldigde belasting niet de Artikel 28 sex BTW aftrekken, die verschuldigd of voldaan is voor gebruikte decies, lid 1, vervoermiddelen die aan hem geleverd zijn door een belastingplichtige onder f) wederverkoper, voorzover de levering van die goederen door de (ingevoegd bij belastingplichtige wederverkoper overeenkomstig deze overgangsregeling 94/5/EG) aan de belasting is onderworpen.

Aangepast

Artikel 324

De belastingplichtige wederverkoper mag op de door hem uitgereikte Artikel 28 sexfactuur de BTW over de leveringen waarop hij deze overgangsregeling decies, lid 1, toepast, niet afzonderlijk vermelden. onder e)

(ingevoegd bij 94/5/EG en gewijzigd bij 2001/115/EG)

Aangepast

Artikel 28 sexdecies, lid 4 (ingevoegd bij 94/5/EG)

Belang verloren Artikel 28 sexdecies, lid 4, onder a)

(ingevoegd bij 94/5/EG)

Belang verloren

Artikel 28 sexdecies, lid 4, onder b), eerste alinea

(ingevoegd bij 94/5/EG)

Belang verloren

Artikel 28 sexdecies, lid 4, onder b), eerste alinea, eerste streepje

(ingevoegd bij 94/5/EG)

Belang verloren

Artikel 28 sexdecies, lid 4, onder b), eerste alinea, tweede streepje

(ingevoegd bij 94/5/EG)

Belang verloren

Artikel 28 sexdecies, lid 4, onder b), tweede alinea

(ingevoegd bij 94/5/EG)

Belang verloren Artikel 28 sexdecies, lid 4, onder c)

(ingevoegd bij 94/5/EG)

Belang verloren

Artikel 28 sexdecies, lid 4, onder c), eerste streepje

(ingevoegd bij 94/5/EG)

Belang verloren

Artikel 28 sexdecies, lid 4, onder c), tweede streepje

(ingevoegd bij 94/5/EG)

Belang verloren

Artikel 28 sexdecies, lid 4, onder d) (ingevoegd bij 94/5/EG)

Belang verloren

Artikel 28 sexdecies, lid 4, onder e)

(ingevoegd bij 94/5/EG)

Belang verloren

Artikel 28 sexdecies, lid 4, onder f)

(ingevoegd bij 94/5/EG)

Belang verloren Artikel 28 sexdecies, lid 4, onder g) (ingevoegd bij 94/5/EG)

Belang verloren

Afdeling 3

Bijzondere regeling voor verkoop op openbare veilingen

Titel van artikel 26 bis, C (ingevoegd bij 94/5/EG)

Artikel 325

  • 1. 
    De lidstaten mogen, overeenkomstig het bepaalde in deze Artikel 26 bis, C, afdeling, een bijzondere regeling toepassen voor de lid 1

    belastingheffing over de door een organisator van openbare (ingevoegd bij veilingen gemaakte winstmarge op leveringen van gebruikte 94/5/EG) goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en

antiquiteiten, die deze organisator die handelt in eigen naam en Aangepast

voor rekening van de in artikel 326 bedoelde personen, verricht krachtens een overeenkomst tot verkoop in commissie ter openbare veiling van deze goederen.

  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde regeling is niet van toepassing op leveringen Artikel 26 bis, D, van nieuwe vervoermiddelen in de zin van artikel 3, lid 3, die onder a)

    worden verricht onder de in artikel 135 vastgestelde voorwaarden. (ingevoegd bij 94/5/EG)

    Aangepast

    Artikel 326

Deze bijzondere regeling is van toepassing op leveringen door een Artikel 26 bis, C, organisator van openbare veilingen die handelt in eigen naam en voor lid 1 rekening van een van de volgende personen: (ingevoegd bij

94/5/EG)

Aangepast

  • a) 
    een niet–belastingplichtige; Artikel 26 bis, C, lid 1, eerste

    streepje (ingevoegd bij 94/5/EG)

  • b) 
    een andere belastingplichtige, voorzover de levering van het goed Artikel 26 bis, C, door deze belastingplichtige krachtens een overeenkomst tot lid 1, tweede

    verkoop in commissie verricht, overeenkomstig artikel 133 is streepje vrijgesteld; (ingevoegd bij 94/5/EG)

    Aangepast

  • c) 
    een andere belastingplichtige, voorzover de levering van het goed Artikel 26 bis, C, door deze belastingplichtige krachtens een overeenkomst tot lid 1, derde

    verkoop in commissie verricht, in aanmerking komt voor de in de streepje artikelen 277 tot en met 280 bedoelde vrijstellingsregeling voor (ingevoegd bij kleine ondernemingen en een investeringsgoed betreft; 94/5/EG)

    Aangepast

  • d) 
    een belastingplichtige wederverkoper, voorzover de levering van Artikel 26 bis, C, het goed door deze belastingplichtige wederverkoper krachtens lid 1, vierde

    een overeenkomst tot verkoop in commissie verricht, is streepje onderworpen aan de BTW overeenkomstig de (ingevoegd bij winstmargeregeling. 94/5/EG)

    Aangepast

    Artikel 327

De levering van een goed aan een belastingplichtige organisator van Artikel 26 bis, C, openbare veilingen wordt geacht te hebben plaatsgevonden op het tijdstip lid 7 waarop de verkoop van dat goed ter openbare veiling heeft plaatsgevonden. (ingevoegd bij

94/5/EG)

Aangepast

Artikel 328

De maatstaf van heffing voor elke in deze afdeling bedoelde levering van Artikel 26 bis, C, goederen is het overeenkomstig artikel 331 door de organisator van de lid 2 openbare veiling aan de koper in rekening gebrachte totale bedrag, (ingevoegd bij verminderd met de volgende bedragen: 94/5/EG)

  • a) 
    het door de organisator van de openbare veiling aan zijn Artikel 26 bis, C, opdrachtgever betaalde of te betalen nettobedrag, vastgesteld lid 2, eerste

    overeenkomstig artikel 329; streepje (ingevoegd bij 94/5/EG)

  • b) 
    het bedrag van de door de organisator van de openbare veiling Artikel 26 bis, C, krachtens zijn levering verschuldigde BTW. lid 2, tweede

    streepje (ingevoegd bij 94/5/EG)

    Artikel 329

Het door de organisator van de openbare veiling aan zijn opdrachtgever Artikel 26 bis, C, betaalde of te betalen nettobedrag is gelijk aan het verschil tussen de prijs lid 3 waarvoor het goed geveild is, en het bedrag van de door de organisator van (ingevoegd bij zijn opdrachtgever ontvangen of te ontvangen commissie krachtens de 94/5/EG) overeenkomst tot verkoop in commissie.

Artikel 26 bis, C, lid 3, eerste streepje (ingevoegd bij 94/5/EG)

Artikel 26 bis, C, lid 3, tweede streepje (ingevoegd bij 94/5/EG)

Artikel 330

De organisatoren van openbare veilingen, die onder de in artikel 326 Artikel 26 bis, C, vastgestelde voorwaarden goederen leveren, zijn gehouden de volgende lid 6, eerste alinea bedragen in hun boekhouding op tussenrekeningen te boeken: (ingevoegd bij

94/5/EG)

  • a) 
    de van de koper van het goed ontvangen of te ontvangen Artikel 26 bis, C, bedragen; lid 6, eerste alinea, eerste streepje

    (ingevoegd bij 94/5/EG)

  • b) 
    de aan de verkoper van het goed betaalde of te betalen bedragen. Artikel 26 bis, C, lid 6, eerste alinea, tweede streepje

    (ingevoegd bij 94/5/EG)

De in de eerste alinea bedoelde bedragen moeten naar behoren Artikel 26 bis, C, gerechtvaardigd worden. lid 6, tweede

alinea (ingevoegd bij 94/5/EG)

Artikel 331

De organisator van de openbare veiling moet aan de koper een factuur Artikel 26 bis, C, uitreiken waarop de volgende gegevens afzonderlijk zijn vermeld: lid 4, eerste alinea

(ingevoegd bij 94/5/EG en gewijzigd bij 2001/115/EG)

  • a) 
    de veilingprijs; Artikel 26 bis, C, lid 4, eerste alinea, eerste streepje

    (ingevoegd bij 94/5/EG)

  • b) 
    de belastingen, rechten en heffingen; Artikel 26 bis, C, lid 4, eerste alinea, tweede streepje

    (ingevoegd bij 94/5/EG)

  • c) 
    de bijkomende kosten, zoals kosten van commissie, verpakking, Artikel 26 bis, C, vervoer en verzekering, die de organisator de koper van het goed lid 4, eerste alinea, in rekening brengt. derde streepje

    (ingevoegd bij 94/5/EG)

    Aangepast

Op de door de organisator van de openbare veiling uitgereikte factuur mag Artikel 26 bis, C, de BTW niet afzonderlijk zijn vermeld. lid 4, tweede

alinea (ingevoegd bij 94/5/EG)

Artikel 332

  • 1. 
    De organisator van de openbare veiling aan wie het goed is Artikel 26 bis, C, overgedragen krachtens een overeenkomst tot verkoop in lid 5, eerste alinea commissie op een openbare veiling, verstrekt aan zijn (ingevoegd bij

opdrachtgever een verslag. 94/5/EG)

In het door de organisator van de openbare veiling verstrekte Artikel 26 bis, C, verslag wordt afzonderlijk het bedrag van de handeling vermeld, lid 5, tweede dat wil zeggen de veilingprijs van het goed, verminderd met het alinea bedrag van de van de opdrachtgever ontvangen of te ontvangen (ingevoegd bij commissie. 94/5/EG)

Aangepast 2. Het overeenkomstig de in lid 1 bedoelde voorwaarden opgestelde Artikel 26 bis, C,

verslag doet dienst als factuur die de opdrachtgever, wanneer hij lid 5, derde alinea

een belastingplichtige is, overeenkomstig de artikelen 211 en 212 (ingevoegd bij

aan de organisator van de openbare veiling moet uitreiken. 94/5/EG)

Aangepast

Artikel 333

De lidstaten die de in deze afdeling vastgestelde regeling toepassen, passen Artikel 28 sexdeze ook toe op de leveringen van gebruikte vervoermiddelen door een decies, lid 3 organisator van openbare veilingen die handelt in eigen naam ingevolge (ingevoegd bij een overeenkomst tot verkoop in commissie op een openbare veiling van 94/5/EG) deze goederen voor rekening van een belastingplichtige wederverkoper,

voorzover dezelfde leveringen door deze belastingplichtige wederverkoper Aangepast

overeenkomstig de overgangsregeling voor gebruikte vervoermiddelen aan de BTW zouden zijn onderworpen.

Titel van artikel 26 bis, D (ingevoegd bij 94/5/EG)

Artikel 26 bis, D, inleidende zin (ingevoegd bij 94/5/EG)

Afdeling 4

Maatregelen ter voorkoming van verstoring van de mededinging en fraude

Artikel 334

De lidstaten kunnen maatregelen treffen betreffende het recht op aftrek van Artikel 2 de BTW om te voorkomen dat de belastingplichtige wederverkopers voor (94/5/EG) wie een van de in afdeling 2 vastgestelde regelingen van toepassing is,

ongerechtvaardigde voordelen genieten, dan wel ongerechtvaardigde Aangepast

schade lijden.

Artikel 335

De Raad kan een lidstaat, met eenparigheid van stemmen en op voorstel Artikel 3, eerste van de Commissie, machtigen bijzondere maatregelen ter bestrijding van volzin fraude te treffen, waarin wordt bepaald dat de uit hoofde van de (94/5/EG) winstmargeregeling verschuldigde BTW niet lager mag zijn dan het

belastingbedrag dat verschuldigd zou zijn indien de winstmarge gelijk was Aangepast

aan een bepaald percentage van de verkoopprijs.

Bij de vaststelling van het percentage van de verkoopprijs wordt rekening Artikel 3, tweede gehouden met de normale winstmarges van de economische subjecten in de volzin betrokken sector. (94/5/EG)

Hoofdstuk 5

Bijzondere regeling voor beleggingsgoud

Afdeling 1

Algemene bepalingen

Artikel 336 Artikel 26 ter (ingevoegd bij 98/80/EG)

Titel van artikel 26 ter (ingevoegd bij 98/80/EG)

Titel van artikel 26 ter, A (ingevoegd bij 98/80/EG)

  • 1. 
    Onverminderd andere bepalingen van het Gemeenschapsrecht Artikel 26 ter, A, wordt voor de toepassing van deze richtlijn onder eerste alinea

    “beleggingsgoud” verstaan: (ingevoegd bij 98/80/EG)

    • 1. 
      goud, in de vorm van staven of plaatjes van een door de Artikel 26 ter, A, goudmarkten aanvaard gewicht, met een zuiverheid van ten eerste alinea,

      minste 995/1 000, al dan niet belichaamd in effecten; punt i), eerste volzin

      (ingevoegd bij 98/80/EG)

    • 2. 
      gouden munten die een zuiverheid van ten minste 900/1 000 Artikel 26 ter, A, hebben, na 1800 zijn geslagen, in het land van oorsprong als eerste alinea,

      wettig betaalmiddel fungeren of hebben gefungeerd en punt ii) normaal worden verkocht voor een prijs die de (ingevoegd bij openmarktwaarde van het in de munten vervatte goud niet 98/80/EG) met meer dan 80% overschrijdt. Aangepast

      Artikel 26 ter, A,

      eerste alinea,

      punt ii), eerste

      streepje

      (ingevoegd bij

      98/80/EG)

      Artikel 26 ter, A,

      eerste alinea,

      punt ii), tweede

      streepje

      (ingevoegd bij

      98/80/EG)

      Artikel 26 ter, A,

      eerste alinea,

      punt ii), derde

      streepje

      (ingevoegd bij

      98/80/EG)

      Artikel 26 ter, A,

      eerste alinea,

      punt ii), vierde

      streepje

      (ingevoegd bij

      98/80/EG)

  • 2. 
    De lidstaten kunnen kleine staven of plaatjes met een gewicht van Artikel 26 ter, A, ten hoogste 1 gram uitsluiten van deze bijzondere regeling. eerste alinea,

    punt i), tweede volzin (ingevoegd bij 98/80/EG)

    Aangepast

  • 3. 
    De in lid 1, punt 2, bedoelde munten worden voor de toepassing Artikel 26 ter, A, van deze richtlijn niet geacht wegens hun numismatisch belang te tweede alinea

    worden verkocht. (ingevoegd bij 98/80/EG)

    Aangepast

    Artikel 337

Vanaf 1999 deelt elke lidstaat de Commissie, vóór 1 juli van elk jaar, mee Artikel 26 ter, A, welke munten die aan de in artikel 336, lid 1, punt 2, genoemde criteria derde alinea voldoen, in die lidstaat worden verhandeld. Vóór 1 december van elk jaar (ingevoegd bij publiceert de Commissie in de reeks C van het Publicatieblad van de 98/80/EG) Europese Unie de volledige lijst van deze munten. De in de gepubliceerde

lijst opgenomen munten worden geacht aan deze criteria te voldoen Aangepast

gedurende het gehele jaar waarvoor de lijst wordt gepubliceerd.

Afdeling 2

Vrijstelling van de belasting Titel van artikel 26 ter, B (ingevoegd bij 98/80/EG)

Artikel 338

De lidstaten verlenen vrijstelling van de BTW voor de levering, de Artikel 26 ter, B, intracommunautaire verwerving en de invoer van beleggingsgoud, eerste alinea waaronder beleggingsgoud dat belichaamd is in certificaten voor (ingevoegd bij toegewezen of niet toegewezen goud of dat verhandeld wordt op 98/80/EG) goudrekeningen, en waaronder, in het bijzonder, goudleningen en swaps, die een eigendoms– of vorderingsrecht op beleggingsgoud belichamen, evenals voor handelingen betreffende beleggingsgoud bestaande in future– en termijncontracten die leiden tot de overdracht van een eigendoms– of vorderingsrecht met betrekking tot beleggingsgoud.

Artikel 339

De lidstaten verlenen vrijstelling voor de diensten van agenten die optreden Artikel 26 ter, B, in naam en voor rekening van een ander wanneer zij betrokken zijn bij de tweede alinea levering van beleggingsgoud voor hun principaal. (ingevoegd bij

98/80/EG)

Aangepast

Afdeling 3

Recht om voor belastingheffing te kiezen

Titel van artikel 26 ter, C (ingevoegd bij 98/80/EG)

Artikel 340

De lidstaten verlenen belastingplichtigen die beleggingsgoud produceren of Artikel 26 ter, C, goud omzetten in beleggingsgoud, het recht te kiezen voor belastingheffing eerste alinea over de leveringen van beleggingsgoud aan een andere belastingplichtige (ingevoegd bij die anders uit hoofde van artikel 338 zouden zijn vrijgesteld. 98/80/EG)

Aangepast Artikel 341

  • 1. 
    De lidstaten kunnen belastingplichtigen die in het kader van hun Artikel 26 ter, C, bedrijf normaal goud leveren voor industriële doeleinden, het tweede alinea,

    recht verlenen te kiezen voor belastingheffing over leveringen van eerste volzin goud in de vorm van de in artikel 336, lid 1, punt 1, bedoelde (ingevoegd bij staven of plaatjes aan een andere belastingplichtige die anders uit 98/80/EG) hoofde van artikel 338 zouden zijn vrijgesteld. Aangepast

  • 2. 
    De lidstaten kunnen het toepassingsgebied van het in lid 1 Artikel 26 ter, C, bedoelde keuzerecht beperken. tweede alinea,

    tweede volzin (ingevoegd bij 98/80/EG)

    Artikel 342

Indien de leverancier het recht overeenkomstig de artikelen 340 en 341 Artikel 26 ter, C, voor belastingheffing te kiezen, heeft uitgeoefend, verlenen de lidstaten de derde alinea agent het recht, voor belastingheffing over de in artikel 339 bedoelde (ingevoegd bij diensten te kiezen. 98/80/EG)

Aangepast

Artikel 343

De lidstaten stellen de nadere bepalingen voor de uitoefening van de in Artikel 26 ter, C, deze afdeling geregelde keuzerechten vast en stellen de Commissie ervan vierde alinea in kennis. (ingevoegd bij

98/80/EG)

Aangepast

Afdeling 4

Handelingen op een gereglementeerde goudmarkt

Titel van artikel 26 ter, G (ingevoegd bij 98/80/EG)

Artikel 344

Iedere lidstaat kan, na raadpleging van het BTW–comité, specifieke Artikel 26 ter, G, handelingen aan BTW onderwerpen die in die lidstaat plaatsvinden tussen lid 1, eerste alinea belastingplichtigen die lid zijn van een door de betrokken lidstaat (ingevoegd bij gereglementeerde goudmarkt, of tussen een lid van een door de betrokken 98/80/EG) lidstaat gereglementeerde goudmarkt en een andere belastingplichtige die

geen lid is van die markt. De lidstaat kan evenwel leveringen die worden Aangepast

verricht onder de in artikel 135 vastgestelde voorwaarden alsmede de uitvoer van beleggingsgoud niet aan belasting onderwerpen.

Artikel 26 ter, G, lid 1, eerste alinea, onder a) (ingevoegd bij 98/80/EG)

Artikel 26 ter, G, lid 1, eerste alinea, onder b) (ingevoegd bij 98/80/EG)

Artikel 26 ter, G, lid 1, tweede alinea (ingevoegd bij 98/80/EG)

Artikel 345

De lidstaten die uit hoofde van artikel 334 belasting heffen over de Artikel 26 bis, G, handelingen tussen belastingplichtigen die lid zijn van een lid 2, onder a) gereglementeerde goudmarkt, staan eenvoudigheidshalve toe dat de te (ingevoegd bij innen belasting wordt opgeschort en verlenen de belastingplichtigen 98/80/EG) ontheffing van de boekhoudingsvereisten inzake de BTW.

Aangepast

Artikel 346

  • 1. 
    De lidstaten die uit hoofde van artikel 344 belasting heffen over de Artikel 26 bis, G, handelingen tussen een lid van een gereglementeerde goudmarkt lid 2, onder b),

    en een andere belastingplichtige die geen lid is van die markt, eerste volzin wijzen overeenkomstig de door hen krachtens artikel 191 (ingevoegd bij vastgestelde procedure en voorwaarden de afnemer aan als de tot 98/80/EG) voldoening van de belasting gehouden persoon. Aangepast

  • 2. 
    Wanneer de afnemer die geen lid is van een gereglementeerde Artikel 26 bis, G, goudmarkt, uitsluitend voor de in artikel 344 bedoelde lid 2, onder b),

    handelingen aan de BTW is onderworpen, vervult de verkoper de tweede volzin fiscale verplichtingen namens de afnemer, overeenkomstig de (ingevoegd bij voorschriften van de lidstaat waar de belasting wordt geheven. 98/80/EG)

    Aangepast

    Afdeling 5

    Bijzondere rechten en verplichtingen van handelaren in beleggingsgoud

    Titel van artikel 26 bis, D (ingevoegd bij 98/80/EG)

    Artikel 347

Wanneer de door hem verrichte latere levering van beleggingsgoud Artikel 26 ter, D, krachtens dit hoofdstuk is vrijgesteld, heeft de belastingplichtige recht op lid 1 aftrek van de volgende bedragen: (ingevoegd bij

98/80/EG)

Aangepast

  • a) 
    de BTW die verschuldigd of voldaan is met betrekking tot Artikel 26 ter, D, beleggingsgoud dat hem is geleverd door een persoon die het in de lid 1, onder a)

    artikelen 340 en 341 bedoelde keuzerecht heeft uitgeoefend of dat (ingevoegd bij hem overeenkomstig afdeling 4 is geleverd; 98/80/EG)

    Aangepast

  • b) 
    de BTW die verschuldigd of voldaan is met betrekking tot de Artikel 26 ter, D, levering aan hem dan wel de intracommunautaire verwerving of lid 1, onder b)

    de invoer door hem van ander goud dan beleggingsgoud dat (ingevoegd bij vervolgens door hem of in zijn naam wordt omgezet in 98/80/EG) beleggingsgoud; Aangepast

  • c) 
    de BTW die verschuldigd of voldaan is met betrekking tot aan Artikel 26 ter, D, hem verleende diensten bestaande in een wijziging van de vorm, lid 1, onder c)

    het gewicht of de zuiverheid van goud met inbegrip van (ingevoegd bij beleggingsgoud. 98/80/EG)

    Aangepast

    Artikel 26 ter, D, lid 1, einde (ingevoegd bij 98/80/EG)

    Artikel 348

Belastingplichtigen die beleggingsgoud produceren of goud in Artikel 26 ter, D, beleggingsgoud omzetten, hebben recht op aftrek van de belasting die door lid 2 hen verschuldigd of voldaan is met betrekking tot de levering dan wel de (ingevoegd bij intracommunautaire verwerving of de invoer van goederen of verrichte 98/80/EG) diensten die met de productie of de omzetting van dat goud verband

houden, alsof de latere levering van het krachtens artikel 338 vrijgestelde Aangepast

goud belast was.

Titel van artikel 26 ter, E (ingevoegd bij 98/80/EG)

Artikel 349

  • 1. 
    De lidstaten zorgen ervoor dat handelaren in beleggingsgoud die Artikel 26 ter, E, krachtens dit hoofdstuk vrijgestelde handelingen verrichten, ten eerste alinea

    minste een boekhouding voeren van alle belangrijke handelingen (ingevoegd bij betreffende beleggingsgoud en de documenten bewaren aan de 98/80/EG) hand waarvan de identiteit van de cliënt bij dergelijke handelingen

kan worden vastgesteld. Aangepast

De handelaren bewaren de in de eerste alinea bedoelde informatie Artikel 26 ter, E, gedurende ten minste vijf jaar. tweede alinea (ingevoegd bij 98/80/EG)

  • 2. 
    De lidstaten kunnen evenwaardige verplichtingen uit hoofde van Artikel 26 ter, E, maatregelen vastgesteld krachtens andere communautaire derde alinea

    wetgeving, zoals Richtlijn 91/308/EEG i van de Raad 46 , aanvaarden (ingevoegd bij

om aan de vereisten van lid 1 te voldoen. 98/80/EG)

  • 3. 
    De lidstaten kunnen strengere verplichtingen vaststellen, Artikel 26 ter, E, inzonderheid inzake speciale registratie– of boekhoudingsvierde alinea

    vereisten. (ingevoegd bij 98/80/EG)

    Hoofdstuk 6

    Bijzondere regeling voor niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen die langs elektronische weg diensten verrichten

    voor niet–belastingplichtigen

    Afdeling 1

    Algemene bepalingen

291

Artikel 350

Dit hoofdstuk is van toepassing gedurende een periode van drie jaar met Artikel 4 ingang van 1 juli 2003. (2002/38/EG)

Aangepast

Artikel 351 Artikel 26 quater (ingevoegd bij

2002/38/EG)

Titel van artikel 26 quater (ingevoegd bij 2002/38/EG)

Titel van artikel 26 quater, A (ingevoegd bij 2002/38/EG)

Onverminderd andere communautaire bepalingen wordt voor de toepassing Artikel 26 quater, van dit hoofdstuk verstaan onder: A

(ingevoegd bij 2002/38/EG)

  • 1. 
    “niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige”: een Artikel 26 quater, belastingplichtige die de zetel van zijn bedrijfsuitoefening niet op A, onder a)

    het grondgebied van de Gemeenschap heeft gevestigd noch daar (ingevoegd bij over een vaste inrichting beschikt, en ook niet anderszins uit 2002/38/EG) hoofde van artikel 206 geïdentificeerd moet zijn;

  • 2. 
    “elektronische diensten” en “langs elektronische weg verrichte Artikel 26 quater, diensten”: de diensten bedoeld in artikel 56, lid 1, onder k); A, onder b)

    (ingevoegd bij 2002/38/EG)

  • 3. 
    “lidstaat van identificatie”: de lidstaat die de niet in de Artikel 26 quater, Gemeenschap gevestigde belastingplichtige verkiest te contacteren A, onder c)

    om opgave te doen van het begin van zijn activiteit als (ingevoegd bij belastingplichtige op het grondgebied van de Gemeenschap 2002/38/EG) overeenkomstig dit hoofdstuk;

  • 4. 
    “lidstaat van verbruik”: de lidstaat waar de elektronische diensten Artikel 26 quater, worden geacht plaats te vinden overeenkomstig artikel 57; A, onder d)

    (ingevoegd bij 2002/38/EG)

    Aangepast 5. “BTW–aangifte”: de aangifte die alle gegevens omvat die nodig Artikel 26 quater,

    zijn om het bedrag van de in elke lidstaat verschuldigde BTW vast A, onder e) te stellen. (ingevoegd bij 2002/38/EG)

    Aangepast

    Afdeling 2

Bijzondere regeling voor langs elektronische weg verrichte diensten

Titel van artikel 26 quater, B (ingevoegd bij 2002/38/EG)

Artikel 352

De lidstaten staan toe dat een niet in de Gemeenschap gevestigde Artikel 26 quater, belastingplichtige die elektronische diensten verricht voor een niet– B, lid 1 belastingplichtige die in een lidstaat is gevestigd of er zijn woonplaats of (ingevoegd bij zijn gebruikelijke verblijfplaats heeft, gebruikmaakt van deze bijzondere 2002/38/EG) regeling. Deze regeling is van toepassing op alle aldus in de Gemeenschap

verrichte diensten. Aangepast

Artikel 353

De niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige moet aan de Artikel 26 quater, lidstaat van identificatie opgave doen van het begin of de beëindiging van B, lid 2, eerste zijn activiteit als belastingplichtige, alsook van wijziging ervan in die mate alinea dat hij niet langer aan de voorwaarden voldoet om van deze bijzondere (ingevoegd bij regeling gebruik te mogen maken. Deze opgave gebeurt langs 2002/38/EG) elektronische weg.

Aangepast

Artikel 354

  • 1. 
    De mededeling die de niet in de Gemeenschap gevestigde Artikel 26 quater, belastingplichtige aan de lidstaat van identificatie doet wanneer B, lid 2, tweede

    zijn belastbare activiteiten beginnen, bevat de volgende alinea, eerste deel bijzonderheden voor de identificatie: van de eerste volzin (ingevoegd bij 2002/38/EG)

    Aangepast a) de naam; Artikel 26 quater,

    B, lid 2, tweede alinea, tweede deel van de eerste volzin (ingevoegd bij 2002/38/EG)

    • b) 
      het postadres; Artikel 26 quater, B, lid 2, tweede

      alinea, tweede deel

      van de eerste

      volzin

      (ingevoegd bij

      2002/38/EG)

    • c) 
      de elektronische adressen, met inbegrip van websites; Artikel 26 quater, B, lid 2, tweede

      alinea, tweede deel

      van de eerste

      volzin

      (ingevoegd bij

      2002/38/EG)

    • d) 
      eventueel het nationale belastingnummer; Artikel 26 quater, B, lid 2, tweede

      alinea, tweede deel

      van de eerste

      volzin

      (ingevoegd bij

      2002/38/EG)

    • e) 
      een verklaring dat de belastingplichtige niet voor Artikel 26 quater, BTW-doeleinden in de Gemeenschap is geïdentificeerd. B, lid 2, tweede

      alinea, tweede deel

      van de eerste

      volzin

      (ingevoegd bij

      2002/38/EG)

  • 2. 
    De niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige doet de Artikel 26 quater, lidstaat van identificatie mededeling van eventuele wijzigingen in B, lid 2, tweede

    de verstrekte informatie. alinea, tweede volzin

    (ingevoegd bij 2002/38/EG)

    Artikel 355

De lidstaat van identificatie kent de niet in de Gemeenschap gevestigde Artikel 26 quater, belastingplichtige een individueel identificatienummer toe en deelt hem dit B, lid 3, eerste langs elektronische weg mee. Uitgaande van de voor deze identificatie alinea gebruikte gegevens mogen de lidstaten van verbruik hun eigen (ingevoegd bij identificatiesystemen behouden. 2002/38/EG)

Aangepast

Artikel 26 quater,

B, lid 3, tweede

alinea

(ingevoegd bij

2002/38/EG)

Artikel 356

De lidstaat van identificatie verwijdert de niet in de Gemeenschap Artikel 26 quater, gevestigde belastingplichtige in de volgende gevallen uit het B, lid 4 identificatieregister: (ingevoegd bij

2002/38/EG)

  • a) 
    de belastingplichtige deelt mee dat hij niet langer elektronische Artikel 26 quater, diensten verricht; B, lid 4, onder a) (ingevoegd bij

    2002/38/EG)

    Aangepast

  • b) 
    door andere middelen kan worden aangenomen dat zijn belastbare Artikel 26 quater, activiteiten beëindigd zijn; B, lid 4, onder b) (ingevoegd bij

    2002/38/EG)

    Aangepast

  • c) 
    hij voldoet niet langer aan de voorwaarden om van de bijzondere Artikel 26 quater, regeling gebruik te mogen maken van; B, lid 4, onder c)

    (ingevoegd bij 2002/38/EG)

    Aangepast

  • d) 
    hij voldoet bij voortduring niet aan de voorschriften van de Artikel 26 quater, bijzondere regeling. B, lid 4, onder d) (ingevoegd bij

    2002/38/EG)

    Aangepast Artikel 357

De niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige dient langs Artikel 26 quater, elektronische weg bij de lidstaat van identificatie een BTW–aangifte in B, lid 5, eerste voor elk kalenderkwartaal, ongeacht of al dan niet elektronische diensten alinea zijn verricht. De aangifte wordt uiterlijk 20 dagen na het verstrijken van de (ingevoegd bij periode waarop de aangifte betrekking heeft, ingediend. 2002/38/EG)

Aangepast

Artikel 358

De BTW–aangifte bevat het identificatienummer en, voor elke lidstaat van Artikel 26 quater, verbruik waar de BTW verschuldigd is, de totale waarde, BTW niet B, lid 5, tweede inbegrepen, van de verrichte elektronische diensten voor de alinea aangifteperiode en het totale bedrag van de belasting daarover. De (ingevoegd bij geldende tarieven en de totale verschuldigde belasting moeten eveneens op 2002/38/EG) de aangifte worden vermeld.

Aangepast

Artikel 359

  • 1. 
    De BTW–aangifte luidt in euro. Artikel 26 quater, B, lid 6, eerste

    volzin (ingevoegd bij 2002/38/EG)

    Aangepast

De lidstaten die de euro niet hebben aangenomen, kunnen eisen Artikel 26 quater, dat de BTW–aangifte in hun nationale munteenheid luidt. Indien B, lid 6, tweede en

de diensten in een andere munteenheid luiden, hanteert de niet in derde volzin de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige bij het invullen van (ingevoegd bij de BTW–aangifte de wisselkoers die gold op de laatste dag van de 2002/38/EG) aangifteperiode. Aangepast

  • 2. 
    De omwisseling geschiedt volgens de wisselkoersen die de Artikel 26 quater, Europese Centrale Bank voor die dag bekend heeft gemaakt of, B, lid 6, vierde

    wanneer die dag geen bekendmaking heeft plaatsgevonden, op de volzin eerstvolgende dag van bekendmaking. (ingevoegd bij 2002/38/EG)

    Aangepast Artikel 360

De niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige voldoet de BTW Artikel 26 quater, op het moment dat de BTW–aangifte wordt ingediend. B, lid 7, eerste

volzin (ingevoegd bij 2002/38/EG)

Aangepast

De belasting moet worden overgemaakt naar een door de lidstaat van Artikel 26 quater, identificatie opgegeven bankrekening in euro. De lidstaten die de euro niet B, lid 7, tweede en hebben aangenomen, kunnen eisen dat de betaling wordt overgemaakt naar derde volzin een bankrekening in hun eigen munteenheid. (ingevoegd bij

2002/38/EG)

Aangepast

Artikel 361

De niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige die van deze Artikel 26 quater, bijzondere regeling gebruikmaakt, past in de aangifte geen aftrek van BTW B, lid 8 uit hoofde van artikel 163 van deze richtlijn toe, maar hem wordt teruggaaf (ingevoegd bij verleend overeenkomstig Richtlijn 86/560/EEG i. Artikel 2, leden 2 en 3, en 2002/38/EG) artikel 4, lid 2, van Richtlijn 86/560/EEG i zijn niet van toepassing op de

teruggaaf die verband houdt met de onder deze bijzondere regeling Aangepast

vallende elektronische diensten.

Artikel 362

  • 1. 
    De niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige voert Artikel 26 quater, van alle handelingen waarop deze bijzondere regeling van B, lid 9, eerste

    toepassing is, een boekhouding die voldoende gegevens moet volzin bevatten om de belastingadministratie van de lidstaat van verbruik (ingevoegd bij in staat te stellen de juistheid van de BTW–aangifte te bepalen. 2002/38/EG)

    Aangepast

  • 2. 
    Desgevraagd moet de in lid 1 bedoelde boekhouding langs Artikel 26 quater, elektronische weg aan de lidstaat van identificatie en aan de B, lid 9, tweede

    lidstaat van verbruik beschikbaar worden gesteld. volzin (ingevoegd bij 2002/38/EG)

    Aangepast De boekhouding wordt bewaard gedurende tien jaar na afloop van Artikel 26 quater, het jaar waarin de handeling is verricht. B, lid 9, derde

    volzin (ingevoegd bij 2002/38/EG)

    Aangepast

    TITEL XIII Hoofdstuk XVI

    (77/388/EEG)

    AFWIJKINGEN Titel van hoofdstuk

    XVI (77/388/EEG)

    Aangepast

    Hoofdstuk 1

    Algemene afwijkingen

    Afdeling 1

Afwijkingen voor de staten die op 1 januari 1978 lid waren van de Gemeenschap

Artikel 363 Artikel 28 (77/388/EEG)

Artikel 28, lid 1 (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 28, lid 1 bis (ingevoegd bij 94/5/EG)

Belang verloren

Artikel 28, lid 3 (77/388/EEG)

Belang verloren

De lidstaten die op 1 januari 1978 de in de lijst van bijlage IX, deel A, Artikel 28, lid 3, genoemde handelingen belastten, mogen deze blijven belasten. onder a)

(77/388/EEG)

Aangepast Artikel 364

De lidstaten die op 1 januari 1978 vrijstelling verleenden voor de in de lijst Artikel 28, lid 3, van bijlage IX, deel B, genoemde handelingen, mogen deze, onder de in onder b) iedere betrokken lidstaat op die datum bestaande voorwaarden, blijven (77/388/EEG) vrijstellen.

Aangepast

Artikel 365

De lidstaten die op 1 januari 1978 bepalingen toepasten waarbij wordt Artikel 28, lid 3, afgeweken van het beginsel van onmiddellijke aftrek bedoeld in onder d) artikel 173, eerste alinea, mogen deze blijven toepassen. (77/388/EEG)

Aangepast

Artikel 366

De lidstaten die op 1 januari 1978 bepalingen toepasten waarbij wordt Artikel 28, lid 3, afgeweken van artikel 29 en artikel 78, eerste alinea, onder c), mogen deze onder e) blijven toepassen. (gewijzigd bij

94/5/EG)

Aangepast

Artikel 367

In afwijking van de artikelen 164 en 302 mogen de lidstaten die op Artikel 28, lid 3, 1 januari 1978 vrijstelling zonder recht op aftrek van voorbelasting onder g) verleenden voor de diensten van reisbureaus bedoeld in artikel 302, deze (77/388/EEG) vrijstelling handhaven. Deze afwijking is ook van toepassing op

reisbureaus die in naam en voor rekening van de reiziger handelen. Aangepast

Afdeling 2

Afwijkingen voor de staten die na 1 januari 1978 tot de Gemeenschap zijn toegetreden

Artikel 368

Griekenland mag de in bijlage IX, deel B, punten 2, 8, 9, 11 en 12, Bijlage VIII, vermelde handelingen blijven vrijstellen onder de voorwaarden die in deze deel II, punt 2, lidstaat op de datum van zijn toetreding bestonden. onder b)

(Toetredingsakte

EL)

Aangepast Bijlage VIII, deel II, punt 2, onder b) (Toetredingsakte EL)

Bijlage VIII, deel II, punt 2, onder b) (Toetredingsakte EL)

Bijlage VIII, deel II, punt 2, onder b) (Toetredingsakte EL)

Bijlage VIII, deel II, punt 2, onder b) (Toetredingsakte EL)

Bijlage VIII, deel II, punt 2, onder b) (Toetredingsakte EL)

Bijlage VIII, deel II, punt 2, onder b) (Toetredingsakte EL)

Bijlage VIII, deel II, punt 2, onder b) (Toetredingsakte EL)

Artikel 369

Spanje mag de in bijlage IX, deel B, punt 2, vermelde diensten van Artikel 28, lid 3 auteursalsmede de in bijlage IX, deel B, punten 11 en 12, vermelde bis handelingen blijven vrijstellen onder de voorwaarden die in deze lidstaat (ingevoegd bij op de datum van zijn toetreding bestonden. 91/680/EEG)

Aangepast Artikel 370

Portugal mag de in bijlage IX, deel B, punten 2, 4, 7, 9, 10 en 13, vermelde Bijlage XXXII, handelingen blijven vrijstellen onder de voorwaarden die in deze lidstaat deel IV, punt 3, op datum van zijn toetreding bestonden. onder b), eerste

alinea (Toetredingsakte ES en PT)

Aangepast

Artikel 371

  • 1. 
    Oostenrijk mag de in bijlage IX, deel A, punt 2, vermelde Bijlage XV handelingen blijven belasten. deel IX, punt 2, onder h), eerste alinea

    (Toetredingsakte

    AT, FI en SE)

    Aangepast

    Bijlage XV, deel IX, punt 2, onder h), eerste alinea, tweede streepje (Toetredingsakte AT, FI en SE)

  • 2. 
    Zolang dezelfde vrijstellingen worden toegepast in een van de Bijlage XV, lidstaten die op 31 december 1994 lid van de Gemeenschap waren, deel IX, punt 2, mag Oostenrijk onder de voorwaarden die in deze lidstaat op de onder i), eerste datum van zijn toetreding bestonden vrijstelling blijven verlenen alinea

    voor de volgende handelingen: (Toetredingsakte AT, FI en SE)

    Aangepast

    • a) 
      de in bijlage IX, deel B, punten 5 en 9, vermelde Bijlage XV, handelingen; deel IX, punt 2, onder i), eerste alinea, tweede streepje

      (Toetredingsakte

      AT, FI en SE)

      Aangepast b) met recht op aftrek van voorbelasting, alle onderdelen van Bijlage XV,

      het personenvervoer per vliegtuig, over zee of via de deel IX, punt 2, waterwegen van Oostenrijk naar een lidstaat of een derde onder i), eerste land en omgekeerd, met uitzondering van het alinea, derde personenvervoer op het Bodenmeer. streepje (Toetredingsakte AT, FI en SE)

      Aangepast

      Artikel 372

  • 1. 
    Finland mag de in bijlage IX, deel A, punt 2, vermelde Bijlage XV, handelingen blijven belasten, zolang dezelfde handelingen worden deel IX, punt 2, belast in een van de lidstaten die op 31 december 1994 lid van de onder m), eerste Gemeenschap waren. alinea

    (Toetredingsakte AT, FI en SE)

    Aangepast

  • 2. 
    Finland mag onder de voorwaarden die in deze lidstaat op de Bijlage XV, datum van zijn toetreding bestonden, de in bijlage IX, deel B, deel IX, punt 2, punt 2, vermelde diensten verricht door auteurs, kunstenaars en onder n), eerste vertolkers van kunstwerken, alsmede de in bijlage IX, deel B, alinea

    punten 5, 9 en 10, vermelde handelingen blijven vrijstellen, zolang (Toetredingsakte dezelfde vrijstellingen worden toegepast in een van de lidstaten AT, FI en SE) die op 31 december 1994 lid van de Gemeenschap waren. Aangepast

    Bijlage XV, deel IX, punt 2, onder n), eerste alinea, eerste streepje (Toetredingsakte AT, FI en SE)

    Bijlage IX, punt 2,

    onder n), eerste

    alinea, tweede

    streepje

    (Toetredingsakte

    AT, FI en SE)

    Artikel 373

Zweden mag onder de voorwaarden die in deze lidstaat op de datum van Bijlage XV, zijn toetreding bestonden, de in bijlage IX, deel B, punt 2, vermelde deel IX, punt 2, diensten verricht door auteurs, kunstenaars en vertolkers van kunstwerken, onder aa), eerste alsmede de in bijlage IX, deel B, punten 1, 9 en 10, vermelde handelingen alinea blijven vrijstellen, zolang dezelfde vrijstellingen worden toegepast in een (Toetredingsakte van de lidstaten die op 31 december 1994 lid van de Gemeenschap waren. AT, FI en SE)

Aangepast

Bijlage XV, deel IX, punt 2, onder aa), eerste alinea, eerste streepje (Toetredingsakte AT, FI en SE)

Bijlage XV, deel IX, punt 2, onder aa), eerste alinea, tweede streepje (Toetredingsakte AT, FI en SE)

Artikel 374

Tsjechië mag, onder de voorwaarden die in deze lidstaat op de datum van Bijlage V, lid 5, zijn toetreden bestonden, vrijstelling blijven verlenen voor internationaal punt 1, onder b) personenvervoer omschreven in bijlage IX, deel B, punt 10, zolang (Toetredingsakte dezelfde vrijstelling wordt toegepast in één van de lidstaten die op 30 april van 2003) 2004 lid van de Gemeenschap waren.

Aangepast

Artikel 375

Estland mag, onder de voorwaarden die in deze lidstaat op de datum van Bijlage VI, lid 7, zijn toetreden bestonden, vrijstelling blijven verlenen voor internationaal punt 1, onder b) personenvervoer omschreven in bijlage IX, deel B, punt 10, zolang (Toetredingsakte dezelfde vrijstelling wordt toegepast in één van de lidstaten die op 30 april van 2003) 2004 lid van de Gemeenschap waren.

Aangepast Artikel 376

Cyprus mag, onder de voorwaarden die in deze lidstaat op de datum van Bijlage VII, lid 7, zijn toetreden bestonden, vrijstelling blijven verlenen voor internationaal punt 1, zesde personenvervoer omschreven in bijlage IX, deel B, punt 10, zolang alinea dezelfde vrijstelling wordt toegepast in één van de lidstaten die op 30 april (Toetredingsakte 2004 lid van de Gemeenschap waren. van 2003)

Aangepast

Artikel 377

Zolang dezelfde vrijstellingen worden verleend in een van de lidstaten die Bijlage VIII, lid 7, op 30 april 2004 lid van de Gemeenschap waren, mag Letland, onder de punt 1, onder b), voorwaarden die in deze lidstaat op de datum van zijn toetreding tweede alinea bestonden, vrijstelling blijven verlenen: (Toetredingsakte

van 2003)

Aangepast

  • a) 
    voor diensten die worden verricht door auteurs, kunstenaars en Bijlage VIII, lid 7, vertolkers van kunstwerken omschreven in bijlage IX, deel B, punt 1, onder b),

    punt 2; tweede alinea (Toetredingsakte van 2003)

  • b) 
    voor internationaal personenvervoer omschreven in bijlage IX, Bijlage VIII, lid 7, deel B, punt 10. punt 1, onder b),

    derde alinea (Toetredingsakte van 2003)

    Artikel 378

Litouwen mag, onder de voorwaarden die in deze lidstaat op de datum van Bijlage IX, lid 8, zijn toetreden bestonden, vrijstelling blijven verlenen voor internationaal punt 1 personenvervoer omschreven in bijlage IX, deel B, punt 10, zolang (Toetredingsakte dezelfde vrijstelling wordt toegepast in één van de lidstaten die op 30 april van 2003) 2004 lid van de Gemeenschap waren.

Aangepast Artikel 379

Hongarije mag, onder de voorwaarden die in deze lidstaat op de datum van Bijlage X, lid 7, zijn toetreden bestonden, vrijstelling blijven verlenen voor internationaal punt 2 personenvervoer omschreven in bijlage IX, deel B, punt 10, zolang (Toetredingsakte dezelfde vrijstelling wordt toegepast in één van de lidstaten die op 30 april van 2003) 2004 lid van de Gemeenschap waren.

Aangepast

Artikel 380

Zolang dezelfde vrijstellingen worden toegepast in een van de lidstaten die Bijlage XI, lid 7, op 30 april 2004 lid van de Gemeenschap waren, mag Malta onder de punt 2 voorwaarden die in deze lidstaat op de datum van zijn toetreding bestonden (Toetredingsakte de volgende handelingen blijven vrijstellen: van 2003)

Aangepast

  • a) 
    zonder recht op aftrek van voorbelasting, de levering van water Bijlage XI, lid 7, door overheidsdiensten omschreven in bijlage IX, deel B, punt 9; punt 2, onder b) (Toetredingsakte van 2003)

    Aangepast

  • b) 
    zonder recht op aftrek van de voorbelasting, de levering van Bijlage XI, lid 7, gebouwen en bouwgronden omschreven in bijlage IX, deel B, punt 2, onder c) punt 9; (Toetredingsakte van 2003)

    Aangepast

  • c) 
    zonder recht op aftrek van de van voorbelasting voor binnenlands Bijlage XI, lid 7, personenvervoer, internationaal personenvervoer en punt 2, onder a) personenvervoer tussen de eilanden over zee, zoals omschreven in (Toetredingsakte bijlage IX, deel B, punt 10. van 2003)

    Aangepast

    Artikel 381

Polen mag, onder de voorwaarden die in deze lidstaat op de datum van zijn Bijlage XII, lid 9, toetreden bestonden, vrijstelling blijven verlenen voor internationaal punt 2 personenvervoer omschreven in bijlage IX, deel B, punt 10, zolang (Toetredingsakte dezelfde vrijstelling wordt toegepast in één van de lidstaten die op 30 april van 2003) 2004 lid van de Gemeenschap waren.

Aangepast Artikel 382

Slovenië mag, onder de voorwaarden die in deze lidstaat op de datum van Bijlage XIII, lid 6, zijn toetreden bestonden, vrijstelling blijven verlenen voor internationaal punt 1, onder b) personenvervoer omschreven in bijlage IX, deel B, punt 10, zolang (Toetredingsakte dezelfde vrijstelling wordt toegepast in één van de lidstaten die op 30 april van 2003) 2004 lid van de Gemeenschap waren.

Aangepast

Artikel 383

Slowakije mag, onder de voorwaarden die in deze lidstaat op de datum van Bijlage XIV, lid 7, zijn toetreden bestonden, vrijstelling blijven verlenen voor internationaal derde alinea personenvervoer omschreven in bijlage IX, deel B, punt 10, zolang (Toetredingsakte dezelfde vrijstelling wordt toegepast in één van de lidstaten die op 30 april van 2003) 2004 lid van de Gemeenschap waren.

Aangepast

Afdeling 3

Gemeenschappelijke bepalingen voor de afdelingen 1 en 2

Artikel 384

De lidstaten die vrijstelling verlenen voor de in artikel 364 en de Artikel 28, lid 3, artikelen 368 tot en met 383 bedoelde handelingen, mogen de onder c) belastingplichtigen de mogelijkheid geven te kiezen voor belasting van (77/388/EEG) deze handelingen.

Aangepast

Artikel 385

De lidstaten mogen bepalen dat voor de leveringen van gebouwen en Artikel 28, lid 3, bouwterreinen die met het oog op wederverkoop zijn gekocht door een onder f) belastingplichtige die voor die aankoop geen recht op aftrek heeft gehad, (77/388/EEG) de maatstaf van heffing het verschil tussen de verkoopprijs en de

aankoopprijs is. Aangepast

Artikel 386

  • 1. 
    De Raad herbeziet, aan de hand van een verslag van de Artikel 28, lid 4 Commissie, de toestand met betrekking tot de in de afdelingen 1 (77/388/EEG)

    en 2 vastgestelde afwijkingen en beslist overeenkomstig artikel 93

van het Verdrag over de eventuele intrekking van deze Aangepast

afwijkingen of van een gedeelte daarvan.

  • 2. 
    In de definitieve regeling zal het personenvervoer in de lidstaat Artikel 28, lid 5 van vertrek worden belast voor de binnen de Gemeenschap (77/388/EEG)

    afgelegde afstand, volgens door de Raad overeenkomstig

artikel 93 van het Verdrag vast te stellen nadere bepalingen. Aangepast

Hoofdstuk 2

Afwijkingen waarvoor machtiging is verleend

Afdeling 1

Vereenvoudigingsmaatregelen en maatregelen ter voorkoming van belastingfraude en –ontwijking

Hoofdstuk XV (77/388/EEG)

Titel van hoofdstuk XV (77/388/EEG)

Artikel 387

De lidstaten die op 1 januari 1977 bijzondere maatregelen toepasten ter Artikel 27, lid 5 vereenvoudiging van de belastingheffing of ter voorkoming van bepaalde (77/388/EEG) vormen van belastingfraude of –ontwijking, mogen deze handhaven op

voorwaarde dat zij de Commissie vóór 1 januari 1978 van deze Aangepast

maatregelen in kennis hebben gesteld en onder voorbehoud dat de vereenvoudigingsmaatregelen voldoen aan de in artikel 388, lid 1, tweede alinea, omschreven voorwaarde.

Artikel 388 Artikel 27 (77/388/EEG)

  • 1. 
    De Raad kan op voorstel van de Commissie met eenparigheid van Artikel 27, lid 1, stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van de bepalingen eerste volzin

    van deze richtlijn afwijkende maatregelen te treffen, teneinde de (vervangen bij belastingheffing te vereenvoudigen of bepaalde vormen van 2004/7/EG) belastingfraude of –ontwijking te voorkomen.

    De maatregelen tot vereenvoudiging van de belastingheffing Artikel 27, lid 1,

    mogen geen noemenswaardige invloed hebben op de totale tweede volzin

    belastingopbrengst van de lidstaat in het stadium van het (vervangen bij

    eindverbruik. 2004/7/EG)

  • 2. 
    De lidstaat die de in lid 1 bedoelde maatregelen wil treffen, dient Artikel 27, lid 2, een verzoek in bij de Commissie en verschaft haar alle nodige eerste en tweede gegevens. Wanneer de Commissie meent niet over alle nodige volzin

    gegevens te beschikken, neemt zij binnen twee maanden na (vervangen bij ontvangst van het verzoek contact op met de betrokken lidstaat en 2004/7/EG) deelt zij hem mede welke aanvullende gegevens vereist zijn.

    Zodra de Commissie over alle gegevens beschikt die zij nodig Artikel 27, lid 2,

    acht voor de beoordeling van het verzoek, stelt zij de verzoekende derde volzin

    lidstaat binnen een maand daarvan in kennis en zendt zij het (vervangen bij

    verzoek in de oorspronkelijke taal aan de andere lidstaten toe. 2004/7/EG)

  • 3. 
    Binnen drie maanden na toezending van de in lid 2, tweede alinea, Artikel 27, lid 3 bedoelde gegevens legt de Commissie de Raad hetzij een passend (vervangen bij voorstel voor, hetzij, wanneer zij bezwaren heeft tegen het 2004/7/EG)

    verzoek om een afwijking, een mededeling waarin zij deze bezwaren toelicht.

  • 4. 
    De in de leden 2 en 3 vastgestelde procedure moet in ieder geval Artikel 27, lid 4 worden voltooid binnen acht maanden na ontvangst van het (vervangen bij verzoek door de Commissie. 2004/7/EG)

    Aangepast

    Afdeling 2

    Internationale overeenkomsten

    Artikel 389 Artikel 30 (vervangen bij 2004/7/EG)

    Titel van artikel 30 (vervangen bij 2004/7/EG)

  • 1. 
    De Raad kan op voorstel van de Commissie met eenparigheid van Artikel 30, lid 1 stemmen elke lidstaat machtigen met een derde land of een (vervangen bij internationale organisatie een overeenkomst te sluiten waarin 2004/7/EG)

    bepalingen kunnen voorkomen die van deze richtlijn afwijken.

  • 2. 
    De lidstaat die een dergelijke overeenkomst wenst te sluiten, dient Artikel 30, lid 2, een verzoek in bij de Commissie en verschaft haar alle nodige eerste en tweede gegevens. Wanneer de Commissie meent niet over alle nodige volzin

    gegevens te beschikken, neemt zij binnen twee maanden na (vervangen bij ontvangst van het verzoek contact op met de betrokken lidstaat en 2004/7/EG) deelt zij hem mede welke aanvullende gegevens vereist zijn. Aangepast

Zodra de Commissie over alle gegevens beschikt die zij nodig Artikel 30, lid 2,

acht voor de beoordeling van het verzoek, stelt zij de verzoekende derde volzin

lidstaat binnen één maand daarvan in kennis en zendt zij het (vervangen bij

verzoek in de oorspronkelijke taal aan de overige lidstaten. 2004/7/EG)

  • 3. 
    Binnen drie maanden na toezending van de in lid 2, tweede alinea, Artikel 30, lid 3

bedoelde gegevens legt de Commissie de Raad hetzij een passend (vervangen bij

voorstel voor, hetzij, wanneer zij bezwaren heeft tegen het 2004/7/EG)

verzoek om een afwijking, een mededeling waarin zij deze

bezwaren toelicht.

  • 4. 
    De in de leden 2 en 3 vastgestelde procedure moet in ieder geval Artikel 30, lid 4 worden voltooid binnen acht maanden na ontvangst van het (vervangen bij verzoek door de Commissie. 2004/7/EG)

    Aangepast

TITEL XIV Hoofdstuk XVIII

(77/388/EEG)

DIVERSE BEPALINGEN Titel van hoofdstuk

XVIII (77/388/EEG)

Hoofdstuk 1

Uitvoeringsmaatregelen

Artikel 390 Artikel 29 bis (ingevoegd bij 2004/7/EG)

Titel van artikel 29 bis (ingevoegd bij 2004/7/EG)

De Raad stelt op voorstel van de Commissie met eenparigheid van Artikel 29 bis stemmen de nodige maatregelen ter uitvoering van deze richtlijn vast. (ingevoegd bij

2004/7/EG)

Hoofdstuk 2

BTW-Comité Hoofdstuk XVII (77/388/EEG)

Titel van hoofdstuk XVII (77/388/EEG)

Artikel 391 Artikel 29 (77/388/EEG)

  • 1. 
    Er wordt een Raadgevend Comité voor de belasting over de Artikel 29, lid 1 toegevoegde waarde ingesteld, “BTW–comité” genoemd. (77/388/EEG)

    Aangepast

  • 2. 
    Het BTW–comité is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Artikel 29, lid 2, lidstaten en van de Commissie. eerste alinea

    (77/388/EEG)

    Aangepast

    Het comité staat onder voorzitterschap van een vertegenwoordiger Artikel 29, lid 2, van de Commissie. tweede alinea (77/388/EEG)

    De Commissie is belast met het secretariaat van het comité. Artikel 29, lid 2, derde alinea

    (77/388/EEG)

  • 3. 
    Het BTW–comité stelt zijn reglement van orde vast. Artikel 29, lid 3 (77/388/EEG)

    Aangepast

  • 4. 
    Naast de punten die volgens deze richtlijn aan raadpleging Artikel 29, lid 4 onderworpen zijn, onderzoekt het BTW–comité de (77/388/EEG)

    aangelegenheden die door zijn voorzitter op diens initiatief of op

verzoek van een vertegenwoordiger van een lidstaat aan de orde Aangepast

worden gesteld en die betrekking hebben op de toepassing van de communautaire bepalingen inzake de BTW.

Hoofdstuk 3

Omrekeningskoers

Artikel 31 (77/388/EEG)

Titel van artikel 31 (77/388/EEG) Artikel 31, lid 1 (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 392 Artikel 28 quaterdecies

(ingevoegd bij 91/680/EEG)

Titel van artikel 28 quaterdecies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Onverminderd andere bijzondere bepalingen wordt de tegenwaarde van de Artikel 28 quaterin deze richtlijn in euro’s uitgedrukte bedragen in nationale munteenheid decies, eerste bepaald aan de hand van de op 1 januari 1999 geldende omrekeningskoers volzin van de euro. (vervangen bij

Toetredingsakte van 2003)

Gewijzigd

 De Republiek Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Artikel 28 quater Malta, Polen, Slovenië en Slowakije gebruiken echter de ten tijde van hun decies, tweede toetreding geldende omrekeningskoers. volzin

(ingevoegd bij Toetredingsakte van 2003)

Artikel 393

Bij de omrekening van de in artikel 392 bedoelde bedragen in nationale Artikel 31, lid 2 munteenheden mogen de lidstaten de uit die omrekening voortvloeiende (77/388/EEG) bedragen met maximaal 10% naar boven of beneden afronden.

Aangepast

Hoofdstuk 4

Andere belastingen, rechten en heffingen Artikel 394 Artikel 33 (vervangen bij 91/680/EEG)

Onverminderd andere communautaire bepalingen vormen de bepalingen Artikel 33, lid 1 van deze richtlijn geen beletsel voor de handhaving of invoering door een (vervangen bij lidstaat van belastingen op verzekeringsovereenkomsten en op spelen en 91/680/EEG) weddenschappen, alsmede van accijnzen, registratierechten en, meer in het

algemeen, van alle belastingen, rechten en heffingen die niet het karakter Aangepast

van omzetbelasting bezitten, mits de heffing van deze belastingen, rechten en heffingen in het verkeer tussen de lidstaten geen aanleiding geeft tot formaliteiten in verband met het overschrijden van een grens.

TITEL XV Hoofdstuk XVI bis

(ingevoegd bij 91/680/EEG)

OVERGANGSREGELING VOOR DE Titel van hoofd

BELASTINGHEFFING IN HET HANDELSVERKEER stuk XVI bis

TUSSEN DE LIDSTATEN EN SLOTBEPALINGEN (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Hoofdstuk XIX (77/388/EEG)

Titel van hoofdstuk XIX (77/388/EEG)

Artikel 395 Artikel 28 terdecies

(ingevoegd bij 91/680/EEG)

Titel van artikel 28 terdecies (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Artikel 28 terdecies, eerste alinea (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Belang verloren 1. De in deze richtlijn vastgestelde regeling voor de belastingheffing Artikel 28 terin

het handelsverkeer tussen de lidstaten is een overgangsregeling decies, tweede en zal worden vervangen door een definitieve regeling, in beginsel alinea gebaseerd op belastingheffing in de lidstaat van oorsprong van de (ingevoegd bij leveringen van goederen en diensten. 91/680/EEG)

Aangepast

  • 2. 
    Na het in artikel 398 bedoelde verslag te hebben bestudeerd en te Artikel 28 terhebben vastgesteld dat aan de voorwaarden voor de overgang naar decies, derde de definitieve regeling is voldaan, stelt de Raad, overeenkomstig alinea

    de procedure van artikel 93 van het Verdrag, de bepalingen vast (ingevoegd bij die noodzakelijk zijn voor de inwerkingtreding en de werking van 91/680/EEG) de definitieve regeling. Aangepast

    Artikel 28 terdecies, vierde alinea (ingevoegd bij 91/680/EEG)

Belang verloren

Artikel 396

De regeling die van toepassing is op radio– en televisieomroepdiensten en Artikel 4 bepaalde langs elektronische weg verrichte diensten, geldt gedurende een (2002/38/EG) periode van drie jaar met ingang van 1 juli 2003.

Aangepast

Op grond van een verslag van de Commissie zal de Raad vóór 30 juni Artikel 5

2006, artikel 56, lid 1, onder j) en k), de artikelen 57, 58 en 59, artikel 95, (2002/38/EG) lid 2, tweede volzin, de artikelen 350 tot en met 362 en bijlage II opnieuw

onderzoeken en neemt hij op voorstel van de Commissie overeenkomstig Aangepast

artikel 93 van het Verdrag maatregelen betreffende een passend elektronisch mechanisme op een niet–discriminerende basis voor de heffing, aangifte, inning en verdeling van de BTW–opbrengsten van langs elektronische weg verrichte diensten met belastingheffing op de plaats van het verbruik of, indien zulks om praktische redenen noodzakelijk wordt geacht, verlengt hij met eenparigheid van stemmen op voorstel van de

Commissie de in de eerste alinea vermelde periode.

Artikel 397 Artikel 35 (77/388/EEG)

De Raad stelt overeenkomstig artikel 93 van het Verdrag passende Artikel 35 richtlijnen vast met het oog op de aanvulling van het gemeenschappelijke (77/388/EEG)

BTW–stelsel en met name de geleidelijke beperking of intrekking van de

afwijkingen van dit stelsel. Aangepast

Artikel 398 Artikel 34 (77/388/EEG)

Om de vier jaar dient de Commissie, op basis van de van de lidstaten Artikel 34 verkregen gegevens, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in (77/388/EEG) over de werking van het gemeenschappelijke BTW–stelsel in de lidstaten

en met name over de werking van de overgangsregeling voor de Gewijzigd

belastingheffing in het handelsverkeer tussen de lidstaten, in voorkomend geval vergezeld van voorstellen voor de definitieve regeling.

Artikel 36 (77/388/EEG)

Artikel 36 (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 37 (77/388/EEG)

Artikel 37 (77/388/EEG)

Belang verloren

Artikel 399

Richtlijn 67/227/EEG i, zoals gewijzigd bij de in bijlage X, deel A, punt 1, vermelde richtlijn, en Richtlijn 77/388/EEG i, zoals gewijzigd bij de in bijlage X, deel A, punt 2, vermelde richtlijnen, worden ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage X, deel B, aangegeven termijnen voor de omzetting en de uitvoering van deze richtlijnen.

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijnen gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage XI.

Artikel 400

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op ... aan artikel 2, artikel 38, lid 3, artikel 59, artikel 132, lid 1, onder h), artikel 140, onder b), en de artikelen 392 en 398 van deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen.

De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 401

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 402 Artikel 38 (77/388/EEG)

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Artikel 38

(77/388/EEG)

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

BIJLAGE I Bijlage D

(77/388/EEG)

LIJST VAN WERKZAAMHEDEN, BEDOELD IN Titel van bijlage D

ARTIKEL 14 (77/388/EEG)

  • 1. 
    Telecommunicatiediensten Bijlage D, punt 1 (77/388/EEG)
  • 2. 
    Levering van water, gas, elektriciteit en stoom Bijlage D, punt 2 (77/388/EEG)
  • 3. 
    Goederenvervoer Bijlage D, punt 3 (77/388/EEG)
  • 4. 
    Haven – en luchthavendiensten Bijlage D, punt 4 (77/388/EEG)
  • 5. 
    Personenvervoer Bijlage D, punt 5 (77/388/EEG)
  • 6. 
    Levering van nieuwe goederen geproduceerd voor de verkoop Bijlage D, punt 6 (77/388/EEG)
  • 7. 
    Handelingen van de landbouwinterventiebureaus met betrekking Bijlage D, punt 7 tot landbouwproducten, die worden verricht op grond van (77/388/EEG)

    verordeningen houdende een gemeenschappelijke marktordening voor deze producten

  • 8. 
    Exploitatie van commerciële beurzen en tentoonstellingen Bijlage D, punt 8 (77/388/EEG)
  • 9. 
    Opslag van goederen Bijlage D, punt 9 (77/388/EEG)
  • 10. 
    Werkzaamheden van commerciële reclamebureaus Bijlage D, punt 10 (77/388/EEG)
  • 11. 
    Werkzaamheden van reisbureaus Bijlage D, punt 11 (77/388/EEG)
  • 12. 
    Exploitatie van bedrijfskantines, bedrijfswinkels, coöperaties en Bijlage D, punt 12 soortgelijke inrichtingen (77/388/EEG)
  • 13. 
    Commerciële werkzaamheden van radio– en televisiediensten. Bijlage D, punt 13 (77/388/EEG)

    Aangepast

    BIJLAGE II Bijlage L

    (ingevoegd bij 2002/38/EG)

LIJST VAN LANGS ELEKTRONISCHE WEG Titel van bijlage L

VERRICHTE DIENSTEN BEDOELD IN ARTIKEL 52, (ingevoegd bij

LID 1, ONDER K) 2002/38/EG)

Aangepast

  • 1. 
    Het leveren en onderbrengen van websites, het onderhoud op Bijlage L, eerste afstand van programma's en uitrustingen. alinea, punt 1

    (ingevoegd bij 2002/38/EG)

  • 2. 
    De levering van software en de bijwerking ervan. Bijlage L, eerste alinea, punt 2

    (ingevoegd bij 2002/38/EG)

  • 3. 
    De levering van beelden, geschreven stukken en informatie en de Bijlage L, eerste terbeschikkingstelling van databanken. alinea, punt 3

    (ingevoegd bij 2002/38/EG)

  • 4. 
    De levering van muziek of films, van spelen, met inbegrip van Bijlage L, eerste kans– of gokspelen, en van uitzendingen of manifestaties op het alinea, punt 4

    gebied van politiek, cultuur, kunst, sport, wetenschappen of (ingevoegd bij ontspanning. 2002/38/EG)

  • 5. 
    De levering van onderwijs op afstand. Bijlage L, eerste alinea, punt 5

    (ingevoegd bij 2002/38/EG)

    BIJLAGE III Bijlage H

    (ingevoegd bij 92/77/EEG)

LIJST VAN DE LEVERINGEN VAN GOEDEREN EN DE Titel van bijlage H

DIENSTEN WAAROP DE IN ARTIKEL 95 BEDOELDE (ingevoegd bij

VERLAAGDE TARIEVEN MOGEN WORDEN 92/77/EEG)

TOEGEPAST Aangepast

Bijlage H, tweede alinea (ingevoegd bij 92/77/EEG)

  • 1. 
    Levering van levensmiddelen (met inbegrip van dranken, maar Bijlage H, tweede met uitsluiting van alcoholhoudende dranken) voor menselijke en alinea, punt 1

    dierlijke consumptie, van levende dieren, van zaaigoed, van (ingevoegd bij planten en ingrediënten die gewoonlijk bestemd zijn voor gebruik 92/77/EEG) bij de bereiding van levensmiddelen, alsmede van producten die

gewoonlijk bestemd zijn ter aanvulling of vervanging van Aangepast

levensmiddelen;

  • 2. 
    Waterdistributie; Bijlage H, tweede alinea, punt 2

    (ingevoegd bij 92/77/EEG)

  • 3. 
    Levering van farmaceutische producten van een soort die Bijlage H, tweede gewoonlijk gebruikt wordt voor de gezondheidszorg, het alinea, punt 3

    voorkomen van ziekten of voor medische en veterinaire (ingevoegd bij behandelingen, met inbegrip van voorbehoedsmiddelen en 92/77/EEG) producten bestemd voor de hygiënische bescherming van de

vrouw; Aangepast

  • 4. 
    Levering van medische uitrusting, hieronder begrepen in huur, van Bijlage H, tweede hulpmiddelen en van andere apparaten die gewoonlijk bestemd alinea, punt 4

    zijn voor verlichting of behandeling van handicaps, voor (ingevoegd bij uitsluitend persoonlijk gebruik door gehandicapten, met inbegrip 92/77/EEG) van de herstelling daarvan, en levering van kinderzitjes voor

motorvoertuigen; Aangepast

  • 5. 
    Vervoer van personen en de bagage die zij bij zich hebben; Bijlage H, tweede alinea, punt 5

    (ingevoegd bij 92/77/EEG)

  • 6. 
    Levering van boeken ook bij uitlening door bibliotheken (met Bijlage H, tweede inbegrip van brochures, folders en soortgelijk drukwerk, albums alinea, punt 6

    platen–, teken– en kleurboeken voor kinderen, gedrukte of (ingevoegd bij geschreven muziekpartituren, landkaarten en hydrografische en 92/77/EEG) soortgelijke kaarten), kranten en tijdschriften, voorzover niet

uitsluitend of hoofdzakelijk reclamemateriaal; Aangepast

  • 7. 
    Het verlenen van toegang tot shows, schouwburgen, circussen, Bijlage H, tweede kermissen, amusementsparken, concerten, musea, dierentuinen, alinea, punt 7,

    bioscopen, tentoonstellingen en soortgelijke culturele eerste alinea evenementen en voorzieningen; (ingevoegd bij 92/77/EEG)

  • 8. 
    De ontvangst van radio– en televisie–uitzendingen; Bijlage H, tweede alinea, punt 7,

    tweede alinea (ingevoegd bij 92/77/EEG)

  • 9. 
    Diensten door en auteursrechten voor schrijvers, componisten en Bijlage H, tweede uitvoerende kunstenaars; alinea, punt 8

    (ingevoegd bij 92/77/EEG)

    Aangepast

  • 10. 
    Levering, bouw, renovatie en verbouwing van in het kader van het Bijlage H, tweede sociaal beleid verstrekte huisvesting; alinea, punt 9

    (ingevoegd bij 92/77/EEG)

  • 11. 
    Levering van goederen en diensten die normaal bestemd zijn voor Bijlage H, tweede gebruik in de landbouw, met uitzondering evenwel van alinea, punt 9

    kapitaalgoederen, zoals machines of gebouwen; (ingevoegd bij 92/77/EEG)

    Aangepast

  • 12. 
    Door hotels en dergelijke inrichtingen verstrekte accommodatie, Bijlage H, tweede met inbegrip van het verstrekken van vakantie–accommodatie en alinea, punt 11

    de verhuur van percelen op kampeerterreinen en in caravanparken; (ingevoegd bij 92/77/EEG)

  • 13. 
    Het verlenen van toegang tot sportevenementen; Bijlage H, tweede alinea, punt 12

    (ingevoegd bij 92/77/EEG)

  • 14. 
    Het recht gebruik te maken van sportaccommodaties; Bijlage H, tweede alinea, punt 13

    (ingevoegd bij 92/77/EEG)

  • 15. 
    Levering van goederen en diensten door organisaties die door de Bijlage H, tweede lidstaten als liefdadige instellingen zijn erkend en die betrokken alinea, punt 14

    zijn bij activiteiten op het gebied van bijstand en sociale (ingevoegd bij zekerheid, voorzover deze prestaties niet zijn vrijgesteld op grond 92/77/EEG) van de artikelen 129, 132 en 133; Aangepast

  • 16. 
    Diensten verstrekt door lijkbezorgers en crematoria, alsmede de Bijlage H, tweede daarmee verband houdende levering van goederen; alinea, punt 15

    (ingevoegd bij 92/77/EEG)

    Aangepast

  • 17. 
    De verstrekking van medische en tandheelkundige verzorging, Bijlage H, tweede alsmede thermale behandeling, voorzover deze niet zijn alinea, punt 16

    vrijgesteld op grond van artikel 129, lid 1, onder b) tot en met e); (ingevoegd bij 92/77/EEG)

  • 18. 
    Diensten in verband met de reiniging van de openbare weg, het Bijlage H, tweede ophalen van huisvuil en de afvalverwerking andere dan de alinea, punt 17

    diensten die door de in artikel 14 bedoelde lichamen worden (ingevoegd bij verstrekt. 92/77/EEG)

    BIJLAGE IV Bijlage K

    (ingevoegd bij 1999/85/EG)

LIJST VAN IN ARTIKEL 102 BEDOELDE DIENSTEN Titel van bijlage K

(ingevoegd bij 1999/85/EG)

  • 1. 
    Kleine hersteldiensten: Bijlage K, punt 1, eerste streepje

    (ingevoegd bij 1999/85/EG)

    • a) 
      fietsen; Bijlage K, punt 1, eerste streepje

      (ingevoegd bij 1999/85/EG)

    • b) 
      schoeisel en lederwaren; Bijlage K, punt 1, tweede streepje

      (ingevoegd bij 1999/85/EG)

    • c) 
      kleding en huishoudlinnen (ook herstellen en vermaken); Bijlage K, punt 1, derde streepje

      (ingevoegd bij 1999/85/EG)

  • 2. 
    Renovatie en herstel van particuliere woningen, met uitzondering Bijlage K, punt 2 van materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de (ingevoegd bij

waarde van de verstrekte diensten; 1999/85/EG)

  • 3. 
    Glazenwassen en schoonmaken van particuliere woningen; Bijlage K, punt 3 (ingevoegd bij

    1999/85/EG)

  • 4. 
    Thuiszorg zoals hulp in de huishouding en zorg voor kinderen, Bijlage K, punt 4 ouderen, zieken of gehandicapten; (ingevoegd bij

    1999/85/EG)

    Aangepast

  • 5. 
    Kappersdiensten. Bijlage K, punt 5 (ingevoegd bij

    1999/85/EG)

    BIJLAGE V Bijlage J

    (ingevoegd bij 95/7/EG)

    CATEGORIEËN GOEDEREN BEDOELD IN Nieuw

ARTIKEL 155, DIE ONDER EEN ANDER STELSEL VAN ENTREPOTS DAN DOUANE–ENTREPOTS KUNNEN

VALLEN

GN–code Omschrijving Bijlage J, aanhef (ingevoegd bij

95/7/EG)

  • 1. 
    0701 Aardappelen
  • 2. 
    0711 20 Olijven
  • 3. 
    0801 Kokosnoten, paranoten en cashewnoten
  • 4. 
    0802 Andere noten
  • 5. 
    0901 11 00 Koffie, ongebrand

    0901 12 00

  • 6. 
    0902 Thee
  • 7. 
    1001 t/m 1005 Granen

    1007 t/m 1008

  • 8. 
    1006 Padie Aangepast
  • 9. 
    1201 t/m 1207 Zaden, oliehoudende vruchten en Aangepast zaaigoed (sojabonen daaronder

    begrepen)

  • 10. 
    1507 t/m 1515 Plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvaan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd
  • 11. 
    1701 11 Ruwe suiker

    1701 12

  • 12. 
    1801 Cacaobonen, ook indien gebroken, al dan niet gebrand
  • 13. 
    2709 Minerale oliën (met inbegrip van propaan en butaan en ruwe olie uit

    2710 aardolie)

    2711 12

    2711 13

  • 14. 
    hoofdstukken 28 en 29 Chemische producten (in bulk)
  • 15. 
    4001 Rubber, in primaire vormen of in platen, vellen of strippen

    4002

  • 16. 
    5101 Wol
  • 17. 
    7106 Zilver
  • 18. 
    7110 11 00 Platina (palladium, rhodium)

    7110 21 00

    7110 31 00

  • 19. 
    7402 Koper

    7403

    7405

    7408

  • 20. 
    7502 Nikkel
  • 21. 
    7601 Aluminium
  • 22. 
    7801 Lood
  • 23. 
    7901 Zink
  • 24. 
    8001 Tin
  • 25. 
    ex 8112 92 Indium Aangepast

    ex 8112 99

    BIJLAGE VI Bijlage A

    (77/388/EEG)

LIJST VAN LANDBOUW- Titel van bijlage A

PRODUCTIEWERKZAAMHEDEN BEDOELD IN (77/388/EEG)

ARTIKEL 288 Aangepast

  • 1. 
    Landbouw: Bijlage A, I

    (77/388/EEG)

    Aangepast

    • a) 
      Algemene landbouw met inbegrip van wijnbouw Bijlage A I, punt 1 (77/388/EEG)
    • b) 
      Vruchtboomteelt (olijvencultuur daaronder begrepen) en Bijlage A I, punt 2 tuinbouw (groenten, bloemen en sierplanten), ook in kassen (77/388/EEG)
    • c) 
      Kwekerijen van paddestoelen, specerijen en kruiden; teelt Bijlage A I, punt 3 van zaad – en pootgoed (77/388/EEG)
    • d) 
      Boomkwekerijen Bijlage A I, punt 3 (77/388/EEG)
  • 2. 
    Fokken en houden van dieren samenhangend met de exploitatie Bijlage A II van de bodem: (77/388/EEG)
    • a) 
      Fokken en houden van dieren Bijlage A II, punt 1

      (77/388/EEG)

    • b) 
      Pluimveebedrijf Bijlage A II, punt 2

      (77/388/EEG)

    • c) 
      Konijnenteelt Bijlage A II, punt 3

      (77/388/EEG)

    • d) 
      Imkerij Bijlage A II, punt 4

      (77/388/EEG)

    • e) 
      Zijderupsenteelt Bijlage A II, punt 5

      (77/388/EEG)

    • f) 
      Slakkenteelt Bijlage A II, punt 6

      (77/388/EEG) 3. Bosbouw Bijlage A III

(77/388/EEG)

  • 4. 
    Visserij Bijlage A IV (77/388/EEG)
    • a) 
      Zoetwatervisserij Bijlage A IV, punt 1

(77/388/EEG)

  • b) 
    Visteelt Bijlage A IV, punt 2

(77/388/EEG)

  • c) 
    Teelt van mosselen, oesters en andere week– en Bijlage A IV, schaaldieren punt 3

(77/388/EEG)

  • d) 
    Kikvorsenteelt Bijlage A IV, punt 4

(77/388/EEG)

BIJLAGE VII Bijlage B

(77/388/EEG)

LIJST VAN AGRARISCHE DIENSTEN BEDOELD IN Titel van bijlage B

ARTIKEL 288 (77/388/EEG)

Aangepast

Bijlage B (77/388/EEG)

  • 1. 
    Bewerking van de grond, maaien, dorsen, persen, verzamelen en Bijlage B, eerste oogsten, inclusief het inzaaien en poten streepje

    (77/388/EEG)

  • 2. 
    Verpakken en marktklaar maken, zoals drogen, schonen, kneuzen, Bijlage B, tweede desinfecteren en ensileren van landbouwproducten streepje

    (77/388/EEG)

  • 3. 
    Opslag van landbouwproducten Bijlage B, derde streepje

    (77/388/EEG)

  • 4. 
    Inscharen, fokken, houden of mesten van dieren Bijlage B, vierde streepje

    (77/388/EEG)

  • 5. 
    Verhuur, voor landbouwdoeleinden, van middelen die normaal in Bijlage B, vijfde de landbouw–, bosbouw– of visserijbedrijven worden gebruikt streepje

    (77/388/EEG)

    Aangepast

  • 6. 
    Technische bijstand Bijlage B, zesde streepje

    (77/388/EEG)

  • 7. 
    Vernietiging van schadelijke planten en dieren, behandelen van Bijlage B, zevende planten en grond door bespuiting streepje

    (77/388/EEG)

  • 8. 
    Exploitatie van irrigatie– en draineerinstallaties Bijlage B, achtste streepje

    (77/388/EEG)

  • 9. 
    Snoeien van bomen, kappen van hout en andere diensten in de Bijlage B, negende bosbouw streepje

(77/388/EEG) Bijlage C

(77/388/EEG)

Titel van bijlage C (77/388/EEG)

Bijlage C, punt I (77/388/EEG)

Belang verloren

Bijlage C, punt I, 1

(77/388/EEG)

Belang verloren

Bijlage C, punt I, 2

(77/388/EEG)

Belang verloren

Bijlage C, punt I, 3

(77/388/EEG)

Belang verloren

Bijlage C, punt II (77/388/EEG)

Belang verloren

Bijlage C, punt III (77/388/EEG)

Belang verloren

Bijlage C, punt IV (77/388/EEG)

Belang verloren

BIJLAGE VIII Bijlage I

(ingevoegd bij 94/5/EG)

KUNSTVOORWERPEN, VOORWERPEN VOOR Titel van bijlage I

VERZAMELINGEN EN ANTIQUITEITEN BEDOELD IN (ingevoegd bij

ARTIKEL 304, LID 1, ONDER B), C) EN D) 94/5/EG)

Aangepast

Bijlage I (ingevoegd bij 94/5/EG)

Belang verloren

A. Kunstvoorwerpen Bijlage I, onder a) (ingevoegd bij

94/5/EG)

Aangepast

  • 1. 
    schilderijen, collages en dergelijke decoratieve platen, Bijlage I, onder a), schilderingen en tekeningen geheel van de hand van de eerste streepje

    kunstenaar, met uitzondering van bouwtekeningen en andere (ingevoegd bij tekeningen voor industriële, commerciële, topografische en 94/5/EG) dergelijke doeleinden en van met de hand versierde voorwerpen

alsmede van beschilderd doek voor theatercoulissen, voor Aangepast

achtergronden van studio's of voor dergelijk gebruik (GN– code 9701);

  • 2. 
    originele gravures, originele etsen en originele litho’s, dat wil Bijlage I, onder a), zeggen een of meer door de kunstenaar geheel met de hand tweede streepje

    vervaardigde platen die in een beperkte oplage rechtstreeks in het (ingevoegd bij zwart of in kleuren zijn afgedrukt, ongeacht het materiaal waarop 94/5/EG) dit afdrukken is geschied en ongeacht de gevolgde techniek, met uitzondering van de mechanische en van de fotomechanische reproductietechniek (GN–code 9702 00 00);

  • 3. 
    originele standbeelden en origineel beeldhouwwerk, ongeacht het Bijlage I, onder a), materiaal waarvan zij vervaardigd zijn, mits het werk geheel van derde streepje

    de hand van de kunstenaar is; afgietsels van beeldhouwwerken in (ingevoegd bij een oplage van maximaal acht exemplaren, die door de kunstenaar 94/5/EG) of diens rechthebbenden wordt gecontroleerd (GN– code 9703 00 00); bij wijze van uitzondering mag, in door de lidstaten bepaalde gevallen, met betrekking tot vóór 1 januari 1989 gemaakte afgietsels van beeldhouwwerken, het maximum van acht exemplaren worden overschreden;

  • 4. 
    tapisserieën (GN–code 5805 00 00) en wandtextiel (GN– Bijlage I, onder a), code 6304 00 00), met de hand vervaardigd volgens originele vierde streepje

    ontwerpen van kunstenaars, mits er niet meer dan acht exemplaren (ingevoegd bij van elk zijn; 94/5/EG)

  • 5. 
    unieke voorwerpen van keramiek, geheel van de hand van de Bijlage I, onder a), kunstenaar en door hem gesigneerd; vijfde streepje

    (ingevoegd bij 94/5/EG)

  • 6. 
    emailwerk op koper, geheel met de hand vervaardigd tot Bijlage I, onder a), maximaal acht genummerde en door de kunstenaar of het atelier zesde streepje

    gesigneerde exemplaren, met uitsluiting van sieraden, juwelen en (ingevoegd bij edelsmeedwerk; 94/5/EG)

  • 7. 
    foto’s die genomen zijn door de kunstenaar, door hem of onder Bijlage I, onder a), zijn toezicht zijn afgedrukt, gesigneerd en genummerd, met een zevende streepje

    oplage van maximaal 30 exemplaren voor alle formaten en dragers (ingevoegd bij samen; 94/5/EG)

B. Voorwerpen voor verzamelingen Bijlage I, onder b) (ingevoegd bij

94/5/EG)

  • 1. 
    postzegels, fiscale zegels, gefrankeerde enveloppen en Bijlage I, onder b), postkaarten, eerstedagsenveloppen en dergelijke, gestempeld of, eerste streepje

    indien ongestempeld, voorzover zij niet geldig zijn of niet geldig (ingevoegd bij zullen worden (GN–code 9704 00 00); 94/5/EG)

  • 2. 
    verzamelingen en voorwerpen voor verzamelingen, met een Bijlage I, onder b), zoölogisch, botanisch, mineralogisch, anatomisch, historisch, tweede streepje

    archeologisch, paleontologisch, etnografisch of numismatisch (ingevoegd bij belang (GN–code 9705 00 00); 94/5/EG)

C. Antiquiteiten Bijlage I, onder c) (ingevoegd bij

94/5/EG)

Aangepast

Andere voorwerpen dan kunstvoorwerpen en voorwerpen voor Bijlage I, onder c) verzamelingen, ouder dan 100 jaar (GN–code 9706 00 00). (ingevoegd bij 94/5/EG)

BIJLAGE IX Bijlage E

(77/388/EEG)

LIJST VAN HANDELINGEN WAARVOOR DE IN DE Nieuw ARTIKELEN 363 EN 364 EN DE ARTIKELEN 368 TOT

EN MET 383 BEDOELDE AFWIJKINGEN GELDEN

Bijlage F (77/388/EEG)

Deel A

Handelingen die de lidstaten mogen blijven belasten: Titel van bijlage E (77/388/EEG)

Aangepast

  • 1. 
    De door tandtechnici in het kader van de uitoefening van hun Bijlage E, punt 2 beroep verrichte diensten, alsmede het verschaffen van (77/388/EEG)

    tandprothesen door tandartsen en tandtechnici; Aangepast

  • 2. 
    Niet–commerciële activiteiten van openbare radio– en Bijlage E, punt 7 televisieorganisaties; (77/388/EEG)

    Aangepast

  • 3. 
    Leveringen van een gebouw, een gedeelte van een gebouw en het Bijlage E, punt 11 bijbehorende terrein, andere dan die bedoeld in artikel 13, lid 1, (77/388/EEG)

    onder a), wanneer zij worden verricht door belastingplichtigen die

recht hebben op aftrek van voorbelasting voor het betrokken Aangepast

gebouw

  • 4. 
    Diensten van reisbureaus bedoeld in artikel 299 alsmede van Bijlage E, punt 15 reisbureaus die in naam en voor rekening van de reiziger (77/388/EEG)

    handelen, voor reizen buiten de Gemeenschap. Aangepast

    Deel B

    Handelingen die de lidstaten mogen blijven vrijstellen Titel van bijlage F (77/388/EEG)

    Aangepast

  • 1. 
    Het verlenen van toegang tot sportmanifestaties Bijlage F, punt 1 (77/388/EEG
  • 2. 
    Diensten van auteurs, kunstenaars, vertolkers van kunstwerken, Bijlage F, punt 2 advocaten en andere beoefenaren van vrije beroepen, andere dan (77/388/EEG)

    de medische en paramedische beroepen, met uitzondering van

volgende diensten: Aangepast

  • a) 
    de overdracht van octrooien, fabrieks– en handelsmerken en Bijlage F, punt 2 van soortgelijke rechten, alsmede het verlenen van licenties (77/388/EEG)

    inzake deze rechten;

  • b) 
    andere werkzaamheden dan de oplevering van een werk in Bijlage F, punt 2 roerende staat, betrekking hebbende op roerende (77/388/EEG)

    lichamelijke zaken en verricht voor belastingplichtigen;

  • c) 
    de diensten, die erop gericht zijn de uitvoering van Bijlage F, punt 2 bouwwerken voor te bereiden of te coördineren, zoals (77/388/EEG)

    bijvoorbeeld de diensten verricht door architecten en bureaus die op de uitvoering van het werk toezicht houden;

  • d) 
    diensten op het gebied van de commerciële reclame; Bijlage F, punt 2 (77/388/EEG)
  • e) 
    het vervoer en de opslag van goederen, alsmede de Bijlage F, punt 2 bijkomende diensten; (77/388/EEG)
  • f) 
    de verhuur van roerende lichamelijke zaken aan Bijlage F, punt 2 belastingplichtigen; (77/388/EEG)
  • g) 
    het terbeschikkingstellen van personeel aan Bijlage F, punt 2 belastingplichtigen; (77/388/EEG)
  • h) 
    op technisch, economisch of wetenschappelijk gebied: de Bijlage F, punt 2 diensten verricht door raadgevende personen, ingenieurs en (77/388/EEG)

    planningbureaus, alsmede soortgelijke diensten;

  • i) 
    de nakoming van een verbintenis, bestaande uit het geheel Bijlage F, punt 2 of gedeeltelijk niet–uitoefenen van een beroepsactiviteit of (77/388/EEG)

    van een onder a) tot en met h) en j) genoemd recht;

  • j) 
    de diensten van expediteurs, makelaars, handelsagenten en Bijlage F, punt 2 andere zelfstandige tussenpersonen, voorzover zij (77/388/EEG)

    betrekking hebben op de levering of de invoer van goederen of de onder a) tot en met i) genoemde diensten.

  • 3. 
    Telecommunicatiediensten en daarmee rechtstreeks verband Bijlage F, punt 5 houdende leveringen van goederen door de openbare postdiensten (77/388/EEG)

    Aangepast

  • 4. 
    Diensten verricht door lijkbezorgers en crematoria, alsmede Bijlage F, punt 6 levering door hen van goederen die met deze diensten in (77/388/EEG)

    rechtstreeks verband staan

  • 5. 
    Handelingen verricht door blinden en/of blindenwerkplaatsen, Bijlage F, punt 7 indien is vastgesteld dat door vrijstelling hiervan geen belangrijke (77/388/EEG)

    verstoring van de mededinging ontstaat Aangepast

  • 6. 
    Leveringen van goederen en diensten verleend aan instellingen die Bijlage F, punt 8 zijn belast met het aanleggen, het inrichten en het onderhouden (77/388/EEG)

    van begraaf– en grafplaatsen en gedenktekens voor

oorlogsslachtoffers Aangepast

  • 7. 
    Handelingen van ziekenhuizen die niet onder artikel 129, lid 1, Bijlage F, punt 10 onder b), vallen (77/388/EEG)
  • 8. 
    Waterdistributie door publiekrechtelijke diensten Bijlage F, punt 12 (77/388/EEG)
  • 9. 
    Leveringen van gebouwen of gedeelten van gebouwen en het Bijlage F, punt 16 bijbehorende terrein vóór de eerste ingebruikneming alsook (77/388/EEG)

    leveringen van bouwterreinen zoals bedoeld in artikel 13. Aangepast

  • 10. 
    Personenvervoer en vervoer van goederen, zoals bagage en Bijlage F, punt 17, personenauto’s die door reizigers worden meegevoerd, of diensten eerste en tweede

    die samenhangen met het vervoer van personen, voorzover het alinea vervoer van deze personen is vrijgesteld. (77/388/EEG)

    Aangepast

    Bijlage F, punt 17, tweede alinea (77/388/EEG)

  • 11. 
    Levering, verbouwing, reparatie, onderhoud, bevrachting en Bijlage F, punt 23 verhuur van luchtvaartuigen die worden gebruikt door (77/388/EEG)

    staatsinstellingen (inclusief voorwerpen die met deze luchtvaartuigen vast verbonden zijn of voor hun exploitatie dienen)

  • 12. 
    Levering, verbouwing, reparatie, onderhoud, bevrachting en Bijlage F, punt 25 verhuur van oorlogsschepen (77/388/EEG)
  • 13. 
    Diensten van reisbureaus bedoeld in artikel 299 alsmede van Bijlage F, punt 27 reisbureaus die in naam en voor rekening van de reiziger (77/388/EEG)

    handelen, voor reizen binnen de Gemeenschap.

Bijlage G

(77/388/EEG)

Titel van bijlage G (77/388/EEG)

Bijlage G, lid 1

(77/388/EEG)

Belang verloren

Bijlage G, lid 1, onder a) (77/388/EEG)

Belang verloren

Bijlage G, lid 1, onder b) (77/388/EEG)

Belang verloren

Bijlage G, lid 2

(77/388/EEG)

Belang verloren

BIJLAGE X

Deel A

Ingetrokken richtlijnen met de achtereenvolgende wijzigingen ervan

(bedoeld in artikel 399)

Richtlijn 94/5/EG i (PB L 60 van 3.3.1994, blz. 16)

Richtlijn 94/76/EG i (PB L 365 van 31.12.1994, blz. 53)

Richtlijn 95/7/EG i (PB L 102 van 5.5.1995, blz. 18)

Richtlijn 96/42/EG i (PB L 170 van 9.7.1996, blz. 34)

Richtlijn 96/95/EG i (PB L 338 van 28.12.1996, blz. 89)

Richtlijn 98/80/EG i (PB L 281 van 17.10.1998, blz. 31)

Richtlijn 1999/49/EG i (PB L 139 van 2.6.1999, blz. 27)

Richtlijn 1999/59/EG i (PB L 162 van 26.6.1999, blz. 63)

Richtlijn 1999/85/EG i (PB L 277 van 28.10.1999, blz. 34)

Richtlijn 2000/65/EG i (PB L 265 van 21.10.2000, blz. 44)

Richtlijn 2001/4/EG i (PB L 22 van 24.1.2001, blz. 17) Richtlijn 2001/115/EG i (PB L 15 van 17.1.2001, blz. 24)

Richtlijn 2002/38/EG i (PB L 128 van 15.5.2002, blz. 41)

Richtlijn 2002/93/EG i (PB L 331 van 7.12.2001, blz. 27)

Richtlijn 2003/92/EG i (PB L 260 van 11.10.2003, blz. 8)

Richtlijn 2004/7/EG i (PB L 27 van 30.1.2004, blz. 44)

Richtlijn 2004/15/EG i (PB L 52 van 21.2.2004, blz. 61)

Deel B

Termijnen voor omzetting in nationaal recht (bedoeld in artikel 399)

Richtlijn Omzettingstermijn

Richtlijn 67/227/EEG i 1 januari 1970

Richtlijn 77/388/EEG i 1 januari 1978

Richtlijn 78/583/EEG i 1 januari 1979

Richtlijn 80/368/EEG i 1 januari 1979

Richtlijn 84/386/EEG i 1 juli 1985

Richtlijn 89/465/EEG i 1 januari 1990

1 januari 1991

1 januari 1992

1 januari 1993

1 januari 1994 voor Portugal

Richtlijn 91/680/EEG i 1 januari 1993

Richtlijn 92/77/EEG i 31 december 1992

Richtlijn 92/111/EEG i 1 januari 1993

1 januari 1994

1 oktober 1993 voor Duitsland

Richtlijn 94/4/EG i 1 april 1994

Richtlijn 94/5/EG i 1 januari 1995

335 Richtlijn 95/7/EG i 1 januari 1996

1 januari 1997 voor Duitsland en

Luxemburg

Richtlijn 96/42/EG i 1 januari 1995

Richtlijn 96/95/EG i 1 januari 1997

Richtlijn 98/80/EG i 1 januari 2000

Richtlijn 1999/49/EG i 1 januari 1999

Richtlijn 1999/59/EG i 1 januari 2000

Richtlijn 1999/85/EG i

Richtlijn 2000/65/EG i 31 december 2001

Richtlijn 2001/4/EG i 1 januari 2001

Richtlijn 2001/115/EG i 1 januari 2004

Richtlijn 2002/38/EG i 1 juli 2003

Richtlijn 2002/93/EG i

Richtlijn 2002/92/EG i 1 januari 2005

Richtlijn 2004/15/EG i

336

BIJLAGE XI

CONCORDANTIETABEL

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 1, eerste alinea Artikel 1, lid 1

Artikel 1, tweede en – derde alinea

Artikel 2, eerste, Artikel 1, lid 2, eerste, tweede en derde tweede en derde alinea alinea

Artikelen 3, 4 en 6 –

Artikel 1 –

Artikel 2, punt 1 Artikel 3, lid 1, onder a) en c)

Artikel 2, punt 2 Artikel 3, lid 1, onder d)

Artikel 3, lid 1, eerste en Artikel 7, onder a) en b) tweede streepje

Artikel 3, lid 1, derde Artikel 7, onder c) en d) streepje

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 3, lid 2 Artikel 5

Artikel 3, lid 3, eerste Artikel 6, lid 2, onder a) alinea, eerste streepje en b)

Artikel 3, lid 3, eerste Artikel 6, lid 2, onder c) alinea, tweede streepje en d)

Artikel 3, lid 3, eerste Artikel 6, lid 2, onder f), alinea, derde streepje g) en h)

Artikel 3, lid 3, tweede Artikel 6, lid 1, onder b) alinea, eerste streepje

Artikel 3, lid 3, tweede Artikel 6, lid 1, onder c) alinea, tweede streepje

Artikel 3, lid 3, tweede Artikel 6, lid 1, onder a) alinea, derde streepje

Artikel 3, lid 4, eerste Artikel 8, lid 1 alinea, eerste en tweede streepje

Artikel 3, lid 4, tweede Artikel 8, lid 2 alinea, eerste, tweede en derde streepje

Artikel 3, lid 5 Artikel 9

Artikel 4, leden 1 en 2 Artikel 10, lid 1, eerste en tweede alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 4, lid 3, onder a), Artikel 13, lid 1, onder a) eerste alinea, eerste volzin

Artikel 4, lid 3, onder a), Artikel 13, lid 2, tweede eerste alinea, tweede alinea volzin

Artikel 4, lid 3, onder a), Artikel 13, lid 2, derde tweede alinea alinea

Artikel 4, lid 3, onder a), Artikel 13, lid 2, eerste derde alinea alinea

Artikel 4, lid 3, onder b), Artikel 13, lid 1, onder b)

eerste alinea

Artikel 4, lid 3, onder b), Artikel 13, lid 3 tweede alinea

Artikel 4, lid 4, eerste Artikel 11 alinea

Artikel 4, lid 4, tweede Artikel 12 alinea

Artikel 4, lid 5, eerste, Artikel 14, lid 1, eerste, tweede en derde alinea tweede en derde alinea

Artikel 4, lid 5, vierde Artikel 14, lid 2 alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 5, lid 1 Artikel 15, lid 1

Artikel 5, lid 2 Artikel 16, lid 1

Artikel 5, lid 3, onder a), Artikel 16, lid 2, onder a),

  • b) 
    en c) b) en c)

Artikel 5, lid 4, onder a), Artikel 15, lid 2, onder a),

  • b) 
    en c) b) en c)

Artikel 5, lid 5 Artikel 15, lid 3

Artikel 5, lid 6, eerste en Artikel 17, eerste en tweede volzin tweede alinea

Artikel 5, lid 7, onder a), Artikel 19, onder a), b) en b) en c) c)

Artikel 5, lid 8, eerste en Artikel 20, eerste en tweede volzin tweede alinea

Artikel 6, lid 1, eerste Artikel 25, lid 1 alinea

Artikel 6, lid 1, tweede Artikel 26, onder a), b) en alinea, eerste, tweede en c) derde streepje

Artikel 6, lid 2, eerste Artikel 27, lid 1, onder a) alinea, onder a) en b) en b)

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 6, lid 2, tweede Artikel 27, lid 2 alinea

Artikel 6, lid 3 Artikel 28

Artikel 6, lid 4 Artikel 29

Artikel 6, lid 5 Artikel 30

Artikel 7, lid 1, onder a) Artikel 31, eerste en en b) tweede alinea

Artikel 7, lid 2 Artikel 60

Artikel 7, lid 3, eerste en Artikel 61, eerste en tweede alinea tweede alinea

Artikel 8, lid 1, onder a), Artikel 33, eerste alinea

eerste volzin

Artikel 8, lid 1, onder a), Artikel 37, eerste en tweede en derde volzin tweede alinea

Artikel 8, lid 1, onder b) Artikel 32

Artikel 8, lid 1, onder c), Artikel 38, lid 1 eerste alinea

Artikel 8, lid 1, onder c), Artikel 38, lid 2, eerste tweede alinea, eerste alinea streepje

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 8, lid 1, onder c), Artikel 38, lid 2, tweede tweede alinea, tweede en en derde alinea derde streepje

Artikel 8, lid 1, onder c), Artikel 38, lid 2, vierde derde alinea alinea

Artikel 8, lid 1, onder c), Artikel 38, lid 3, eerste vierde alinea alinea

Artikel 8, lid 1, onder c), – vijfde alinea

Artikel 8, lid 1, onder c), Artikel 38, lid 3, tweede zesde alinea alinea

Artikel 8, lid 1, onder d), Artikel 39, leden 1 en 2 eerste en tweede alinea

Artikel 8, lid 1, onder e), Artikel 40, eerste alinea eerste volzin

Artikel 8, lid 1, onder e), Artikel 40, tweede alinea

tweede en derde volzin

Artikel 8, lid 2 Artikel 33, tweede alinea

Artikel 9, lid 1 Artikel 44

Artikel 9, lid 2, – inleidende zin

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 9, lid 2, onder a) Artikel 46

Artikel 9, lid 2, onder b) Artikel 47

Artikel 9, lid 2, onder c), Artikel 52, onder a) en b) eerste en tweede streepje

Artikel 9, lid 2, onder c), Artikel 52, onder c) derde en vierde streepje

Artikel 9, lid 2, onder e), Artikel 56, lid 1, onder a) eerste tot en met zesde tot en met f) streepje

Artikel 9, lid 2, onder e), Artikel 56, lid 1, onder l) zevende streepje

Artikel 9, lid 2, onder e), Artikel 56, lid 1, onder g)

achtste streepje

Artikel 9, lid 2, onder e), Artikel 56, lid 1, onder h)

negende streepje

Artikel 9, lid 2, onder e), Artikel 56, lid 1, onder i) tiende streepje, eerste volzin

Artikel 9, lid 2, onder e), Artikel 25, lid 2 tiende streepje, tweede volzin

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 9, lid 2, onder e), Artikel 56, lid 1, onder i) tiende streepje, derde volzin

Artikel 9, lid 2, onder e), Artikel 56, lid 1, onder j) elfde en twaalfde streepje en k)

Artikel 9, lid 2, onder f) Artikel 57, lid 1

Artikel 9, lid 3, onder a) Artikel 58, onder a) en b) en b)

Artikel 9, lid 4 Artikel 59, leden 1 en 2

Artikel 10, lid 1, onder a) Artikel 62, leden 1 en 2 en b)

Artikel 10, lid 2, eerste Artikel 63 alinea, eerste volzin

Artikel 10, lid 2, eerste Artikel 64, leden 1 en 2 alinea, tweede en derde volzin

Artikel 10, lid 2, tweede Artikel 65 alinea

Artikel 10, lid 2, derde Artikel 66, onder a), b) en

alinea, eerste, tweede en c)

derde streepje

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn

67/227/EEG 77/388/EEG 94/5/EG 2002/38/EG

Artikel 10, lid 3, eerste Artikel 70 alinea, eerste volzin

Artikel 10, lid 3, eerste Artikel 71, lid 1, eerste alinea, tweede volzin alinea

Artikel 10, lid 3, tweede Artikel 71, lid 1, tweede alinea alinea

Artikel 10, lid 3, derde Artikel 71, lid 2 alinea

Artikel 11, A, lid 1, Artikel 72 onder a)

Artikel 11, A, lid 1, Artikel 73 onder b)

Artikel 11, A, lid 1, Artikel 74 onder c)

Artikel 11, A, lid 1, Artikel 76, eerste en onder d), eerste en tweede alinea tweede alinea

Artikel 11, A, lid 2, Artikel 77, eerste alinea,

onder a) onder a)

Artikel 11, A, lid 2, Artikel 77, eerste alinea,

onder b), eerste volzin onder b)

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn

67/227/EEG 77/388/EEG 94/5/EG 2002/38/EG

Artikel 11, A, lid 2, Artikel 77, tweede alinea onder b), tweede volzin

Artikel 11, A, lid 3, Artikel 78, eerste alinea, onder a) en b) onder a) en b) Artikel 84, onder a) en b)

Artikel 11, A, lid 3, Artikel 78, eerste alinea, onder c), eerste volzin onder c)

Artikel 11, A, lid 3, Artikel 78, tweede alinea onder c), tweede volzin

Artikel 11, A, lid 4, Artikel 79, eerste en eerste en tweede alinea tweede alinea

Artikel 11, B, lid 1 Artikel 82

Artikel 11, B, lid 3, Artikel 83, lid 1, eerste onder a) alinea, onder a)

Artikel 11, B, lid 3, Artikel 83, lid 1, eerste onder b), eerste alinea alinea, onder b)

Artikel 11, B, lid 3, Artikel 83, lid 2 onder b), tweede alinea

Artikel 11, B, lid 3, Artikel 83, lid 1, tweede onder b), derde alinea alinea

Artikel 11, B, lid 4 Artikel 84 Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 11, B, lid 5 Artikel 85

Artikel 11, B, lid 6, Artikel 86, eerste en eerste en tweede alinea tweede alinea

Artikel 11, C, lid 1, Artikel 87, leden 1 en 2 eerste en tweede alinea

Artikel 11, C, lid 2, Artikel 88, lid 1 eerste alinea

Artikel 11, C, lid 2, Artikel 88, lid 2, eerste en

tweede alinea, eerste en tweede alinea

tweede volzin

Artikel 11, C, lid 3, Artikel 89, onder a) en b) eerste en tweede streepje

Artikel 12, lid 1 Artikel 90, eerste alinea

Artikel 12, lid 1, onder a) Artikel 90, tweede alinea, onder a)

Artikel 12, lid 1, onder b) Artikel 90, tweede alinea, onder c)

Artikel 12, lid 2, eerste Artikel 92, eerste en en tweede streepje tweede alinea

Artikel 12, lid 3, Artikel 93 onder a), eerste alinea, eerste volzin

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 12, lid 3, Artikel 94, lid 1 onder a), eerste alinea, tweede volzin

Artikel 12, lid 3, Artikel 94, lid 2 onder a), tweede alinea

Artikel 12, lid 3, Artikel 95, lid 1 onder a), derde alinea, eerste volzin

Artikel 12, lid 3, Artikel 95, lid 2, eerste onder a), derde alinea, alinea tweede volzin Artikel 96, lid 1

Artikel 12, lid 3, Artikel 95, lid 2, tweede onder a), vierde alinea alinea

Artikel 12, lid 3, Artikel 98, eerste alinea onder b), eerste volzin

Artikel 12, lid 3, Artikel 98, tweede alinea onder b), tweede, derde en vierde volzin

Artikel 12, lid 3, Artikel 99, lid 1 onder c), eerste alinea

Artikel 12, lid 3, Artikel 99, lid 2, onder a)

onder c), tweede alinea, en b)

eerste en tweede streepje

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn

67/227/EEG 77/388/EEG 94/5/EG 2002/38/EG

Artikel 12, lid 4, eerste Artikel 96, lid 2 alinea

Artikel 12, lid 4, tweede Artikel 97, eerste en alinea, eerste en tweede tweede alinea volzin

Artikel 12, lid 5 Artikel 91, lid 2

Artikel 12, lid 6 Artikel 101

Artikel 13, A, lid 1, Artikel 128 inleidende zin

Artikel 13, A, lid 1, Artikel 129, lid 1, onder a) onder a) tot en met n) tot en met n)

Artikel 13, A, lid 1, Artikel 129, lid 1, onder o)

onder o), eerste volzin

Artikel 13, A, lid 1, Artikel 129, lid 2 onder o), tweede volzin

Artikel 13, A, lid 1, Artikel 129, lid 1, onder p) onder p) en q) en q)

Artikel 13, A, lid 2, Artikel 130, onder a) tot onder a), eerste tot en en met d) met vierde streepje

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 13, A, lid 2, Artikel 131, onder a) en b) onder b), eerste en tweede streepje

Artikel 13, B, inleidende Artikel 128 zin

Artikel 13, B, onder a) Artikel 132, lid 1, onder a)

Artikel 13, B, onder b), Artikel 132, lid 1, onder l) eerste alinea

Artikel 13, B, onder b), Artikel 132, lid 2, eerste eerste alinea, punt 1 tot alinea, onder a) tot en met en met 4 d)

Artikel 13, B, onder b), Artikel 132, lid 2, tweede tweede alinea alinea

Artikel 13, B, onder c) Artikel 133, onder a) en b)

Artikel 13, B, onder d) –

Artikel 13, B, onder d), Artikel 132, lid 1, onder b) punt 1 tot en met 5 tot en met f)

Artikel 13, B, onder d), Artikel 132, lid 1, onder g)

punt 6

Artikel 13, B, onder e) Artikel 132, lid 1, onder h) tot en met h) tot en met k)

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 13, C, eerste Artikel 134, lid 1, onder d)

alinea, onder a)

Artikel 13, C, eerste Artikel 134, lid 1, alinea, onder b) onder a), b) en c)

Artikel 13, C, tweede Artikel 134, lid 2, eerste alinea en tweede alinea

Artikel 14, lid 1, Artikel 128 inleidende zin

Artikel 14, lid 1, onder a) Artikel 137, onder a)

Artikel 14, lid 1, Artikel 140, onder b) en c) onder d), eerste en tweede alinea

Artikel 14, lid 1, onder e) Artikel 140, onder e)

Artikel 14, lid 1, Artikel 140, onder f) tot en onder g), eerste tot en met i) met vierde streepje

Artikel 14, lid 1, onder h) Artikel 140, onder j)

Artikel 14, lid 1, onder i) Artikel 140, onder m)

Artikel 14, lid 1, onder j) Artikel 140, onder k)

Artikel 14, lid 1, onder k) Artikel 140, onder l) Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 14, lid 2, eerste Artikel 141, lid 1 alinea

Artikel 14, lid 2, tweede Artikel 141, lid 2, eerste, alinea, eerste, tweede en tweede en derde alinea derde streepje

Artikel 14, lid 2, derde Artikel 141, lid 3 alinea

Artikel 15, inleidende zin Artikel 128

Artikel 15, punt 1 Artikel 142, lid 1, onder a)

Artikel 15, punt 2, eerste Artikel 142, lid 1, onder b)

alinea

Artikel 15, punt 2, Artikel 143, lid 1, eerste tweede alinea, eerste en alinea, onder a) en b) tweede streepje

Artikel 15, punt 2, Artikel 143, lid 1, eerste tweede alinea, derde alinea, onder c) streepje, eerste deel van volzin

Artikel 15, punt 2, Artikel 143, lid 1, tweede tweede alinea, derde alinea streepje, tweede deel van volzin

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 15, punt 2, derde Artikel 143, lid 2, eerste alinea, eerste en tweede en tweede alinea streepje

Artikel 15, punt 2, vierde Artikel 143, lid 2, derde alinea alinea

Artikel 15, punt 3 Artikel 142, lid 1, onder d)

Artikel 15, punt 4, eerste Artikel 144, onder a) alinea, onder a) en b)

Artikel 15, punt 4, eerste Artikel 144, onder b) alinea, onder c)

Artikel 15, punt 4, Artikel 146, leden 1 en 2 tweede alinea, eerste en tweede volzin

Artikel 15, punt 5 Artikel 144, onder c)

Artikel 15, punt 6 Artikel 144, onder f)

Artikel 15, punt 7 Artikel 144, onder e)

Artikel 15, punt 8 Artikel 144, onder d)

Artikel 15, punt 9 Artikel 144, onder g)

Artikel 15, punt 10, Artikel 147, lid 1, eerste eerste alinea, eerste tot alinea, onder a) tot en met en met vierde streepje d)

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 15, punt 10, Artikel 147, lid 1, tweede tweede alinea alinea

Artikel 15, punt 10, Artikel 147, lid 2 derde alinea

Artikel 15, punt 11 Artikel 148

Artikel 15, punt 12, Artikel 142, lid 1, onder c)

eerste volzin

Artikel 15, punt 12, Artikel 142, lid 2 tweede volzin

Artikel 15, punt 13 Artikel 142, lid 1, onder e)

Artikel 15, punt 14, Artikel 149, eerste en eerste en tweede alinea tweede alinea

Artikel 15, punt 15 Artikel 145

Artikel 16, lid 1 –

Artikel 16, lid 2 Artikel 159, lid 1

Artikel 16, lid 3 Artikel 161

Artikel 17, lid 1 Artikel 162

Artikel 17, leden 2, 3 en –

354

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 17, lid 5, eerste Artikel 167, lid 1, eerste en tweede alinea en tweede alinea

Artikel 17, lid 5, derde Artikel 167, lid 2, onder a)

alinea, onder a) tot en tot en met e)

met e)

Artikel 17, lid 6 Artikel 170

Artikel 17, lid 7, eerste Artikel 171, eerste en en tweede volzin tweede alinea

Artikel 18, lid 1 –

Artikel 18, lid 2, eerste Artikel 173, eerste en en tweede alinea tweede alinea

Artikel 18, lid 3 Artikel 174

Artikel 18, lid 4, eerste Artikel 177, eerste en en tweede alinea tweede alinea

Artikel 19, lid 1, eerste Artikel 168, lid 1, eerste alinea, eerste streepje alinea, onder a)

Artikel 19, lid 1, eerste Artikel 168, lid 1, eerste alinea, tweede streepje, alinea, onder b) eerste volzin

Artikel 19, lid 1, eerste Artikel 168, lid 1, tweede alinea, tweede streepje, alinea tweede volzin

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 19, lid 1, tweede Artikel 169, lid 1 alinea

Artikel 19, lid 2, eerste Artikel 168, lid 2, onder a) volzin

Artikel 19, lid 2, tweede Artikel 168, lid 2, onder b)

volzin en c)

Artikel 19, lid 2, derde Artikel 168, lid 3 volzin

Artikel 19, lid 3, eerste Artikel 169, lid 2, eerste alinea, eerste en tweede alinea volzin

Artikel 19, lid 3, eerste Artikel 169, lid 2, tweede alinea, derde volzin alinea

Artikel 19, lid 3, tweede Artikel 169, lid 3 alinea

Artikel 20, lid 1, Artikel 180 inleidende zin

Artikel 20, lid 1, onder a) Artikel 178

Artikel 20, lid 1, Artikel 179, lid 1 onder b), eerste deel van eerste volzin

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 20, lid 1, Artikel 179, lid 2, eerste onder b), tweede deel alinea van eerste volzin

Artikel 20, lid 1, Artikel 179, lid 2, tweede

onder b), tweede volzin alinea

Artikel 20, lid 2, eerste Artikel 181, lid 1, eerste alinea, eerste volzin alinea

Artikel 20, lid 2, eerste Artikel 181, lid 2, eerste alinea, tweede en derde en tweede alinea volzin

Artikel 20, lid 2, tweede Artikel 181, lid 1, tweede

en derde alinea en derde alinea

Artikel 20, lid 3, eerste Artikel 182, lid 1, eerste alinea, eerste volzin alinea

Artikel 20, lid 3, eerste Artikel 182, lid 1, tweede

alinea, tweede volzin en derde alinea

Artikel 20, lid 3, eerste Artikel 182, lid 2 alinea, derde volzin

Artikel 20, lid 3, tweede Artikel 182, lid 2 alinea

Artikel 20, lid 4, eerste Artikel 183, onder a) tot tot en met vierde streepje en met d)

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 20, lid 5 Artikel 184

Artikel 20, lid 6 Artikel 185

Artikel 21 –

Artikel 22 –

Artikel 22 bis Artikel 241

Artikel 23, eerste alinea Artikel 203, eerste alinea Artikel 252

Artikel 23, tweede alinea Artikel 203, tweede alinea

Artikel 24, lid 1 Artikel 274

Artikel 24, lid 2, Artikel 285 inleidende zin

Artikel 24, lid 2, Artikel 277, lid 1 onder a), eerste alinea

Artikel 24, lid 2, Artikel 277, lid 2, eerste onder a), tweede en en tweede alinea derde alinea

Artikel 24, lid 2, Artikel 278, eerste en onder b), eerste en tweede alinea tweede volzin

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 24, lid 2, onder c) Artikel 279

Artikel 24, lid 3, eerste Artikel 275 alinea

Artikel 24, lid 3, tweede Artikel 276, lid 2 alinea, eerste volzin

Artikel 24, lid 3, tweede Artikel 276, lid 1, onder a) alinea, tweede volzin

Artikel 24, lid 4, eerste Artikel 281, eerste alinea, alinea punten 1, 2 en 3

Artikel 24, lid 4, tweede Artikel 281, tweede alinea alinea

Artikel 24, lid 5 Artikel 282

Artikel 24, lid 6 Artikel 283

Artikel 24, lid 7 Artikel 284

Artikel 24, lid 8, Artikel 286, punten 1, 2 en

onder a), b) en c) 3

Artikel 24, lid 9 Artikel 287

Artikel 24 bis, eerste Artikel 280, punten 7 tot alinea, eerste tot en met en met 16 tiende streepje

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 25, lid 1 Artikel 289, lid 1

Artikel 25, lid 2, eerste Artikel 288, lid 1, tot en met achtste punten 1 tot en met 8 streepje

Artikel 25, lid 3, eerste Artikel 290, eerste alinea, alinea, eerste volzin eerste volzin, en tweede alinea

Artikel 25, lid 3, eerste Artikel 291, eerste alinea alinea, tweede volzin

Artikel 25, lid 3, eerste Artikel 292 alinea, derde volzin

Artikel 25, lid 3, eerste Artikel 291, tweede alinea

alinea, vierde en vijfde

volzin

Artikel 25, lid 3, tweede Artikel 290, eerste alinea, alinea tweede volzin

Artikel 25, lid 4, eerste Artikel 265, lid 1, eerste alinea alinea, onder e)

Artikel 25, leden 5 en 6 –

Artikel 25, lid 7 Artikel 297

Artikel 25, lid 8 Artikel 294, lid 2 Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 25, lid 9 Artikel 289, lid 2

Artikel 25, lid 10 Artikel 289, lid 3

Artikel 25, leden 11 en – 12

Artikel 26, lid 1, eerste Artikel 299, lid 1, eerste en tweede volzin en tweede alinea

Artikel 26, lid 1, derde Artikel 299, lid 2 volzin

Artikel 26, lid 2, eerste Artikel 300, eerste en en tweede volzin tweede alinea

Artikel 26, lid 2, derde Artikel 301 volzin

Artikel 26, lid 3, eerste Artikel 302, eerste en en tweede volzin tweede alinea

Artikel 26, lid 4 Artikel 303

Artikel 26 bis, A, Artikel 304, lid 1, onder b)

onder a), eerste alinea

Artikel 26 bis, A, Artikel 304, lid 2 onder a), tweede alinea

Artikel 26 bis, A, Artikel 304, lid 1, onder c) onder b) en c) en d)

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 26 bis, A, Artikel 304, lid 1, onder a) onder d)

Artikel 26 bis, A, Artikel 304, lid 1, onder e) onder e) en f) en f)

Artikel 26 bis, A, Artikel 304, lid 1, onder g)

onder g), inleidende zin

Artikel 26 bis, A, Artikel 304, lid 3 onder g), eerste en tweede streepje

Artikel 26 bis, B, lid 1 Artikel 305, lid 1

Artikel 26 bis, B, lid 2, Artikel 306, onder a) tot eerste tot en met vierde en met d) streepje

Artikel 26 bis, B, lid 3, Artikel 307, lid 1, eerste eerste alinea, eerste en en tweede alinea tweede volzin

Artikel 26 bis, B, lid 3, Artikel 307, lid 2, onder a) tweede alinea, eerste en en b) tweede streepje

Artikel 26 bis, B, lid 4, Artikel 308, lid 1, eerste alinea, onder a), b) onder a), b) en c) en c)

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 26 bis, B, lid 4, Artikel 308, lid 2 tweede alinea

Artikel 26 bis, B, lid 4, Artikel 309, eerste en derde alinea, eerste en tweede alinea tweede volzin

Artikel 26 bis, B, lid 5 Artikel 313

Artikel 26 bis, B, lid 6 Artikel 315

Artikel 26 bis, B, lid 7, Artikel 314, onder a), b) onder a), b) en c) en c)

Artikel 26 bis, B, lid 8 Artikel 316

Artikel 26 bis, B, lid 9 Artikel 317

Artikel 26 bis, B, lid 10, Artikel 310, lid 1, eerste eerste en tweede alinea en tweede alinea

Artikel 26 bis, B, lid 10, Artikel 310, lid 2, onder a)

derde alinea, eerste en en b)

tweede streepje

Artikel 26 bis, B, lid 10, Artikel 310, lid 3 vierde alinea

Artikel 26 bis, B, lid 11, Artikel 311 eerste alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 26 bis, B, lid 11, Artikel 312, lid 1, eerste tweede alinea, onder a) alinea

Artikel 26 bis, B, lid 11, Artikel 312, lid 1, tweede tweede alinea, onder b) alinea en c)

Artikel 26 bis, B, lid 11, Artikel 312, lid 2 derde alinea

Artikel 26 bis, C, lid 1, Artikel 325, lid 1 inleidende zin Artikel 326

Artikel 26 bis, C, lid 1, Artikel 326, onder a) tot eerste tot en met vierde en met d) streepje

Artikel 26 bis, C, lid 2, Artikel 328, onder a) en b)

eerste en tweede streepje

Artikel 26 bis, C, lid 3 Artikel 329

Artikel 26 bis, C, lid 4, Artikel 331, eerste alinea, eerste alinea, eerste, onder a), b) en c) tweede en derde streepje

Artikel 26 bis, C, lid 4, Artikel 331, tweede alinea tweede alinea

Artikel 26 bis, C, lid 5, Artikel 332, lid 1, eerste eerste en tweede alinea en tweede alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 26 bis, C, lid 5, Artikel 332, lid 2 derde alinea

Artikel 26 bis, C, lid 6, Artikel 330, eerste alinea, eerste alinea, eerste en onder a) en b) tweede streepje

Artikel 26 bis, C, lid 6, Artikel 330, tweede alinea

tweede alinea

Artikel 26 bis, C, lid 7 Artikel 327

Artikel 26 bis, D, – inleidende zin

Artikel 26 bis, D, Artikel 305, lid 2 onder a) Artikel 325, lid 2

Artikel 26 bis, D, Artikel 4, lid 1, onder b) onder b) en d)

Artikel 26 bis, D, Artikel 36 onder c) Artikel 136, lid 3, eerste alinea

Artikel 26 ter, A, eerste Artikel 336, lid 1, punt 1 alinea, punt i), eerste volzin

Artikel 26 ter, A, eerste Artikel 336, lid 2 alinea, punt i), tweede volzin

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 26 ter, A, eerste Artikel 336, lid 1, punt 2 alinea, punt ii), eerste tot en met vierde streepje

Artikel 26 ter, A, tweede Artikel 336, lid 3 alinea

Artikel 26 ter, A, derde Artikel 337 alinea

Artikel 26 ter, B, eerste Artikel 338 alinea

Artikel 26 ter, B, tweede Artikel 339 alinea

Artikel 26 ter, C, eerste Artikel 340 alinea

Artikel 26 ter, C, tweede Artikel 341, leden 1 en 2

alinea, eerste en tweede

volzin

Artikel 26 ter, C, derde Artikel 342 alinea

Artikel 26 ter, C, vierde Artikel 343 alinea

Artikel 26 ter, D, lid 1, Artikel 347, onder a), b) onder a), b) en c) en c)

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 26 ter, D, lid 2 Artikel 348

Artikel 26 ter, E, eerste Artikel 349, lid 1, eerste en tweede alinea en tweede alinea

Artikel 26 ter, E, derde Artikel 349, leden 2 en 3

en vierde alinea

Artikel 26 ter, F, eerste Artikel 191, eerste en volzin tweede alinea

Artikel 26 ter, F, tweede Artikelen 200 en 247 volzin

Artikel 26 ter, G, lid 1, Artikel 344 eerste alinea

Artikel 26 ter, G, lid 1, – tweede alinea

Artikel 26 ter, G, lid 2, Artikel 345 onder a)

Artikel 26 ter, G, lid 2, Artikel 346, leden 1 en 2

onder b), eerste en

tweede volzin

Artikel 26 quater, A, Artikel 351, punten 1 tot onder a) tot en met e) en met 5

Artikel 26 quater, B, Artikel 352 lid 1

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 26 quater, B, Artikel 353 lid 2, eerste alinea

Artikel 26 quater, B, Artikel 354, lid 1 lid 2, tweede alinea, eerste deel van eerste volzin

Artikel 26 quater, B, Artikel 354, lid 1, onder a)

lid 2, tweede alinea, tot en met e)

tweede deel van eerste

volzin

Artikel 26 quater, B, Artikel 354, lid 2 lid 2, tweede alinea, tweede volzin

Artikel 26 quater, B, Artikel 355 lid 3, eerste en tweede alinea

Artikel 26 quater, B, Artikel 356, onder a) tot lid 4, onder a) tot en met en met d) d)

Artikel 26 quater, B, Artikel 357 lid 5, eerste alinea

Artikel 26 quater, B, Artikel 358 lid 5, tweede alinea

Artikel 26 quater, B, Artikel 359, lid 1, eerste lid 6, eerste volzin alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 26 quater, B, Artikel 359, lid 1, tweede lid 6, tweede en derde alinea volzin

Artikel 26 quater, B, Artikel 359, lid 2 lid 6, vierde volzin

Artikel 26 quater, B, Artikel 360, eerste alinea lid 7, eerste volzin

Artikel 26 quater, B, Artikel 360, tweede alinea

lid 7, tweede en derde

volzin

Artikel 26 quater, B, Artikel 361 lid 8

Artikel 26 quater, B, Artikel 362, lid 1 lid 9, eerste volzin

Artikel 26 quater, B, Artikel 362, lid 2, eerste lid 9, tweede en derde en tweede alinea volzin

Artikel 26 quater, B, Artikel 196, lid 1, derde lid 10 alinea

Artikel 27, lid 1, eerste Artikel 388, lid 1, eerste en tweede volzin en tweede alinea

Artikel 27, lid 2, eerste Artikel 388, lid 2, eerste en tweede volzin alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 27, lid 2, derde Artikel 388, lid 2, tweede volzin alinea

Artikel 27, leden 3 en 4 Artikel 388, leden 3 en 4

Artikel 27, lid 5 Artikel 387

Artikel 28, leden 1 en – 1 bis

Artikel 28, lid 2, Artikel 105 inleidende zin

Artikel 28, lid 2, Artikel 106, eerste en onder a), eerste alinea tweede alinea

Artikel 28, lid 2, – onder a), tweede alinea

Artikel 28, lid 2, Artikel 108, eerste alinea onder a), derde alinea, eerste volzin

Artikel 28, lid 2, Artikel 108, tweede alinea

onder a), derde alinea,

tweede en derde volzin

Artikel 28, lid 2, onder b) Artikel 109

Artikel 28, lid 2, Artikel 110, lid 1, eerste onder c), eerste en en tweede alinea tweede volzin

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 28, lid 2, Artikel 110, lid 2 onder c), derde volzin

Artikel 28, lid 2, onder d) Artikel 111

Artikel 28, lid 2, Artikel 114, eerste en

onder e), eerste en tweede alinea

tweede alinea

Artikel 28, lid 2, onder f) Artikel 116

Artikel 28, lid 2, onder g) –

Artikel 28, lid 2, Artikel 117, eerste en

onder h), eerste en tweede alinea

tweede alinea

Artikel 28, lid 2, onder i) Artikel 118

Artikel 28, lid 2, onder j) Artikel 113, lid 2

Artikel 28, lid 2, onder k) Artikel 112

Artikel 28, lid 3, onder a) Artikel 363

Artikel 28, lid 3, onder b) Artikel 364

Artikel 28, lid 3, onder c) Artikel 384

Artikel 28, lid 3, onder d) Artikel 365 Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 28, lid 3, onder e) Artikel 366

Artikel 28, lid 3, onder f) Artikel 385

Artikel 28, lid 3, onder g) Artikel 367

Artikel 28, lid 3 bis Artikel 369

Artikel 28, leden 4 en 5 Artikel 386, leden 1 en 2

Artikel 28, lid 6, eerste Artikel 102, eerste en alinea, eerste volzin tweede alinea

Artikel 28, lid 6, eerste Artikel 102, derde alinea alinea, tweede volzin

Artikel 28, lid 6, tweede Artikel 103, eerste alinea, alinea, onder a), b) en c) onder a), b) en c)

Artikel 28, lid 6, tweede Artikel 103, tweede alinea

alinea, onder d)

Artikel 28, lid 6, derde Artikel 103, tweede alinea

alinea

Artikel 28, lid 6, vierde Artikel 104, onder a), b) alinea, onder a), b) en c) en c)

Artikel 28, lid 6, vijfde – en zesde alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 28 bis, lid 1, Artikel 3, lid 1 inleidende zin

Artikel 28 bis, lid 1, Artikel 3, lid 1, onder b),

onder a), eerste alinea punt i)

Artikel 28 bis, lid 1, Artikel 4, lid 1 onder a), tweede alinea

Artikel 28 bis, lid 1, Artikel 4, lid 3 onder a), derde alinea

Artikel 28 bis, lid 1, Artikel 3, lid 1, onder b),

onder b) punt ii)

Artikel 28 bis, lid 1, Artikel 3, lid 1, onder b),

onder c) punt iii)

Artikel 28 bis, lid 1 bis, Artikel 4, lid 1, onder a) onder a)

Artikel 28 bis, lid 1 bis, Artikel 4, lid 1, onder e) onder b), eerste alinea, eerste streepje

Artikel 28 bis, lid 1 bis, Artikel 4, lid 2, onder a) onder b), eerste alinea, en b) tweede en derde streepje

Artikel 28 bis, lid 1 bis, Artikel 4, lid 2, tweede onder b), tweede alinea alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 28 bis, lid 2, – inleidende zin

Artikel 28 bis, lid 2, Artikel 3, lid 2, eerste onder a) en onder b), alinea, onder a), b) en c) eerste alinea

Artikel 28 bis, lid 2, Artikel 3, lid 2, tweede onder b), tweede alinea alinea

Artikel 28 bis, lid 3, Artikel 21, eerste en eerste en tweede alinea tweede alinea

Artikel 28 bis, lid 4, Artikel 10, lid 2 eerste alinea

Artikel 28 bis, lid 4, Artikel 166, lid 1, tweede

tweede alinea, eerste alinea

streepje

Artikel 28 bis, lid 4, Artikel 166, lid 1, eerste tweede alinea, tweede alinea streepje

Artikel 28 bis, lid 4, Artikel 166, lid 2 derde alinea

Artikel 28 bis, lid 5, Artikel 18, lid 1, eerste onder b), eerste alinea alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 28 bis, lid 5, Artikel 18, lid 1, tweede onder b), tweede alinea alinea, en lid 2, inleidende zin

Artikel 28 bis, lid 5, Artikel 18, lid 2, onder a) onder b), tweede alinea, en b) eerste streepje

Artikel 28 bis, lid 5, Artikel 18, lid 2, onder c) onder b), tweede alinea, tweede streepje

Artikel 28 bis, lid 5, Artikel 18, lid 2, onder e) onder b), tweede alinea, derde streepje

Artikel 28 bis, lid 5, Artikel 18, lid 2, onder f), onder b), tweede alinea, g) en h) vijfde, zesde en zevende streepje

Artikel 28 bis, lid 5, Artikel 18, lid 2, onder d) onder b), tweede alinea, achtste streepje

Artikel 28 bis, lid 5, Artikel 18, lid 3 onder b), derde alinea

Artikel 28 bis, lid 6, Artikel 22 eerste alinea

Artikel 28 bis, lid 6, Artikel 23 tweede alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 28 bis, lid 7 Artikel 24

Artikel 28 ter, A, lid 1 Artikel 41

Artikel 28 ter, A, lid 2, Artikel 42, eerste en eerste en tweede alinea tweede alinea

Artikel 28 ter, A, lid 2, Artikel 43, onder a) en b) derde alinea, eerste en tweede streepje

Artikel 28 ter, B, lid 1, Artikel 34, lid 1, onder a) eerste alinea, eerste en en b) tweede streepje

Artikel 28 ter, B, lid 1, Artikel 34, lid 2 tweede alinea

Artikel 28 ter, B, lid 2, Artikel 35, lid 1, onder a) eerste alinea

Artikel 28 ter, B, lid 2, Artikel 35, lid 1, onder b) eerste alinea, eerste en en c) tweede streepje

Artikel 28 ter, B, lid 2, Artikel 35, lid 2, eerste en

tweede alinea, eerste en tweede alinea

tweede volzin

Artikel 28 ter, B, lid 2, Artikel 35, lid 3, eerste derde alinea, eerste alinea volzin

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 28 ter, B, lid 2, – derde alinea, tweede en derde volzin

Artikel 28 ter, B, lid 3, Artikel 35, lid 4, eerste en

eerste en tweede alinea tweede alinea

Artikel 28 ter, C, lid 1, Artikel 49, lid 1, eerste en

eerste streepje, eerste en tweede alinea

tweede alinea

Artikel 28 ter, C, lid 1, Artikel 49, lid 2 tweede en derde streepje

Artikel 28 ter, C, leden 2 Artikel 48, eerste en en 3 tweede alinea

Artikel 28 ter, C, lid 4 Artikel 51

Artikel 28 ter, D Artikel 53

Artikel 28 ter, E, lid 1, Artikel 50, eerste en eerste en tweede alinea tweede alinea

Artikel 28 ter, E, lid 2, Artikel 54, eerste en eerste en tweede alinea tweede alinea

Artikel 28 ter, E, lid 3, Artikel 45, eerste en eerste en tweede alinea tweede alinea

Artikel 28 ter, F, eerste Artikel 55, eerste en en tweede alinea tweede alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 28 quater, A, Artikel 128 inleidende zin

Artikel 28 quater, A, Artikel 135, lid 1 onder a), eerste alinea

Artikel 28 quater, A, Artikel 136, lid 1, eerste onder a), tweede alinea en tweede alinea

Artikel 28 quater, A, Artikel 135, lid 2, onder a) onder b)

Artikel 28 quater, A, Artikel 135, lid 2, onder b)

onder c), eerste alinea

Artikel 28 quater, A, Artikel 136, lid 2 onder c), tweede alinea

Artikel 28 quater, A, Artikel 135, lid 2, onder c) onder d)

Artikel 28 quater, B, Artikel 128 inleidende zin

Artikel 28 quater, B, Artikel 137, onder a), b) onder a), b) en c) en c)

Artikel 28 quater, C Artikel 139

Artikel 28 quater, D, Artikel 140, onder d) eerste alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 28 quater, D, Artikel 128 tweede alinea

Artikel 28 quater, E, punt 1, eerste streepje, dat artikel 16, lid 1, vervangt

− lid 1, eerste alinea Artikel 150

− lid 1, eerste alinea, A Artikel 151, lid 1, onder a)

− lid 1, eerste alinea, B, Artikel 151, lid 1, eerste alinea, onder a), b) en c)

onder a), b) en c)

− lid 1, eerste alinea, B, Artikel 151, lid 1, onder d) eerste alinea, en e)

onder d), eerste en tweede streepje

− lid 1, eerste alinea, B, Artikel 152, lid 1, onder b)

eerste alinea, onder e), eerste alinea

− lid 1, eerste alinea, B, Artikel 152, lid 2, eerste eerste alinea, alinea

onder e), tweede alinea, eerste streepje

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

− lid 1, eerste alinea, B, Artikel 152, lid 2, eerste eerste alinea, alinea

onder e), tweede alinea, tweede streepje, eerste volzin

− lid 1, eerste alinea, B, Artikel 152, lid 2, tweede eerste alinea, alinea

onder e), tweede alinea, tweede streepje, tweede volzin

− lid 1, eerste alinea, B, – eerste alinea,

onder e), derde alinea, eerste streepje

− lid 1, eerste alinea, B, Artikel 153, lid 1,

eerste alinea, onder a), b) en c)

onder e), derde alinea, tweede, derde en vierde streepje

− lid 1, eerste alinea, B, Artikel 151, lid 2 tweede alinea

− lid 1, eerste alinea, C Artikel 154

− lid 1, eerste alinea, D, Artikel 155, lid 1, onder a) eerste alinea, onder a) en b)

en b) Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

− lid 1, eerste alinea, D, Artikel 155, lid 2 tweede alinea

− lid 1, eerste alinea, E, Artikel 156, onder a) en b) eerste en tweede

streepje

− lid 1, tweede alinea Artikel 194

− lid 1, derde alinea Artikel 158

Artikel 28 quater, E, punt 1, tweede streepje, dat lid 1 bis in artikel 16, invoegt

− lid 1 bis Artikel 157

Artikel 28 quater, E, punt 2, eerste streepje, dat artikel 16, lid 2, aanvult

− lid 2, eerste alinea Artikel 159, lid 1

Artikel 28 quater, E, lid 2, tweede streepje, dat de tweede en derde alinea in artikel 16, lid 2, invoegt

− lid 2, tweede alinea Artikel 159, lid 2

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

− lid 2, derde alinea Artikel 160

Artikel 28 quater, E, Artikel 138, onder a) tot punt 3, eerste tot en met en met e) vijfde streepje

Artikel 28 quinquies, Artikel 68, eerste en lid 1, eerste en tweede tweede alinea volzin

Artikel 28 quinquies, Artikel 69, leden 1 en 2 leden 2 en 3

Artikel 28 quinquies, Artikel 67, leden 1 en 2 lid 4, eerste en tweede alinea

Artikel 28 sexies, lid 1, Artikel 80 eerste alinea

Artikel 28 sexies, lid 1, Artikel 81, leden 1 en 2 tweede alinea, eerste en tweede volzin

Artikel 28 sexies, lid 2 Artikel 75

Artikel 28 sexies, lid 3 Artikel 90, tweede alinea, onder b)

Artikel 28 sexies, lid 4 Artikel 91, lid 1 Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 28 septies, punt 1, dat artikel 17, leden 2, 3 en 4, vervangt

− lid 2, onder a) Artikel 163, onder a)

− lid 2, onder b) Artikel 163, onder d)

− lid 2, onder c) Artikel 163, onder b)

− lid 2, onder d) Artikel 163, onder c)

− lid 3, onder a), b) en Artikel 164, onder a), b) c) en c)

− lid 4, eerste alinea, Artikel 165, lid 1, eerste eerste streepje alinea

− lid 4, eerste alinea, Artikel 165, lid 2, eerste tweede streepje alinea

− lid 4, tweede alinea, Artikel 165, lid 1, tweede onder a) alinea

− lid 4, tweede alinea, Artikel 165, lid 2, tweede onder b) alinea

− lid 4, tweede alinea, Artikel 165, lid 3 onder c)

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 28 septies, punt 2, dat artikel 18, lid 1, vervangt

− lid 1, onder a) Artikel 172, onder a)

− lid 1, onder b) Artikel 172, onder d)

− lid 1, onder c) Artikel 172, onder b)

− lid 1, onder d) Artikel 172, onder e)

− lid 1, onder e) Artikel 172, onder c)

Artikel 28 septies, punt 3, dat lid 3 bis in artikel 18 invoegt

− lid 3 bis, eerste deel Artikel 175 van volzin

− lid 3 bis, tweede deel Artikel 176 van volzin

Artikel 28 octies, dat artikel 21 vervangt

− lid 1, onder a), eerste Artikel 186 alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

− lid 1, onder a), Artikel 187, eerste en tweede alinea tweede alinea

− lid 1, onder b) Artikel 189

− lid 1, onder c), eerste Artikel 190, lid 1, alinea, eerste, tweede onder a), b) en c)

en derde streepje

− lid 1, onder c), Artikel 190, lid 2 tweede alinea

− lid 1, onder d) Artikel 195

− lid 1, onder e) Artikel 192

− lid 1, onder f) Artikel 188

− lid 2 –

− lid 2, onder a), eerste Artikel 196, lid 1, eerste volzin alinea

− lid 2, onder a), Artikel 196, lid 2 tweede volzin

− lid 2, onder b) Artikel 196, lid 1, tweede alinea

− lid 3 Artikel 197

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

− lid 4 Artikel 193

Artikel 28 nonies, dat artikel 22 vervangt

− lid 1, onder a), eerste Artikel 205, lid 1, eerste en tweede volzin en tweede alinea

− lid 1, onder b) Artikel 205, lid 2

− lid 1, onder c), eerste Artikel 206, lid 1, onder a)

streepje, eerste volzin

− lid 1, onder c), eerste Artikel 206, lid 2

streepje, tweede volzin

− lid 1, onder c), Artikel 206, lid 1, onder b) tweede en derde en c)

streepje

− lid 1, onder d), eerste Artikel 207, eerste en en tweede volzin tweede alinea

− lid 1, onder e) Artikel 208

− lid 2, onder a) Artikel 234

− lid 2, onder b), eerste Artikel 235, leden 1 en 2 en tweede alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

− lid 3, onder a), eerste Artikel 211, punt 1 alinea, eerste volzin

− lid 3, onder a), eerste Artikel 211, punten 2 en 3 alinea, tweede volzin

− lid 3, onder a), Artikel 211, punten 4 en 5 tweede alinea

− lid 3, onder a), derde Artikel 212, lid 1, eerste alinea, eerste en en tweede alinea

tweede volzin

− lid 3, onder a), vierde Artikel 212, lid 2 alinea

− lid 3, onder a), vijfde Artikel 210 alinea, eerste volzin

− lid 3, onder a), vijfde Artikel 219 alinea, tweede volzin

− lid 3, onder a), zesde Artikel 213 alinea

− lid 3, onder a), Artikel 214 zevende alinea

− lid 3, onder a), achste Artikel 215, leden 1 en 2 alinea, eerste en

tweede volzin Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

− lid 3, onder a), Artikel 215, lid 3, eerste negende alinea, eerste alinea

en tweede volzin

− lid 3, onder a), Artikel 215, lid 3, tweede

negende alinea, derde alinea volzin

− lid 3, onder a), tiende Artikel 216 alinea

− lid 3, onder b), eerste Artikel 217, punten 1 tot alinea, eerste tot en en met 12

met twaalfde streepje

− lid 3, onder b), eerste Artikel 217, punten 13 en alinea, dertiende 14

streepje

− lid 3, onder b), eerste Artikel 217, punt 15 alinea, viertiende

streepje

− lid 3, onder b), Artikel 218 tweede alinea

− lid 3, onder b), derde Artikel 220 alinea

− lid 3, onder b), vierde Artikel 221 alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

− lid 3, onder b), vijfde Artikel 222 alinea

− lid 3, onder c), eerste Artikel 223 alinea

− lid 3, onder c), Artikel 224 tweede alinea,

inleidende zin

− lid 3, onder c), Artikel 225, lid 1, eerste

tweede alinea, eerste en tweede alinea streepje, eerste en tweede volzin

− lid 3, onder c), Artikel 225, lid 2, eerste tweede alinea, tweede en tweede alinea

streepje, eerste en tweede volzin

− lid 3, onder c), derde Artikel 226

alinea, eerste volzin

− lid 3, onder c), derde Artikel 230 alinea, tweede volzin

− lid 3, onder c), vierde Artikel 227, eerste en alinea, eerste en tweede alinea

tweede volzin

− lid 3, onder c), vijfde Artikel 228 alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

− lid 3, onder c), zesde Artikel 229 alinea

− lid 3, onder d), eerste Artikel 236 alinea

− lid 3, onder d), Artikel 237, lid 1 tweede alinea, eerste

volzin

− lid 3, onder d), Artikel 237, lid 2, eerste

tweede alinea, tweede en tweede alinea en derde volzin

− lid 3, onder d), derde Artikel 238, eerste en

alinea, eerste en tweede alinea tweede volzin

− lid 3, onder d), Artikel 239, leden 1, 2 en vierde, vijfde en 3

zesde alinea

− lid 3, onder d), Artikel 240 zevende alinea

− lid 3, onder e), eerste Artikel 2, punt 2) alinea

− lid 3, onder e), Artikel 209 tweede alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

− lid 4, onder a), eerste Artikel 244, lid 1 en tweede volzin

− lid 4, onder a), derde Artikel 244, lid 2, eerste en vierde volzin en tweede alinea

− lid 4, onder a), vijfde Artikel 254 volzin

− lid 4, onder b) Artikel 242

− lid 4, onder c), eerste Artikel 243, onder a) en b) streepje, eerste en

tweede alinea

− lid 4, onder c), Artikel 243, onder c) tweede streepje,

eerste alinea

− lid 4, onder c), Artikel 243, onder d) en e) tweede streepje,

tweede alinea

− lid 5 Artikel 198

− lid 6, onder a), eerste Artikel 253 en tweede volzin

− lid 6, onder a), derde Artikel 254 volzin

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

− lid 6, onder b), eerste Artikel 255 alinea

− lid 6, onder b), Artikel 256, lid 1, eerste tweede alinea, eerste alinea

volzin

− lid 6, onder b), Artikel 256, lid 2

tweede alinea, tweede volzin

− lid 6, onder b), derde Artikel 257, lid 1, onder a) alinea, eerste en en b)

tweede streepje

− lid 6, onder b), derde Artikel 257, lid 1, onder d) alinea, derde streepje,

eerste volzin

− lid 6, onder b), derde Artikel 257, lid 2, eerste alinea, derde streepje, alinea

tweede volzin

− lid 6, onder b), vierde Artikel 257, lid 1, onder c) alinea, eerste streepje en e)

− lid 6, onder b), vierde Artikel 257, lid 1, onder f) alinea, tweede

streepje, eerste volzin Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

− lid 6, onder b), vierde Artikel 257, lid 2, tweede alinea, tweede alinea

streepje, tweede volzin

− lid 6, onder b), vijfde Artikel 258, lid 1, onder a) alinea, eerste en en b)

tweede streepje

− lid 6, onder b), vijfde Artikel 258, lid 1, onder c) alinea, derde streepje,

eerste volzin

− lid 6, onder b), vijfde Artikel 258, lid 2 alinea, derde streepje,

tweede volzin

− lid 6, onder c), eerste Artikel 256, lid 1, tweede

streepje alinea

− lid 6, onder c), Artikel 259

tweede streepje

− lid 6, onder d) Artikel 246

− lid 6, onder e), eerste Artikel 261 alinea

− lid 6, onder e), Artikel 251 tweede alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

− lid 7, eerste deel van Artikel 199, eerste alinea volzin Artikel 248

Artikel 260

− lid 7, tweede deel van Artikel 199, tweede alinea

volzin

− lid 8, eerste en Artikel 266, eerste en

tweede alinea tweede alinea

− lid 9, onder a), eerste Artikel 265, lid 1, eerste

alinea, eerste streepje alinea, onder c)

− lid 9, onder a), eerste Artikel 265, lid 1, eerste alinea, tweede alinea, onder a) en d)

streepje

− lid 9, onder a), eerste Artikel 265, lid 1, eerste

alinea, derde streepje alinea, onder b)

− lid 9, onder a), Artikel 265, lid 1, tweede

tweede alinea alinea

− lid 9, onder b) Artikel 265, lid 3

− lid 9, onder c) Artikel 204

− lid 9, onder d), eerste Artikel 231, lid 1, onder a) alinea, eerste en en b)

tweede streepje Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

− lid 9, onder d), Artikel 231, lid 2, onder a) tweede alinea, eerste tot en met d)

tot en met vierde streepje

− lid 9, onder d), derde Artikel 231, lid 3 alinea

− lid 9, onder e), eerste Artikel 232 alinea

− lid 9, onder e), Artikel 233, punten 1) en tweede alinea, eerste 2)

en tweede streepje

− lid 10 Artikelen 201 en 249

− lid 11 Artikelen 202 en 250

− lid 12, inleidende zin Artikel 262

− lid 12, onder a), Artikel 263, onder a), b) eerste, tweede en en c)

derde streepje

− lid 12, onder b), Artikel 264, onder a), b) eerste, tweede en en c)

derde streepje

Artikel 28 decies, dat de derde alinea in artikel 24, lid 3, invoegt

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

− lid 3, derde alinea Artikel 276, lid 1, onder b) en c)

Artikel 28 undecies, punt 1, dat de tweede alinea in artikel 25, lid 4, invoegt

− lid 4, tweede alinea Artikel 265, lid 2

Artikel 28 undecies, punt 2, dat artikel 25, leden 5 en 6, vervangt

− lid 5, eerste alinea, Artikel 293, punten 1, 2 en onder a), b) en c) 3

− lid 5, tweede alinea Artikel 295

− lid 6, onder a), eerste Artikel 294, lid 1 alinea, eerste volzin

− lid 6, onder a), eerste Artikel 296, lid 1 alinea, tweede volzin

− lid 6, onder a), Artikel 296, lid 2, tweede alinea, eerste, onder a), b) en c)

tweede en derde streepje

− lid 6, onder a), derde Artikel 296, lid 3 alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

− lid 6, onder b) Artikel 294, lid 1

Artikel 28 undecies, punt 3, dat de tweede alinea in artikel 25, lid 9, invoegt

− lid 9, tweede alinea Artikel 298

Artikel 28 duodecies, – punt 1, eerste alinea

Artikel 28 duodecies, Artikel 153, lid 2 punt 1, tweede alinea, onder a)

Artikel 28 duodecies, – punt 1, tweede alinea, onder b) en c)

Artikel 28 duodecies, – punten 2 tot en met 5

Artikel 28 terdecies, – eerste alinea

Artikel 28 terdecies, Artikel 395, leden 1 en 2

tweede en derde alinea

Artikel 28 terdecies, – vierde alinea

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 28 quaterdecies Artikel 392, eerste alinea

Artikel 28 quindecies –

Artikel 28 sexdecies, Artikel 318, eerste alinea

lid 1, inleidende zin

Artikel 28 sexdecies, Artikel 319, leden 1 en 2 lid 1, onder a), eerste en tweede volzin

Artikel 28 sexdecies, Artikel 320 lid 1, onder b)

Artikel 28 sexdecies, Artikel 321, onder a), b) lid 1, onder c), eerste, en c) tweede en derde streepje

Artikel 28 sexdecies, Artikel 322, eerste en lid 1, onder d), eerste en tweede alinea tweede alinea

Artikel 28 sexdecies, Artikel 324 lid 1, onder e)

Artikel 28 sexdecies, Artikel 323 lid 1, onder f)

Artikel 28 sexdecies, Artikel 4, lid 1, onder c) lid 1, onder g)

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 28 sexdecies, Artikel 36 lid 1, onder h) Artikel 135, lid 3, tweede alinea

Artikel 28 sexdecies, Artikel 318, tweede alinea

lid 2

Artikel 28 sexdecies, Artikel 333 lid 3

Artikel 28 sexdecies, – lid 4

Artikel 28 septdecies –

Artikel 29, leden 1 tot en Artikel 391, leden 1 tot en met 4 met 4

Artikel 29 bis Artikel 390

Artikel 30, lid 1 Artikel 389, lid 1

Artikel 30, lid 2, eerste Artikel 389, lid 2, eerste en tweede volzin alinea

Artikel 30, lid 2, derde Artikel 389, lid 2, tweede volzin alinea

Artikel 30, leden 3 en 4 Artikel 389, leden 3 en 4

Artikel 31, lid 1 –

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikel 31, lid 2 Artikel 393

Artikel 33, lid 1 Artikel 394

Artikel 33, lid 2 Artikel 2, punt 1

Artikel 33 bis, lid 1, Artikel 267 inleidende zin

Artikel 33 bis, lid 1, Artikel 268 onder a)

Artikel 33 bis, lid 1, Artikel 269 onder b)

Artikel 33 bis, lid 1, Artikel 270 onder c)

Artikel 33 bis, lid 2, Artikel 271 inleidende zin

Artikel 33 bis, lid 2, Artikel 272 onder a)

Artikel 33 bis, lid 2, Artikel 273 onder b)

Artikel 34 Artikel 398

Artikel 35 Artikel 397 Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Artikelen 36 en 37 –

Artikel 38 Artikel 402

Bijlage A, punten I, 1 en Bijlage VI, punt 1, 2 onder a) en b)

Bijlage A, punt I, 3 Bijlage VI, punt 1, onder c) en d)

Bijlage A, punten II, Bijlage VI, punt 2, 1 tot en met 6 onder a) tot en met f)

Bijlage A, punten III en Bijlage VI, punten 3 en 4

IV

Bijlage A, punten IV, Bijlage VI, punt 4, 1 tot en met 4 onder a) tot en met d)

Bijlage A, punt V Artikel 288, lid 2

Bijlage B, inleidende zin Artikel 288, lid 1, punt 5

Bijlage B, eerste tot en Bijlage VII, punten 1 tot met negende streepje en met 9

Bijlage C –

Bijlage D, punten 1 tot Bijlage I, punten 1 tot en en met 13 met 13

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Bijlage E, punt 2 Bijlage IX, deel A, punt 1

Bijlage E, punt 7 Bijlage IX, deel A, punt 2

Bijlage E, punt 11 Bijlage IX, deel A, punt 3

Bijlage E, punt 15 Bijlage IX, deel A, punt 4

Bijlage F, punt 1 Bijlage IX, deel B, punt 1

Bijlage F, punt 2 Bijlage IX, deel B, punt 2, onder a) tot en met j)

Bijlage F, punten 5 tot en Bijlage IX, deel B, met 8 punten 3 tot en met 6

Bijlage F, punt 10 Bijlage IX, deel B, punt 7

Bijlage F, punt 12 Bijlage IX, deel B, punt 8

Bijlage F, punt 16 Bijlage IX, deel B, punt 9

Bijlage F, punt 17, eerste Bijlage IX, deel B, punt 10

en tweede alinea

Bijlage F, punt 23 Bijlage IX, deel B, punt 11

Bijlage F, punt 25 Bijlage IX, deel B, punt 12

Bijlage F, punt 27 Bijlage IX, deel B, punt 13 Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn

67/227/EEG 77/388/EEG 94/5/EG 2002/38/EG

Bijlage G, leden 1 en 2 Artikel 384

Bijlage H, eerste alinea Artikel 95, lid 3

Bijlage H, tweede alinea, – inleidende zin

Bijlage H, tweede alinea, Bijlage III, punten 1 tot en

punten 1 tot en met 6 met 6

Bijlage H, tweede alinea, Bijlage III, punten 7 en 8 punt 7, eerste en tweede alinea

Bijlage H, tweede alinea, Bijlage III, punten 9 tot en

punten 8 tot en met 17 met 18

Bijlage I, inleidende zin –

Bijlage I, onder a), eerste Bijlage VIII, deel A, tot en met zevende punten 1 tot en met 7 streepje

Bijlage I, onder b), eerste Bijlage VIII, deel B, en tweede streepje punten 1 en 2

Bijlage I, onder c) Bijlage VIII, deel C

Bijlage J, inleidende zin Bijlage V, inleidende zin

Bijlage J Bijlage V, punten 1 tot en met 25

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Bijlage K, punt 1, eerste, Bijlage IV, punt 1, tweede en derde streepje onder a), b) en c)

Bijlage K, punten 2 tot Bijlage IV, punten 2 tot en

en met 5 met 5

Bijlage L, eerste alinea, Bijlage II, punten 1 tot en punten 1 tot en met 5 met 5

Bijlage L, tweede alinea Artikel 56, lid 2

Artikel 2 Artikel 334

Artikel 3, eerste en Artikel 335, eerste en tweede volzin tweede alinea

Artikel 4 Artikel 56, lid 3 Artikel 57, lid 2 Artikel 350

Artikel 396, eerste alinea

Artikel 5 Artikel 396, tweede alinea

Artikel 28 van de Toe Artikel 6, lid 2, onder h) tredingsakte van Denemarken, Ierland en Verenigd Koninkrijk betreffende Gibraltar

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Bijlage VIII, deel II, Artikel 280, lid 1, punt 1 punt 2, onder a), van de Toetredingsakte van Griekenland

Bijlage VIII, deel II, Artikel 368 punt 2, onder b), van de Toetredingsakte van Griekenland

Bijlage XXXII, deel IV, Artikel 280, punten 2 en 3

punt 3, onder a), eerste en

tweede streepje, van de

Toetredingsakte van

Spanje en Portugal

Bijlage XXXII, deel IV, Artikel 370 punt 3, onder b), eerste alinea, van de Toetredingsakte van Spanje en Portugal

Bijlage XV, deel IX, Artikel 100 punt 2, onder b), eerste alinea, van de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden

Bijlage XV, deel IX, Artikel 280, punt 4 punt 2, onder c), eerste alinea, van de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Bijlage XV, deel IX, Artikel 113, lid 1 punt 2, onder f), eerste alinea, van de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden

Bijlage XV, deel IX, Artikel 115 punt 2 g), eerste alinea, van de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden

Bijlage XV, deel IX, Artikel 371, lid 1 punt 2, onder h), eerste alinea, eerste en tweede streepje, van de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden

Bijlage XV, deel IX, – punt 2, onder i), eerste alinea, eerste streepje, van de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden

Bijlage XV, deel IX, Artikel 371, lid 2, onder a)

punt 2, onder i), eerste en b)

alinea, tweede en derde

streepje, van de Toetredingsakte

van Oostenrijk,

Finland en Zweden

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn

67/227/EEG 77/388/EEG 94/5/EG 2002/38/EG

Bijlage XV, deel IX, Artikel 280, punt 5 punt 2, onder j), van de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden

Bijlage XV, deel IX, Artikel 107, onder a)

punt 2, onder l), eerste

alinea, van de Toetredingsakte

van Oostenrijk,

Finland en Zweden

Bijlage XV, deel IX, Artikel 372, lid 1 punt 2, onder m), eerste alinea, van de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden

Bijlage XV, deel IX, Artikel 372, lid 2 punt 2, onder n), eerste alinea, eerste en tweede streepje, van de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden

Bijlage XV, deel IX, Artikel 245 punt 2, onder x), eerste streepje, van de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Bijlage XV, deel IX, Artikel 280, punt 6 punt 2, onder x), tweede streepje, van de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden

Bijlage XV, deel IX, Artikel 107, onder b) punt 2, onder z), eerste alinea, van de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden

Bijlage XV, deel IX, Artikel 373 punt 2, onder aa), eerste alinea, eerste en tweede streepje, van de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden

Protocol nr. 2 van de Toe Artikel 6, lid 1, onder d)

tredingsakte van Oostenrijk,

Finland en Zweden

Bijlage V, lid 5, punt 1, Artikel 119 onder a), van de Toetredingsakte van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije

Bijlage V, lid 5, punt 1, Artikel 374 onder b), van de Toetredingsakte van 2003

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Bijlage VI, lid 7, punt 1, Artikel 120 onder a), van de Toetredingsakte van 2003

Bijlage VI, lid 7, punt 1, Artikel 375 onder b), van de Toetredingsakte van 2003

Bijlage VII, lid 7, punt 1, Artikel 121, leden 1 en 2

eerste en tweede alinea,

van de Toetredingsakte

van 2003

Bijlage VII, lid 7, punt 1, – derde, vierde en vijfde alinea, van de Toetredingsakte van 2003

Bijlage VII, lid 7, punt 1, Artikel 376 zesde alinea, van de Toetredingsakte van 2003

Bijlage VIII, lid 7, punt 1, Artikel 122 onder a), van de Toetredingsakte van 2003

Bijlage VIII, lid 7, punt 1, Artikel 377, onder a) onder b), tweede alinea, van de Toetredingsakte van 2003

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Bijlage VIII, lid 7, punt 1, Artikel 377, onder b) derde alinea, van de Toetredingsakte van 2003

Bijlage IX, lid 8, punt 1, Artikel 378 van de Toetredingsakte van 2003

Bijlage X, lid 7, punt 1, Artikel 123, onder a) en b)

onder a), punten i) en ii),

van de Toetredingsakte

van 2003

Bijlage X, lid 7, punt 1, Artikel 379 onder c), van de Toetredingsakte van 2003

Bijlage XI, lid 7, punt 1, Artikel 124 van de Toetredingsakte van 2003

Bijlage XI, lid 7, punt 2, Artikel 380, onder c) onder a), van de Toetredingsakte van 2003

Bijlage XI, lid 7, punt 2, Artikel 380, onder a) onder b), van de Toetredingsakte van 2003

Bijlage XI, lid 7, punt 2, Artikel 380, onder b) onder c), van de Toetredingsakte van 2003

Richtlijn Richtlijn Richtlijn Richtlijn Andere besluiten Deze richtlijn 67/227/EEG i 77/388/EEG 94/5/EG i 2002/38/EG

Bijlage XII, lid 9, punt 1, Artikel 125, leden 1 en 2 onder a), van de Toetredingsakte van 2003

Bijlage XII, lid 9, punt 1, Artikel 125, leden 3, 4 en

onder b), van de Toe 5

tredingsakte van 2003

Bijlage XII, lid 9, punt 2, Artikel 381 van de Toetredingsakte van 2003

Bijlage XIII, lid 9, punt 1, Artikel 126, leden 1 en 2 onder a), van de Toetredingsakte van 2003

Bijlage XIII, lid 9, punt 1, Artikel 382 onder b), van de Toetredingsakte van 2003

Bijlage XIV, lid 7, eerste Artikel 127 alinea, van de Toetredingsakte van 2003

Bijlage XIV, lid 7, tweede – alinea, van de Toetredingsakte van 2003

Bijlage XIV, lid 7, derde Artikel 383 alinea, van de Toetredingsakte van 2003

 
 
 
 

3.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.