Brexit: Verenigd Koninkrijk vertrokken uit Europese Unie

Met dank overgenomen van Europa Nu.
Brexit: vlag naast Big Ben met Vote to Leave
Bron: Europese Unie 2016 - Europees Parlement

Het Verenigd Koninkrijk verliet op 31 januari 2020 de Europese Unie i. Het is daarmee het eerste land ooit dat uit de Europese Unie stapte. Het vertrek van de Britten ('brexit') was de uitkomst van een referendum over het lidmaatschap van de EU in het Verenigd Koninkrijk in 2016. Nadien volgden lange onderhandelingen over de scheidingsvoorwaarden en de overgangsperiode na de brexit, die op 31 december 2020 afliep. Eind december 2020 bereikten de onderhandelaars van de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk een handels- en samenwerkingsovereenkomst. Die overeenkomst regelt vanaf 1 januari 2021 de relatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk.

Het handels- en samenwerkingsakkoord werd eind april 2021 ook goedgekeurd door het Europees Parlement i en de Raad i, waardoor het akkoord sindsdien definitief in werking is. Voor die goedkeuring golden de afspraken uit het akkoord wel al in de praktijk.

Voor Nederland heeft deze brexit grote gevolgen. Ondanks het akkoord zijn er meer formaliteiten en regels in de handel tussen de twee, omdat het Verenigd Koninkrijk geen onderdeel meer uitmaakt van de interne markt. De Nederlandse overheid probeert de schade waar mogelijk te beperken.

1.

Voorgeschiedenis

Het Verenigd Koninkrijk koos er op 23 juni 2016 in een referendum voor zich terug te trekken uit de EU. Na het referendum activeerde de Britse regering op 29 maart 2017 de artikel 50-procedure i, waardoor de uittredingsprocedure officieel van start ging. Volgens die procedure kregen de onderhandelaars een termijn van twee jaar om het vertrek te regelen. Oorspronkelijk zou het Verenigd Koninkrijk op 29 maart 2019 de Europese Unie verlaten. De brexit werd echter verschillende keren uitgesteld, omdat er geen overeenstemming bereikt werd over de manier waarop die plaats moest vinden.

De Europese en de Britse onderhandelaars besloten om een overgangsperiode in te stellen tot eind 2020. Tot die datum bleef het Verenigd Koninkrijk lid van de interne markt i en de douane-unie i. Vanaf 1 januari 2021 regelt een handels- en samenwerkingsovereenkomst de toekomstige relatie tussen de twee.

In november 2018 bereikten de EU en het VK onverwachts al een akkoord over de invulling van de relatie na de brexit, waarmee ook de Europese regeringsleiders i instemden op een Europese brexittop. De ‘brexitdeal’, tot stand gekomen onder de toenmalige Brits premier Theresa May i, kon echter niet in werking treden omdat het Britse parlement het akkoord tijdens verschillende stemmingen verwierp. Het Verenigd Koninkrijk kreeg daarop uitstel van de Europese Raad tot 31 oktober 2019 om de EU te verlaten.

Nadat Boris Johnson i het Britse premierschap overnam van Theresa May, wist hij op 17 oktober 2019 een nieuw scheidingsakkoord met de EU te sluiten over de voorwaarden van het aanstaande vertrek. Nadat ook dat plan geen meerderheid kreeg werd de brexit opnieuw uitgesteld en hield het land verkiezingen. De conservatieve partij van premier Johnson won daarbij overtuigend en hij wist vervolgens zowel in het Lagerhuis als het Hogerhuis een meerderheid voor het brexit-akkoord te krijgen. Daardoor vond de brexit uiteindelijk plaats op 31 januari 2020 en trad op 1 februari 2020 het terugtrekkingsakkoord in werking.

2.

De overgangsperiode en het terugtrekkingsakkoord

De ‘brexitdeal’ van Johnson, de Withdrawal Agreement, voorzag in de voorwaarden een overgangsperiode tot eind 2020 en de terugtrekking van het VK uit de EU. Het terugtrekkingsakkoord bevat een aantal belangrijke elementen, die geldig zouden blijven in het geval van de gevreesde “no deal” (een situatie waarbij de EU en het VK niet tijdig een akkoord bereikten over hun toekomstige relatie waardoor deze onder internationale handelsregels zou vallen).

De belangrijkste elementen uit het terugtrekkingsakkoord zijn:

  • Burgerrechten: dit betreft de sociale zekerheid en de verblijfsrechten van de bijna 4 miljoen EU-burgers in het VK en de meer dan 1 miljoen Britse burgers die in EU-landen werken en wonen. Hun rechten blijven na de brexit vrijwel hetzelfde als voor het uittreden van het VK. Deze rechten waren ook nog geldig voor burgers die tijdens de overgangsperiode verhuisden, maar EU-burgers die zich na deze periode in het VK vestigen vallen onder andere regels.
  • Overgangsperiode: tijdens de overgangsperiode bleef het EU-recht van toepassing op alle beleidsterreinen in het VK waarop dit voor het akkoord van toepassing was. De overgangsperiode duurde van 31 januari tot 31 december 2020.
  • Financiële regeling: het VK zal alle financiële verplichtingen die het land in het verleden is aangegaan als EU-lidstaat moeten nakomen. Ook na 2020 moet het land nog bijdragen, om onder meer de pensioenen van Britse EU-ambtenaren te betalen. Het VK is de EU in totaal 47,5 miljard euro verschuldigd, in juni 2021 heeft het land de eerste betaling van 6,8 miljard euro voldaan.
  • Ierland i: in het protocol over Ierland en Noord-Ierland wordt een harde grens tussen de twee landen voorkomen, waardoor het Goedevrijdagakkoord (1998) wordt beschermd. In het door Johnson onderhandelde akkoord maakt Noord-Ierland officieel deel uit van het Britse douanegebied, maar in de praktijk gelden de regels van de Europese douane-unie en de Europese interne markt voor dit gebied. De grens tussen Groot-Brittannië (Engeland, Schotland en Wales) en Noord-Ierland wordt hierdoor verschoven naar de zee, waardoor de grenscontroles plaatsvinden binnen het Verenigd Koninkrijk. Zo werd de door May onderhandelde ‘backstop’-regeling, die gevoelig lag bij de ‘brexiteers’ en waarbij het hele VK binnen de douane-unie zou blijven, vermeden.

3.

Toekomstige relatie EU - Verenigd Koninkrijk: de handels- en samenwerkingsovereenkomst

Op 31 december 2020 liep de overgangsperiode af, waardoor de Britten niet langer deel zouden uitmaken van de interne markt i en de douane-unie i. De gemaakte afspraken in het terugtrekkingsakkoord regelen de scheiding tussen de EU en het VK, maar zeggen weinig over de toekomstige relatie tussen hen. Het sluiten van een nieuw handelsakkoord was dus verreweg het belangrijkste bij de onderhandelingen.

De mate waarin de grenzen open konden blijven hing af van de vraag in hoeverre de EU en het VK bereid waren elkaars regels over te nemen of te accepteren. De Britse onderhandelaars zetten volledig in op het terugwinnen van hun soevereiniteit, en wilden volledige controle over eigen wetten en regels. Ook wilde Londen een apart verdrag over visserij, los van een vrijhandelsakkoord, dat zou bepalen dat elk jaar opnieuw onderhandeld moet worden over visquota en over de toegang voor vissers tot elkaars wateren. Het onderhandelde akkoord gaat verder dan een 'regulier' handelsverdrag (zoals met Japan of Canada).

Na moeizame onderhandelingen werd op 24 december 2020 op de valreep een voorlopig handels- en samenwerkingsakkoord gesloten. Het verdrag trad in januari 2021 al voorlopig in werking na de goedkeuring van de Europese regeringsleiders i en het Britse parlement. Op 28 april 2021 werd het verdrag aangenomen door het Europees Parlement i, gevolgd door de Raad i op 29 april, waardoor het handelsakkoord definitief in werking kon treden.

De belangrijkste elementen uit de handels- en samenwerkingsovereenkomst zijn:

  • Geen quota en geen tarieven op handel: de hoeveelheid goederen die wederzijds geëxporteerd of geïmporteerd worden is ongelimiteerd en er gelden geen tarieven voor handelsgoederen. Wel zijn er sinds 1 januari 2021 douanecontroles en douaneformaliteiten bij het importeren of exporteren van goederen tussen de EU en het VK.
  • Gelijk speelveld (‘level playing field’): de EU hechtte tijdens de onderhandelingen veel belang aan het creëren van een gelijk speelveld om te voorkomen dat er oneerlijke concurrentie zou ontstaan. Beide partijen hebben afgesproken gelijkwaardige standaarden zoals milieunormen, klimaatregels, arbeidsvoorwaarden en regels voor staatssteun te respecteren. Indien de regels niet nageleefd worden, is er de mogelijkheid voor beide zijden om maatregelen te treffen (zie 'geschillenbeslechting').
  • Geschillenbeslechting: als één van de partijen zich niet aan de afspraken houdt kunnen maatregelen genomen worden zoals tijdelijke invoerheffingen of quota. Omdat het Verenigd Koninkrijk niet meer onder de bevoegdheid van het Europees Hof van Justitie i valt, zal een arbitragetribunaal (‘Gezamenlijke Partnerschapsraad’) opgericht worden die controleert en indien nodig juridisch bindende uitspraken doet bij bijvoorbeeld handelsconflicten of het niet correct naleven van het verdrag.
  • Visserij: de onderhandelingen over de visserijrechten verliepen stroef. In het verdrag werd overeengekomen dat de Europese vissers nog 5,5 jaar toegang houden tot Britse wateren. Stapsgewijs mogen ze tot 25% minder vis vangen in Britse wateren. Na deze overgangsperiode, eind 2026, moeten het VK en de EU jaarlijks opnieuw onderhandelen over de toegang voor vissers uit EU-landen.
  • Veiligheid: de Britten hebben geen toegang meer tot het Schengen-informatiesysteem voor uitwisseling van persoonsgegevens maar er zijn wel afspraken gemaakt over het uitwisselen van informatie en samenwerking bij de aanpak van criminaliteit en terrorisme. De justitiële en politiesamenwerking via Europol i en Eurojust i blijft overeind, maar de Britten hebben geen inspraak meer in deze organen.
  • Reizen: vanaf oktober 2021 kunnen EU-burgers alleen naar het VK reizen met een paspoort, en niet meer met een Europese ID-kaart. Vanaf 2022 zal de EU een reisverklaring verplicht maken voor Britten die naar de EU reizen. Het VK zal de komende jaren een soortgelijk systeem invoeren.
  • Wonen en werken in het VK: er gelden sinds 2021 strenge migratieregels voor EU-burgers die willen gaan wonen en werken in het VK, zoals het bewijs van een aanbieding van een baan met een minimum jaarsalaris.
  • Erasmus en wetenschappelijke programma’s: het VK neemt niet meer deel aan het Erasmus+-programma i, waardoor Europese studenten en onderzoekers niet langer deel kunnen nemen aan uitwisselingsprogramma’s aan Britse universiteiten. Wel blijft de samenwerking in stand in andere programma’s zoals Horizon, civiel nucleaire samenwerking en het ruimtevaartprogramma Copernicus.

4.

Gevolgen van de brexit

Voor het Verenigd Koninkrijk

De brexit betekent dat alle Europese regels die directe werking hadden - regels die op Europees niveau zijn vastgesteld en zonder tussenkomst van nationale wetgeving voor iedereen golden - niet meer geldig zijn. De Britse regering moet duizenden en duizenden regels opstellen om allerlei zaken zelf te regelen. Bijvoorbeeld eisen op het gebied van productveiligheid of lijsten van verboden middelen. De Britten zullen ook regels die zijn opgesteld om Europese richtlijnen in te voeren, tegen het licht willen houden en in veel gevallen aanpassen. Het is een wetgevende operatie die zijn weerga in de Britse geschiedenis niet kent.

Het VK moet daarnaast ook handelsakkoorden gaan sluiten met de rest van de wereld omdat het niet langer onderdeel uitmaakt van de Europese douane-unie.

Voor de EU

Voor de Europese Unie verandert er formeel heel weinig. Er is één lidstaat minder, en dat heeft gevolgen voor stemverhoudingen en de begroting maar qua wetgeving voor de 27 lidstaten blijft alles hetzelfde. Het Verenigd Koninkrijk is nu een land waarmee de EU een handels- en samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten. Voor Europese bedrijven die veel handelen met het VK of vestigingen hebben in het VK zijn de gevolgen wel ingrijpend - mogelijk krijgen die te maken met allerlei barrières die er al heel lang niet meer zijn geweest. Door het vrijhandelsakkoord kunnen Europese bedrijven goed blijven exporteren naar het VK zonder importtarieven, maar douaneformaliteiten en grenscontroles keren terug waardoor er meer administratieve rompslomp is. Dat de economische relatie tussen de twee ingewikkelder wordt met mogelijke handelsconflicten tot gevolg, bewijst het dispuut in maart 2021 waarbij de EU een inbreukprocedure i startte tegen het VK omdat het de afspraken rond de grenscontroles tussen Groot-Brittannië en Noord-Ierland niet respecteerde. Die afspraken zijn overeengekomen in het terugtrekkingsakkoord en moeten voorkomen dat er opnieuw een ‘harde grens’ tussen Ierland en Noord-Ierland zou komen die het Goede Vrijdagakkoord schendt (zie ‘Terugtrekkingsakkoord’).

Ook op politiek vlak heeft de brexit gevolgen voor de EU. De politieke verhoudingen binnen de Unie zijn aan het verschuiven: de grote drie zijn weer de grote twee (Duitsland en Frankrijk) en het noordelijke blok is verzwakt. Op het wereldtoneel boet de EU aan gewicht in. Tegelijkertijd vertrekt ook de lidstaat die het vaakst op de rem trapte bij het ontwikkelen van nieuw beleid en nieuwe bevoegdheden. In die zin kan de brexit ook tot nieuwe vooruitgang voor de EU leiden.

Tijdens de brexitonderhandelingen bracht de Europese Commissie i de gevolgen van de brexit per beleidsonderwerp in kaart in zogeheten 'preparedness notices'. Die mondden uit in ruim 100 sectorspecifieke nota’s, die gedetailleerde informatie bevatten over wat overheden, bedrijven en burgers moeten doen om zich aan te passen aan de nieuwe situatie. Veel Europese agentschappen i hebben soortgelijke documentatie opgesteld.

Voor Nederland

Er wonen en werken ongeveer 100.000 Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk. Het VK heeft toegezegd dat EU-burgers die vijf jaar of langer in het VK wonen een verblijfsstatus krijgen als kan worden aangetoond dat zij voor 1 januari 2021 in het VK woonden. Voor mensen die er korter dan vijf jaar wonen geldt een voorwaardelijke status, die pas omgezet kan worden als er vijf jaar gewoond en gewerkt is in het VK.

De Nederlandse overheid heeft een overzicht gemaakt van de gevolgen voor Nederlanders in het VK en Britten in Nederland.

Een groot deel van het Nederlandse bedrijfsleven is ongelukkig met de brexit: veel Nederlandse bedrijven handelen met het Verenigd Koninkrijk of hebben er vestigingen. Volgens het IMF i gaat de brexit mét goede afspraken Nederland 0,6 procent van het bbp kosten, in een 'no-deal' scenario zou dat jaarlijks 1 procent zijn. De Duitse denktank Bertelsmann Stiftung schat in dat de Nederlandse burger er door brexit ongeveer 200 euro op achteruit gaat ten opzichte van de winst die de Europese interne markt oplevert. Noord-Holland is een van de Europese regio's die volgens het onderzoek het meest onder de brexit zal lijden.

5.

Mijlpalen in de brexit-onderhandelingen

Belangrijke genomen stappen:

  • 23 juni 2016: Referendum over lidmaatschap van de Europese Unie in het VK. 51,9% stemt vóór brexit, 48,1% tegen.
  • 8 februari 2017: Het Britse Lagerhuis stemt met 494 tegen 122 stemmen voor het aanroepen van artikel 50 i, het artikel uit het EU-verdrag waarin staat beschreven hoe een lidstaat uit de EU kan stappen. Op 13 maart 2017 stemt ook het Hogerhuis in, ondanks bezwaren dat de rechten van EU-ingezetenen in het VK niet goed beschermd werden.
  • 29 maart 2017: overhandiging van de zogeheten 'artikel 50'-brief van premier May door de Britse EU-ambassadeur aan de Europese instellingen. De artikel 50-procedure treedt in werking.
  • 19 juni 2017: Start onderhandelingen.
  • 8 december 2017: Voorlopig politiek akkoord over de scheidingsvoorwaarden. Hiermee is de weg vrij voor het starten van onderhandelingen over de relatie tussen de EU en het VK na brexit.
  • maart 2018: Akkoord over de transitieperiode na brexit. Deze zal duren tot 1 januari 2021 en tot die tijd blijft het VK lid van de interne markt i en de douane-unie i.
  • juli 2018: Het Verenigd Koninkrijk maakt de voorstellen bekend voor de toekomstige relatie met de EU.
  • 14 november 2018: Principe-overeenkomst tussen EU en Verenigd Koninkrijk over brexit.
  • 25 november 2018: Europese brexittop waarop de regeringsleiders van de andere EU-landen akkoord gaan met het akkoord tussen de EU en het VK.
  • 15 januari 2019: Het Britse Lagerhuis stemt met 432 tegen 202 stemmen tegen het akkoord tussen de Britse regering en de EU.
  • 12 maart 2019: Het Britse Lagerhuis stemt met 391 tegen 242 stemmen tegen het akkoord tussen het VK en de EU, inclusief bindende en niet-bindende garanties over de backstop, dat in de nacht van 11 op 12 maart werd bereikt.
  • 13 maart 2019: Het Lagerhuis stemt met 321 tegen 278 stemmen tegen het verlaten van de EU zonder een akkoord, de no-deal brexit.
  • 14 maart 2019: Het Lagerhuis stemt met 334 tegen 85 stemmen tegen het houden van een nieuw referendum en besluit met 413 tegen 202 stemmen een verzoek aan de EU te doen om brexit uit te stellen tot 30 juni 2019.
  • 21 maart 2019: Europese Raad onder voorwaarden akkoord met uitstel brexit tot 22 mei.
  • 27 maart 2019: Het Lagerhuis verwerpt alle acht voorstellen voor een alternatieve aanpak van brexit.
  • 29 maart 2019: Het Lagerhuis verwerpt wederom de brexitdeal van May.
  • 10 april 2019: May krijgt uitstel tot 1 november, zo is besloten op de Europese top over de brexit.
  • 17 mei 2019: Labour breekt onderhandelingen met regering over brexit-deal af.
  • 24 mei 2019: May kondigt aan te vertrekken als partijleider van de conservatives op 7 juni en vervolgens als premier.
  • 7 juni 2019: Na het uitstel van een vierde stemming over de brexitdeal en felle kritiek vanuit haar eigen partij op haar onderhandelingen met de oppositie stapt May op als partijleider.
  • 23 juli 2019: Boris Johnson verkozen tot nieuwe leider Conservative Party en wordt daarmee de nieuwe premier van het Verenigd Koninkrijk.
  • 4 september 2019: Britse parlement neemt wet aan tegen brexit zonder deal.
  • 17 oktober 2019: Akkoord tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk over aanpassingen brexit.
  • 22 oktober 2019: Het Britse Lagerhuis stemt voor het nieuwe brexitakkoord, maar tegen de planning om op 31 oktober 2019 de EU te verlaten.
  • 28 oktober 2019: De Europese Unie geeft de Britten tot uiterlijk 31 januari 2020 om het vertrek uit de EU te regelen.
  • 22 januari 2020: Het Britse Hogerhuis stemt voor het nieuwe brexitakkoord.
  • 31 januari 2020: Het Verenigd Koninkrijk trekt zich terug uit de Europese Unie
  • 20 april - 24 april 2020: eerste deel van drie weken video onderhandelingen tussen Michel Barnier i en David Frost i. Vele rondes zullen volgen.
  • 9 december 2020: De vrijwel vastgelopen onderhandelingen worden een niveau omhoog geschaald naar premier Johnson i en Commissievoorzitter Von der Leyen i
  • 10/17 december 2020: Op 10 december komt de EU met een aantal noodmaatregelen in geval van een 'no deal', deze worden een week later formeel goedgekeurd door de lidstaten
  • 29 december 2020: voorlopig akkoord tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie goedgekeurd door beide partijen, regeringsleiders EU keuren akkoord formeel goed
  • 30 december 2020: Britse Lager- en Hogerhuis keuren het akkoord goed
  • 28-29 april 2021: Europees Parlement en Europese Raad stemmen in met handels- en samenwerkingsovereenkomst

6.

Meer informatie

Externe sites

praktische informatie

achtergrondinformatie