Noodremprocedure

De noodremprocedure is een procedure waarbij een lidstaat verzoekt om bij een wetsontwerp de gewone wetgevingsprocedure i door het Europees Parlement i en de Raad van ministers i te schorsen en het wetsontwerp aan de Europese Raad i voor te leggen. De noodremprocedure kan worden gebruikt wanneer een lidstaat van mening is dat een voorgestelde maatregel een aantasting vormt van een belangrijk aspect van haar strafrechtelijke of sociale-zekerheidsstelsel of vanwege vitale redenen van nationaal beleid op het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid.

Deze procedure is met het Verdrag van Lissabon i ingevoerd als compromis tussen de lidstaten die op bepaalde terreinen de gewone wetgevingsprocedure en daarmee gekwalificeerde meerderheid wilden invoeren en de lidstaten die bang waren om op belangrijke punten hun vetorecht i kwijt te raken.

De lidstaat kan door toepassing van deze procedure de besluitvorming tegenhouden en ervoor zorgen dat het ontwerp wordt besproken in de Europese Raad. De behandeling van het voorstel wordt dan geschorst.

1.

Sociale zekerheid

Als het gaat om een voorstel op het terrein van sociale zekerheid en de Europese Raad consensus bereikt over het wetsontwerp, komt het ontwerp weer terug in de betreffende Raad van Ministers i waarna de gewone wetgevingsprocedure weer van kracht is. Als in de Raad geen overeenstemming is bereikt, wordt het voorstel niet verder behandeld. De Europese Raad kan ook aan de Europese Commissie i vragen om met een nieuw voorstel te komen.

2.

Strafrecht

Als het gaat om een voorstel op het terrein van justitiële samenwerking in strafzaken en de Europese Raad bereikt consensus over het wetsontwerp, komt het ontwerp weer terug in de betreffende Raad van Ministers waarna de gewone wetgevingsprocedure weer van kracht is. Als er in de Raad geen overeenstemming is bereikt, kunnen minstens negen lidstaten wel besluiten om op dat specifieke onderwerp een zogenaamde nauwere samenwerking i aan te gaan. Andere lidstaten zijn dan niet aan deze samenwerking gebonden.

3.

Buitenlands en veiligheidsbeleid

Als het gaat om een besluit dat met gekwalificeerde meerderheid van stemmen i wordt genomen op het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, probeert de Hoge Vertegenwoordiger i eerst samen met de betrokken lidstaat tot een oplossing te komen. Als dat niet lukt wordt het besluit voorgelegd aan de Europese Raad. De Europese Raad neemt vervolgens met eenparigheid van stemmen i een besluit.

4.

Juridisch kader

De noodremprocedure vindt zijn basis in het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en het het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) i.

  • buitenlands en defensiebeleid: VEU titel V hoofdstuk 2 eerste afdeling art. 31 i
  • sociaal zekerheid: derde deel VwEU titel IV hoofdstuk 1 art. 48 i
  • strafrechtstelsel: derde deel VwEU titel V hoofdstuk 4 art. 82 i, 83 i